NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 5e Jaargang. Maandag 18 Juni 1888, No. 1519. ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIES: Dit Nummer bestaat uit twee Matei. Keizer Friedrich III. S I A DSM K I IV S. WIE IS DE SCHULDIGE? HAARLEMS DAGBLAD Voor Haarlem, per 3 maandenƒ1.20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65. Afzonderlijke nummers- 0.03. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Buresa: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 123. van 15 regels 50 Cents; iedere rage! meer 10 cents Groote letters naar plaatsru.mte. Bij groote opgaven aanzienlijk rabat. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantiers. Directeuren-Uitgevers J. C- PËEREBOOM en J. B. AVIS. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Génerale de Publicite Etrangere G. L. DJUBE Co., JOH. F. JONES, Sucr., Parijs, 31bis Faubourg Montmartre. EERSTE BLAD. De regeering van keizer Friedrich, zegt Edouard Simon, telt nog slechts bij we ken, maar de kroonprins van Pruisen en de kroonprins van Duitschland hebben een vijf en-twintig jarige loopbaan achter den rug. Den 18den Oct. 1831, den gedenkdag van den slag bij Leipzig, kondigde kanon gebulder den Berlijners aan, dat op het paleis te Potsdam een prins het eerste levenslicht had aanschouwd, die den 13den Nov. gedoopt werd met de namen Frede- rik Willem Nicolaas Karei. Zijn eerste levensjaren bracht hij door ouder vrouwe lijke hoede, vooral onder die van zijn moeder, wier liefde voor letteren en schoone kunsten het hoekige van het militaire ré gime dat aan het Pruisische hof heerschte, wist te verzachten. Op zijn negende jaar kwam hij onder mannelijke leiding en werd, als al de vorsten van het huis Ho- henzollern, opgeleid tot soldaat, en reeds op zijn tiende jaar ontving hij de ridder orde van den Zwarten Arend en zijne aan stelling als tweede luitenant. In andere landen zou dit belachelijk klinken, in Prui sen, een monarchie die door oorlogen ge vormd is, was het dat niet. Zijn moeder gal echter het tegenwicht: zij was het die zijne leermeesters koos en hem nevens godsdienst-onderricht, ook grondig onder wijs in geschiedenis, aardrijkskunde, wis kunde, fransch, engelsch, muziek en zang deed geven. Ook bij den jeugdigen prins werd de familie-overlevering gevolgd, die eischte dat ieder harer leden een ambacht leerde: prins Friedrich leerde dientenge volge schrijnwerken en boekbinden. Op zijn achttiende jaar werd de prins, zooals in zijne familie gewoonte was, of ficier in uctieven dienst, daar die waardig heid tol dat oogenblik slechts titulair was. Hiermede was evenwel 's prinsen op voeding niet voltooid: in Bonn ging hij in de recbten studeeren. In 1850 maakte hij eenige reizen en bezocht het volgende jaar met zijne ouders Londen, waar hij aan het hof van koningin Victoria kennis maakte met de kroonprinses, die later zijn gemalin werd. In 1852 keerde hij naar Berlijn terug, om zijn plaats in het leger in te nemen. Op den 29n Sept. 1855 had de verloving van den prins met prinses Victoria van Engeland plaats, een verbintenis, die de goedkeuring van het engelsche volk aan vankelijk niet vermocht te erlangen. In een brief aan eene vriendin beschreef ko ningin Victoria haren aanstaanden schoon zoon aldus//De prins is groot en welge maakt, bijna een hoofd langer dan zijn vader, slank, blond en met een lichtkleu- rigen knevel, ridderlijk en beleefd, een echte Germaan, zooals Tacitus dien be schrijft." De verloving duurde langer dan anders bij vorstelijke personen het geval iseerst iu Januari 1858 had het huwelijk plaats. Den 18en Oct. 1861 werd 's prinsen vader, door het overlijden van Frederik Willem V, tot koning gekroond en de prins dientengevolge met de waardigheid van kroonprins bekleed. In den oorlog met Denemarken in 1863 werd hij aan het leger toegevoegd, minder als krijgs man dan wel als diplomaat, daar de aan voerder van het Oosten rijksche leger, dat verbonden met het Pruisische optrad, ge heime instructiën van zijn vorst had ontvangen. Eerst in den oorlog met Oostenrijk in 1866 had de kroonprins gelegenheid te toonen, dat de uitstekende militaire op voeding, die hij had ontvangen, niet aan een onwaardige was besteed. De verschil lende veldslagen, die hij leverde, werden bekroond door de overwinning bij König- gratz, of, zooals anderen haar noemen, bij Sadowa. Dat hij, hoewel bekwaam veld heer, niet lichtvaardig over den oorlog dacht, blijkt uit de woorden, die hij be zigde, toen reeds in 1867 sprake was van een oorlog met Frankrijk. //Ik zeg u," zeide hij, /,dat het de eerste plicht van een vorst is den oorlog te vermijden, als het mogelijk is. Den oorlog verklaren is gelijk aan eene ontzaggelijke verantwoor delijkheid op zich nemen Toen echter in 1870 de oorlog werke lijk uitbrak, had hij wederom het bevel over eeu der drie legers, die Frankrijk binnentrokken. Men weet, met hoeveel succes ook ditmaal zijn veldtocht werd bekroond. Hij kwam met zijn armee het eerst te Versailles aan, waar hij, na afloop van den krijg-, tot veldmaarschalk werd benoemd, eene waardigheid welke nog nooit door een Pruisischen prins was be kleed geworden. Het was op den 18deu Januari, dat de koning van Pruisen te Versailles tot keizer werd gekroond. Thans was dus Friedrich kroonprins van het keizerrijk Duitschland. In staatszaken wijdde keizer Wilhelm zijn zoon weinig in, wellicht gaf de omstan digheid, dat diens gemalin zich weinig met de wijze van bestuur kon vereenigen, daar toe veel aanleiding. Des te meer wijdde zich de prins aan zijn huisgezin, aan de op voeding zijner kinderen. Dezen werd reeds vroeg gewezen op bescheidenheid en min zaamheid jegens ieder, van welken stand hij ook mocht zijn. De moordaanslag door Nobiling op den keizer gepleegd, noordzaakte dezen zijne bemoeiingen in staatszaken tijdelijk aan den kroonprins over te dragen. Van hier af kan deze schets zeer kort zijn. Het bleek iu vele omstandigheden, dat de kroonprins geworden was wat zijne moeder van hem had willen maken, een man, die uit eigen oogen zag, een eigen oordeel had en die den moed bezat, dat oordeel uit te spreken ook tegen den kei zer en Bismarck, met wien hij in sommige punten zeer van gevoelen verschilde. Men kent het vervolg zijns levensloops, men weet hoe hij in Januari werd aan getast door de vreeselijke kwaal die hem thans ten grave heeft gesleept. Den 9en Maart genoodzaakt naar Berlijn te vertrek ken, daar hij door den dood van keizer Wilhelm in diens plaats aan liet hoofd van het duitsche volk werd geroepen, aar zelde hij geen oogenblik om, hoewel ziek, de reis van uit San Remo in Italië, te onder nemen. Hoe hij zijn tank zoude opvatten duidt het eerste manifest aan zijn volk volkomen aan ,/Ik wensch Duitschland tot de haardstede van den vrede te ma ken in samenwerking met de verbonden Mogendheden en met de coustitutioneele lichamen van den Staat samen te werken tot heil van mijn land." Zijne goede voornemens heeft hij al te korten tijd kunnen toonen. De gevaarlijke kwaal, nu eens stijgend, dan weer dalend, nam allengs toe en «liet is te verwonderen," zegt een zijner ambtenaren, «dat de keizer bij zulk een lijden zulk een geduld en be rusting toonde en zulk een werkkracht ontwikkelde." //Deze Souvereiu", zegt Edouard Simon, z/heeft aanspraak op onze belangstelling èn door zijn karakter eu door zijn ongeluk kig lot." Hij was een vorst met een helder hoofd, een rechtschapen geest, een edel hart. Haarlem, 16 Juni. Zondag den 17den Juni zullen de plaatwerken, betrekking hebben de op de moderne Duitsche beeld houwkunst op het Museum van Kunstnijverheid alhier nog tentoon gesteld zijn. Toegang vrij. Vrijdag werd bevorderd tot doc tor ia de rechtswetenschap aan de rijksuniversiteit te Leiden, de beer C. Q. W. L. C. van der Buijn, ge boren te Haarlem met acad. proems., get.: «De collectieve dagvaarding». (Eenige opmerkingen over Art. 4 Nr. 6 Burg. Rechtsv.) Naar wij vernemen is door de afdeeling Haarlem en Omstreken der Maatschappij :ot Bevordering van Bouwkunst, de volgende prijs vraag uitgeschreven«Het inrichten van den Hertenkamp te Haarlem of een gedeelte daarvan, tot ontspan ningsoord met behoud van de be staande boomen en zonder het door zicht op het Paviljoen te benemen.» De antwoorden worden vóór 1 Oc tober 1888 iDgewacht. Hiervoor zijn uitgeloofd een prijs van f100 en een premie van f40. Aan het verslag der vereeuiging tot ziekenverpleging hier ter stede, uitgebracht in de jaarlijksche vergadering, Donderdag j. 1. gehouden, ontleenen wij het volgende: //Ingekomen waren 123 aanvragen tot verpleging, waar ran aan 97 kon voldaan worden. Zoo noodig geschiedde die ver pleging kosteloos, of wel tegen geringe vergoeding. Het aantal doorloopende ver- pleegdagen was 984, voorts 214 dag- en 368 nachtwaken; in het geheel alzoo 1566. De verpleegsters kweten zich loffelijk van hare taak. Haar aantal, in het begin de9 jaars zeven bedragende, onderging in den loop daarvan eenige verandering; evenwel werden de opengevallen plaatsen spoedig aangevuld door verpleegsters, die hare opleiding aan het Binnengasthuis te Am sterdam ontvingen. Aan eene verpleegster werd wegens gevorderden leeftijd eene jaarlijksche kleine toelage als pensioen verleend. Voor 190 zieken werd aan versterkend voedsel afgegeven: 1553 portiën soep, 5720 eieren en 1200 liter melk. Eeue ontvangst van f128 strekte ter tegemoet koming der kosten, hiervoor vereischt door verkoop van spijskaarten, welke 's winters tegen f 1.50 en 's zomers tegen f 1.25 per week verkrijgbaar zijn. Hiervan werden 77 verstrekt aan de Doopsgezinde gemeente en eenige particulieren. De cursus voor opleiding tot zieken verpleging behoefde dit jaar niet gegeven te worden, daar alle ziekenverpleegsters voldoende, zoowel theoretisch als practisch gevormd waren. De financieele toestand der Vereeniging werd iets gunstiger, door ecu legaat van f 500 van wijlen mejuffrouw Van der Burch en eene gift van f 100. Krachtige onder steuning blijft evenwel noodig om de aan vaarde taak te volvoeren en uit te breiden; hetgeen noodig blijkt, nu aan alle aan vragen niet kan voldaan worden. Wanneer toch reeds voor de verpleeg sters en het uitgedeelde voedsel e3n be drag vereischt werd van ruim f4500, waarin gedeeltelijk werd voorzien door de ontvangst van verpleeggelden, de opbrengst van spijskaarten en voor een deel door jaarlijksche bijdragen van liefdadige per sonen, dan is ruimer geldelijke steun noodig." De dames-bestuurderesseu, die sedert een vijftiental jaren met ijver en toewijding zich ten taak stellen het lijden van haren evenmensch te verzachten, hebben niet alleen aanspraak op de erkenning van alle weidenkenden, doch ook op schraging van hare pogingen. Gelegenheid zal hier voor gegeven worden door het verspreiden eener circulaire, waarin een en ander om trent de Vereeuiging zal worden mede gedeeld, nu gebleken is, dat onbekend heid met haar bestaan voor velen tot nu toe een beletsel was haar te steunen. Uit eene proefneming, welke plaats had in tegenwoordigheid van den staf van het korps brandblus- scbers, den architect en den op zichter over de werken en gebou wen der gemeente, met de water leiding, gelegen bij de Groote Kerk, is geblekeö, dat met die leiding dat gebouw tot de dakgoot kan worden bespoten, zijnde eene hoogte van vier en dertig meter. De heer P. L. de Vries te Zand- voort is benoemd tot inspecteur van politie aldaar. LETTEREN EN KUNST. Voor den grooten internationalen wed strijd te Tilburg, welke wordt gehouden door de N. Koninklijke Harmonie aldaar en begint op 25 Au-, a. s., hebben zich reeds 26 gezelschappen doen inschrijven; o. a. 4 uit België; de //Fanfare St. Hu- bert" van Luik is een dezer. De muziek korpsen, die nog genegen zijn aan het concours deel te nemen, kunnen zich daar toe aanmelden tot en met den 25u dezer maand; ook schutterijmuziekkorpsen kun nen mededingen. Het is te wenschen, dat het velen onzer instrumentale vereenigin- gen niet aan lust zal ontbreken ook mede te doen. De //Académie frantjiise" heeft een groote gouden medaille laten slaan voor Carmen Sylva, die «Le Chant de la Forêt" schreef. In de eerstvolgende openbare zitting zal Sully-Prudhomme de bekroning meedeelen. Op een verkooping van schilderijen te Londen deed een doek, waarop Rubens de figuren en Snijders de vogels en de vruchten had geschilderd, 31.500 gd. Inhoud //S e m p e r v i r e n s" No. 24 Ondoelmatige geheimhouding. Amor- phophallus Rivieri, met een afbeelding. Planera (Zelkowa) Keaki. Ingezonden. Het boomen vellen. Het wiunen der Ahorn-suiker in Noord-Amerika. Plan ten als weêrprofeten. Bliksemafleiders. Verslag van de Alg. Verg. der Poraol. Ver eeniging te Boskoop, gehouden op 8 Juni 1888. Tuinbouw-Tentoonstelling te Apeldoorn. Verschillende mededeelin- gen. Advertentiën. LEGER EN VLOOT. De practische cursus bij de opleiding voor machinisten te Hellevoetsluis is ge- F ES U I Ij li S T O KT. Naar het Engelsch, Katharina Green. 60i XXIV. teleurgestelde verwachting. Zeer aangenaam, meneer, zeide hij, met een vlug gen korten hoofdknik. Promptheid ie een te goedkoope deugd om niet beoefend te worden door een man, die gaarne in zijn vak vooruit wil komen. Maar wat zijn uwe orders? De trein naar New-York zal over tien minuten hier zijn; gij hebt dus geen tijd te verliezen. De trein naar New-York? Wat hebben wij daarmee te maken? Ik dacht soms dat u er mee terug zoudt willen gaan. Meneer Brown, bier gaf hij mij een veel beteekenenden wenk, meneer Brown zendt gewoonlijk zijn reistasch al vooruit naar huis, als hij mij ziet aankomen. Maar dat is uw zaak; mij is 't natuurlijk hetzelfde. Ik wenschte datgene te doen, wat in de gegeven om standigheden het wijste is. Dan raad ik u zoo spoedig mogelijk naar huis terug te keereu, zeide hij, terwijl hij op de eigen bizoudere wijze met de oogen knipte. Wanneer ik u hier alleen laat, dan is het alleen onder dien verstande, dat ge voor ieder ander mij in kennis stelt met 't geen uwe onderzoekingen hebben opgeleverd, dat ge voorloopig uitsluitend in mijn dienst zijt en dat stilzwijgen ons parool is, totdat ik u vrijheid geef om te spreken. Ik begrijp u volkomen, meneer. Wanneer ik werk voor Brown en Co., dan werk ik voor niemand anders, en wan neer ik werk voor Smith en Co., dan werk ik ook voor nie mand anders. Welnu dan, zeide ik, hem een memorandum over reikende, dat ik had opgemaakt stavorens mij van de wo ning van onzen vriend naar het station te begeven, hier zijn uwe instructiën. Hij las het memorandum aandachtig over, ging vervolgens de wachtkamer binnen en wierp het in de kachel, terwijl hij mij fluisterend toevoegde: Het is maar ingeval mij iets zou overkomenik kon soms een aanval van beroerte krijgen of zoo iets. Maar O, maak u niet bezorgd ik heb een uitstekend geheu gen. Bij mij behoeft niemand van papier en pen gebruik te maken. Eu met een gulhartigen iach, die geheel paste bij zijn persooulijkheid, voegde hij er bijU zult waarschijnlijk binnen een paar dagen van mij hooren. Juist kwam de trein van New-York binnen stoomen, toen ik hem met korten veerkrachtigen stap om den hoek der straat zag verdwijnen. De door mij aan N. gegeven instructiën waren de vol gende 1. Te weten te komen, op welken dag en in wiens ge zelschap de heide dames Leavenworth het vorig jaar te R.... waren aangekomen, waarmede zij zich daar hoofdzakelijk hadden beziggehouden, en door wie zij op hare wandelingen meestal vergezeld werden. Hierbij den datum van hun vertrek en alle bizonderhoden, die verder omtrent hen en hare gewoonten, aldaar konden uitgevorscht wordeD. 2. Hetzelfde omtrent den heer Henry Clavering, die ge lijktijdig met en waarschijnlijk als vriend van de beide jonge dames, op de badplaats vertoefd had. 3. Den naam van een persoon, beantwoordende aan de volgende gegevens: Predikant, Methodist, overleden odge- veer in December 11., die in Juli '75 verblijf had gehouden in een stadje, dat niet meer dan twintig mijlen verwijderd was van R.... 4. Evenzoo den naam en de tegenwoordige verblijfplaats van een mannelijk persoon, die toen bij den predikant in dienst was. Wanneer ik beweerde dat ik den tijd die noodig was voor een behoorlijk onderzoek in kalme afwachting doorbracht, zou ik mijzelf een gelijkmoedigheid toekennen, welke geens zins een eigenschap is van mijn karakter. Nooit zijn mij twee dagen langer gevallen dan die, welke verliepen tus- schen mijne terugkomst van R.... en de ontvangst van den. volgenden brief: {Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1888 | | pagina 1