NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 5e Jaargang. Vrijdag ld April 1888. No. 1465. ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIES: Schilderij in Olieverf1), NAAIMACHINE, S T A D S NI E L' IV S. WIE IS DE SCHULDIGE? HAARLEMS DAGBLAD Voor Haarlem, per 3 maandenƒ1.20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65. Afzonderlijke nummers- 0.03. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Burean: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij groote opgaven aanzienlijk rabat. Abonnementen en Adverteutiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekbandelaren, postkantoren en courautiers. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Génerale de Publieita Etrangcre G. L. BATJBE if Co., JOH. F. JONES, Suer., Parijs, 31bis Faubourg Montmartre. De Directie van «HAARLEM'S DAGBLADa beeft de eer aan bare geachte Geabonneerden te berich ten, dat zij evenals in vroegere ja ren heeft plaats gehad, zeer fraaie CADEAUX heeft aangekocht, be staande uit een zeer fraaie die geëxposeerd is bij den heer H. N. MUL, Kruisstraat No. 41, van de hand van den bekenden Kunst schilder K. VAN VLIET, geënca dreerd in breede vergulde lijst, be nevens: eene zeer solide, splin ternieuwe welke geëxposeerd is bij den heer J. C. MARTIN, Koningstraat 43. Ten einde te beslissen aan wie onzer abonués deze geschenken zul len worden overhandigd, zullen wij op een nader vast te stellen datum deze maand een Nummer bij ieder Exemplaar voegen, en daar na in een Verkooplokaal hier ter stede, trekken, aan wie onzer Ge- abonneerden deze geschenken ten deel zullen vallen. Ieder dus die vdór een nader te bepalen datum tot onze Geabonneer den behoort, ontvangt gratis een Nummer, dat hem de mogelijkheid opent, een der beide bovengenoemde voorwerpen ten geschenke te ont vangen, terwijl die geschenken zon der eenige betaling of vergoeding 'genaamd aan diegenen aan wie ze te. beurt vallen, zullen worden overhandigd. Een Haarlemsch kunstkenner lieeft van dit paneel gezegd: «Het is een stuk met veel leven en realiteit, de figuren zijn zeer juist geteekend, terwij in het landschap veel perspectief ligt. Als geheel mag het zeer goed geslaagd heeten.« Haarlem, 12 April. Gedurende eenigen tijd wordtin en buiten de stad eene extra-verspreiding van Haarlem'8 Dagblad gehouden. De ter aarde bestelling van het itoffelijk overschot van den heer W. H. Hubrecht, hoofdingenieur van den Waterstaat alhier, zal plaats hebben op het kerkhof «Eik en Duinen», bij den Haag, op Vrijdag kwartier vóór eenen. Het onderzoek van het lichtgas in deze gemeente heeft in de afge- loopen maand Maart het volgende resultaat geleverd. Het gemiddeld lichtgevend vermogen voor eene vlam, welke 170 liters gas per uur verbrandt, bedroeg 17,14 kaarsen. Hoogste gel. 18,5 kaarsen. Laagste lichtkracht gel. 16,51 kaarsen. Kaar sen en brander zooals bij contract voorgeschreven. Het contract ver langt voor- dezelfde hoeveelheid gas ten minste 15 èi 16 kaarsen. Zwa- velgehalte gel. 0,2 gram. Ammo- niakgehalte gel. 0,014 liter. Kool- zuurgehalte gel. 0,737 liter. Alles berekend op den M8. Het contract verlangt van een en ander slechts sporen. Zwavelwaterstof kwam, het contract in aanmerking genomeD, niet in het gas voor. Donderdag 19 April a. p., zal te Schiedam, door de Schiedamsche Tooneelvereeniging «Thalia» een wedstrijd in het reciteeren worden gehouden.Er zullen tweeprijzen voor «Ernst» en twee voor «Luim» wor den uitgereikt. Waarschijnlijk zul len ook een tweetal ingezetenen van Haarlem mededingen. In de Stuiversspaarbank van de afdeeling Haarlem en Omstreken van den Volksbond zijn in den loop van het eerste kwartaal dezes jaars ingebracht 1589 posten, tot een be drag van f3711,551/»- Uitbetaald werden 117 posteü, tot een bedrag van f2737,35Vs. Het saldo in kas bedroeg op den In April f13,585,761/,. Met ingenomenheid deelen wij mede, dat dezer dagen te dezer stede eene afdeeling van de thans reeds vijftien, jaar bestaande Alge- meene Nederlandsche Vrouwenver- eeniging «Tesselschade» is opgericht. Het doel der vereeniging is zoo als men weet de verbetering van het lot der onvermogende vrouw uit den beschaafden stand, door aan moediging en bevordering van haren kunst- en arbeidszin. De werkzaamheid der vereeniging bestond oorspronkelijk hoofdzake lijk in het doen vervaardigen en te gen de waarde inkoopen van pro ducten der vrouwelijke nijverheid en het weder van de hand zetten daarvan in dépöts of magazijnen door het houden van tentoonstel- lingsbazars, verlotingen enz. enz. Daar de werkkring der vereeniging alleDge is uitgebreid, is men begon nen te trachten het bovenvermeld doel ook langs anderen weg te be reiken. Zoo is er b.v.b. eene com missie van tuinbouw werkzaam, welke, blijkens het jongste jaarver slag, er reeds in geslaagd is een meisje op te leiden tot bioemiste, zoodat zij nu zelve in haar onder houd kan voorzien. Uit een «FoucLkas» werden de middelen gevonden om een meisje tot zangeres op te leiden. Bestuurde ressen der Vereeniging hebben als zoodanig zitting gehad in het co mité der kunstnaaldwerkklasse en in de Rijkscommissie der examen» in nuttige en fraaie handwerken. Er is door de Vereeniging eene prij.-vraag uitgeschreven en eene gouden medaille toegekend voor het beste borduurwerk door eene Ne derlandsche vrouw vervaardigd. Ook wordt er vanwege de Vereeniging een «Blaadje» uitgegeven. Dat van deze bij toeneming bloeiende en hare werkzaamheid uitbreidende VereenigiDg ook alhier eene af deeling gesticht is, en dat aanvan kelijk een aantal onzer stadgenooten zich bereid verklaard hebben haar te steunen, heeft men te danken aan de pogingen van eenige dames alhier, die zich daarvoor geïnteres seerd hebben. De Haarlemsche Liedertafel «Zang en Vriendschap/' had zich voor het Woens dagavond door haar gegeven concert de medewerking verzekerd van een drietal solistenMevr. B. Kes (mezzo-sopraan), de heer W. Kes (viool), van Dordrecht en de jongeheer H. R. van Breemen (piano), van 's Hage. De koornummers bestonden uit: «La Bienfaisance" (pevaert); Weemoed" (Haus- sens); //Lentelied", //Serenade" en Wes- tewind" (Verhulst) en tot slot //Chant Maritime (Berleur). De zang onderscheidde zich bij deze gelegenheid in 't algemeen weder door juiste opvatting en onberispe lijke klankverhouding; nu eens bewonder den wij de krachtige heldere tenoren, dan weder trokken de bassen door bun diepen, weeken toon de aandacht. Zulke elementen komen den directeur, den heer W. Robert, in hooge mate ten goede; zijne tactvolle, zorgvuldige directie doet een geheel ge boren worden dat onweerstaanbaar bekoort. Geen wonder dan ook, dat de toehoorders blijkbaar onder den indruk van het ge zongene geraakten en een warm applaus hunne innerlijke gevoelens vertolkte. In z/La Bienfaisance" troffen ons de zachte overgangen der schoon e melodie, waarbij de vloeiende Frnnsche tekst zich uitmun tend aansloot. De uitspraak van het Fransch was echter helaas weder niet geheel onbe rispelijk; de s in //rasant" klonk als c in plaats van als z, hier en daar werd een neusklank verwaarloosd n.l. in de woor den //viens" en «seiu". De woorden «mé pris accablant8" leverden moeilijkheid in de uitspraak. De vier eerste regels van het laatste vers «Et l'homme seul courbé..." waren, in de uitspraak, niet vrij te plei ten van eenige ruwheid en, in den zang, van onvastheid. «Lentelied" en «Weste- wind" kouden het meest onze goedkeu ring verwerven; zij werden onberispelijk gezongen. Het slotkoor «Chaiit-Maritime" werd, ook wegens zijn eigeuaardigen inhoud, welke zeker elk zeemanshart zal hebben bekoord, dankbaar ontiangen. Met «Wee moed en «Serenade" behaalde de lieder tafel een onbeperkt succes. Met ingenomenheid maken wij gewag v in de solisten. De heer Kes gaf «Con cert voor viool", van Mendelssohn, «An dante en Rondo Capriccioso", van Saint Saëns. Reeds terstond viel ons de buiten gewone gemakkelijkheid op, waarmede ge noemde heer zijn instrument bespeelt, een bewijs van hoog ontwikkelde techniek, terwijl de gloed die in zijn spel door straalt, ons in hem den waren kunstenaar te aanschouwen geeft, die niet alleen ver tolkt maar ook gevoelt. De uiterst moei lijke begeleiding was weder aan de uit stekende handen van onzen genialen stad genoot den heer L. Schlegel toevertrouwd. Kan het anders dan dat er een geheel ontstond, dat de toehoorders één en al verrukking deed zijn? De solo-zang van mevr. Kes was niet onverdienstelijk. Vooral in de midden partijen was haar geluid fraai. Het scheen ons echter toe of dit alleen het geval was bij het begin van ieder couplet en of haar geluid dan in kracht afnam. Wellicht was zij niet goed gedisponeerd. Schitterende revanche nam zij echter met het extra nummer, dat zij ten beste gaf. Minder goed als de heer Kes ons als violist beviel, behaagde hij ons als ac- compagnateur. Bij sommige nummers overstemde de piano den zang. Waarom hield de pianist hier geen rekening met zijn taak N i e t de piano, de zang was hier toch hoold- zaak. De door mevr. Kes gezongen num mers waren «Scène uit die Kreuz- fa h r e r (Gade), «Mit Rosen und Mvrthen" (Schumann), «Ich liebe dich" (Kes) en «Fr'ihlingslied" (Becker). Wat den piano-solist betreft, deze deed ons een bizouder genot smaken. De «jon geheer" van Breemen, welke bij deze ge legenheid optrad, was ons tot dusver on bekend, maar na deze kennismaking staat hij voor altijd in ons geheugen gegrift. Begeleid door zijne onderwijzeres, gaf hij Mendelssohn's concert (G. Mol), opus 85; «Auf Flügeln des Gesanges" (Mendels- sohn-Heller) en «Valse Brillante" (Mosz- kowsky), benevens een extra-nummer. Tech nisch is deze jeugdige pianist reeds vrij goed ontwikkeld en beantwoordt hij aan de eischeu, die men virtuosi van veel hoogereu leeftijd stellen mag. Zijn spel on derscheidt zich door rustige voordracht en geacheveerdheid. Erkende corypheeën in de muziek zullen ontegenzeggelijk op hoogen prijs stellen wat dit jonge meusch ten gehoore bracht, die stukken als de bovengenoemde met zulk eene vaardigheid weergaf en daarmede eene zoo zware taak vervulde. Eere ook aan de dame, die na afloop gearmd met hem de onophoude lijke toejuichingen kwam iuoogsten, op welke zij ongetwijfeld voor een groot ge deelte aanspraak mocht maken. Op zulk een leerling kan zij terecht trotsch zijn! „Zang en Vriendschap" heeft bij de vele, welke zij ons reeds schoük, een onver- getelijken avond te meer te voegen. Uit een dezer dagen geplaatst gebouwtje in het Frederikspark, dienende tot bergplaats der materi alen voor de Haarlemsche Cricket club „Rood en Wit", is, vermoede lijk in den afgeloopen nacht, door middel van braak ontvreemd een cricketbal en drie wickets. Arrondissements-I&echtfeaiik te haarlem, zitting van 12 April 1886. Een jeugdig dienstmeisje S. M. P. alhier, stond heden voor de rechtbank, wegens het ontrreemdeu van 4 gouden tientjes van hare meesteres. Het meisje had een loon van f100 en kon dus ge noegzaam in hare behoeften voorzien, maar het schijnt dat pronkzucht de oorzaak van haar vergrijp is geweest. Hare mees teres was overigens zeer over haar tevre den en de tranen van het meisje bewezen, dat zij haar misdrijf betreurde. De ambte naar van het O. M. requireerde hare ver oordeeling tot 4 maanden gevangeuisstrat en voegde er den wensch bij, dat deze straf haar van verdere afdwalingen zou terughouden. F^IÜIIir.EITQM. Naar het Engelsch, van Anna Katharina Green. 71 III. Feiten en vermoedens. Hoewel zijn gelaat, gelijk ik reeds vroeger gezegd heb, 11e mogelijke uitdrukking, zoowel aangename als onaan- 'ename miste, zijn geheele persoon, zijn bleeke, regel- hatige gelaatstrekken, zijn donker, met zorg gescheiden haar en eenvoudige knevel, brachten een soort van nega- fieven indruk teweeg, zoo was er nochtans bij deze ge legenheid een zekere zelfbeheerschiDg op te merken in zijn gedrag en houding, die grootendeels aanvulden, wat men 'e zijn voorkomen aan uitdrukking en beweeglijkheid miste. Niet dat ook dit in 't min3t opmerkelijk was; er was aan ■lezen geheelen persoon volstrekt niets meer opmerkelijks dan aan ieder voorbijganger in de drukke straten eener Iroote stad, tenzij men het waas van waardigheid en vast- eradenheid uitzonderde, dat op dit oogenblik als het ware Eet dezen man scheen één te zijn. Misschien zou zelfs dat étoon van waardigheid nog niets opmerkelijks hebben ge- wanneer het niet klaarblijkelijk een gewone eigen schap ware geweest van iemand, die in zijn jonge leven veel verdriet en weinig vreugde, veel beproeving en weinig genot had gekend. De rechter, op wien zijne verschijning geen bizonderen indruk scheen te maken, begon hem dadelijk onomwonden en zonder bijwegen te ondervragen. Uw naam? James Trueman Harwell. Uw beroep? Gedurende de laatete acht maanden vervulde ik de betrekking van geheim-secretaris bij den heer Leavenworth. Gij zijt immers de persoon, die den heer Leavenworth het laatst levend hebt gezien? Volstrekt niet, daar ik niet de man ben, die hem doodde. Dit antwoord, dat ons op onaangename wijze wekte uit de ernstige spanning, waarin wij allengs geraakt waren, vervulde ons plotseling met een gevoel van weerzin tegen den man, die bij het verhoor omtrent een zoo treurige zaak, zoo lichtvaardig een sarcastiechen toon kon aanslaan. Een afkeurend gemompel liet zich aan alle kanten hoo- ren en het was duidelijk, dat Harwell door dit eene antwoord al het vertrouwen had verloren, dat zijne persoonlijkheid en zijne manieren den aanwezigen aanvankelijk hadden in geboezemd. Hij scheen dit zelf te beseffen, ten minste hij hief het hoofd iets hooger, zonder overigens van houding te veranderen. Ik bedoel, zeide de rechter, blijkbaar ontstemd, dat de jonge man zulk een besluit had kunDen trekken uit zijne woorden, ik bedoel, dat gij de laatste moet zijn geweest, die hem gezien hebt voor zijne vermoording door een onbekend persoon. De secretaris vouwde langzaam de armen op de borst, en het was moeilijk uit te maken, of bij door de/.e beweging trachtte tijd te winnen voor een volgend antwoord, ofwel dat zij geheel onwillekeurig was. Mijnbeer, zeide bij eindelijk, op die vraag ben ik niet in staat u te antwoorden. Naar alle waarschijnlijk heid was ik werkelijk de laatste, die hem voor zijn ver moording zag, maar in een huis zoo groot als dit, kan men ook zelfs van een zoo eenvoudige zaak niet volkomen zeker zijn. Maar de ontevreden blikken rondom zich ziende, voegde hij er langzaam bij Mijn betrekking bracht mee, dat ik laat met hem samen was. Uw betrekking.... van secretaris bedoelt gij? Deze vraag werd met een diepe buiging beantwoord. Mijnheer Harwell, vervolgde de rechter, het ambt van geheimschrijver is in dit land een siet alledaag- sche betrekking; zoudt gij ons eenigszins nader willen in- iichten omtrent de plichten, welke gij in die hoedanigheid te vervullen hadt, of liever, waarvoor de heer Leavenworth uwe hulp noodig had, en op welke wijze gij hem van dienst waart? Met genoegen. De heer Leavenworth bezat, gelijk u misschien bekend zal zijn, een zeer groot vermogen. Daar hij in betrekking stond tot verscheidene genootschappen, vereenigingen enz. en bovendien bekend was ais iemand, die gaarne en veel goed deed, ontving hij eiken dag een

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1888 | | pagina 1