It I N i\ li N I A I).
GEim NIEUWS»
Predikbeurten der lied. Hem. Herken
doch op vela plaatsen ondiep. De
Javanen kozen zich een plek uit
om te gaan baden en ik liep met
Sidin vooruit, terwijl ik mijn oogen
goed den kost gaf. Alzoo zachtkens
voortwandelende, zagen wij eens
klaps een aantal pisangtrossen afdrij
ven, die ik gaarne wilde opvisschen,
daar ze er te schoon en te aanlok
kelijk uitzagen om ze verloren te
laten gaan. Ik liep naar den oever
met een langen bamboezen stok.
Een dikke boomstam die aan den
wal lag, gaf mij een schoone ge
legenheid om er op te staan en
juist zou ik dien van den waterkant
stooten, t:en Sidin onder een AllahI
Allah I op mij toeliep en mij ver
zocht geen vin te verroeren. Ik be
greep niets van deze vreemde his
torie en mijn verbazing steeg ten
top, toen de Javaan fluks in een aan
den oever staanden boom klom,
mij een touw toewierp eu mij toe
riep: «Klim langs dit touw op,
Mijnheer!»
«Waarom» riep ik verbaasd.
«Dat zal ik u later zeggen», her
nam de Javaan.
Ik greep ijlings het touw en klau
terde als een kat daarlangs naar
boven.
In den boom gezeten verzocht
Sidin mij naar den boomstam te zien
waarop ik zooeven had gestaan, en
tot mijn ontzetting zag ik de kop
van een reueachtigen krokodil, die
mij aangrijnsde, uit het water ste
ken. De rug van het ondier had
zoo'n treffende overeenkomst met
een lang in het water gelegen boom
stam, dat ik, zonder te vermoeden
in welk gevaar ik mij begaf, er op
was gaan staan. De waakzaamheid
van den Javaan had mij gered. Na
dit gevaarlijk avontuur liepen wij
voort, toen Sidin eensklaps onder
den uitroep van «Darah!» l4) naar
een streep bloed den wijsvinger
richtte en hoe meer wij er naar
zagen, hoe grooter de hoeveelheid
van dat roode vocht ons toescheen.
«Anèh sekali toewan»! ll) riep
Sidin uit.
Het was ook vreemd, naar alle
waarschijnlijkheid werd ergens in
de diepte der wateren een bloedigen
strijd gestreden. Tot mijne verba
zing groeide de bloedstreep aanmer
kelijk aan en een kwartier nadat de
eerste bloedsporen zich hadden ver
toond, was het water van den Tang-
goelangin tot op eene aanmerke
lijke lengte rood gekleurd. Nadat
Sidin de mannen bij elkaar had
geroepen gingen wij do rivier steeds
op, alle geraas zorgvuldig vermij
dende. Zoo hadden wij ongeveer eeu
kwartier doorgeloopen, toen aanhou
dende schrille kreten, gepaard met
brullen ons verrasten. Door ten top
gestegen nieuwsgierigheid voortge
dreven, spoedden wij ons iu allerijl
naar de plaats des onheils en daar
zagen wij den Maja van den Ara
bier in een bardnekkigen worstel
strijd met een vervaarlijken kroko
dil gewikkeld, die den rechterach-
terpoot van den aap tusschen zijn
vreeselijke kaken had geklemd.
Herhaaldelijk zag ik den boewaja
rukken doen om zijn slachtoffer in
het rijk der wateren weg te slepen
doch de Maja bood dapper weer
stand, terwijl hij met zijn gespierde
armen den muil van het dier
trachtten open te trekken. Dit
alles onder eeu ontzettend ge
brul! Hevig bloedde de wond en
elk oogenblik dachten wij, dat de
aap door het aanhoudend geweldig
bloedverlies zou neerzakken. Hij was
op het toppunt zijner woede, het
schuim spatte in dichte vlokken uit
ziju kolossalen muil. Eiudelijkscheeu
hij eeu middel gevonden te hebben
om zijn vijand te vernietigen. Met
de duimen der handen stak hij de
oogen zijner tegenpartij uit, die, door
de vreeselijke pijn gekweld,zijn prooi
los liet en zich spoedig trachtte te
verbergen. Doch nu kwam de beurt
aan de Maja, die zich niet vrij ge
voelde of met onwederstaaubare
kracht den krokodil bij de kaken
vatte en hem op het drooge sleepte.
Het water werd nu op een hevige
wijze gegeeseld door den staart van
den krokodil, die aan de trekkende
kracht weerstand trachtte te bieden,
doch te vergeefs! De Maja kromde
den breeden rug en sleepte den vij
and al meer en meer op het zand.
Nu liet hij hem eensklaps los, doch
snel als de bliksem wierp de Maja zich
op den rug van het ondier, pakte de
beide kaken stevig beet, richtte zich
op en onder een ontzettend gekraak
scheurde hij den muil van den kro
kodil geheel open. Nimmer had ik
zulk een krachtsontwikkeling ge
zien.
Na den bloedigen kamp giug onze
Maja kalm op een boomstam zitten,
terwijl hij met een zeker welgeval
len naar zijn verslagen vijand zag,
die nog eenige stuiptrekkingen deed.
Nu kwam de grootste moeilijk
heid om den Maja te vangen, doch
te midden van den strijd was een
van de JavaDen in den boom ge
klommen, waaronder de Maja zich
bevond. In geduldige afwachting
dat de aap tot rust zou komen, hield
hij een Btrik gereed, die, toen het
beest ging zitten, om zijn kop vloog.
Ternauwernood had het dier het
touw gevoeld, oi hij maakte zich
gereed om het door te bijten. Op
dit oogenblik echoten Sidin en de
overige vijl Javanen te hulp, die
den aap zoodanig strikken om den
kop en de pooten wierpen, dat het
dier door ziju worsteling meer eo
meer in 't nauw kwam en eindelijk
als een klomp ter na-de viel. Hij
was gevangen. Het behoeft met ge
zegd te wordeü, dat wij op onzen
terugtocht veel bekijks hadden en
dat de Arabier flink in de beurs
tastte, toen de verloren Maja was
teruggekeerd. Tjampaka.
HaarlemMei '88.
Omtrent den brand in het
registratiekantoor te Medemblik
wordt nader gemeld, dat dit gebouw
ondanks de krachtige hulp van de
brandweer geheel verbrand is en
een deel van bet aangrenzende hee
renhuis. Meest alle boeken en stuk
ken in het kantoor ziju verloren
gegaan of geheel beschadigd. De
oorzaak van het onheil is onbekend.
Te 's-Hage is den 9en
Mei in de brievenbus van het post
kantoor een doosje geworpen, hoog
en breed 2 centimeter en lang 3
centimeter, de zijden blauw met
gouden randjes en beplakt met
plaatjes, van binnen een kussentje
van paarsch fluweel. Iu dit doosje
bevindt zich een daarinsluitende
gouden ring met diamant, ter waarde
van ongeveer f50. Om het doosje
is een brief gewikkeld en het ge
heel in lichtbruin papier, dichtge-
lakt; buitenop staat bet adres: aan
mej. H. van Reyn, ten huize vau
mej. Looijenga te Beverwijk. Het
voorwerp is niet aan zijn adres be
zorgd. De commissaris van politie
der le afd. te 's-Hage verzoekt op
sporing, inbeslagneming eu bericht.
Op een Drentsch boereu-
dorp was dezer dagen een nieuwe
organist bij de hervormde gemeente
in dienst getreden. Den eersten Zon
dagmorgen dat hij het orgel be
speelde, gaf hij na afloop van den
dienst nog eenige stukjes toe. Daar
de vorige organist dat echter nooit
gewoon was te doen, meenden de
toehoorders, die zeker een kerkorgel
voor een draaiorgel van groot kali
ber aanzagen, dat het daarboven
niet pluis was; ja, men fluisterde
elkahr toe: dat de kerrel denhurgel
nait tot bedaoren kriegen kon. Ge
heimzinnig slopen de boereu de kerk
uit en bleven buiten het kerkge
bouw met wijdgeopende oogen, alsof
er eene ontploffing of iets dergelijks
komen moest, aangapen. Eindelijk
meenden eenige der stoutsten de
handen uit de mouwen te moeten
steken en besloten in de eerste
plaats den on bekwamen hurgerspeul-
der in zijne schuilplaats op te zoe
ken en volgens Drentsche spreek
wijze wat op het jak te geven. Met
dit strijdlustig plan togen dan
eenige zeer snuggere jongens naar
boven. Gelukkig kwam hier de do-
miné, die inmiddels van deze scèüe
onderricht werd, den armen orgel
man ontzetten.
In de buurtschap Koot
wijkerbroek (gem. Barneveld) ziju
Woensdagmiddag drie boerderijen
tot den grond toe afgebrand. Door
den tellen wind viel aan geen blus-
nchen te denken. Een der bewoners
werd zwaar gewond.
Het vonnis van dokter
Burke te Leeds, tot de galg ver
oordeeld wegens moord, op zijne
eigen dochter gepleegd, is veranderd
in levenslangen dwangarbeid. Het
zijn voornamelijk zijn collega's uit
Manchester, Oldham eu Cambridge,
aan wie hij ziju benadiging te dan
sen heeft, want door hen was bij
den minister door middel van eeu
monster - verzoekschrift op gratie
aangedrongen.
Het badseizoen zalWies-
baden weder geen windeieren leg
gen. Ruim 2500 vreemdelingen zijn
er reeds en er zijn nog veie aan
vragen om kamers van hen, die later
komen. De tegenwoordigheid van
eenige vorstelijke personen als de
koningin en de kroonprins van Ser
vië, de koning van Griekenland en
die vau Denemarken, draagt tot dit
drukke bezoek in het begin van het
seizoen zeker veel bij.
Te Pantin bij Par ij shad
een ontploffing plaats in een fabriek
van vuurwerk. Men telt 11 dooden
en 22 gewonden.
Een moeielijke rechts
kwestie zal eerstdaags voor de recht
bank te Livorno worden aanhangig
gemaakt. Eenige jaren geleden wilde
iemand eene groote partij koralen
en paarlen in de bank van leening
beleenen. De beëedigde makelaar
taxeerde de partij op 350,000 lire
en op dat advies gaf de bank er
200,000 lire op.
Thans is gebleken dat koralen
en paarlen valsch waren en dat de
makeiaar omgekocht was. Deze en
de beleener ziju in hechtenis ge-
nomeD, maar beiden houden hun on
schuld staande en beweren dat de
kostbaarheden in de bank zeil ver
wisseld moeten zijn tegen valsche.
Het zal der [rechtbank ongetwij
feld moeilijk vallen, de waarheid
uit te vorschen.
Het feestprogramma voor
het 800-jarig bestaan van de Uni
versiteit te Bologna, van 10 tot 14
Juni, is vastgesteld. Het hoofdnum
mer zal een optocht zijn, waaraan
ook de professoren en studenten van
de vreemde hoogescholen, in ambts
gewaad of met de gebruikelijke
onderscheidingsteekenen,zullen deel
nemen. De roode toga's van de Sor-
bonne, de gele van Sidney, de groene
van Philadelphia zullen niet ont
breken. Intusschen weigeren de stu
denten nog, op grond van de jong
ste standjes, tot het feest mee te
werken.
Zeven gevangenen te
Durango tMexico) werden bij een
poging tot ontkomen gedood.
VARIA.
Geleerde verstrooidheid. Professor
A. wordt een zoon geboren. De
meid stormt de studeerkamer in en
roept
Mijnheer, 't is een jongen 1"
Daar, geef hem een cent!was,
in verstrooiing, het antwoord.
Een schrijver klaagde een zijner
vrienden, dat hij sinds dagen op een
titel dacht voor zijn pas voltooid
boek. „O", dat is zeer eenvoudig,
zeide deze, „komt er in de geschie
denis eeu trommel voor
„Neen," „Ook geen trompet?"
Ook niet." „Wel, danzijtgij
klaar, noem hetZonder trommel
of trompet.
Mevrouw. Hoe komt het toch,
Grietje, dat je altijd vergeet wat ik
je zeg? Het is zoo onaangenaam,
voortdurend te moeten knorren!
Dienstmeisje (vergeetachtig maar
gewillig). O, mevrouw, dat is niets.
In mijn vorigen dienst kwam me
vrouw in de keuken, stampte met
haar voeten en gooide mij alles
naar het hoofd!
Jufrouw Blaumbloed (veront
waardigd), Kellner, je hebt den duim
in mijn soep gestoken.
Kellner (geruststellend). O, dat
hindert niet, juffrouw, de soep is
niet zoo warm.
Bedelaar. Zoudt gij een blind man
niet een aalmoes willen geven?
Voorbijganger. Gij zijt niet blind
Bedelaar. Wat meent gij daar
mede?
Voorbijganger. Dat je evengoed
kunt zien als ik.
Bedelaar. O, meneer, niemand is
zoo blind, als hij die niet zien wil.
Amsterdam., 26 Mei
De prjjsen der Aardappelen waren als volgt:
Blauwe f 2,20 a 2,30, dito Kralen f 0.
4 0,Zeenw8che Flakkeeache f 0,a 0,do.
öianwe f 2,40 a 2,50, do Poters f 0,40 a 0,70, Prni-
jisehe Hamburger f 3,a 8,20, id. Zaaiers f 0,
4 0,Geld. Thomassen f 0,a 0,Fiïe
«chc Franoker Jammen fl,40 a 1,60, do. En-
^elacha f 1,a 1,30, dito Dokkumer Jammen
1,60 a 1,90, Zeeuwsche SpuiBche Jammen f 1,30
4 2.50, IJpolder Jammen f 0,a 0,dito
Blauwe fO,a 0,allen per Hl., nieuwe Malta
7 a 11 ct. per Kg.
Aangevoerd 0 versche ladingen. Handel fiauw.
"suiker: Biet vast, tieraliineerd onveranderd.
Petroleum. Loco f8,40 E., Sept./Doc. f8,45
E. consumtie f9,75. Nobel dito loco f7,10 E.,
Sept./Dec. f 7.50 tCons, f 8,Ca9pische f 7,15.
l'arwe op levering lager, Nov. f206.
Nateoring van de Commissie voor dm Graan-
amlol. Kogge op levering Mei vast. Oct. traag
Oct. f109, 110, loopende maand voor 1 uur
f105, 106, 107, 106, na 1 uur f106,107, 106.
Aangezegd beden 100 last, totaal in deze
maand 4400 last.
Noteering van Mense Thole. Koolzaad op
800 Kg. Ob'e flauw. Oct. f 275.
Lynzaad onveranderd.
Raapolie flauw, vliegend per 100 Kg. f 25
lo. Mei f 26, lo. Sept./Dec. f251/, 25.
Lijnolie traag; vliegend per 100 Kg. f211/a,
217o lo. Juni f21'/8, 211/,, 21 !/s- lo. Juni/
Aug. f211/.-, 21 s/e> lo. Sept./Dec. f2V/it lo.
Jan/Mei f 216/s-
Raapkoeken f75 a 80 per 1040 stuks.
Lijnkoeken f 7,50 a 11,per 104 stuks.
Hoorn, 24 Mei. Kaas: Ter waag gewogen 395
stapels, wegende 113,182 kilo. Hoogste prijs:
kleine Gras f 32,Hooi id. f 0,Commissie
id. 27,50, middelbare f26,50.
Leiden, 25 Mei. De aanvoer en prijzen ter
Veemarkt van beden waren als volgt18 Stieren
f46 a 200, 70 vette Ossen en Koeien f116 a
260 of f 0,56 a 0,68 per Kg., 260 Vare id. f 85
b 196, 30 Graskalveren f13 a 41, 80 vette id.
f24 a 70 of f0,65 a 0,85 per Kg., 120 nuchtere
id. f 3,25 a 12,470 vette Schapen f 17 a 32,
of f 0,50 a 0,55 per Kg., 1288 weide do. 11,
a 23,10060 Lammeren f 4,25 a 18,170
magere Varkens f 13 a 30, 358 Biggen f4,a
9,6 Paarden f 22 a 70, 311 Kalf- en
Melkkoeien f 100 a 252.
Leiden, 25 Mei. Aangevoerd 40 partijen.
Gouds ihe Kaas f18,- a 24,Derby a
Leidsche, de 150 kilo fa Edammer Kaas
2e kwab f 0,a 0,
Schiedam, 26 Mei Moutwyn f 7.50, Jenever
flS,Amst. Pfoef f 14.25 Spocling-Benrt
1,dito Commissie fl,
Zwolle, 25 Mei. Boter, Prima Gras f 22,50
a 24,afwijkende f20,a 21,2e soort
f 17,— a 18,50.
TE HAARLEM.
Op Zondag 27 Mei 1888.
Qroote Kerk.
Vroegpr. 7 ure, J. D. van Arkel,
pred. te Bloemendaal.
Voorm. 10 ure, Hoog.
Nam. 2 ure, Snetlilage. 35e Zondag.
'8 Avonds 6 are, Brutel de la Rivière.
Nieuwe Kerk.
Voorm. 10 ure, Dr. F. E. Daubanton.
pred. te Heemstede. (Voor Escher.)
Jans-Kerk.
Voorm. 10 ure, Moeton.
Woensdagavond 7 ure, Snethlage.
Bakenesser Kerk.
(Voor de Kinderen.)
Voorm. 10 ure, Bremer,
Godsdienst-onderwijzer.
Waalsche Kerk.
Voorm. 10 ure, Debry.
Christelijke Gereformeerde Gemeente
Gedempte Oude Gracht.
Voorm. 10 ure, 's Avonds 5 ure, Mulder.
Klein Heiligland.
Voorm. 10 ure, 's Avonds 5 ure, Schotel.
Luthersche Kerk.
Voorm. 10 ure, C. Ra9ch, pred. te Edam.
Kerk der Vereenigde Doopsgezinden.
Voorm. 10 ure, Craandijk.
Remonstrants Kerk.
Voorm. 10 ure, P. Heering, pred. te 's-Hage.
Donderdagnam. ll(s ure, Tidemau. Huwelijksw.
Broedergemeente.
Voormiddag 10 ure, Weiss.
Gemeente van Gedoopte Christenen.
Lokaal Groot Heiligland 26.
Voorm. 10 ure prediking.
Ds. Brutel de Rivière is deze week verhinderd
om te catechiseren Donderdag 12 ure, maar hoopt
zijne overige catechisatiën te houden.
Ds. Tideman zal Dinsdag, Woensdag en Don
derdag geen les geven.
Nederd. Geref. Gem. (doleerende).
Lokaal Felix Favoren, Smedestraat 23.
Voorm. 10 ure, D. J. Karssen, van Amsterdam.
Voorbereiding en bevestiging van Kerkeraadsleden.
's Avonds 6 ure, D. J. Karssen, van Amsterdam.
H. Avondmaal
Nederd. Herv. Kerk.
Bennebroek.
Voorm. 10 ure, G. van Herwaarden.
Bloemendaal
Voorm. 10 ure, J. D. van Arkel.
Nam. 2Va ure, J. D. van Arkel.
Heemstede.
Voorm. 10 ure, L. H. F. Creutsberg.
Uillegom.
Voorm. 972 ure> M. Buclili Fest.
Houtrijk en Polanen.
Voorm. 972 ure, J. van Loenen Martinet,
pred. te Santpoort.
Santpoort.
Voorm. 10 ure, geen dienst.
Nam. 2 ure, J. van Loenen Martinet.
Spaarndam.
Voorm. 10 ure, H. J. Bcrgsma.
Felsen.
Voorm. 972 ure, H. Smeding,
pred. te Haarlem.
Zandpoort.
Voorm 10 ure, W. H. Dekking,
pred. te Haarlemmermeer.
'7 Bloed!
16) Het is zeer vreemd, mijnheer!
over laag na te denken of het uit wantrouwen te laten
staan en at en dronk gretig, waardoor ik mij weldra
zeer verkwikt gevoelde. Daarop vervolgde ik mijn wande
ling langs den muur der gevangenis en kwam ten slotte
weder aan de plek waar het stuk van mijn pij lag. Ik had
totaal honderd schreden gedaan, en mocht dus aannemen
aat de omtrek ongeveer dertig meter was.
Ik had geen eigenlijk doel met deze onderzoekingen,
maar een zekere nieuwsgierigheid dreef mij, ze te ver
volgen. Ik verliet dus den muur, met het voornemen dwars
over te steken. Aanvankelijk ging ik niet dan behoedzaam
voorwaarts, maar weldra vatte ik moed en schreed met
vasten tred verder, terwijl ik een rechten lijn trachtte te
houden, voor zoover dat in de duisternis mogelijk is.
Zoo had ik ongeveer tien a twaalf passen gedaan, toen
ik struikelde over mijn pij en met een hevigen slag voor
over viel.
Tot mijn groote verbazing gevoelde ik alleen pijn aan
mijn neus en lippen, niet aan mijn voorhoofd en ik be
merkte weldra wat daarvan de reden was. M ij n voor
hoofd raakte den grond niet aan. Ik strekte den
arm uit en bevond tot mijne ontzetting, dat ik gevallen
was van den rand van een put, waarvan ik den omvang
natuurlijk niet bepalen kon. Te gelijkertiid werden mijne
reukorganen aangedaan door een lauwe, onaangename damp
die uit den put opsteeg.
Voorzichtig verwijderde ik mij van de gevaarlijke put
eu bewoog mij al kruipend weder naar den muur. Met
groote moeite gelukte het mij, een stukje kalk van den vloer af
te brokkelen, waarna ik weder naar den put kroop en het
daarin vallen liet. Eenige seconden wachtte ik te vergeefs,
toen hoorde ik een luiden plomp in het water, die door
luide echo's werd voortgeplant. Op hetzelfde oogenblik
vernam ik een geluid, alsof er op eens een deur werd ge
opend, en een flauwe lichtschemering verspreidde zich in
de cel, die echter onmiddellijk daarna weder verdween.
Ik begreep, welk een valstrik er voor mij gereed ge
maakt was en wenschte mij geluk met het toeval, dat mij
er aan had doen ontsnappen. Een stap meer voor mijn val
en de wereld zou mij niet teruggezien hebben. En de dood,
dien ik juist ontkomen was, was ongetwijfeld een van die
soort, die ik altijd als fabelachtig had beschouwd, namelijk
de dood na een lange, lange zedelijke marteling, honderd
maal erger dan de lichamelijke pijnigingen, die men den
veroordeelden soms deed ondergaan.
Bevende over mijn gansche lichaam kroop ik weer naar
den muur terug, om daar te sterven, liever dan in den put.
Waren mijn zenuwen door het lijden niet zoo hevig ge
schokt geweest, dan zou ik mij zeker door een sprong in
den afgrond, van het lijden dat mij nog wachtte, hebben
bevrijd. Maar thans was ik de lafste van alle lafaards. Ik
kon maar niet vergeten, wat ik vroeger eens van die put
ten had gehoord, n.l. dat snelle uitblussching van het leven
niet op haar programma stond.
De zenuwachtige aandoening die ik gevoelde hieid mij
uren bij uren wakker, maar eindelijk sluimerde ik weder
in. Toen ik ontwaakte vond ik even als de vorige maal,
een stuk brood en eene kruik water naast mij. Ik gevoelde
een brandenden dorst en dronk de kruik in een teug ledig.
Zonder twijfel bevatte het water eene slaapdrank, want nauwe
lijks had ik gedronken of mijn hoofd werd zwaar als lood,
mijne ledematen verstijfden en ik was onmachtig op te
staan. Onmiddellijk daarna verloor ik mijn bewustzijn.
Hoe lang die toestand duurde weet ik natuurlijk niet,
maar toen ik opnieuw mijne oogen opende, was mijn ker
ker verlicht. Een woest, bleekrood licht, waarvan ik den oor
sprong niet kon ontdekken, stelde mij in staat mijn gevan
genis in oogenschouw te nemen.
Ik had mij in de grootte zeer vergist. De geheele cel
was slechts twaalf meter in omtrek. Gedurende eenige
minuten bracht mij dit feit in verwarring, en ik peinsde
er over hoe ik zulk een fout had kunnen begaaD. Mijn
geest was zóódanig versuft en verstompt, dat ik mij ver
diepte in kleinigheden als deze, terwijl ik wist in welk
een groot gevaar ik verkeerde. {Wordt vervolgd.)