NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD.
6e Jaargang.
Woensdag 4 Juli 1888.
No. 1533.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIES:
Dit Nummer bestaat uit twee Mei.
S T A I) S N I E U S.
WIE 18 DE SCHULDIGE?
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem, per 3 maandenƒ1.20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65.
Afzonderlijke nummers- 0.03.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents*
Groote letters naar plaatsru.mte.
Bij groote opgaven aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en couTantiers.
Mlrecteuren-Ultgevers J. C. FEËKEKOOH en .1 B. AVIS.
Roof dementen voor het Buitenland: Compagnie Génerale de Publieite Etranr/êre G. L. VAVBE Qr Co., JOH. F. JONES, Sucr., Parijs, 31bts Faubourg Montmartre.
EERSTE BLAD.
Over het behandelen van
drenkelingen.
Eenige weken geleden heeft de
heer Cohen Staart (ook ten onzent
door zijne voordrachten in .Weten
■>n Werken» wel bekend) eene lezing
Alkmaar gehouden, waarin hij
a. besprak de wijze, waarop men
levensgeesten bij drenkelingen
et opwekken.
Aan deze voordracht was iets zeer
geDaardigs verbonden ze was n.l.
aanschouwelijk. De bewegingen, die
men op drenkelingen moet uitoefe
nen, werden verricht op een jongen,
die zich daartoe leende.
Het komt ons voor dat dit «aan
schouwelijk onderwijs», om het zoo
eens te noemen, van veel belang 's
om een goed idee te geven van de
wijze waarop men een drenkeling
behandelen moet. Beschrijvingen en
afbeeldingen, hoe verdienstelijk ook,
kunnen niet wedijveren met eeue
aanschouwelijke voorstelling en
wij meenen te mogen veronderstel
len, dat zij, die de voordracht van
den heer Cohen Stuart hebben bij
gewoond, flink zullen kunnen op
treden wanneer onverhoopt hun hulp
in een dergelijk geval mocht wor
den ingeroepen.
Niemand zal ontkennen, dat het
zeer weDSchelijk zou zijn, zoo ieder
een wist, op welke wijze men bij
een drenkeling, van wien men kan
veronderstellen dat er nog een le
vensvonk in hem sluimert, die vonk
kan aanbiazeo. Zoodra er een paar
warme dagen zijn geweest, leest
men in de dagbladen het korte,
maar droevige relaas van ongeluk
ken die bij het baden of zwemmen
hebben plaats gehad, ongelukken
waarvan de d* odelijke afloop wellicht
had kunnen worden voorkomen, zoo
degenen die er bij tegenwoordig wa
ren, de goede wijze van behande
ling hadden gekend.
Aan verkeerde begrippen hierom
trent toch is geen gebrek. Deze, niet
wetende hoe te doen, zendt om een
geneesheer en verricht inmiddels
n.ets, gene begaat uit onkunde een
fout, die voor den drenkeling levens
gevaarlijk zijn kan, een derde meent
dat hij niets doen mag vóór de po
litie ter plaatse ie, eene opvatting
die algemeener verspreid is dan men
wel denken zou en die toch volkomen
onwaar is. Wij zouden anders niemand
willen aanraden, om zelf voor dok
ter te gaan spplen, maar in dit ge
val is onmiddellijke hulp noodzake
lijk, en vindt hier vooral het gezegde
«wie spoedig helpt, helpt dubbel»,
zijne toepassing.
Eu is het niet een pijnigende ge
waarwording, bij een drenkeling te
staan, in wien men vermoeden kan
dat het leven nog sluimert, zonder
in staat te zijn, iets te doen om dat
leven weer te doen opvlammen
Zou niet ieder in zulk een geval,
al ware de drenkeling hem geheel
en al onbekend, wenschen, hartgron
dig wenschen dat hij dezen redden
kon Wij meenen van ja en het is
om die reden, dat wij het niet on
dienstig hebben geacht, hieronder
nog eens mede te deelen op welke
wijze men een een drenkeling met
de meeste kans op welslagen moet
behandelen.
Wij herinneren ons, dat eens in
een rivier die langs een kleine plaats
stroomde, een knaap die aan het
zwemmen was, door kramp aange
grepen plotseling wegzonk. Spoedig
aangebrachte hulp bracht den jon
gen op het droge en onmiddellijk
begaf zich een der redders op weg
naar een geneesheer. De knaap was
bewusteloos, maar zijn hart klopte
nog, hoewel zeer flauw. De man
die bij hem was en die de behan
deling van drenkelingen niet kende
meende wèl te doen door hem
neus en mond dicht te houden, om
dat het schuim hem op de lippen
stond.. Toen de dokter kwam, klopte
het hart niet meer. Wij zullen niet
beweren, dat deze man de laatste
levensgeesten had verjaagd,, wel, dat
hij ze had kunnen opwekken.
Ziehier de voorschriften:
Neem vuil, modder en slijk uit
mond en neus en breng hem voor
zichtig op het droge op een warme
plaats, in de nabijheid van de plaats
van het ongeval, zorg dragende dat
het hoofd hooger dan de beenen
komt; ontdoe hem voorzichtig door
mes of schaar van de kleederen,
leg hem dan op een matras, wollen
deken of een:g kleedingstuk. Hel
pers moeten intusschen kruiken met
warm water of zakken met warm
zand klaarmaken. De drenkeling
wordt nu goed afgedroogd, met
warme flanellen of wollen lappen
gewreven en worden de kruiken of
zandzakken om hem heen gelegd
daarna moeten de helpers voetzolen,
handpalmen, armen, beenen, buik
enz. borstelenterwijl de hoofd
helper (een moet er zijn, die baas
is) nu overgaat tot de aanwending
der kunstmatige ademhaling. Hij
plaatst zich daartoe aan het hoofd
einde van den drenkeling, vat diens
beide armen aan het elleboogsge
wricht, drukt de armen tegeD de
zijden van den drenkeling en voert
nu die armen zoover hij kan (in een
cirkelboog) van het lichaam af en
brengt ze naar boven, zoo dat het
hoofd tusschen de armen komt te
Eenige seconden houde men v.óó
de armen van den drenkeling boven
het hoofd, voere ze daarna laDgs
den zelfden weg weder naar bene
den en drukke ze sterk tegen de
zijden van den drenkeling. Telkens
wanneer de eene helper de armen
opwaarts brengt, trekt de anderede
punt van den tong flink naar voren
en drukt bij het naar beneden gaan
der armen de zijden en de maag
streek (niet den buik) vau den dren
keling.
Het op- en nede-waarts bewegen
der armen duurt telkens eenige se
conden en wordt minstens vijftien
minuten volgehouden. De overige
helpers houden vol met wrijven.
Men eindige nooit na de eerste be
werking, maar herhale die kunst
matige ademhaling meermalen, be
denkende dat het in het leven terug
roepen nog kan gelukken, nadat de
drenkeling 35 h 40 minuten en lan
ger in het water gelegen had. Blijf
dus werkzaam tot de geneesheer
komt. Begint de drenkeling te ade
men laat hem dan rustig op den
rug liggen en zoek de huidwarmte
door wollen dekens te bevorderen.
Geef hem daartoe warme thee met
wat brandewijn of wijn.
Haarlem, 3 Juli.
Den lsten Juli is de vacantie van
de school voor kunstnijverheid be
gonnen. Daar de teeken-, schilder
en boetseerstudiën der leerlingen op
de Haagsche tentoonstelling van
oude en nieuwe kunstnijverheid en
op de tentoonstelling van decoratief-,
schilder- en beeldhouwwerk, die op
het museum van kunstnijverheid te
Utrecht gehouden wordt, tentoon
gesteld zijn, zal dit jaar, zooals ge
woonlijk, in de localen der teeken-
schooi geene tentoonstelling gehou
den worden.
De cursus zal primo September
weder beginnen.
Zaterdag werd aan het ministerie
van Justitie het maken van het
nieuwe gerechtsgebouw in de Jans
straat alhier, aanbesteed, waarvan
wij onlangs eene beschrijving gaven.
Minste inschrijver was de heer
C. Eijsvoogel, te Aarlanderveen, voor
f 67,440. De raming bedroeg f71.700.
Gedurende de afgeloopen maand
zijn door de politie alhier 24 per
sonen vervolgd wegens dronkenschap
op straat. In de maand Juni van
het vorig jaar was dit getal 43 dus
19 meer.
Zondag bracht de heer Martin,
gymnastiek- en dansonderwijzer al
hier, met de onder zijne leiding
staacde meisjes-leerlingen een be
zoek aan Bergen en omstreken.
Een hoogst aangename dag werd
op deze wijze doorgebracht, dank
zij de afwisselende en prettige lei
ding, die de heer Martin en zijn
assistent, de heer Meijerink, aan der
gelijke uitstapjes weten te geven.
Maandagavond heeft de kegelclub
«de Koekkoek», alhier, een prijs
kamp gehouden waarvan de uitslag
is geweest als volgt
le prijs werd behaald door A. van
Brederode2e prijs door J. van Ek
Jbz. en de 3e (poedelprijs) door J.
W. Holderman.
Bij den Zondag te Utrecht ge
houden kegelwedstrijd werd de le
korpsprijs behaald door «de Vcree-
niging», te 's-Hage en de tweede
door de Kegelclub, te Dieren.
Bij den personeelen wedstrijd wer
den o. a. prijzen behaald door de
heeren A. F. Droste, A. T. Kerre-
bijn en Kruseman, allen leden der
Veroeniging «Koekkoek» alhier.
Ingekomen aanvragen van werk
zoekenden bij de Arbeidsbeurs aan
het bureau van Haarlem's Dagblad: 1
loopknecht.
Ingekomen aanvragen van werk
gevers 1 molenmakersknecht.
De Duitsche torpedoboot^ IIIS
bestemd naar Italië, is Maandag
weder van IJmuiden naar zee ver
trokken.
LETTEREN EN KUNST.
De Provinciale Boud voor Harmonie
ën Fanfare-korpsen in Noord-Holland (uit
sluitend bestaande uit dilettanten) zal haar
le jaarlijksch concours houden te Purme-
rend, op Zondag 8 Juli.
Te Utrecht is het vergelijkend exa
men gehouden voor organist der Domkerk
aldaar, waartoe 8 candidaten waren opge
roepen slechts 6 verschenen. Op de voor
dracht zijn geplaatst de heeren Brandts
Buys, organist te Zutphen, en Wagenaar,
idem te Utrecht. De commissie van beoor
deeling bestond uit de heeren S. De Lange,
Nicolaï en Lussow, (organist te Botterdam.)
Van H. J. Schimmel wordt weldra
verwacht een roman //De kapitein der lijf
garde", vervolg op //Sinjeur Semeyns."
Joh. C. V. schrijft in //Caecilia",
z/dat de vroegere zangeres der Rotterd.
Opera, mej. von Tarnay (eigenlijk baron
nesse Tronner von Waldheim), dezer dagen
met een lid vau een onzer geachtste fami-
liën in het huwelijk is getreden."
OBDERWIJS.
De heer Rogge, hoofd der school in de
Beemster, vierde Zaterdag zijn zilveren
ambtsfeest.
VISSCHERIJ.
E n k h u i z e n, 30 Juni. De
van ansjovis is in de laatste helft der af
geloopen week niet bizonder ruim geweest.
Gisteren werd alhier aangevoerd 125,000
stuks ansjovis, prijs f 7.50 per 1000; per
boot werd van 500 tot 4000 stuks gevan
gen. Heden aangebracht 400 kg. schol,
prijs f 5 per wichtje; 75.000 stuks ansjo
vis, prijs f 7.50 per 1000; per boot werd
gemiddeld 1500 stuks gevangen. Veel an
sjovis wordt in zee aan opkoopers verkocht,
daar zij hoogere prijzen besteden dan de
zouters alhier.
FBUIL.I1ETO IKT»
Naar het Engelsch, van Anna Katkarina Green.
741
XXVIII.
EEN VREEMDE ERVARING.
Ik spande mij nu dubbel in, opdat mij geen enkele barer
bewegingen ontgaan zou en trad daartoe voorzichtig een
paar stappen nader, toen de door haar aangestoken lucifer
uitging en wij opnieuw in 't duister gehuld waren.
Terwijl zij bezig was een andere aan te strijken, bedacht
ik dat 't misschien veiliger zou zijn haar met meer zorg van
nabij te bespieden, vooral daar bet lichten aan den hemel
erger werd en ik bij ontdekking van hare zijde mijn plan
nen wellicht in rook zou zien opgaan. Ik besloot dus met
t bemachtigen der doos te wachten, tot zij was heenge
gaan en begaf mij daartoe naar den anderen kant ter zijde
van de hut, waar ik gehurkt bleef neerzitten. Verscheidene
minuten verliepen gedurende welke dikke duisternis en plot
selinge lichtstralen elkaar bestendig afwisselden, maar zij
kwam nog steeds niet te voorschijn.
Eindelijk begon ik mijn geduld te verliezen en wilde juist
naar de deur terugkeeren, toen ik baar zag heengaan en
behoedzaam voortstrompelen naar de brug. Zoodra ik rekende
dat zij ver genoeg weg was, sloop ik naar voren en trad
de loods binnen. Het was er zoo mogelijk nog donkerder
dan daar buiten, maar daar ik e 'n groot liefhebber van
rooken was, had ik, zooals gewoonlijk, een doosje lucifers
in mijn zak, waarvan ik er haastig een aanstreek. Het licht
dat ik hierdoor verkreeg was echter uiterst zwak en daar
ik natuurlijk niet wist waar ik het eerst moest zoeken,
stond ik weer in het donker voor ik de plaats, waar ik
mij bevond, slechts met een vluchtigen blik had kunnen
opnemen.
Ik deed nu een tweeden lucifer ontvlammen, maar hoewel
ik dadelijk naar den grond boog om de plek te ontdekken,
waar zij de doos kon geborgen hebben, was ook die opge
brand, vóór ik dat doel bereikt had. Ik begon nu in te zien
hoe moeielijk het zou zijn om mijn doel te bereiken. Juf
frouw Belden had zich waarschijnlijk vooraf beraden waar
zij de doos verbergen wilde; ik daarentegen had niet de
minste aanwijzing en kon slechts lucifer na lucifer vermor
sen, zonder dat 't mij iets baatte. Reeds waren ze allen
verbruikt op één na en ik bad mij nog niet eens kunnen
verzekeren of het voorwerp dat ik zocht, misschien verbor
gen was onder een hoop prullen in een der hoekeD, toen
het mij opviel, dat een der planken onder mij een weinig
losser lag dan de andere. Maar ik kon nog slechts beschik
ken over éen lucifer en ik moest toch die plank, zoo de
doos er zich al onder bevond, opheffen, den grond omwoe
len en de doos voor den dag halen.
Ik besloot zooveel mogelijk met overleg te werktegaa_
en knielde daarom in 't donker neer, op den tast beproe
vende of de plank ook te bewegen was, hetgeen werkelijk
het geval scheen te zijn. Ik verwrikte haar met al mijn
macht, kreeg haar los en wierp haar op zij;.toen stak ik
den iucifer aan en begon te zoeken. Bijna onmiddellijk ont
waarde ik een voorwerp, waarvan ik moeilijk" bon bepalen
of 't een steen of een doos was, maar terwijl ik er naar
greep, ging mijn lucifer uit. Ik verweet mij zelf mijne on
handigheid, doch besloot mij in ieder geval meester te
maken van hetgeen ik gezien had; ik tastte een paar keer
rond, en had bij den tweeden greep het door mij begeerde
voorwerp in de hand. Het was werkelijk de doos.
Niet weinig voldaan over den uitslag van mijn poging,
begaf ik mij op den terugweg, in de hoop van nog voor
juffrouw Belden weer thuis te zijn. Doch was dit mogelijk
Zij had een goed eind weegs op mij voor en ik zou baar
onvermijdelijk moeten passeeren, waarbij ik de kans liep door
haar herkend te worden. Ik besloot toch het te beproeven,
overwegende, dat 't in elk geval gewaagd moest worden.
Zoodra ik den grooten weg bereikt had, stapte ik flink
door en hield dit een gruimen poos vol, zonder iemand te
ontmoeten of voorbij te komen. Maar bij een plotselinge krom
ming van den weg bevond ik mij eensklaps vlak bij juf
frouw Belden, die midden op het rijpad stond te kijken.
Hoewel ik eenigszins schrikte, vertraagde ik echter geen
oogenblik mijn gang, maar liep door, in de verwachting, dat
zij zou beproeven mij in te halen. Zij liet mij zonder iete
te zeggen voorbijgaan en scheen mij niet eens gezien of ge
hoord te hebben. Hierover zeer verwonderd, te meer nog