kelijk was het voornemen, reeds den eigen dag naar de hoofdstad terug te keeren, doch thans is bepaald, dat het gezelschap te Js-Hage zal overnachten en eerst Donder dag zal vertrekken. Voor het gezelschap zijn kamers in ge reedheid gebracht in het hotel „Bellevue". Van den gezamenlijken maaltijd in het Kurhaus te Scheveningen is afgezien. Uit Leiden wordt van 13 Augustus gemeld De leden der „Holland Society" werden hedeuochtend bij hunne komst alhier aan het station door het bestuur der „8 Octo- bur-vereeniging" ontvangen. In de wacht kamer sprak de president, de heer Brou wer, de gasten eenige hartelijke woorden toe. Daarna ging het in rijtuigen, met muziek voorop, naar het stadhuis. Van vele huizen werd gevlagd, en het volk stond dicht opeen waar de stoet voorbij trok. De studenten, die de vreemdelingeu niet in hun sociëteitsgebouw konden ont vangen wegens grooten schoonmaak, boden voor elk rijtuig glazen met een „natioua- len drank" aan, namelijk oranjebitter. Ook de dames dronken mee, al kostte het haar wel een traau in het oog. In de zaal voor de gemeenteraadszittin gen werden de gasten door den waarne- mendeu burgemeester, mr. Van Buttingha Wichers, begroet. De heer Van Siclen dankte kortelijk. Hij noemde Leiden de bron van al het goede dat er in Amerika is, en het vrije onderwijs, waardoor de Vereenigde Staten jaarlijks een contingent van 4 a 6 millioen scholieren kunnen uit zenden, is in Leiden geleerd. Reverend dr. Suydam hield eene welsprekende rede voering, waarin hij hetzelfde onderwerp breeder uitwerkte, namelijkwat Amerika aan Leiden te danken heeft. Met een „Oranje boven al!" eindigde hij. Intusschen was de eerewijn geschonken. Na eene korte wandeling door het stad huis en eeu bezoek aan den Burg, ging men naar de Lakenhal, waar dr. W. Pleyte de gasten welkom heette. In een lokaal naast de eigenlijke Laken hal was door de zorgen der heeren mr. Charles M. Dozy, archivaris der gemeente, P. du Rieu jr., conservator van het stede lijk museum, Louis D. Petit, conservator aan de biblotheek, en dr. W. Pleyte, con servator aan het museum van oudheden, eene belangrijke verzameling bijeengebracht van prenten, boeken en oorkonden, betrek king hebbende op het voormalig verblijf der „Pilgrim fathers" hier te lande en de vestiging in de Nieuwe Wereld. Van deze belangwekkende tentoonstelling kun nen wij slechts zeer weinig noemen. De eerste afdeeliug vertegenwoordigt het ver blijf in Engeland, te Norwich, en bevat portretteu van koningin Elisabeth en platte gronden van Norwich. Dan volgt de at- deeling Nederland, die weer onderverdeeld is naar de verschillende steden, waar deze merkwaardige „trekkers" voor korter of langer tijd verblijf hielden. Elk tijdvak wordt opgeluisterd door de portretten der regeerende stadhouders en van bekende personen, die met de „Pilgrim-fathers" in betrekking hebben gestaan. De steden zijn in verscheidene en dikwijls uiterst zeld zame plattegronden afgebeeld. Zoo zien wij achtereenvolgens het oude Middelburg, Naarden, Amsterdam en Leiden. Met een bizonder woord verdient een overzicht van Middelburg, eene kopergravure, 4 bl. folio groot, van het jaar 1619, genoemd te worden. Ouder de kaarten, die op Leiden betrekking hebben, heeft ook een zeer curieuze waterverfteekeuing eene plaats gevonden. Het is eene op perkament in 1565 door zekeren Jacques Bureau getee- keude kaart van Holland tot aan Maas en IJsel; de uitvoering is zeer fraai. Het middelpunt der tentoonstelling valt natuurlijk iu Leiden. Hier is werkelijk eue zeer uitvoerige geschiedenis in beel den vau het leven der „Bilgrim-futhers" lusschen de jaren 1609 en 1625. Ook hier weer kunnen wij alleen enkele zaken uit den overvloed noemen. Onder talrijke platte gronden van de geheele stad en enkele deelen, waar Robinson en de zijnen ge woond hebben, vinden wij ook van hunue huizen van bijeenkomst de afbeeldingen. Het „Album Studiosorum Academiae L. B." ligt opengeslagen bij de bladzijde, waar John Robinson als theol. student staat ingeschreven. Hierbij ligt ook een oud boek„Quohier van 't Hoofdgeld d'anno 1622." Bon Sevenhuisen fol. 38. In de poort van de „eugelsche kerk." Jan Robinson staat met zijne geheele familie genoemd. Zeer merkwaardig zijn ook twee teekeningen van de engelsche kerk uit de 18e eeuw. Een van deze twee geeft de kerk van biunen te zien, en is hierin eenig. De afdeeling Amerika heeft het grootste aantal nummers van de tentoonstelling. Hier liggen ook de documenten, waaruit de heer Ch. M. Dozy bewezen heeft, dat Jesse de Forest de stichter van Nieuw- Amsterdam mag heeten. Hier zijn ook twee uiterst zeldzame boekjes „Vertoogh van Nieu-Neder-land" etc. (door Adr. v. d. Donck c. s.) 's Graven huge 1650, en „Bree- deu-Raedt aan de Nederlandsche Provin ciën" etc. Door J. A. G. W. C., Ant werpen, F. van Duynen 1649. VVij moeten ons bepalen om uit den rijken voorraad alleen dit weiuige te ver melden. Van de tentoonstelling is met veel zorg een catalogus gemaakt. Vooraf gaat een kort overzicht van de geschiedenis dier oude „settlers," in het Hollandsch en En- gelscli. Als aanhangsel een stukje van den heer Dozy, bovengenoemd: „Jesse de Fo rest founder of New-Amsterdam." Eeu aardig denkbeeld was het van de commissie, om uitnoodigingskaarten te doen drukken met afbeeldingen van Oud-Ley- den en Nieuw-Amsterdam, beide facsimiles van bekende plattegronden. Nadat deze verzameling met veel be langstelling bezichtigd was, reed het ge zelschap langs het Rapenburg, waar een kijkje in het academiegebouw werd geno men, en het Vau der Werffpark, en begaf men zich vervolgens naar Wijtenburg, waar de „3 Octobervereeniging" den gasten «en dejeuner aanbood. D8 traditioneele haring met wittebrood en hutspot werden daarbij niet gemist. Ten slotte bezocht men „Musis Sacrum", waar ter eere van de gasteu eene muziekuitvoering werd gegeven. Te 4 u. 37 m. vertrokken de bezoekers weder naar Amsterdam. Het volgende wordt nog ter aanvulling gemeld Toen de gasten op „Musis Sacrum" door den president dier sociëteit, den heer Van Reenen, waren begroet, sprak tot hen de heer A. Röeli. Uit naam van eenige studenten, die van hunne sympathie voor de amerikaansche stamverwanten wilden doeu blijken, bood hij het gezelschap eene met oranje versierde amerikaansche vlag aau, en gaf die eene der dames in de hand. Met groote geestdrift werd dit ge schenk aanvaard. De studenten zongen toen het Iö Vivat, waarmede reeds enkele vreemdeliugen konden instemmen, en nu gaven de Amerikanen op hunne beurt eenige liederen ten beste. Er heerschte onder vreemdelingen en burgers een zeer opgewekte toon. De rijtuigen kwamen spoedig weer voor, en nu reed men weer stationwaarts, niet zonder voor de studen ten-sociëteit nog eens opgehouden te heb ben, eu er kennis te hebben gemaakt met den vermaarden „ouden klare", die aan enkelen een goed hollandsch „dat smaakt lekker" ontloKte. De gasten gaven de dui delijkste bewijzen hoe ingenomen zij waren met de Leidsche ontvangst, en noodden om strijd hunne gastheereu tot een tegen bezoek in Amerika. Toen de trein zich in beweging zette, werd met de amerikaan sche vlag gewuifd, en onder luid gejuich nam men het laatste afscheid. En daarmede kan de 3-Octobervereeniging op een wel geslaagd feest terugzien. Tot ingenieur vandeDuin- waterleidingmaatschappij te Amster dam is benoemd de civiel-ingenieur J. van Hasselt, te Nijmegen. Als een bizonder bewijs dat Nederland ruim is voorzien van onderwijzers, deelt men mede, dat een onderwijzer in Noord Holland, sinds 2 jaren in het bezit van de acte en daar hij door den overvloed van sollicitanten geene benoeming ontvangt, steeds is en blijft sollici- teeren naar een betrekking, welke hem 5 h 6 gulden per week kan verstrekken, nu eindelijk dienst doet bij zijn vader op een korenschip. Zaterdag is te Bennekom op bijna 79jarigen leeftijd overleden de heer Josua Valk, in 1823 aan gesteld bij den Hortus te Leiden en als uitstekend kweeker, vooral van oost- en west-indische planten, algemeen bekend geworden. Na ruim 55 jaren aan den Hortus werkzaam te zijn geweest, nam hij zijn eervol ontslag en vestigde Valk zich te Bennekom. Het bestuur der vereeni- ging «Mercurius», te Rotterdam, heeft besloten eene prijsvraag uit te schrijven, handelende over de «aanvullingen en wijzigingen in het Wetboek van koophandel, welke in het belang der handelsbedienden gewenscht zijn». De juiste tekst van het onderwerp, alsmede de na dere bizonderheden zullen nader worden bekend gemaakt. Voorts wordt medegedeeld, dat bij de commissie tot oprichting van een pensioenfonds is ingekomen van een oud reiziger eene gift van vijfhon derd gulden, als bijdrage tot het op te richten fonds. Over den arbeid in de g e- vangcnissen is dikwijls geklaagd door hen, die daardoor in hun fi nanciën schade lijden. Thans schrijft de Werkmansbode het volgende: Te Breda en omstreken zijn, even als tegenwoordig ook in dit seizoen schier overal, een groot aantal werk lieden zonder werk en werkzoe kende. Onder hen bevinden zich vooral timmerlieden. Deze bieden zich aan tegen een karig loon van veertien cent per uur. En veelal nog te vergeefs, doordien het werk, dat er nog is, grootendeels in de ge vangenis wordt vervaardigd tegen betaling van slechts twintig cents werkloon per dag. I« dat niet ergelijk? En dient dan aan zulke schandelijke concurrentie, vooral in dezen tijd van werkloos heid geen einde te worden ge maakt? Misschien is men, als meer malen het geval bleek, geneigd bet door ons medegedeelde als onwaar of overdreven voor te stellen. Thans is daar geen plaats voor. Wij kun nen de voorwerpen, o. a. ramen en deuren, die aldaar vervaardigd zijn, aanwijzen en den patroon, die ze liet vervaardigen, noemen. Heeft de minister van Justitie bij zijn bezoek aan de gevangenissen ook met dezen toestand kennis ge maakt en het voornemen opgevat de zoo lang gewenschte regehngte brengen in den arbeid der gevan genen? Wij zijn er niet gerust op. Het vraagstuk is niet nieuw, zelfs reeds oud en een nieuw krachtig protest van allen, die het wel meenen met onzen nationalen arbeidzal ge wenscht zijn om de regeling aan te sporen tot het nemen van afdoende maatregelen tegen een zoo schan delijke en officieele concurrentie. Maar nevens protesten en om voor deze te beter grond te vinden, is het wenschelijk feiten te noemen, die treffen en spreken, zooals het bovengemelde. Voor de mededeeling daarvan houden wij ons aanbevolen, met de verzekering van het mede gedeelde slechts onder het noodige voorbehoud gebruik te zullen maken. De heer Jurr. Stroink, electro-technisch en civiel-ingenieur te Zwolle, heeft in de machineka mer van zijn perceel in de Smeden een nieuw systeem van verlichting aangebracht. Het licht valt niet van boven naar beneden, maar wordt door de lamp tegen de witte zolde ring geworpen en valt zoo naar omlaag. Alle schaduwen zijn aldus verdwenen, terwijl het licht eeniga- zins getemperd wordt en men de lichtbron zelf niet kan zien. In Drente, waarmen voor eenige jaren nog zoo afkeerig was van den militairen stand, neemt thans meer dan 40% der arbeidende jongelieden, hoofdzakelijk boeren knechten, als plaatsvervanger dienst. De lage prijs die voor de rempla- santen besteed wordt, schrikt hen niet af, en reeds thans, nu sommige bazen hunne knechten voor den dienst 1889/90 opnieuw willen hu ren, doet zich de zucht naar dit «verkoopen» voor. Sommigen beslui ten tot vrijwillige dienstneming voor den kolonialen dienst, en komen hier dan eenige dagen doorbrengen, zoodat men gedurig «oostgangers» ziet. Jammer dat de wijze waarop sommigen de laatste dagen door brengen niet de overtuiging geeft dat hunne keuze na rijp beraad heeft plaats gehad. NR. C.) De 13 jarige Jacob H., uit Monnikendam, die een paar weken bij zijne familie te Helder logeerde, is jl. Zaterdag aldaar bij het baden in eene der fortgrachten verdron ken. Eerst den volgenden morgen slaagdj men er in zijn lijk te vin den. Zaterdag overleed te VHage plotseling een 4-jarig dochtertje van een metselaar. Daar vermoed werd dat de dood het gevolg was van mishandelingen, die het kind van hare stiefmoeder zon ondervonden hebben, is door de politie een onder zoek ingesteld en de doodschouw gelast. Het meisje dat op den Rijswijkschen weg door de stoom tram van de H. T. M. werd over reden, is ten gevolge der bekomen verwonding in het ziekenhuis te 's-Gravenhage overleden.Zondag had te Velp een treffend ongeluk plaats. De spoorwegarbeider L., nog een pakje willende overreiken aan den conducteur van den reeds in beweging zijnden trein, die te 3u. 2 m. in de richting Zutfen vertrekt, struikelde en werd overreden door den trein die 3. u. 5 rr. naar Arn hem vertrekt. Binnen weinige mi nuten was de oppassende man over leden, nalatende eene weduwe en vijf kinderen. Zaterdag is te Nieuw-Balingen, gem. Westerbork, het volgende gebeurdZekere H. Kloeze, smid aldaar, had oneenig- he'd gehad met een arbeider En geltien. Hij vertoonde zich met een geladen geweer ten huize van dien arbeider en dreigde het geheele ge zin dood te schieten. Hierop ont stond eene worsteling tusschen de twee mannen, waarbij het geweer afging en Kloeze de volle lading in het onderlijf kreeg, met het gevolg bat hij na weinige oogenhlikken een lijk was. E. heeft zich onmiddellijk bij den burgemeester aangemeld. Het gerecht van Assen heeft een onderzoek ingesteld. Te Ferwerd is een löjarig jongeling door een slag van een paard inwendig zoo- dauig gekneusd, dat hij aan de ge volgen is overleden. Zondag na middag omstreeks 6 uur had te Helmond een ontzettend ongeluk plaats. De heer W. had met zijne ectitgenoote plaats genomen op het balkon van een der wagens vaü de stoomtram. Op het oogenblik van den afrit sprong het hondje, dat zij bij zich hadden, uit den wagen. Zonder zich te beraden, sprong de echtgenoote van den heer W. even eens uit den wagen, ten einde het hondje weder op te vangen. Zij struikelde echtervier wagens gin gen haar over de borst, en zij gaf oogenblikkelijk den geest. Onder de gemeente Mijdrecht heeft een nriejarig jongetje een klap van een molenwiek gekregen, met het ge volg, dat het eenige minuten daar na is bezweken. Naar aanlei ding der oproepiüg van het bestuur pan den Algemeenen Nederland- schen Wielrijdersbond om geschikte wielrijders, ten einde die bij de a. s. manoeuvres ter beschikking van het ministerie van Oorlog te kunnen stellen, hebben zich uit Nijmegen aangeboden de heeren A. de Leur en Martin Gerritzen, beiden leden van de club «Udi» aldaar, die meer malen blijk gaven van hun meester schap op het rijwiel. Zondag is door den rijksveearts te Zevenber gen een geval van hondsdolheid ge constateerd bij den jachthond van den heer De W. te Etten-Leur. Het beest werd onmiddellijk afgemaakt. Naar men zegt, heeft deze hond niet minder dan twintig andere honden gebeten. Maandag ochtend had te Bergen-op-Zoom bij de oefeningen der veldartillerie, een verschrikke lijk ongeluk plaats. Een der man schappen geraakte beklemd en ver ward tusschen eeu voorwagen en de strengen der paarden, met het gevolg dat hij, vreeselijk verminkt en gekneusd, per brancard naar het hospitaal moest worden vervoerd. Men vreest het ergste.Boven Zwolle en omgeving heeft Zondag een he vig on weder gewoed. In de stad zelve kwamen geen ongelukken voor. Te Dieze sloeg de bliksem in eene kamer, zonder dat echter de zich daarin bevindende personen eenig letsel ondervonden alleen een raam werd er door ontzet. Onmid dellijk bij den hooiberg op de boer derij van D. W. vau der Wal te Harculoo werd een populier getrof fen, waardoor in den hooiberg brand ontstond, die zoo snel toenam dat de geheele berg met 25.000 pond hooi eene prooi der vlammen werd. Door de ijverige pogingen der brandweer te Windesheim, gesteund door de hulp der buren, zijo hst woonhuis en de schuur behouden gebleven. Het vernielde was behoorlijk tegen brandschade verzekerd. De blik sem sloeg mede in een hooiberg en het woonhuis van G. Koster, nabij het landgoed Beseonder de gemeente Dalfsen. De hooi berg, die 30.000 kilo hooi bevatte, is verbrand. Het woonhuis heeft slechts aan de achterzijde wat ge leden. Bersoonlijke ongelukken zijn niet te betreuren. Alles was verzekerd. Te Wij he sloeg omstreeks acht uur de bliksem in het dak van een huis, gelegen in de Jakke en be woond door vier gezinnen, verbrij zelde een paar pannen, eenige latten en een balk, doch veroorzaakte geen brand. De bewoners kwamen ook allen met den schrik vrij. WETGEVENDE MACHT. De Regeering lieeft een wetsontwerp ingediend tot bekrachtiging der nieuwe po8tovereeukomst met de Maatschappij „Zeeland" voor den tijd van 10 jaar, in gaande 1 October aanstaande. Bij het nieuwe contract is aan de Maat schappij toegekend een waarborg van f260,000 voor transitrechten van buiten- landscne brievenmalen iu het jaar. Zij zal voor het overbrengen der port tweemaal per etmaal genieten de volgende betaling lo. voor de Nederlandsche brievenmalen hoord op de trap. Ook stelde het mij niet gerust, dat alle aan wezigen geloofden, dat dit geritsel zou veroorzaakt zijn door Eleonore zij nu viel zoo geheel eu al buiten de termen om ook maar in de verte met het plegen de' misdaad iets te ma ken te hebben, dat ik mij nauwelijks kon voorstellen haar in ernst door iemand verdacht te zien. Hoe hachelijk daaren tegen zou niet Mary's toestand kunnen worden, wanneer eenmaal de aandacht op haar gevestigd was. Ik wendde dus vergeefsche pogingen aan om mijn fout weer goed te maken en begon daardoor onwaa-heid te spreken. Gedwongen te bekennen, dat er in den laatsten tijd een verwijdering was ontstaan 'usschen den heer Leavenworth en een zijner nichten, wierp ik den last dezer verklaring op Eleonore, als degene die haar 't best kon dragen, terwijl ik ontkende dat door mijn patroon een brief was ontvan gen, die eenigszins op den moord kon betrekking hebben. De gevolgen biervan waren ernstiger dan ik bad kunnen verwachten. Ik had den weg geopend tot eene verdenking, waaraan noodlottigerwijze ieder aan 't licht gebracht bewijs van overtu'ging nieuw voed.-el moeêt geven. Niet slechts werd bewezen dat de moord gepleegd was door middel van den heer Leavenworth's eigen revolver, en wel door iemand die moest behooren tot de huisgenooten, maar ik zelf was genoodzaakt te verklaren dat ik eenigeD tijd geleden Eleo nore had geleerd, hoe zij een pietooi moest laden en afvuren. Toen ik dit alles goed begon in te zien, werd mijn vrees omtrent hetgeen de beide nichten zouden getuigen, met ieder oogenblik grooter. Zoo zij een van beiden in haar onschuld slechts verklaarden, dat Mary zich, nadat ik naar boven was gegaan, naar haar oom had begeven om hem te verzoeken zijn bedreiging niet uit te voeren, welke gevolgen zouden hieruit kunnen voortkomen 1 Ik verkeerde in voortdurende vrees, te meer, omdat zekere omstandigheden, die sinds plaats hadden, mij niet bekend waren. Eleonore had, naar't schijnt niet ge heel zonder reden, argwaan opgevat tegen haar nicht en dit haar ronduit te kennen gegeven, terwijl Mary, die tot haar schrik had ingezien dat werkelijk vele omstandigheden tegen haar getuigden, hardnekkig alles bleef ontkennen, wat ook maar eenigszins tegen haar zou kunnen getuigen, het aan Eleonore's edelmoedigheid overlatende, haar niet tegen te spre ken. Dit vertrouwen werd niet beschaamd. Hoewel Eleonore, door dien weg te kiezen, genoodzaakt was den argwaan tegen haar zelve op te wekken, wachtte zij zich niet alleen haar nicht tegen te spreken, maar weigerde volstandig op alle vragen 'oeicheid te geveD, wier beantwoording voor Mary noodlottig had kunnen worden. Dit edel gedrag dwong mij bewondering af, en ik besloot Eleonore in alles te helpen, zoolaög mijn eigen veiligheid daardoor niet in gevaar kwam. Ik betwijfel echter of dat tot iets goeds zou geleid hebben, wanneer ik niet in den loop van het verhoor tot de overtuiging ware gekomen, dat ieder onzer gevaar kon loopen van verdacht te worden, zooolang de brief en de sleutel in het huis aanwezig bleven. Reeds voor dat de zakdoek was voor den dag gebracht, had ik het besluit opgevat te trachten, de beide noodlottige voorwerpen te vernietigenmaar zoodra ik den doek bemorst in handen des rechters zag, geraakte ik zoo in spanning, dat ik mij onder een of ander voorwendsel uit de kamer ver wij derde. Na den sleutel van het gasornèment en den brief uit de vaas genomen te hebben, haaste ik mij naar Eleonore's ka mer, in de hoop, daar genoeg vuur in den haard te zullen vinden om ze te verbranden. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1888 | | pagina 2