Bericht.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
5e Jaargang.
Woensdag 27 Juni 1888.
No 1527.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIES:
De staalwaterbron in de
Haarlemmermeer.
S 1 A I) S N I E U IV S.
WIE IS DE SCHULDIGE?
I
U/
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem, per 3 maandenƒ1.20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65.
Afzonderlijke nummers- 0.03.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaa: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Olrectenren-IIltgevers .1 C. PEEi
OOM en .1
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents
Groote letters naar plaatsru.mte.
Bij groote opgaven aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantiers.
AVIS.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Génerale de Publicite Etrangére G. L. DA VBE Co., J OH. V. J ONES, Snor., Partje, Slbtt Faulourg Montmartre.
Zij, die zich met lJulia.s.
op HAARLEM'S DAGBLAD
hebben geabonneerd, ontvan
gen de tot dien datum ver
schijnende nummers gratis.
DE DIRECTIE.
Sedert eenigen tijd hebben nu en dan
kleine berichtjes in enkele bladen gecir
culeerd, die vermeldden, dat ergens in de
Haarlemmermeer een bron van ijzerhou
dend water zou zijn ontdekt.
Het heeft wellicht de verwondering ge
wekt, dat de Haarlemsche bladen over deze
belangrijke zaak tot nu toe hebben gezwe
gen. De oorzaak hiervan is nu opge
heven, zoodat wij thans kunnen verklaren,
dat dit gerucht volkomen juist is.
Er is inderdaad in de Haar
lemmermeer een bron ontdekt,
die sterk ijzerhoudend water
bevat.
Deze bron is gelegen op eene boerderij,
die toebehoort aan de familie Dyserinck,
alhier.
Binnen korten tijd zal de analyse er
van worden openbaar gemaakt en zullen
wij niet gebreke blijven, haar onzen lezers
te doen kennen.
Reeds is het water dan ook, hoewel op
kleine schaal, voor geneeskundige doelein
den aangewend. Eenige honderdeu flesscheu
zijn afgetapt geworden en door enkele
doktoren hier ter stede aan hunne patiën
ten verstrekt.
Wij zijn er van overtuigd, dat ieder,
die deze mededeeling leest, zich drie vra
gen zal doen en wel de volgende: Hoe is
dat water daar gekomen, zal het voort
durend eene beduidende hoeveelheid op
leveren en teu slotte: welk belang heeft
deze ontdekking voor Haarlem?
Men zal gemakkelijk begrijpen, dat wij
evenmin instaat zijn, een antwoord op de
eerste vraag te geven als de lezer zelf.
Meer licht kunnen wij verschaffen over
de tweede vraag. Reeds vijf jaar geleden
is de bron ontdekt en al dien tijd heeft
ze gevloeid en is berekend, dat ze dage
lijks eenige duizende liters water levert,
zelfs in droge zomers, terwijl het water
een nagenoeg onveranderlijken warmte
graad bezit. De vrees, dat de toevloed op
den duur niet voldoende zou zijn, kan
dus worden ter zijde gesteld.
Thans de vraag: «welk voordeel de ge
meente Haarlem bij deze ontdekking zou
kunnen hebben?" En op deze vraag zou
den wij het volgende willen antwoorden:
Dat deze ontdekking voor
Haarlem kan worden een zeer
belangrijke bron van inkom
sten, dat deze ontdekking
Haarlem kan maken tot een
K u r-0 rt, zooals men die in groo-
ten getale inD u i tschlan d heeft,
waar de ontdekking vaneen
dergelijke bron aan een tot
dien tijd onbekende plaats
vaak ontzaggelijke voordeelen
heeft opgeleverd.
Wat toch is het geval? De Haarlom-
mermeerpolder zelf, geheel en al ontbloot
van natuurschoon, stiefmoederlijk bedeeld
met vervoermiddelen, is niet de plaats
waar zulk een bron met vrucht kan wor
den geexploiteerd. Patiënten die staalwater
moeten gebruiken, hebben daarbij tevens
noodig eene fraaie omgeving, de nabijheid
van bosschen, van schoone wandelingen,
van heuvels. Men begrijpt wat wij zeggen
willenDe stad Haarlem is uitmuntend
golegen tot exploitatie van deze bron.
Inderdaad werken de omstandigheden
waaronder onze stad verkeert, op niet ge
noeg te waardeeren wijze mede, om deze
onze opinie krachtig te ondersteunen. De
stad zelf is ruim en luchtig gebouwd, wij
kunnen roemen op heerlijke wandelingen,
op schilderachtige duinen, op een fraai
bosch, terwijl ten overvloede een badplaats
zich in de onmiddellijke nabijheid bevindt,
en Amsterdam in nog geen li.df uur tijds te
bereiken is.
Overdrijven wij dan, wanneer wij met
enthousiasme deze ontdekking begroeten
Dat er eenige jaren zullen heengaan vóór
de hoop die wij koesteren, Haarlem tot
een Kurort te zien worden, zal zijn ver
wezenlijkt, wij zullen de eersten zijn dit
onmiddellijk toe te geven, mits men dan
ook maar met ons de overtuiging koes-
tere, dat die hoop niet ongegrond is, dat
wij geen fata morgana, geen luchtspiege
ling willen doen zien.
Dat wij niet alleen staan in onze ver
wachting bewijst het feit, dat in een der
laatste zittingen van den gemeenteraad,
toen de concept-overeenkomst met de
Duinwater-Maatschappij werd behandeld,
de heer Lodewijks het voorstel deed, dat
de gemeente zich zoude voorbehouden den
aanleg van eene geleiding van genees-
krachtig water. De leden van den
Raad waren daaromtrent blijkbaar in de
geheime zitting door den heer Lodewijks
ingelicht en keurden dan ook het voorstel
goed.
Wat de gelegenheid tot exploitatie be
treft, men zoude die voor den eer
sten t ij d gemakkelijk en goedkoop kun
nen scheppen, door het water naar den
Hout te leiden en daar een drinkzaal te
maken.
Dit is echter een zaak die thans nog
niet aan de orde is. In afwachting van
nadere berichten omtrent deze belangrijke
zaak, berichten die zich niet lang zullen
laten wachten, hebben wij gemeend boven
staande commentaren aan de feiten toe te
moeten voegen, om de belangstelling voor
de zaak op te wekken.
Nog eens: wij en velen met ons, die
met de zaak bekend waren, koesteren van
de ijzerhoudende bron in den Haarlem
mermeer, voor onze stad, groote ver
wachtingen.
Haarlem, 26 Juni.
Het doet ods genoegen er op te kunnen
wijzen, dat thans weder een voorstel bij
den Raad aanhangig is om te voorzien in
den gevaarlijken en onaangenamen toe
stand van de overwegen alhier. In ons
vorig Raadsverslng (zie ons nummer van
22 dezer) deelden wij het biunenkomen
van dit stuk reeds mede.
De deskundigen, de heeren Leyh en
Michielse, hebben in overleg met den heer
W. van Doorn, ambtenaar aan de Holl.
Spoorweg-maatschappij eene kosten-bereke-
ning gemaakt van het bouwen van een brug
over den overweg en van het maken van
een tunnel, beiden aan den Kruisweg. De
eerste zou kosten f12.155, de laatste
f 35,300. Aan het einde van hun rapport
geren deze deskundigen te kennen dat het
hun, in weerwil van de hoogere kosten
veel practischer voorkomt een tunnel dan
een brug te maken, met het oog op de
reeds vroeger door ons vermelde bezwaren.
Des winters n.l. zal bij regen, sneeuw of
ijzel de brug nagenoeg ontoegankelijk zijn,
terwijl voor kinderen bet beklimmen van
zulk een booge brug altijd gevaarlijk is.
Evenmin zullen oude of zwaarlijvige per
sonen de brug die 5.45 M. boog is, gaan
beklimmen.
Het komt ons voor, dat, een en ander
in aanmerking genomen, bet nut van zulk
een brug miustgenomen twijfelachtig hee-
ten mag.
11. en W. zijn een tegenovergesteld ge
voelen toegedaan ais de deskundigen. Zij
adviseeren aan den Raad, te besluiten tot
het bouwen van een brug omdat de kos
ten zooveel lager zijn.
Hoezeer wij het ook waardeeren, dat de
zuinigheid bij de gemeente-financiën streug
in acht wordt genomen, komt bet ons toch
voor dat zij bier de wijsheid wel eens kon
bedriegen. De overbrugging is een halve
maatregel, B. en W. erkennen het zelf
met de volgende woordenuWij ontken
nen geenszins, dat aan eene overbrugging,
vooral in het ongunstige jaargetijde, be
zwaren zijn verbonden." En juist in het
ongunstige jaargetijde beeft men de meeste
baast, over het algemeen zal het iemand
op een mooien lente- of een warmen zomer
dag tamelijk onverschillig zijn, een paar
minuten te wachten.
Onzen lezers is het bekend dat wij, hoewel
thans van deze twee plannen het tunnel
plan de voorkeur geveude, met geen dier
beide plannen zeer zijn ingenomen, daar
ze ons onvoldoende toeschijnen. Wij zullen
evenwel niet herhalen, wat wij daarover
als onze meening hebben te kennen gege
ven, en stellen veel vertrouwen in de be
slissing van den Rand.
De Maatschappij tot bevordering
der Toonkunst heeft aan onze stad-
genoote mej. A. IClees, na afgelegd
examen, het diploma voor klavier-
spel toegekend.
De heer Snardus Posthuma, ge
neesheer alhier, herdacht Zaterdag
jl. zijne vijfentwintigjarige loopbaan
als zoodanig. Yan dit tijdvak was
hij sedert Augustus 1874 in deze
gemeente gevestigd, na ruim tien
jaren te Harlingen te hebben ge-
practiseerd. Talrijke bewijzen van
belangstelling vielen hem bij deze
gelegenheid ten deel.
In den Zaterdag gehouden scherm-
wedstrijd, gegeven door den «Ou
derlingen Amsterdamsehen scherm-
cursus», werd door onzen stadge
noot den heer A. J. Meijerink, lid
van «Bato» alhier, de eerste prijs,
een verguld zilveren medaille, op
sabel behaald.
In de Maandag middag te Am
sterdam gehouden vergadering van
den geneeskundigen raad van Noord-
Holland werd door den inspecteur
Dozy verslag uitgebracht omtrent
de bevindingen en handelingen van
het geneesk. staatstoezicht van 1
Dec. 1887 tot 1 Juni 1888. Daaraan
is o. a. het volgende ontleend:
Te Haarlem zijn 12 letterzette-
rijen en drukkerijen bezocht, die te
zamen 192 werklieden hebben, on
der welke 39 of 20 pet. beneden
16 jaar. De lokalen waren over het
algemeen goed verlicht en bevat
ten niet aanmerkelijk verontreinig
de lucht. Het uiterlijk der werklie
den was over het algemeeen niet
slecht. Wel wordt het bedrijf voor
ongezond gehouden wegens het
lang voorover staan bij het zetten
en gevaar voor loodvergiftiging.
Echter is de laatste slechts bij 2
zetters in één groote zetterij waar
genomen. Vooral wordt als voor
zorg noodig geacht, dat de werk
lieden niet eten in de lokalen waar
gewerkt wordt, en er gelegenheid
bestaat de handen te wasscben. De
letterkasten (van den heer Van Dijk)
met dubbelen bodem, waar de stof
kan doorzakken, waren nergens in
gebruik, omdat men er practische
bezwaren tegen had. Den uitvinder
is verzocht op te geven waar de
kasten werkelijk in gebruik zijn,
aan welk verzoek nog niet is vol
daan.
«De gewone letterkasten wórden-
gereinigd door ze met een blaasbalg
buiten de drukkerij uit te blazen.»
«Omtrent eene lettergieterij te
Haarlem wordt de opmerking ge
maakt, dat het wenschelijk is het
elijpen der letters niet aan huis door
de werklieden te doen geschieden,
maar in de fabriek, waar, zonder
gevaar voor kinderen, voor behoor
lijk aanvegen kan worden gezorgd.»
Ingekomen aanvragen van werk
zoekenden bij de Arbeidsbeurs aan
het bureau van Haarlem's Dagblad: 1
knecht voor loop- of pakhuiswerk,
1 timmermansknecht.
Ingekomen aanvragen van werk
gevers 1 schoenmakersleerling, 1
loopjongen.
Met ingaEg van 16 Juni is de
surnumerair ten postkantore te O ver
veen H. Suermondt veplaatst naar
Rotterdam.
Men schrijft ons uit Haarlem
mermeer:
Iu zake de vermeerdering van
het hulppersoneel op de scholen, en
het niet goedkeuren van de begroo
ting over 1888 der gemeente Haar
lemmermeer, waarop de Raad zich
tot den Koning heeft gewend met
verzoek tot vernietiging van het
besluit der Staten, is thans de ge
meente niet ontvankelijk verklaard.
Eene geheime zitting van den Raad,
Maandagmorgen te 8 uur, bad hier
op betrekking.
Tijdens het afdrukken van ons
vorig nummer ontvingen wij de tij
ding dat bij bet korte do hevige
onweder, dat Maandagmiddag boven
Haarlemmermeer woedde, twee boer
derijen door den bliksem werden ge
troffen; een dezer gebouwen stond
dadelijk geheel in brand. Nadere
bizonderheden zijn ons nog niet ge
worden.
FHUIIiLBTOlff.
Naar het Enqelsch, van Anna Katharina Green.
611
XXVI.
8RYCB VERKLAART ZICH NADER.
Zij zit niet in de kast, zeide Gryce, de richting
mijner oogen volgende. Wij hebben ook nog geen vol
komen zekerheid waar zij wél is. Doch er is bericht geko
men, dat een meisjesgezicht, hetwelk vermoedelijk dat van
Hanna is, gezien is voor een venster der bovenste verdie
ping van een zeker huis in.... schrik niet.... in R.... waar
zij verleden jaar, toen zij zich met de dames Leavenworth
in het hotel bevond, van tijd tot tijd bezoeken kwam af
leggen. Bovendien is reeds gebleken, dat zij op den avond
van den moord, New-York heeft verlaten met de.... spoor
weg, hoewel nog niet zeker is uitgemaakt tot hoever zij
toen gegaan is; wij zullen dit echter nader zien uit te
Vorsehen.
Maar....
Indien zij zieh daar werkelijk bevindt, vervolgde
Gryce, wordt zij er verborgen gehouden, en wel op zeer
behoedzame wijze. Niemand behalve onze berichtgever heeft
haar nog gezien, en niemand der buren vermoedt ook dat
zij zieh daar bevindt.
Hanna verborgen in een zeker huis te R....? Wiens huis?
De naam van de dame bij wie zij verblijf houdt, wordt
in het bericht opgegeven als Belden.... Mrs. Amy Belden.
En Gryce zag mij met zijn vriendelijkst mogelijken glim
lach veelzeggend aan.
Amy Belden 1 De naam dien Clavering's kamermeisje
in Londen geschreven vond op een verscheurde enveloppe?
Juist.
Dan zijn wij op het punt een gewichtige ontdekking
te doen, zeide ik, zonder te trachten mijn innerlijke vol
doening te verbergen, de voorzienigheid is tusschen
beide gekomen en Eleonore zal gered worden. Maar wan
neer is u dat bericht geworden?
Van nacht, of liever, van morgen; het werd mij ge
bracht door N.
Het was dus een bericht aan N?
Ja; een der resultaten van zijne nasporingen te R....,
naar ik vermoed.
Door wien wae het onderteekend
Door een vertrouwbaar persoon, een blikslager die de
naaste baur is van Mrs. B.
En is dit de eerste keer dat gij iets verneemt omtrent
een zeker Amy Belden, die woonachtig is te R....?
Ja.
Ie 't een weduwe of een getrouwde vrouw?
Dat weet ik niet; alles wat mij tot nu bekend is,
is haar naam.
Hebt ge N. reeds uitgezonden om nadere inlichtingen
in te winnen?
Neen, de zaak zou hem allicht te machtig zijn en ik
heb daarom geaarzeld haar hem alleen toe te vertrouwen.
Er zou op eeu gegeven oogenblik missehien zeer veel over
leg en nadenken kunnen gevorderd worden, en hoewel N.
in 't speuren moeilijk zijn meester zal vinden, voldoet hij
beter in kleine zaken dan in groote; hij zou allicht be
hoefte kunnen hebben aan den steun van een meer ont
wikkeld oordeel.
Om kort te gaan....
Ik zou gaarne zien, dat gij er heen gingt. Nu het
mij onmooglijk is zelf te gaan, weet ik niemand anders,
die voldoende op de hoogte der zaak is, om de onderne
ming tot een gewenscht einde te brengen. Gij begrijpt, dat
het niet genoeg is het meisje op te sporen en zich te over
tuigen, dat zij het is, die wij zoeken. De hoogte, waarop de
zaken thans staan, maakt het noodzakelijk, dat hare in-
hechtenis-neming zooveel mogelijk in stilte en zonder op
zien volvoerd worde. Ongetwijfeld wordt niet alleen veel
overleg, maar ook verstandig oordeel en zelfs buitengewone
geestkracht vereischt, om zich in een afgelegen dorp in
een vreemde woniDg te begeven, een meisje, dat daar wordt
verborgen gehouden, voor den dag te brengen en na dit
volbracht te hebben, haar, zoo noodig, dreigen, vrees aan
jagen of paaien met beloften, kortom, zoover te brengen,
dat zij uit haar schuilplaats meegaat naar de woning van
een geheimen politie-beambte in New-York, en dit alles
zonder de aandacht te wekken der naaste buren. En dan