NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
5e Jaargang.
Vrijdag 15 Juni 1888.
No. 1517.
ABONNEMENTSPRIJS:
AD VERTEUT1EN:
STADSNIEUW S.
BINNENLAND.
WIE IS DE SCHULDIGE?
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem, per 3 maanden 1.20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65.
Afzonderlijke nummers- 0.03.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents-
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij groote opgaven aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantiers.
[Mrecteuren-tTltgevers J. C. PEEREBOOM en J B. AVIS.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Génerale de Publieite Etrangere G. L. DJTJBE 3f CoJOH. F. JONES, SuerParijs, 3Ibis Faubourg Montmartre.
Haarlem, 14 Juni.
Door den heer S. Ber
tram alhier is vergunning gevraagd
tot oprichtiüg van eene drogerij van
sigaren in het perceel aan de Spaarn-
wouderstraat no 10.
Even als voor de wedvlucht van
Hanover heeft wederom de Post-
duiven-Vereeniging „de Snelvlieger"
alhier van Z.Exc. den minister van
Oorlog een medaille met brevet ont
vangen voor de wedvlucht van
Luxemburg, welke zal gehouden
worden op Zondag den 17den Junia.s.
De afstand van Luxemburg tot
Haarlem is ongeveer 360 kilometer.
De medaille zal als eereprijs aan
den eersten vereenigingsprijs worden
toegevoegd.
Door de politie alhier is aange-
een 12 jarige knaap, die zich aan
verschillende diefstallen had schul
dig gemaakt o. a. van geld uit de
woning van zijn buurman en van
lood en spijkers in een openstaand
pakhuis aan den Burgwal.
A r r ondlsgements-Recb t ban k
TE HAARLEM,
Zitting van Donderdag 14 Juni 1888.
In den laatste» tijd bieden de zittingen
der rechtbank niet veel pikants aan. Hoe
wel wij dit als journalisten betreuren, ver
heugen wij er ons in als menschen.
De rij der zaakjes werd heden geopend
door een buurman, die zijn buurvrouw
met een leelijk woord begroet en tevens
te kennen gegeven had, sprekende over
haar man, dat het «wel gemakkelijk was
om aan de la te staan,waarmee hij be
doelde dat die man wel eens geld uit de
winkellade van zijn baas nam en daarvoor
zijn vrouw «de barones'' en zijn dochter
«de juffrouw" uithingen.
Waarom de man het gedaan had Och,
hij had een borrel gedronken. En dan
zegt men zoo licht wat men anders zeker
niet zeggen zou. De beklaagde was niet
verschenen, hij begreep denkelijk wel dat
hij niets aangenaams hooren zou. Zeven
dagen gev. luidt de eisch.
Vrouw S. had juff. L. gescholden voor
afzetster en «doerak", niettegenstaande zij
deze nog f86 schuldig was, en pas een
nieuwen mantel aan had, dien zij dus,
zeide get., van haar, getuige's, geld ge
kocht had. Daar kwam bekl. tegen op.
Gescholden had ze niet, geld schuldig was
ze ook niet, neen maar, was dat liegen?
Een vrouwelijke en een mannelijke get.
bevestigden dat bekl. gescholden had (den
mannelijke get. moest eerst het geheugen
wat worden opgescherpt) terwijl bekl. een
vrouwelijke get. deed aanrukken, die met
grooten ijver storm liep op de beide andere
get. Juffr. L. had eerst gescholden, zei
get., maar het bleek nu dat bekl. toch ook
gescholden had.
Bekl. vormde met de drie get. voor de
rechtbank een schilderachtig groepje, dat
ons naar de natuur voorstelde, hoe het
geval zich zal hebben toegedragen. De
subs. off. v. just, achtte de schuld van
beklaagde bewezen en requireerde veroor
deeling tot f 8 boete, sub. 1 dag hechtenis.
Daarna verscheen een Zaansche kruide
niersknecht, die vrouw L., bij wie hij in
de kost was, had uitgescholden. Deze had
hem verpleegd als haar eigen kind, zei
ze, en sedert weken geen cent kostgeld
gehad, en nu had hij haar zelfs uitge
scholden.
«Ze hield mijn goed in, en ik kon niet
betalen omdat ik geen betrekking had,"
zei bekl. Maar geld om te drinken had
hij toch wel, want toen hij haar uitschold
was hij dronken. Van de beleediging wist
hij niets, zooals ook begrijpelijk is. f10
boete, subs. 6 dagen hecht, eischte de
subs. off. v. just.
De volgende zaak was een geval van
afpersing door bedreiging. Een kellner te
Amsterdam, Jordan genaamd, had her
haaldelijk gepoogd den heer J. Z. te
Zaandam, een in alle opzichten achtens
waardig man, geld af te persen onder be
dreiging dat hij, zoo hij dit niet kreeg,
zaken aan het licht zou brengen, die hem,
den heer Z., zeer in de achting, die hij
geniet, zouden doen dalen.
De laatste weigerde standvastig Jordan
de gevraagde som (nu eens eischte hij
f800 dan weer f1200 tot f1400) te be
talen, daar hij de laagheden waarvan
Jordan hem betichtte, volstrekt niet had
begaan. Daarop trachtte de schelm, 's hee-
ren Z. vader schrik aan te jagen, doch
deze was ingelicht van de schurkerij en
weigerde eveneens. Eindelijk bracht J. den
heer Z. een bezoek ten zijnen huize eu
deze had den inspecteur van politie in
eene aangrenzende kamer verborgen, opdat
hij alles zou kunnen hooren.
Toen nu Jordan weer trachtte den heer
Z. geld af te persen, kwam de inspecteur
te voorschijn en maakte daarvan proces
verbaal op. De bekl. was niet ter zitting
verschenen. Wat zijn misdrijf nog ver
zwaart is, dat hij wist dat de heer Z.
aan de laagheid waarvan hij hem betichtte,
onschuldig was.
Zeer terecht meende de subs. off. v.
just., dat hier een zware straf moest wor
den gegeven, te meer daar men hier te
doen had met een recidivist. De eisch
luidt veroordeeling tot een jaar gevange
nisstraf.
P. D. te Westzaan had een kistje siga
ren weggenomen. Zoo hij goedkoop dacht
te rooken had hij zich toch vergist, want
de subs. off. v. just, vroeg 2 maanden
gev. Voor een auder, die wat rijs had
weggenomen, ter waarde van 20 cents,
werd 5 dagen gev. geëischt. Dat is toch
wel wat veel voor vier stuivers, meende
beklaagde.
Tot afwisseling kwam er er nu een
boorenvechtpartijtje. Twee broeders H. te
Kudelstaart hadden een zekeren T. duch
tig toegetakeld, zoodat hij een getuige a
charge, in don vorm van een groot lit -
teeken, op de zitting meebracht. Dat hij
dit met zijn nagels had gedaan, was al te
onwaarschijnlijk. «Hij had mijn vader en
moeder beleedigd," zeide de hoofdschul
dige, maar wit de get. dan gezegd had,
bleef in het diepe duister dat heerscht in
het land van uitvluchten en leugens, (een
land, dat in de zitting nog al eens bereisd
wordt). Waarschijnlijker is dat bekl. een
wrok koesterde tegen den verwonde, om
dat deze onlangs als getuige a charge was
opgetreden tegen een zijner vrienden.
Tegen den hoofdschuldige eischte de
ambt. van het O. M. veroordeeliug tot 3
weken en tegen diens broeder tot 1 week
gevangenisstraf.
Met de Hullboot en Londenboot
komen eenige Engelechen over om
de roeiwedstrijdeu te IJmuiden bij
te wonen.
LETTEREN EN KUNST.
Burg. en weth. van Amsterdam heb
ben besloten om 1200 op de begrooting
van 1889 te brengen ten behoeve van de
zangvereeniging «Galin-Paris-Chevé.
Te Rotterdam is overleden, in den
ouderdom van 77 jaar, de heer Gerhard
Han ken, op muzikaal gebied wel bekend.
In ons vorig nummer deelden wij reeds
mede, dat mr. C. Vosmaer te Montreux
ernstig ongesteld was. Thans komt vandaar
het bericht dat hij overleden is.
Carel Vosmaer werd in 1826 te 's Hage
geboren. Nadat hij in Leiden was gepro
moveerd, vestigde hij zich in zijn geboor
teplaats en werd er tot 1878, substituut
griffier bij den Hoogen Raad.
Voor de nederlandsche letterkunde heeft
zijn vruchtbare pen zeer veel gedaan. Hij
was van 1860 tot 1873 redacteur van de
«Spectator" en schreef daarin ook later
nog onder den pseudoniem «Elanor". Vos
maer was zeer klassiek gevormd en had
een warm hart voor het schoone dat er
lag in de werken der oudheid, waarvan
zijne vertaling van Homerus' Ilias het be
wijs geeft. Het was mr. Joan Bohi, die
hem een edele 's Gravenhaagsche Griek
noemde.
Behalve tal van grootere en kleinere
artikelen in kunst-tijd schriften schreef
hij ook: Vogels van diverse pluimage
Londinias uitvoerige levensbeschrij
vingen van Rembrandt en Erans Hals
twee romans, Amazone en Nanno
onze hedendaagsche schilders de kunst
in het dagelijksch leven. In al deze wer
ken toonde Vosmaer zich in hoogen mate
idealist.
Hij maakte deel uit van het college van
rijksadviseurs voor geschiedenis en kunst.
Eene kleine schilderij van Jan van
Eyck, voorstellende de Heilige Maagd,
werd Zaterdag te Londen voor 2500 p. st.
verkocht.
De graaf van der Straten Pouthoz,
laatstelijk Belgisch gezant te Berlijn en
vroeger te 's Hage, heeft aan het Konink
lijk Museum te 's Hage een groot schil
derij van Vinckebooms ten geschenke ge
geven, dat voorstelt prins Mauiits en de
koningin van Boherae te paard op een
jachtpartij.
(In dép.)
Verschenen is afl. 7 van de Geïllus
treerde uitgaaf van Van Leunep. Zij geeft
het vervolg van «Ferdinand Huyck", met
3 photogravures naar keurige teekenin-
gen van David Bles.
LEGER EN VLOOT.
De soldaat B. van Hoorn van het 7de
regiment infanterie, gedetacheerd onder
strengere krijgstucht bij het algem. depót
van discipline, is door den krijgsraad te
's Gravenhage veroordeeld tot twee jaren
gevangenisstraf en ontzegging van het recht
om bij de gewapende macht te dienen ge
durende den tijd van vijf jaren, ter zake
van opzettelijke beleediging den Koning
VISSCHERIJ.
IJmuiden, 12 Juni. Van de kord-
visscherij kwamen heden binnen 6 Engel-
sehe kotters, met besomming van f 100
tot f 200. Prijzentarbot f 8 a 14 en
gesorteerde tongen 30 a 40 c. per stuk;
Engelsche tongen f 55 a f 65 per kist;
schol f 4 a f 18 per 50 kilo.
13 Juni. Van de kordvisscherij kwa
men heden binnen 10 schokkers, met be
somming van f 20 tot f 30, en 12 Engel
sche kotters, met besomming van f 60
tot f 350. Prijzen: tarbot f 6 tot flOen
gesorteerde tongen 30 tot 35 c. per stuk,
Engelsche tongen f 50 tot f 60 per kist,
schol f 6 tot f 15 per 50 kilo.
Nieuwediep, 12 Juni. Vijf en
negentig korders brachten heden 25 110
groote-, 15 tot 80 tongen, 5 tarbotten, 1
tot 3 m. kl. schol, 1 tot 2 m. schar en
1 steur ten afslag, terwijl door de beu-
gers 150 roggen en van Wieringen 34 tal
geep werden aangevoerdgr. tong gold
30 c, kl. id. 15 c., tarbot f 5 a f 7 per
stuk, kl. schol f 3.10 per m., schar f 5
per m., de steur f 16.50, rog 37 a 33
c. per stuk en geep f 3.20 a f 5 per tal
Lemmer, 12 Juni. Gedurende
de laatste dagen wordt aan den afslag al
hier weinig zeevisch aangebracht. Eenige
handschol (kleine), doode schelvisch en
bot, meerendeels doode, was alles. Hooge
prijzen werden wegens minder goede kwa
liteit niet bedongen, ofschoon alles vlug
koopers rond. Bot bracht gemiddeld 15
ets. per kilo op enz.
Heden werden aan de zouterijen alhier
aangebracht 12000 stuks ansjovis, die tot
marktprijs werden opgelost.
Onze lezers zullen in
het vorig nummer het bericht om
trent de bewering der Gaulois op
gemerkt hebben, als zou prinses
Wilhelmina der Nederlanden ver
loofd zijn met den hertog van Sak
sen. Zooals thans blijkt, zegt het
blad nog wel, zijne mededeeling aan
een zeer goede bron ontleend te
hebbenMet den hertog van Saksen
in quaestie z„u bedoeld zijn de klein
zoon van den regeerend groot-her
tog van SaksanWeimarEisenach,
Wilhelm Ernest, geboren op 10 Juni
van het jaar 1876.
Zooals begrijpelijk is, ontnemen
deze bizonderheden niets aan de
dwaasheid van het bericht.
Volgens den Haagschen
correspondent van de Zulf. Cl. zal
door den minister van Justitie
in hoofdzaak het advies van de
Enquete-commissie worden gevolgd,
terwijl ook de enquête zelf zoo
schielijk mogelijk zal worden voort
gezet. De ingenieurs Struve en Be-
kaar zijn ondertus6chen bezig met
het verzamelen van gegevens van
een nijverheidsstatistiek en met be
zoeken en inspecteeren van indus-
trieele inrichtingen. Terwijl de heer
Struve in het noorden van het land
en meer in het bijzonder in de
veenkoloniën aan het onderzoeken
is, heeft de heer Bekaar voorioopig
de residentie tot middelpunt van
zijne werkzaamheid gekozen. Te
Leiden zijn reeds alle fabrieken en
werkplaatsen van eenig aanbelang
door bedoelde ingenieurs bezocht.
Het werk, dat zij verrichteD, zal
zeker goede vruchten opleverende
Enquête commissie, die straks zal
komen, zal nu tenminste het terrein
eenigermate geeffend en althans de
noodige statistieke cijfers gereed
vinden.
FHÜÏLLBTO N.
Naar het Engelsch, van Anna Katharina Green.
581 XXIII.
DE GESCHIEDENIS EENBR SCHOONE VEOUW.
Terwijl ik mij naar beneden spoedde, bedacht ik mij,
dat ik nog een brief bij mij had voor Fred, den zoon van
mijn compagnon. Ik wist geen beteren weg om den brief
dien avond nog te bezorgen, dan door hem neer te leg
gen in de leeszaal. Ik ging daarheen, en daar ik op mijn
kloppen geen antwoord kreeg, opende ik de deur en keek
naar binnen.
Er was geen licht op, maar in den haard brandde een
flink vuur, waarbij ik een vrouwengestalte peinzend zag
voorovergebogen, welke ik bij den eersten blik voor die van
mevrouw Veeley hield. Toen ik echter nader trad en tevens
den naam dier dame noemde, bemerkte ik, dat ik mij in de
persoon vergist had; want zij, die bij den haard zat, gaf
niet alleen op mijne begroeting geen antwoord, maar kwam
mij in 't half duister zoo slank en welgemaakt voor, dat ik
onmiddellijk bemerkte, dat ik iemand andera voor mij had
dan de kleine gezette vrouw van mijn compagnon.
Wees zoo goed mij te verontschuldigen, zeide ik,
ik geloof dat ik mij vergist heb. En ik wilde het
vertrek reeds weer verlaten, toen er iets in het voorkomen
der onbekende mij terughield.
Spreek ik misschien met miss Leavenworth? har-
nam ik, vermoedende dat het Mary was.
De fiere gestalte boog zich opnieuw, het opgeheven hoofd
viel op de borst, eu een oogenblik twijfelde ik, of mijne gis
sing juist was geweest. Toen echter de gestalte weder op
rees en ik een zacht «ja» ten antwoord hoorde, trad ik haas
tig nader en zag.... niet.... Mary, wier koortsig glanzende
oogen en fijne, trillende lippen mij zoo wel bekend waren,
maar Eleonore Leavenworth, haar, wier geringste blik mij
van 't eerste oogenblik getroffen had, de vrouw wier echt
genoot, naar ik geloofde, door mij tot bekentenis zou komen
van eeD groote misdaad.
De verrassing was voor mij zoo groot, dat ik ze vergeefs
trachtts te verbergen. Ik trad verlegen terug en prevelde
iets, dat ik de andere nicht meende te zier). Maar juist wilde
ik mij verwijderen, gedreven door de begeerte, om dit sa
mentreffen zoo kort mogelijk te maken, toen zij met haar
schoon klinkende stem mij verwijtend vroeg:
Gij zult toch niet zooder een enkel woord vertrekken,
nu het toeval ons heeft samengebracht, mijnheer Raymond?
En toen ik langzaam nader kwam ging zij voortWaart
gij zoo verwonderd mij hier te vinden?
Ik weet niet.... ik verwachtte niet.... was mijn on
samenhangend antwoord. Ik had gehoord dat gij onge
steld waart, dat gij volstrekt niet uitgingt en ook niemand
ontvingt.
Ik ben inderdaad ongesteld geweest, zeide zij,
maar ik ben nu weer hersteld en ben hier gekomen, om
den avond in gezelschap van mevrouw Veeley door te
brengeD, omdat het mij binnen de muren mijner kamer te
eng werd.
Deze woorden werden niet geuit op een toon van beklag,
maar op eene wijze van verontschuldiging over hare tegen
woordigheid aldaar.
Het doet mij genoegen, dat gij uw vriendin eens hebt
bezocht, hernam ik. Het zou werkelijk veel beter voor u
zijn, wanneer gij hier voor goed bleeft logeeren. Het smart
ons allen, dat gij u behelpen moet bij vreemden, waar de
eenzaamheid u dubbel zwaar zal vallen.
Ik wenech niet, dat iemand zich om mij zal bekomme
ren, gaf zij ten antwoord. Het is 't best voor mij om te
blijven, waar ik ben. Ik ben daar niet alleen, maar heb
dikwijls gezelschap van een klein meisje, welks onschuldige
oogen, wanneer ze mij aaDzien, niets als onschuld vinden in
de mijne. Dat kind zal mij voor wanhoop bewaren. Laten
mijne vrienden dus niet ongerust zijn, ik gevoel kracht ge
noeg om den mij opgelegden last moedig te dragen. En
op zachten toon ging zij voortEr is slechts een ding,
dat mij verontrust, dat ik namelijk geheel onkundig ben van
hetgeen er te huis voorvalt. De smart kan ik dragen, maar
de onzekerheid zou mij doen bezwijken. Wilt gij niet zoo
goed zijn mij iets te zeggen omtrent Mary en onze woniDg?
Ik zou 't wel aan mevrouw Veely vragen, maar die is
onbekend met de eigenlijke verhoudiDg tusschen Mary en