NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 6e Jaargang. Maandag 9 Juli 1888. No. 1537. ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIES: Dit Nummer Instaat nittweeMaflen. S i A I) SIV I D n s. WIE IS DE SCHULDIGE? "AARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem, per 3 maanden/1.20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65. Afzonderlijke nummers- 0.03. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. üureeQ: Kleine Houtstraat No. 0. Haarlem. Telefoonnummer 122. ▼an 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 eent« Groote letters naar plaatsruimte. Bij groote opgaven aanzienlijk rabat. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekbandelaren, postkantoren en courantiers. Directeuren-Uitgevers J. C. PEEREBOOM en J. B. AVIS. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Génerale de Publieite Etrangére G. L. DAJJBE Co., JOH. F. JONES, Sucr., Partje, 31btt Faubourg Montmartre. EERSTE BLAD. Haarlem, 7 Juli. Zondag den 8en dezer, zullen de afbeeldingen der beeldhouwwerken wan den Duitschen beeldhouwer Tilmon Riemenschneider, op het Museum van Kunstnijverheid alhier nog tentoongesteld zijn. De toegang is Zondags vrij. Plaatsgebrek deed ons Vrijdag de vermelding u tstellen van het Don derdag in de «Vereeniging» gege ven concert door het welbekende Rotterdamsch harmonie-orkest, on der leiding van den kapelmeester prof. Karl Muller Berghaus. Wij zouden niet in détails wen tellen te treden, ware het niet, dat dit concert op ons een bij uitstek junstigen indruk gemaakt en laar onze meening zelfs vorige con certen in de schaduw gesteld heeft. Het heerlijke weder deed ons deze muziekuitvoering in haar vollen imvang genieten. Het was ons voor le uitvoerenden een genoegen, dat le fraaie tuin der «Vereeniging» ïaast te klein was, om alle opge- tomenen te bevatten en ook nog ;en gedeelte der aangrenzende groote iaal door toehoorders was gevuld. Idet een enkel woord willen wij wijzen op de wegslepende uitvoe- ■iijg van «Ave Maria von Schu iert», arr. K. Muller Berghaus en, n dezelfde afdeeling, van de «Grande fantaisie brillante sur l'opéra VA fri 'ainet de Meyerbeer, arr. Clément. 3e tweede afdeeling schonk mede reel tegenieteu, wij herinneren Blechts lan de 9e Symphonie van Beetho- ren, a-r. Müller Berghaus, waarvan rertolkt werden «Allegro m. n. t. en loco maëat.», «Molto vivace» en [Adagio molto cantabile». De uitvoering van dit nummer rooral gaf het doorslaande bewijs, lat de kapel hare krachten in de leste richting heeft ontwikkeld. Tot le laatste nummers behoorden «Estu- liantina - Walzer über Spanische lolksmelodien» en «Die wilde Jagd» 'an Michaëlis. Het laatste, het slot nummer, had door zijn knaleffecten een eigenaardig succes. In 't alge meen kan gezegd worden, dat dit concert een waardige plaats inneemt in de reeks welke dezen zomer door de «Vereeniging» wordt gegeven. In den afgeloopen nacht is door middel van braak uit een houten loods, staande aan den Zijlweg, in de nieuw aangelegde straat, eenig timmermansgereedschap ontvreemd. Tijdens een vergadering van het «Leger des Heils» in «FelixFavore» zijn Vrijdagavond eenige personen, vermoedelijk met een valechen sleu tel, de woning van den luitenant van dat leger, Jansen, aan de Bake- □essergracht, binnengedrongen en hebben den geheelen inboedel door elkander gegooid. i Dezer dagen kwam een buiten- mau met een wagen bespannen met twee zwarte paarden, in al te snellen draf over de Groote Markt rijden. Een agent van politie verzocht hem langzamer te rijden; de boer reed echter even snel voort en dacht: «inhalen doe je mij toch niet Hij had echter misgerekend, want een agent van het bureau Houtpoort, die per telephoon gewaarschuwd was, wachtte den boer reed6 op. «Alle drommels wat kan jij loopeu», zei de boer, die dacht dat hij weer denzelfden agent voor zich zag. Arrondlssements-Kechtbank TB HAARLEM Zitting van Vrijdag 6 Juli 1880. In eene bizondere zitting stond terecht W. C. H., gewezen coramissionnaïr in effecten te Wormerveer. Bekl. had in het begin van dit jaar zichzelf failliet gegeven en volgens gewoonte waren twee curatoren benoemd, om zijne zaken te regelen. Terwijl deze zaak nog hangende was. meende de off. van just, dat H. strafbare feiten had ge pleegd en opende dientengevolge tegen hem eene instructie. Na afloop dezer zeer langdurige en uitvoerige instructie besliste evenwel de rechtbank, dat de zaak niet vatbaar was voor verwijzing naar de openbare rechtzitting en gaf daardoor als hare meeuing te kennen, dat zij het niet eens was met de kwalificatie van den off. van just. Tegen deze beslissing kwam echter thans de laatstgenoemde ambtenaar hij breedvoerig gemo tiveerde memorie in appèl, hetwelk ten gevolge had dat de procureur generaal liet vonnis der arrond'ssements-rechtbank vernietigende, W. C. H. ter openbare terechtzitting verweet. Uit het verhoor der getuigen (negentien in getal) bleek, dat H. van verschillende personen effecten had ontvangen om te laten convertee- ren, andere om te doen afstempelen. Dat hij evenwel deze stukken in pand had gegeven aan anderen, zonder toestemming of voorkennis van de eigenaars dier effecten. Duidelijk bleek uit het getuigenverhoor, welk een treurigen loop deze zaken hadden genomen. In de laatste dagen van December 1887 geraakte bekL in moeilijkheden. Dit duurde totdat hij den l5en Januari moest heta'en een som van 30,000 gulden, dien hij niet bezat. Hij wendde zich daarop tot een zijner vrienden en vroeg dezen, hem het geld te leenen. Deze was hiertoe wel bereid, doch wilde de som die H. vroeg niet alleen ge ven. Er werd derhalve eene bijeenkomst gehou den met zes andere heeren uit Wormerveer, waarhij H. de staat zijner zaken zou blootleggen. Toen kwam deze met de mededeeling dat hij niet 30 maar wel 56 a 57 mille behoefde, om er bovenop te blijven, en, hoewel men wel ge neigd was hem op de been te houden, trok men zich op het liooren van dit cijfer terug, eens deels omdat de Bom zoo hoog was, ten andere omdat men vreesde, dat nader zou kunnen blijken dat laatstgemeld cijfer nog te laag was om de zaak staande te houden. Dit had het faillissement ten gevolge. Wat verder uit het getuigenverhoor ten dui delijkste bleek en ook door beklaagde werd er kend was, dat hij door zijn zaken uit provisie, assurantie enz. een jaaHijksch inkomen had be zeten van zes si zeven duizend gulden en dat alleen ongelukkige speculaties de oorzaak van zijn achteruitgang waren geweest. Overigens waren de verklaringen van hen die met hem in relatie hadden gestaan, uiterst gun stig. Zij teekendeu hem als een man die altijd als solide en accuraat bekend was geweest en die zijn tege .woordken oiige-lnkkigen toestand niet aan liet gewone euvel, een weelderig leven, had te wijten, terwijl de houding van den beklaagde voor de rechtbank duidelijk genoeg aantoonde, hoe diep hij onder zijn lot gebukt gaat. Toen het getuigenverhoor was afgeloopen, nam de substituut-officier van justitie, mr. E. M. von Baumhauer, zijn requisitoir. In eene zeer door werkte en uitvoerige rede kwal'ficeerde hij het door beklaagde begaan misdrijf als verduistering. Door toch stukken, die hem ter afstempeling wa ren gegeven, te verpanden, zeide deze ambtenaar, heeft bekl. ze weerloos gemaalu voor de eigenaars, en heeft hij zich gedragen als heer en meester over het eigendom van anderen, welke handeling de kwalificatie van "toeëigening" volkomen wettigt. Toen bekl. deze stukken verpandde, wist hij dat hij niet in staat zou zijn die weder in te lossen om ze. dan aan de eigenaars terug te ge ven. Maar zelfs al koesterde hij die hoop met vertrouwen, dan toch was de strafbare hande ling al geschied. De subs. off. v. just, acht het van zeer groot belang, dat beklaagde gestraft worde, ook omdat het de eerste maal is dat een dergelijk strafbaar feit onder de nieuwe strafwet wordt behandeld. Zwaar behoeft die straf echter niet te zijn. Door alles wat aan deze zitting is voorafge- an, door het faillissement, door de lange in structie en niet het minst door de openbare terechtstelling, acht spr. beklaagde reeds zwaar gestraft, terwijl zijn berouwvolle bekentenis en de goede getuigenis die van zijn persoon en levenswandel wordt gegeven, tot zachtheid mogen stemmen. Conclusie nemende, requireert de ambtenaar van het O. M., dat beklaagde zal worden schul dig verklaard aan het misdrijf van verduistering en mitsdien zal worden veroordeeld tot gevan genisstraf voor den tijd van zes maanden. Als verdediger treedt op mr. D. Simons van Amsterdam.. In een zeer welsprekend pleidooi befoogde pleiter, dat bekl. een verkeerde, maar niet een strafbare daad had gepleegd. De vraag die hier gedaan moet worden iB deze: "Is door de inpand-geving van die niet aan bekl. toebe- hoorende stukken, een daad van toeëigening ge schied PI. geeft als zijn meening te kennen dat in- pand-geven nog geen eigendomsrecht veronder stelt. Alleen dan is inpand-geving toeëigening, wanneer de pandgever plan had zich dat toe te eigenen. En dit plan heeft niet bestaan, integen deel had bekl. wel degelijk de hoop de stukken weder in te losseH. De verdediger gaf als zijne opinie te kennen, dat bekl. met 80,000 gulden geholpen zou zijn geweest, zoo hij zelf een juist inzicht in zijn zaak had gehad, en trachtte dit met cijfers aan te toonen. De bewuste stukken zijn daarbq door de eige naars niet teruggevraagd vóór het faillissement, waardoor niet gebleken is dat 'c bekl. ten on rechte uitging van de meening dat hij de stukken weder zou kunnen inlossen. PI. concludeert ten slotte tot vrijspraak. Na re- en dupliek wordt de uitspraak be paald op Donderdag 19 dezer. Aan den schietwedstrijd te Rot terdam zal ook worden deelgenomen door de vereeniging «De Blinkert» te Bloemendaal. LETTEREN EN KUNST. Op Dinsdag 17 dezer des namiddags te 2 uur zal de Coucertvereeniging der leden van het „Koninklijk Domkoor" uit Berlijn zich in cte Evang. Luth. Nieuwe kerk aan den Singel te Amsterdam, doen hooren, met een uitgezocht programma, waaronder werken vnn PalestrinaLottiJomelli, Aibliiiger enz. De ensemble nummers wor den afgewisseld door een tweetal soli voor tenor en bas, door leden van het dom koor en orgelvoordrachten van den heer D. A. Meijer Nolte, organist der Evang. Luth. kerk. Daarna treedt het koor in de Groote Kerk te Haarlem op, uitgenoodigd door de Haarlemsche Bach vereeniging. Herhaaldelijk trad het domkoor hier te lande op en telkenmale maakten de voor drachten grooten indruk door het schoone klankgehalte en de juiste opvatting der voorgedragen werken. Het ligt dus voor de hand dat de aangekondigde uitvoerin? weder door tal van belangstellenden zal worden bijgewoond. Donderdag is te Utrecht het huwelijk voltrokken van mej. Adèle Opzoomer (A. S. C. Wallis) met prof. Antal Von Eelsö- Gellés. Het echtpaar zal zich te Papa in Hongarije vestigen. Bij baar vertrek werd haar namens een groot aantal vrouwen uit ons land een blijk van hulde en sym pathie aangeboden. Inhoud „S e m p e r v i r e n s" No. 27 Tweejarige planten. Crinum uobile, met een afbeelling. Ingezonden. Een stellige tegenspraak. De kweek (Triti- cum repens L.) Rede, uitgesproken door den heer A. Koster Mz., op het graf van den heer K. J. W. Ottolander. Ned. Maatschappij voor Tuinb. en Plantk. Afd. Groningen en Omstreken. Ten toonstelling Parijs 1889. Verschillende mededeelingen. Varia. Ontvangen Prijscouranten. Correspondentie. ONDERWIJS. Donderdag werd te Westwoud de jaarlijksche vergadering gehouden van onderwijzers en onder wijzeressen in het arrondissement Medemblik. Ter vergadering waren 87 onderwijzers en o&» derwijzeressen aanwezig. Punt I van de agenda: "Het zingen en de doelmatigste hulpmiddelen daarbij in de lagere school», werd ingeleid door den heer C. van den Berg. Spreker meende, dat het niet op zijn weg lag, de verschillende methoden voor het onderwijs in den zang te behandelen, noch de gewone hulpmiddelen, daarbij in gebruik; dien tengevolge was hij zeer kort. Met een enkel woord werd over het nut van het zingen gesproken, terwijl den onderwijzers, die weinig muzikaal ge hoor hebben, ee* soort orgeltje werd aanbevo len, om de tonen en intervallen zuiver te laten hooren. De vergadering was echter van gevoelen, dat het wel degelijk op den weg van den inleider had gelegen, om over de verschillende methoden voor het zangonderwijs te spreken. Door eenige heeren werd medegedeeld, dat door hen met de methode van Galin, Paris en Chevé, ingevoerd door den heer Daniël de Lange te Amsterdam, uitstekende resultaten zijn verkregen, waarom zij haar bizonder aanbevelen. Punt II: iiGrieven tegen vergelijkende exa mens" werd ingeleid door den heer De Jong van Hoogwoud. Spreker wenschte de vergelijkende examens afgeschaft te zien en wel, omdat 1. zij geer» waarborgen geven, dat bjj oene be noeming voor hoofd der school de rechte man op de rechte plaats komt; er wordt gevraagd: «wat kent gij?" niet «wat kunt gij?" De prac- tische bekwaamheid van den candidaat komt er in het geheel niet door aan het licht; 2. zij sturen de studie van den onderwijzer in verkeerde richting; 3. zij werken nadeelic op het onderwijs en voor den onderwijzer; hoeveel schoolverzuim (van den onderwijzer a.l.) veroorzaken zij niet, voor hoeveel onderwijzers is het deelnemen cr aan uit een financiëel oogpunt bezwaarlijk 4. omdat bij de vergelijkende examens veel afhangt van het geluk; hoe vaak gebeurt het niet, dat iemand den cenen keer ver bij zijne mededingers ten aehteren is, terwijl hij den vol genden op de voordracht wordt geplaatst; 5. omdat zij de gemeentebesturen in de keuze van een hoofd der school te veel aan handen leggen. De schoolopziener dr. Nuyens was het volko men met den inleider eens, doch zoo men de vergelijkende examens afschafte, wat zou men er dan voor in de plaats stellen De heer Roll deed het voorstel, een adres van adhaesie te zenden aan de vergadering, welke in Augustus te Utrecht zal gehouden worden, ter hehandeiing van geheele of gedeeltelijke afschaf fing der vergelijkende examens. Nadat dit voor stel met bijna algemeene stemmen was aange nomen, sloot de voorzitter de bijeenkomst met den wensch, dat het aantal aanwezigen het vol gend jaar nog grooter zal zijn, dan het nu reeds was. Mej. S. Jongbloed, nog niet lang onderwijzeres aan school 3 te Heer-Hugo- waard, is benoemd tot onderwijzeres aan eene bizondere school te Delft. FHUILLBTO 1ST. Naar het Engelsch, van, Anna Katharina Green. 781 XXXI. Ik heb 't wel gedachtAch, ik heb 't wel gedacht k heb altijd wel gezegd, dat 't onmogelijk was snikte zij. Ik heb altijd wel gezegd, dat 't onmogelijk zou zijn iet verborgen te houden, wanneer ik iemand in mijn huis ou laten; zij is veel te onrustig. Maar daar dacht ik niet m, hernam zij plotseling, mij zeer verschrikt aanziende, - gij hebt mij niet gezegd wat er eigenlijk ontdekt is. lieschien is 't iets anders dan ik dacht; misschien Juffrouw Belden, zeide ik, haar zonder aarzelen a de rede vallende, iemand, die ten spijt van de meest ringende navraag der jastitie, in haar huis een zoo belang- ijke getuige kan opnemen en verbergen als Hanna, zal wel ■iet te zeer verwonderd zijn, wanneer zij verneemt, dat laar pogingen maar al te wel gelukt zijn; dat zij er in ;eslaagd is een getuigenis van veel gewicht tot zwijgen te brengen, dat recht eu gerecht gheid zijn gedwarsboomd en dat de onschuldige vrouw, die door de verklaringen van dat meisje had kunnen gered worden, voor altijd geschand vlekt is in de oogen der wereld, indien niet in die van de vertegenwoordigers der wet. Wat bedoelt ge, riep zij uit, terwijl haar oogen, die gedurende mijn strenge rede onafgewend op mij gericht ren gebleven, een uitdrukking van onbeschrijfelijke smart aannamen. Ik heb niet bedoeld iets kwaads te doen, ik heb alleen getracht onschuldigen te sparen. Ik.... ik.... Maar wie zijt gij dan? Wat hebt gij met dat alles te maken? Wat gaat u mijn doen en laten aan? Gij hebt gezegd, dat gij een rechtsgeleerde waart. Komt gij dan misschien van Mary Leavenworth, om te zien, hoe ik haar bevelen opvolg, en Het komt er nu weiuig op aan, juffrouw Belden, viel ik haar in de rede, wegens wien of met welk doel ik hier ben. Maar opdat mijne woorden meer invloed op u mogen hebben, wil ik wel mededeelen, dat ik u niet alleen niet misleid heb aangaande mijn naam of mijn vak, maar dat ik ook werkelijk een vriend ben van de dames Leaven worth en dat alles, wat op haar betrekking zou kunnen hebben, mij het grootste belang inboezemt. Wanneer ik u dus zeg, dat Eleonore Leavenworth'6 eer door den dood van dit meisje Dood? Wat bedoelt gij?.... Dood? De uitroep was te natuurlijk, de toon te vol schrik en ontzetting, dan dat ik nog een oogenblik er aan zou getwij feld hebben of deze vrouw met den waren staat van za ken hekend was. Ja, hernam ik, het meisje, dat ge zoo langen zoo goed wist verborgen te houden, heeft uw behoedende zorg niet meer noodig. Uw huis herbergt thans nog slechts haar lijk, juffrouw Belden. Nooit zal ik den kreet vergeten, die mij in de ooren drong, noch het wanhopige ik geloof 't niet! Ik zal 't nooit gelooven I waarmede zij de deur uitetormde en de trap op. Nog zie ik haar staan bij het ontzielde lichaam, terwijl zij onder handenwringen en hartstochtelijk snikken bleef betuigen, dat zij van niets wist; dat zij het meisje den vo- rigen avond in de beste gezondheid verlaten had; dat zij inderdaad de deuren gesloten had, maar dat dit altijd hare gewoonte was, wanneer zich een vreemde in haar huis be vond, en dat, wanneer zij onverwacht gestorven was, dit moest geschied zijn zonder eenig gerucht, daar zij den gan- echen nacht geen enkel geluid had vernomen, hoewel zij herhaaldelijk was gaan luisteren, omdat zij natuurlijk be- augst was, dat het meisje door eenig geraas mijn aandacht mocht trekken. Maar ge zijt van-morgen toch hier in de kamer ge weest? zeide ik. Ja, maar toen heb ik niet op haar gelet. Ik had haast en veronderstelde, dat zij rustig lag te slapenik zette het ontbijt binnen haar bereik en vertrok als gewoonlijk, na de deur achter mij te hebben gesloten. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1888 | | pagina 1