besloten, Alkmaar'a jeugd gelegen
heid te geveD, om aan de feestvie
ring, op Maandag 8 October 1888,
deel te nemen door een vliegerwed
strijd, waarbij het op den doeltref-
fenden vorm van den vlieger en de
handigheid in het doen opstijgen zal
aankomen.
Weldra verwacht men dienaan
gaande eene officieele aankondiging.
Het departement Leiden
■der Nederlandsche Maatschappij ter
algemeene Vergadering, dit jaar te
's-Gravenhage te houden, worden
vertegenwoordigd door de heeren
A. L. De Sturler en C. R. Van
Ruyven.
Candidaten voor het hoofdbestuur
vanwege dit departement zijnva
cature Conrad de heer J. S. Wichem
te Groningen, vacature-Kruseman
de heer dr. D. De Haan te Haarlem,
vacature-jhr. Becker de heer G. A.
A. Middelberg te Bussum en vaca-
ture-Delprat de heer A.L. de Stur
ler te Leiden.
Zaterdag is te 's-Hage
overleden in den leeftijd van 50ja-
ren da heer David J. A. Samot, die
zich als beoefenaar der levensver-
verzekeringswetenschap niet alleen
in ons land, maar ook daar buiten
een uitstekenden naam heeft ver
worven. Hij was Fellow of the In
stitute of Actuaries, eene eer die
slechts aan weinige niet-Engelschen
te beurt valt. Tat van kleinere en
grootere geschriften, alle van wis-
kunstigen aard en bij voorkeur zich
op het gebied der levensverzekering
bewegende, zijn van zijne hand ver
schenen, en nog in de laatste jaren,
terwijl hij reeds aan het ziekbed was
geklonken, is bij de uitgaaf van een
tijdschrift begonnenhet Archief
van de levensverzekeringsweten-
schap, dat door deskundigen in b:n-
nen- en buitenland zeer werd ge
waardeerd.
van
Kederlandsche Kunstnijverheid te 's-Gravenhage.
i.
Tosn eenige jaren geleden verscheidene
voorstanders van de schoone kunsten te
's-Gravenhage bijeenkwamen om te track
ten eene tentoonstelling tot stand te bren
gen, welke den staat van onze tegenwoor
dige kunstnijverheid zou aanwijzen, hadden
zij zeker niet kunnen vermoeden dat hun
arbeid zoo veelomvattend zou wezen en
hun weg met zooveel doornen zou zijn
bezaaid. Zij hadden gerekend op de sym
pathie van de Begeering, op den steun
van alle kunstbeoefenaren, op de mede
werking van alle Nederlanders. In vele
opzichten zagen zij zich teleurgesteld en
het is zeker te betreuren dat de Regeering
eene weinig aanmoedigende houdiug aan
nam.
Toch werd de moed niet opgegeven en
aan de geestkracht van een twaalftal man
nen heeft men het te danken, dat Zater
dag de „nationale tentoonstelling ran oude
en nieuwe kunstnijverheid" geopend werd.
Zij wisten een waarborgfonds te vormen,
dat door niet minder dan 1200 mannen
en vrouwen van goeden wil werd saamge-
bracht; zij wisten in alle hoeken van het
land kunstvoorwerpen uit vroegere eeuwen
te ontdekken en Nederlandsche nijver
heidsinrichtingen te bewegen hare voort
brengselen naar den Haag te zendeu.
Door zijne medewerking niet 't minst
mag men reeds nu verklaren dat uit het
oogpunt der kunst deze tentoonstelling,
hoe betrekkelijk klein ook in vergelijking
met de reuzen-exposities van de laatste
jaren, zeer belangrijk zal zijn. En ofschoon
ook bij de opening de afdeeling Oude
Kunst nog niet gereed is, blijkt reeds nu
welke zorg de heer Van der Kelleu aan
deze afdeeling heeft besteed.
Midd«n in den Hertenkamp verrezen,
met het front naar den Boschkant, maakt
het gebouw der tentoonstelling een leven-
digen indruk. Het is opgetrokken in re-
naissance-8tijl en wel dagteekenende uit
het bloeitijdperk der Italiaansche kunst.
De monumentale gevel bestaat uit 3
deeleneeu vooruitspringende, 20 meter
middelfa9ade, door een breede por
tiek toegang gevend tot eene ruime ves
tibule, zoomede uit 15 meter hooge zij
vleugels, die loggia's vormen. De bekro-
ningsgroep boven op de middelfa^ade stelt
voor de Glorie, die kunst en kunstnijver
heid kroont. Deze groep, evenals de vier
rijzige beelden aan de hoofdpilasters, Nij
verheid en Kunst allegorisch uitdrukkende,
zijn allen door de kunstvaardige hand van
den beeldhouwer, den heer Bart van Hove
te Amsterdam, gemodelleerd.
Een breede deur vormt den hoofdingang
tot de zalen. Iu het fronton is het Ne
derlandsche wapen geschilderd en daar
boven de buste vau de Nederlandsche
Maagd, omgeven door de wapens der pro
vinciën in fraaie kleuren.
De bekende kunstschilder, de heer Jan
Stortenbeker te 's Gravenhage, werd met
deze decoratieve beschildering belast, even
als met die in de vier loggia's, feiten uit
onze kunstgeschiedenis weergevende: de
werkplaatsen van Rembrandt, van Vrede
man de Vries, van Van Vianen en Herman
Pietersz., een Delftsch aardewerk-fabrikant.
Deze vier schilderijen, waarvan de figuren
levensgroot zijn, vormen een entree den
kunsttempel waardig.
Inwendig is het
drie ruime zaleu, gebouwd naar eene pi
lasterorde in renaissancestijl. De middenzaal
heeft een tongewelf tot bedekking en in
baar midden is een cour gevormd, eene
achthoekige zaal met een zeer kunstig na
gebootst kruisgewelf, dienende voor scbil-
derijzaal.
Ter zijde van dezen cour ziju toe
gangen tot de zijzalen, welke in deuzelfden
stijl als de hoofdzaal ziju gebouwd. De
hoofdzaal is aan weerszijden en de zijzalen
zijn aan één kant verdeeld in van elkaar
afgescheiden vakken, bestemd voor ver
schillende groepen of afzonderlijke inzen
dingen.
De afdeeling oude-kunst is daarbij nog
iu twee helften gesplitst, een voor afzon
derlijke inzendingen, terwijl in de andere
een reeks van vertrekken is ingericht,
welke ieder op zichzelf het beeld weer
geven van de omgeving, waarin onze voor
ouders in verschillende tijdperken van het
verledene leefden.
De groote receptiezaal eindelijk is aan
het achtergedeelte van het gebouw. Zij
bevat drie in ouden stijl gemeubelde zij
vertrekken.
Het terrein der tentoonstelling was tot
dusver eene grasvlakte, waarin de herten
sprongen en dat den schutters tot exer
citieveld diende. De Koekamp is thans
voor het grootste gedeeHe omgetooverd
iu een park, door den heer Galesloot, te
Amsterdam, op flinke schaal aangelegd,
waarin de gazons, rozen en andere bloe
men iu perken bijeengebracht, wachten
op den zomerregen en de zomerwarmte
om hun kleurenrijkdom te ontplooien.
De achtergrond van bet terrein is aan
gewezen als vereenigingspunt voor bet pu
bliek, dat daar van den tocht kan uitrus
ten. In een breeden kring ziju daar op
bet groen der weide en in het lommer
der breedgetakte boomen een tiental in
richtingen geplaatst, bestemd om lafenis
ts bieden aan bezoekers. In bet midden
is de muziektempel, waarin door verschil
lende corpsen tijdens den duur ochtend
en avonduitvoeringen zullen worden ge-
als zij was met een schat van bloemen en
gewassen.
De opening was geheel en al een „fêfce
champêtre." Rondom het vijvertje, waarin
de waterstralen van de springende fontein
klateren, groepeerden zich tegen het hoofd
gebouw de leiders en leden van het uit
voerend crmité, die vis a vis maakten
met, en door de waterkom gescheiden wer
den *an de genoodigden, die dus daarach
ter hadden postgevat en wel in dichte
schare zoowel van dames als heeren, aan
de ééue zijde geflankeerd door de konink
lijke militaire kapel, aan den anderen
kant door de koninklijke zangvereeniging
„Cecilia", welke beiden met muziek en
gezang de inwijding opluisterden.
Ter bijwoning van de plechtigheid waren
o. a. uitgenoodigdde groot-officieren van
het Huis des Koningsjde ministers, hoof
den der departementen, de ministers van
Staat; de gezanten der vreemde mogend
heden; de secretarissen-generaal der de
partementen; de commissaris des konings
iu deze provincie; de leden van Gedep.
Staten; burgemeester en wethouders en de
leden van deu gemeenteraad van 's-Hage;
de voorzitters en griffiers van de beide
Kamers der Staten-Generaalverder tal
van burgerlijke, rechterlijke en militaire
autoriteiten uit de residentie, alsmede
directeuren van de Nederlandsche Maat
schappij ter bevordering van Nijverheid,
van Teyler's Museum en van de spoor
wegmaatschappijen.
De meesten gaven aan de uitnoodiging
Die spreuk iï kort, even kort als de nationale yoelwedstrijden op 9 Juni te
woorden „Ik verklaar de tentoonstelling Deventer:
Waar nog Zaterdag tot iu den vroegen
ochtend alles in de weer was om zooveel
mogelijk gereed te komen, waar men nog
kort te voren niets zag dan een chaos
van pakkisten, wagens en het gereedschap
van het werkvolk, door elkaar over den
grond verspreid, daar vond men dat alles
tegen 12 uren als bij too verslag opge
ruimd, het terrein voor het hoofdgebouw
tot een feestplek geordend, waarop lustig
de schaduw speelde van wimpels, welke
boven aan de masten van het gebouw zich
in de lucht kronkelden.
De voorzaal geleek eeu lusthof, getooid
Door de koninklijke militaire kapel,
onder directie van den heer M.. van der
Lindeu, werden uitgevoerd een feestnaarsch,
ter gelegenheid van de tentoonstelling
gecomponeerd door dezen kapelmeester,
en de jubel-ouverture van Yon Weber;
door de liedertafel liet koor uit „Hollands
Glorie", van Richard Hol; het „Vlagge-
lied", van Verhuist, en het „Wilhelmus
van Nassauen" met begeleiding van koper
instrumenten.
Na het eerste koorgezang hield de voor
zitter dr. L. Mulder eene toespraak.
Tot opening der tentoonstelling hield
de heer J. E. W. Courad, voorzitter van
de Nederlandsche Maatschappij tot bevor
dering van Nijverheid, de volgende- rede:
jDames en Heeren!
„Nu de laatste tonen van het liedi, dat
onze geliefde Nederlandsche vlag verheer
lijkt, iu de bladeren dezer schoone om
geving zijn weggestorven, is aan mij, als
voorzitter van de Nederlandsche Maat
schappij ter bevordering van Nijverheid,
de vereerende taak opgedragen, om het
woord uit te spreken, dat voor u> allen
de poorten zal doen openen van den op-
gerickten kunsttempel, waarvoor wij ge
schaard staan.
Ik heb deze taak met te meer ingeno
menheid aanvaard, omdat het houden
eeuer tentoonstelling van voorwerpen,
waar de fraaie kunstgewrochten van ver
vlogen tijdperken opgesteld zijn naast die
van onzen tijd, geheel overeenstemt met
het doel onzer Maatschappij„Vermeer
dering van volkswelvaart door de bevor
dering der Nijverheid iu al hare onder-
deelen" en omdat deze nationale tentoon
stelling tot stand gebracht is door de
krachtige samenwerking van het Neder
landsche volk.
Toen de Nederlandsche Maatschappij
ter bevordering van Nijverheid in 1777
als oeconomische tak der Hollandsche
Maatschappij van Wetenschappen gesticht
werd tot viering van haar 25-jarig be
staan, is een gedeukpeuning geslagen.
Op de ééne zijde van dien penning vindt
men een boom, waarvan eeu in den grond
gestoken stekje is afgeleid, dat door zeven
beschermgeesten wordt besprooid en waarop
gegrift staan de woorden„Een hart, een
doei".
De beschermgeesten van het stekje, dat
tot eeu 112-jarigen boom met zware tak
ken en rijk gebladerte is opgegroeid, zijn
tot elf, het aantal der Nederlandsche Pro
vinciën, vermeerderd, en veel van hetgeen
de wetenschap en de energie harer vroe
gere en tegenwoordige bewoners hebben
tot stand gebracht, is thans in het liefe
lijk 's Gravenhage verzameld door hen,
die zich de spreuk van den gedenkpen
ning „Een hart, een doel" tot richtsnoer
hebben gekozen.
voor geopend", welke ik ga uitspreken,
doch ik zou eene lange rede moeten hou
den om zelfs eene beknopte schets te geven
van hetgeen verricht is, om aller harten
te winnen en het gemeenschappelijk doel
te bereiken.
Dat is intusschen geschied door de
vastheid van wil en de werkkracht van
allen, die zich het tot stand komen der
tentoonstelling tot taak hebben gesteld;
van u, mijnheer de voorzitter en leden
van het uitvoerend comité,
van u, heeren bouwkundigen, die het
fraaie gebouw eu zijne omgeving ont
wierpen en oprichtten,
van u, die den geldelijken steun aan de
zaak verleenden,
en niet het minst van u, heeren inzen
ders, die niet geaarzeld hebt, sommige
zelfs met groote opofferingen, uwe kunst
gewrochten ter bezichtiging te stellen.
U allen, mijne heeren, zeg ik namens
de Nederlandsche Maatschappij ter bevor
dering van Nijverheid dank, hartelijk dank
voor hetgeen door u is gedaan en tot stand
gebracht, en zulks te meer, omdat daar
door in groote mate bevorderd worden:
zoowel de belangen vau den Nederlandschen
industriëel en van den werkman, die hem
trouw ter zijde staat, als de roem van ons
dierbaar Vaderland.
Ik wensch u allen geluk met den vol
brachten arbeid, doch het zij mij vergund
den gelukwensch nog in 't bijzonder te
richten tot u, mijnheer d^ voorzitter, en
tot u, leden van het uitvoerend comité,
die, niettegenstaande de ondervonden
moeielijkheden en bezwaren van velerlei
aard, onversaagd, vrij van nevenbedoelin
gen, den rechten weg gevolgd hebt, die
u hier op deze plek gebracht heeft.
Dat uwe nationale tentoonstelling in
alle opzichten aan de verwachtingen moge
beantwoorden, is mijn laatste en welge
meende weusch en thans- verzoek ik u,
mijnheer de voorzitter, om de poorten
van uwen kunsttempel te doeu openen en
om allen in de gelegenheid te stellen, de
daarin verzamelde kunstgewrochten te be
zichtigen.
Ik verklaar de nationale tentoonstelling
van oude en nieuwe kunstnijverheid ge
opend.
De tentoonstelling werd reeds Za
terdag door ongeveer 250' betalende per
sonen bezocht.
De officieele catalogus- is- Zaterdag ver
schenen.
Voor de eerste afdeeling: oude kunst
nijverheid zijn er 32fr, en voor de tweede
afdeeling: nieuwe kunstnijverheid 357 in-
zendiuge
De afdeeling schilderijen en kunstwerken
van kedendaagscke meesters wordt afzon
derlijk gecatalogiseerd,
Zesriems inrigged gieken //Arantel* en
tfNeptunus" te Amsterdam.
Vierriems outriggers gieken. //Sport
Nautique" te Brugge en //Cercle de l'Avi-
ron" te Parijs.
Vierriems inrigged gieken. //Sport Nau
tique" te Brugge, //Cercle de l'Aviron"
te Parijs, /,Amstel" te Amsterdam, //Laga"
te Delft, //Njord" te Leiden en //Neptu-
nus" te Amsterdam.
Vierriems inrigged gieken (Juniores).
//Daventrix" te Deventer, //Amstel", //Eor-
tuna", //Nereus" en //Neptunus" te Am
sterdam en //Triton" te Utrecht.
Tweeriems inriggen gieken. /Sport Nau
tique" te Brugge, //Cercle de l'Aviron" te
Parijs, //Maas" te Rotterdam, //Eortuna"
te Amsterdam, //Laga" te Delft en //Njord"
te Leiden.
Tweeriems inrigged gieken. (Juniores),
z/Amstel", te Amsterdam, //Triton", te
Utrecht en //Laga", te Delft.
Skiffs: //Sport Nautique", te Brugge,
z/Cercle de l'Avirou", te Parijs, //Njord"
te Leiden en //Eortuna" te Amsterdam,
Skiffs (Juniores)//Njord" te Leiden en
//Eortuna" te Amsterdam.
Travelling Canoes. „Maas" te Rotter
dam (twee eanoes), „Nijmegen".
Wherry's inrigged (bemand door 2
roeiers, gestuurd door eene dame)- „Am-
stel" te Amsterdam.
Vrijdag wordt, na afloop van de plech
tige ontvangst ten raadhuize, door den
kolonel commandant Thirion, van het le
reg. huzaren, een concert aangeboden in
de buitensocieteit „De Vereeniging".
Zaterdagavond is e
werkman te Rotterdam, die van zijn
werk te huis komende, tot zijn
Bchrik ontwaarde dat een deel van
het huisraad uit zijne woning was
verdwenen, zoo vertoornd geworden,
dat hij door eene beroerte getroffen
werd en spoedig daarna overleed.
Een politie-agent te En
schede had tijdens eene ziekte, van
welke hij nu bijna genezen was.
een slaapdrank gekregen, waarvan
hij 's avonds slechts eenige druppels
mocht nemen. Hij dronk echter
dezer dagen een mondvol, ten ge
volge waarvan hij reeds eenige
oogenblikken later overleed.
Wedstrijden.
De uitslag van den korpswedstrijd bij
het kegelconcours te Nijmegen isle prijs,
z/Ladidida" te Zutfen; 2e prijs, //Gezellig
bijeen" te Ginneken3e prijs, //Kegelclub"
te Dieren; 4e prije, //Excelsior" te En
schede; 5e prijs, //Delftshaven" te oud-
Delftshaven; 6e prijs, //Antipoedel" te
Amsterdam.
Hier volgt eene volledige opgaaf
van de deelnemers aan de groote inter-
Te Garrelsweer is een
landbouwersknecht, met paarden
en wipkar rijdende, door het hollen
der paarden onder de kar geraakt,
waarbij hij zich zoo hevig verwond
de dat hij enkele ure daarna aan
de gevolgen overleed.
Te Kolmschate (Diepen-
veen) heeft een driejarig knaapje een
schuurtje, staanie naast de woning
van den landbouwer Pasman, in
brand gestoken en bezigde daartoe
lucifers, die hij had weten machtig
te worden, en vertelde da+ hij een
„Paaschvuur1' had aangestoken.
Vrijdag middag te twee
uren werd er in de gemeente Steen-
wijkerwold, in de schuur van M..
Koster, weder eene vergadering der
werkstakers gehouden. Zij leidde
echter tot niets,, want opnieuw wer
den de saamgeko menen teleurge
steld, daar de verwachte spreker al
weder niet was gekomen. Zaterdag
avond om uur zal er opnieuw
appél gehouden worden. De mili
taire macht was aanwezig, maar
van verstoring der orde was geen
sprake.
Sommige werkstakers zeggen of
geven voor, dat zij den arbeid niet
durveu hervatten, daar zij vreezen
nachts in hunne tenten te zullen
worden overvallen.
Het detachement infan
terie onder commando van den le
luitenant Groustra, is Zaterdagoch
tend van Nieuw-Amsterdam naar
Groningen teruggekeerd. Alleen is
daar nu nog aanwezig een detache
ment huzaren, onder commando van
den 2e luitenant baron van Harden-
broek, welk detachement hoogst
waarschijnlijk heden zou vertrekken.
Vrij dagmiddag vermaakte
zich de he r J. G. Spekman, litt.
student aan het gymnasium te Gro
ningen, in eene kanoe op het water.
Het vaartuigje sloeg om, en het
schijnt dat de heer S. niet kon
zwemmen althans vóórdat redding
mogelijk was, was hij in de diepte
verdwenen. Zaterdagmiddag werd
zijn lijk opgevischt.
een toeschouwer te zijn van zijn bewegingen, maar Mr.
Leavenworth zelf, gezeten aan de schrijftafel, bewust van
't hem naderende lot, maar onmachtig tot spreken of om
zich te verroeren.
Hoewel ik met den rug naar den man zat toegekeerd,
kon ik voelen, hoe hij al sluipend nader trad en de kamer
binnen ging naast die, waarin ik mij bevond, hoe hij ver
volgens bleef staan voor de waschtafel, waarin de revolver
lag, de lade beproefde te openen, maa? die gesloten vond;
hoe hij den sleutel omdraaide, de revolver voor den dag
haalde, het wapen met geoefende hand betastte en eindelijk
weer voortging. Ik voelde iederen voetstap, dien hij deed
alsof zijne voeten in werkelijkheid mij op 't hart traden,
en ik herinner mij, hoe ik op tafel vour mij bleef staren,
als verwachtte ik die ieder oogenblik gekleurd te zien met
mijn eigen bloed. Nog zie ik, hoe de letters, die ik had
neergeschreven, mij voor de oogen dansten, den vorm aan
nemende van personen en zaken, die ik reeds lang ver
geten waande, en waardoor ik in mijn laatste oogenblikken
gemarteld werd door angstig berouw, wilde wanhoop en al
lerlei onbeschrijfelijke folteringen. Intusschen stond mij steeds
het gelaat uit mijn eersten droom, bleek, liefelijk en smee-
kende als ik 't gezien had, voor oogen, en voelde ik den on-
hoorbaren voetstap al nader en nader komen, totdat ik mij
bewust werd hoe alleen de nauwe doorgang mij scheidde
van mijn moordenaar en den dood, en ik het knarsen van zijn
tanden duidelijk hoorde, terwijl hij zich schrap zette tot de
volvoering zijner vreeselijke daad. Geen woorden kunnen be
schrijven, wat ik toen ondervond, ging de secretaris voort,
terwijl zijn gelaat door angst vertrokken werd. In één
oogenblik voelde ik al de martelingen der hel in mijn brein
en in mijn gevoed, terwijl ik in de volgende seconde van
verre op dit alles scheen neer te zien, en ontwaarde, hoe
een zich van vertwijfeling wringende figuur neerzag op zijn
bloedig werk. Ik keek nauwlettend naar het gelaat van den
man, dien ik zoo zag staan, en dat gelaat was mij onbe
kend, maar het was zoo schoon, zoo edel en eenig in vorm
en uitdrukking, dat ik even licht mij zou kunnen vergissen
in 't wezen van mijn eigen vader als in dat van den man,
dien ik zag in mijn droom.
En dat gelaat? zeide ik met een s+em, die ik nau-
lijks als de mijne herkende.
Was dat van den persoon, dien wij gisterenavond
zagen heengaan van miss Leavenworth en zich door de
vestibule naar de voordeur begeven.
XXI.
EEN VOOROORDEEL.
Gedurende eenige oogenblikken zat ik zwijgend neer, ten
prooi aan bijgeloovigen angst en spanning, maar weldra
verkreeg mijn aangeboren ongeloovigheid de overhand en
vroeg ik:
Gij zegt, dat dit alles plaats had in den avond, die
den moord van den heer Leavenworth voorafging?
Ja, ter waarschuwing, zeide hij, toestemmend het
hoofd buigende.
Gij schijnt 'fc echter toen niet als zoodanig beschouwd
te hebben?
Neen: ik heb dikwijls zulke vreeselijke droomen; ik
zag daarom in dezen droom niets bovennatuurlijks, voor
dat ik den volgenden dag het lijk van den heer Leaven
worth zag.
Het verwondert mij dan niet, dat gij u bij het ver
hoor eenigszins wonderlijk hebt gedragen, mij dunkt dat was
natuurlijk.
Wordt vervolgd.)