EXTRA-BBAD, NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD BERICHT. aargang. Donderdag 10 Mei 188». No. 1488. J. C. PEEBEB008I en J. B. AVIS. HAARLEM'S DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: Voor Haarlem, per 3 maanden/1.20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65. Afzonderlijke nummers- 0.03. l)il blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en leestdugeu. Horopü: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. rrleraoimnraraer Directeuren-Uitgevers J. C. FEEREBOOM en J. ADVERTEET1EN: van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 een Groote letters naar plaatsruimte. Bij groote opgaren aanzienlijk rabat. A houiiementen cb Ativertentiëii worden aangenomen door onze aeenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantiers. AVIS. Houfdag ent en voer het Compagnie Génerale de Puilicite Etrmngére G. L. DJUBE éjf Co., JOH. F. JONES, Snor., Peuriji, Slèit Fauèotrrg Mtmf-martre. Ten einde onsen Geabon- neerdeti het verslag van de sitting van den Gemeenteraad van 9 Mei spoedig te kunnen aanbieden, hebben wij het af zonderlijk, uitgegevendaar het door den feestdag anders eerst Vrijdagavond in hun bezit gekomen sou sijn. De Directeuren- Uitgevers GEMEENTERAAD. un Woensdag 9 Mei 1888, (les namiddags te één uur. Afwezig de heer Cnoop Koopmans, met bericht. De notulen <ler vi.rige zitting worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede, dat het voorstel tot verhuring van gronden iu han den [is gesteld van B. en W. Het voorstel van B. en W. over den 3taat van onvoorziene uitgaveu en af- en overschrijving over 1888, is gesteld in handen van de commissie van financiën. Rekening van het burgerlijk armbestuur en de 2e suppletoire begrooting van het Gasthuis zijn in handen gesteld van de comm. v. fin,; dat liet rekest van R. van Riemsdijk tot wederinhuring van grond in handen is gesteld van B. en VJ dat een idem van M. Dirken tot aan koop van grond aan de Poellaau, is ge steld in handen van B. en W.; dat het verslag van de gemeente over 1887 ter perse is; dat van mr. A. J. Enschedé is ontvan gen ten geschenke eeuige portretten en verdere stukken, gelegateerd door mej. van der Burgh. Den schenker is dank betuigd. Op 26 April heeft plaats gehad de uit loting van 3S nandeelen iu de geld leaning der gemeente. Ontslag is gegeven aan D. Daniels, agent vau politie. Ontvangen is een brief van den heer Hekker, die verklaart af te zien van hu ring van grond aan het Kemiemerplein. Mededeeling van den stads-architeet betrekkelijk de opruiming vau de pomp aan de Gedempte Oudegracht. Deze is op geruimd en vervolgens de welput dicht gemetseld voor f 15. De put is gelegen rnidden onder de rij-traat.. Wordt voor kennisgeving aangenomen. Na vaststelling der agenda is nog ont-1 vaneen een aèhrüven vau den heer G. du Celliée Muller, dat hij wegens vertrek naar Arnhem, niet langer lid kan zijn van de commissie voor de dans-, scherm- en muziekschool. Onder dankbetuiging voor bewezen dien sten wordt adressant eervol ontslag ver leend. Missive van de comm. van toezicht op het stedelijk museum, ter kennis breugende dat dit voor f 130 eigenaar is geworden van een schilderij van J. M. Molenaar, waarvoor ook de f500 besteed zijn, die door de gemeente bij het 25-jarig jubilé van het museum gegeven is. Van van Ooy, keurmeester, een proces verbaal, dat hij zich op 28 April j.l. heeft begeven naar de paarden slachterij van A. Schornagel en heeft afgekeurd een geslacht paard, dat niet voor consumptie geschikt was. Daar het verzoek om keuring inge komen is na de mededeeling van een po litieagent, is tegen bedoelden slager proces verbaal opgemaakt. Missive van den opzichter Holterman behelzende ziju bevinding omtrent den toestand van het gas d.d. 30 April. Ter behandeling in een volgende ver gadering. Punt 1 der agendMissives van Ged. Staten houdende goedkeuring van het raadsbesluit waarbij grond wordt verhuurd aan Peltenburg, Silvester, J. M. van den Berg, Sluitcrmau van Loo, H. Scholten en dtmes Mickenhageu. Worden voor kennisgeving aangenomen. Betrekkelijk de dading met Jb. Graaff over de gebouwtjes in den tuin van mevr. Muiier. Verhu^g van grond aan D. Vel en aan de ^mwegmaatsehappy. Een tAD 'nder wordt voor kennisgeving aangekomen. Thans komt aan de orde punt 2 der agenda Voordracht B. en W. ontwerp overeen komst Duinwater-Maatschappij. Enschedé. Ik beu niet in de vorige vergadering geweest en daaraan is het te wijten, dat ik niet op de hoogte ben van wat er meegedeeld is. Ik wenech niet lang te spreken, maar heb enkele mededaelin- gen te doen en inlichtingen te vragen. Dit wei)6chte ik wel gaarne in geheime zitting te doen. B ij v o e t. Ik ondersteun dit voorstel. Voorzitter. Ik vrees dat wij niet verder zullen komen, als de zaak niet pu bliek behandeld wordt. De K. n n t e r. Ik bon liet volkomen eens mot wat u gezegd hebt. Ik wenaeh ook openbare behandeling. l)«t neemt niet weg dat, als een lid weuscht vragen te doen en inlichtingen te geven, ik huiverig zou ziju dat te weigeren. Met liet oog daarop wil ik het voorstel wel ondersteunen. Mijn bepaalde bedoeling echter is dat men zich bepule tot die me- ded wel in gen in de geheime zitting en ver der de zaak iu openbare zitting beliuii- <!ele. Hierop werd ongeveer 3 kwartier met gesloten deuren beraadslaagd. Na heropening oer zitting leidt de Voorz. do bespreking over de algemeen® strekking van het voorstel in. M a c a r Toen de zaak onder anderen vorm in de geheime vergadering aan de orde kwam, heb ik oppositie gevoerd om dat het mij voorkwam, dat, 't geen ons voorgelegd werd onvolledig was met het oog op de mogelijkheid, die de maat schappij had laten doorstralen in haar schrijven van 17 Oct. '87, dat zij een afzonderlijke prise d'eau zou maken onafhankelijk van die van Amsterdam. Ik achtte het noodig dat wij kregen een uitgewerkt contract, waarin ook ver meld was van welke kwaliteit het water moet ziju, welke druk en welke aanvoer er moet wezen. Nu is deze wensch ver vuld en hebben wij hier eene volledige concept-overeenkomst, wuariii de genoemde leemten aangevuld zijn. Ik maak mij tot plicht mijn dank te brengen aan B. en YY. voor de moeite die '/.ij gedaan hebben. Ik west dut er geantwoord is, dut veel wwt iu de concessie staat ook voorkomt het in schrijven van October 1885 van de Maatschappij. Ik heb er toen op ge wezen dat dit avant-projet geheel opzijde is geschoven. Van meer belang is het te wetenhoe staan wij op dit oogeublik tegenover de zaak, die ons thans is voor gelegd. In de geheime vergadering zijn B. en W. uitgeuoodigd alle voorstellen aanhangig te maken, die hun geraden konden voorkomen. Is nu dat concept besluit aau de orde of is het eeu andere overeenkomst en is het advies vau B. en YV., dat wij die concept-overeenkomst zul len goedkeuren? Dan ook heb ik er nog een en ander op aan te merken. In de eerste plaats wensch ik 2 inlichtingen te ontvangenIs hel concept dat voor ons ligt, nu in dien tusschentijd meegedeeld aan de Maatschappij en heeft deze zich uitgelaten dat zij daarmede kon meegaan heeft zij zich daaromtrent doen hooren of staat zij er geheel buiten Is ook ge hoord uit een hygiënisch oogpunt diege nen, die gehoord moeten worden De woor den over de vereischten waaraan het water moet voldoen, zijn overgenomen uit de overeenkomst van de maatschappij met Amsterdam. Van bevoegde zijde is mij ge zegd dat die bepalingen beter geformuleerd kunnen worden. Ligt het nu niet op onzen weg om in te roepen liet advies van genees kundige autoriteiten? Het kan niet veel tijd kosten om ann den inspecteur van het geneeskundig staatstoezicht advies te vra gen. Het 3e punt is de rrang of er genoeg gewaakt is voer de belangen der indus trie? In Arasterdam is men tot de erva ring gekomen, dat de duinwuterleidiLg niet genoeg water oplevert voor de industrie en heeft de maatschappij bij de sluitiug van het contract de verplichting opgelegd, een tweede waterleiding ten behoeve der industrie te maken. I)at biedt twee voordeelen aan: men kan er ruimer over beschikken en het is gued- kooper dun duinwater. Daar onze indus trie met Amsterdam moet coucurreereu is (lit vau groot belang. Wij zouden dus, als bleek dat bet voor de industrie nood zakelijk was, ons de handen gebonden hebben om huar te helpen. Als men denkt nan de vele toepassingen, die het water als hydraulische kracht tegenwoordig viudt,rijst de vraag of wij goed doen de industrie aldus aan ba»den te leggen. Verder wordt ons de beschikking ge geven over 7000 M\ hetgeen niet eens zooveel is als Amsterdam voor I dag vor- :lert, 7000 M' acht ik zeer weinig, als ik iny niet bedrieg komt die hoeveelheid neer op twee gewone sproeiwagens per dag. l)at is bitter weinig. Ik weet wel dat sproeien Ileeu des zomers noodig is, maar men vergete niet, dat wij bet water ook voor an dere doeleinden noodig kunnen hebben, liet contract zal 50 jaar binden en ik kan mij denken dat er een tijd kan ko men, waarin waterkracht zal worden toe gepast op andere dingen, waar wij thans nog niet aan denken. Ik meen dat liet voor de gemeeute noodza kelijk is eene bepaling te maken dat, als er meer beaoodigd is dan dan 7000 M3 dit tegen ze*,r verlaagd tarief zal worden ge leverd. In het algemeen kan ik niet nala ten te betreuren, dat de tijd om zich te wapenen tegen de maatschappij niet beter benuttigd is. Als reeds iu 1885 een on derzoek was ingesteld, haddon wij thans kunnen weten wat wij duen konden en een parallel trekken, tusscheu eigen exploi tatie en een overeenkomst met anderen. Bij eigen exploitatie waren wij hier heer eu meester eu haddeu de winst zelf ge noten. Nu wij zoover gekomen zijn, geef ik toe dat het noodig is spoedig te be slissen, daar de ingezeteueu dit noodig hebben. Ik giloof verder dat het overweging verdient de vraag te doen, of de gemeente niet goed zal doen zich te laten voorlich ten door bekwame deskundigen, zooals bij alle technische zaken gebeurt; deze kunnen geven waarschuwingen, weukeu en inlich tingen, die ons voor groot nadeel kuuneu bewaren. We hebben vau deskundigen alleen de tegenpartij. Ik weet wel dat we de overeenkomst over 5 jaar kunueu op zeggen, maar daar ziju groote bezwaren aau verbonden. Voorzitter. Bij het primitieve voorstel is dadelijk gezegd door B. eu W. dat zij niet verder durfden gaan zonder de opinio van den Raad te kennen. Op de hoofdbeginselen kwam het aan. De maatschappij had zich niet geheel kunnen vereenigen met B. en W. zij had twee bezwaren, ul. dejaarlijk- sche bijdrage vau f10,000 en 1 25,000, als de maatschappij alleen de pijpen voor Amsterdam iu den gemeentegrond zoude hebben. Wij hebben toen gemeend dat wij niet verder konden onderhandelen en daar om de voordracht zoo ingericht, dat de Raad amendementen kon inbrengen. De Raad heeft in openbare vergadering be sloten het voorstel niet in behandeling te nemen, inaar het terug te zendeu aan B. en W. met verzoek eeu ontwerp aan te bieden. Daaraan is voldaan. De Duin water-Maatschappij is hierop niet gehoord. De Raad staat als openbaar lichaam te hoog om te loven en te bieden. Hij moet zeggen wat hij eischtkan de maatschappij daaraan niet voldoen, dan is de zaak uit. Medische autoriteiten ziju niet gehoord. Mij dunkt: stellen de heeren eenig ver trouwen in het gemeentebestuur van Am sterdam, dat zorgeu moet voor zijue inge zetenen en het contract met zorg heeft ontworpen? Ik heb wei zooveel vertrouwen in dien Raad. Wij kunnen ons wel helpen, Amsterdam kon dut niet, en ik zou ineeueu dat het overbodig is verder medische autori teiten te hooren. De heer M a c a r merkt verder op, dat er niet gezorgd is voor industrieele ondernemingen. Men zou gaarue in Am sterdam ook met duinwater tevreden zyn, als het iu genoegzame hoeveelheid voor handen was. Daar komt bij dat er en kele industrieele» zijn, die geea duin water willen. We hebben het recht ten allen tijde op zegging van het coutract te doen en art. 41 behoeft ons niet te belette* om te maken eeu afzonderlijke waterleiding voor dergelijke doeleinden voor industrie. U zegt, de gemeeute heeft te weinig water met 7000 M', de ondervinding leert eebter dat het veel te veel en het ge bruik, in de verte zoo groot niet is. Wij hebben gemeend, geen overdreven eischen te moeten stellen en zijn er op bedacht geweest, dat de gemeente zich kan uitbrei den, voor elke vermeerdering van bevol king is daarom grooter kwantiteit gevraagd; als u echter meent dut het te weinig is, kan u voorst-ellen het cijfer te verhoogent Daar komt bij, dat die 7000 M" ook nie voor 50 jaar binden. Wij kunnen he. heele contract opzeggen en als het contract voordeelig is, zal de maatschappij wei zor gen, dat eene opzeggiug niet plaats heeft. U lietreurt verder dat de tijd niet be nuttigd is, dat het dagelijks bestuur zou geslapen hebben. Dit komt terug op den Raad. B. en W. ziju dadelijk aan het werk gegaan en hebben met eeu ingenieur con ferenties gehad. Dit is meegedeeld aan den Raad, en tevens dat men vau de maatschap pij ook voorstelleu had te verwaehten. Toen heeft men afgewacht wat de maatschappij zou gelieven aan te bieden. Zoo is de zaak blijven zitten, niet door B. eu W. Nu is het zoover gekomen, dat belangrijke voor- deelen zijn verkregen, o. a. dat ieder bur ger die cr behoefte aan heeft, water kan krijgen. De opdracht van den raad is behoorlijk eu volledig uitgevoerd. Nu stelt u voor nog deskuudigeu over de zaak te hooren. Eeu waterbouwkundige, een waterleiding- kundige? Wanneer zoo iemand daar veel belang bij had zou hij de zaak doen af springen eu is liet bestuur van Amsterdam dan niet waakzaam en flink? Daar heeft men zich doen voorlichten door deskundigen. Arasterdam had zichzelf wel kuuuen redden, en had opmetingen eu onderzoekingen gedaan in de duinen van (Jastricum. Wanneer Amsterdam nu deze voorwaar den durft aannemen op de wijze als bekend is het dan niet een kinderachtige vrees om weer deskuudigeu te beuoemeu? Meneer Macaré zegt dat we zoo gauw het coutract niet zullen opzeggen. Dat ben ik niet met hem eens. Als een van do bezwaren van den heer Macaré gegrond blijkt te zijn kan men altijd nog een onderzoek doen instellen door een ingenieur en proeven laten nemen. Ik geloof dat men niet moet zeggen, dat we er voor 50 jaar aan vast zitten. Macaré. Ik wensch den Voorzitter dank te zeggen voor zijne beantwoording. Op enkele punten is mij licht verschaft, maar ni6t geheel. Ik heb mijn woorden gewikt en gewogen en ben er mij zeker van bewust, dat ik de woorden, die u mij in den mond hebt gelegd, niet gebe zigd heb. Dat het collegie van B. en W. heeft geslapen, heb ik niet gezegd. Ik heb gezegd, dat ik het betreurde, dat wij niet stonden in de gelukkige positie van Am sterdam. Amsterdam had laten opmeteu in Castricum en was dus gewapend. Ik betreur het dat Haarlem uiet in deze po sitie is om met juistheid te kunnen zeg gen, wat voordeeliger is, eigen exploitatie of een nieuw contract. Wij weten niet wat eigen exploitatie meebrengt. U heeft ge zegd, dat het geineeutebesluur *au Amster dam toch knappe mannen zijn, die niet over een nacht ijs gaan. Daar is veel van waar, maar ik meen ook, dat het daar ook wel eens voorgekomen is, dut tot een con tract besloten is, waarover men naderhand berouw had. Het gemeentebestuur van Amsterdam kan evenmin als wij het vol maakte bereiken. De eischen die Amsterdam stelde ten opzichte van het water, dagteekeuen van 6 jaar her. Wij ziju nu 6 jaar verder. Moeten wij op dit standpunt blijven staan of verder gaau? Er is een algompono uit- noodiging geweest aan de gemeentebestu ren, om bij zulke zaken den inspecteur van het geueeskuudig staatstoezicht te hooren. Waarom zullen wij een contract sluiten zonder die voorlichting in te roepen? als de inspecteur zegt: die voorwaarden zijn uit muntend, dan heb ik er vrede mee, als hij er nunmerkitig op maakt, kunnen we daarvan profiteere». Waarom zullen we dat niet doen? Ik zal derhalve straks het voorstel doen, het advies van den inspec teur in te roepen. U hebt er op gewezen dat het gevaar lijk kan zijn, eeu advies in te roepen van iemand die belanghebbende Was. Er zijn vele waterleidingen hier, waarbij vele ingenieurs, die er niet aan zouden denken hier een waterleiding te willen tnakeu. Laat ons zoo iemand nemen, daar toch geen onzer specialiteit op dit gebied is. U beeft gezegd dat er geen bezwaar zou zijn,nóg een waterleiding iu het leven te roe pen. Ik geloof dat dit duidelijker moet wordeu geformuleerd dan nu gedaan is. Dun zouden wij echter op ontelbare moei lijkheden stuiten. Men zou water dat uit sluitend voor de industrie bestemd was, toch willen drinken en zoodoende in con currentie komen met de maatschappij. li u e t. Het punt vau behandeling dat thans ter sprake gebracht is, betreft een zaak van overwegend belang. Het komt zelden voor dat de Raad iu zulk een zaak heeft te beslissen. Heeft do zaak uit zich zelf zoodanig karakter dat zij behoort tot ile zaken die men kan houden in eigen beheer, of moet men dat overlaten aan anderen? Genoegzaam ingelicht ziju wij hieromtrent niet, als men nagaat wat het eigenaardig karakter is van onderwerpen als we nu moeten behaudelen, dan komt het mij vuor dat iedere zaak, waarbij ieder- eeu zooveel belang heeft (ook de opeubare dienst) moet blijven in handen van het ge meentebestuur zelf,indien niet duidelijk aan- irewezen is dat zij erengoed aan anderen kan worden toevertrouwd. Indien het bleek dat de leveriug van li t drinkwater in de gemeente, zonder bezwaar aan vreemden toevertrouwd kon worden, zou ik mee gaan met het voorstel van B. en W. Dat is echter niet gebleken. Ook heb ik voor mij tal van bezwaren tegen de voordracht. Bij het sluiten vau zulke overeenkomsten staat eeu lichaam als de Raad van Haar lem niet op een sterk standpunt. Zij is der zake niet zoo kundig als de tegen partij. YVij hebben ondervinding opgedaan. 12 jaar geleden is er een contract gesloten met een buitenlaudsche gas-maatschnppij. Ik geloof gerust te mogen - eggen dat, als wij die zaak konden overdoen,wij ook gaarne een anderen weg zouden inslaan. Vau alle geldelijke voordeelen doet men afstand, als men de exploitatie aan audereu toevertrouwt. Ik vind het een bezwaar dat men toch de voordeelen daar van wil plukken dat zijn onnatuurlijke voordeelen. Als men zelf ondernemer is, is het billijk de winst te genieten. Hier exploiteert men niet eu wil zich toch voordeelen verzekereu. Men wil ook wa ter kosteloos hebben, niet voor ieder maar voor de gemeente. De gemeente wil uok dat de maatschappij haar tien percent van de bruto ontvangsten zal uitkeeren. Dat klinkt schoon en kan een vrij bctee- kenend bedrag vertegenwoordigen. Hoe komt meu echter aan die gelden ?Die moet de maatschappij heffen van de waterverbrui kers, van de burgerij. Ik kan hier niets anders iu zien dan een accijns op een der yooruaamste levensmiddelen. Een ander bezwaar is dit: Men wil I hier eeu contract sluiten met een maat

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1888 | | pagina 5