De commissie, die zich te Amsterdam heeft gevormd met het doel eene adres-beweging op touw te zetten, ten einde van het gemeentebestuur te verkrijgen, dat maatregelen worden genomen tegen de ergernis en den overlast, welke de burgerij heeft van de openbare onzedelijkheid, heeit aanvankelijk succes op hare pogingen, althans in zoover, dat misschien nog nooit een adres bij den gemeenteraad is ingediend met zooveel handteeke- ningen voorzien, als dat, waarbij de bewoners der verschillende wij ken hunne instemming betuigen met de klachten van hen, die den overlast uit de eerste hand hebben, de bewoners van het centrum der stad. Het aantal adhaesie-betuigin- gen bedraagt ongeveer 4000. Te New-York hebben de vrouwen eene vereeniging opgericht tot bescherming der gezondheid. De leden dezer vereeniging houden per soonlijk toezicht over de zindelijk heid der straten en der industrieele inrichtingen. Zij hebben op eigen kosten de vrouwelijke inspecteur der straatreiniging naar Europage zonden, om daar het beste stelsel van straatreiniging te bestudeeren. Huisvrouw De ijzeren bekapping van het nieuwe centraalstation te Amsterdam is thans zoo goed als geheel gereed. Wel staat er aan de uiteinden nog eenig steigerwerk on der het gevaarte, maar dat is noo- dig voor het afdekken met zink van de vakken tusschen de uiterste spanten. Aan het oostelijk gedeelte is eene nokversiering zijnde een gevleugeld wiel aangebracht. Wat de soliditeit der bekapping aangaat, daaromtrent zullen wel licht officieels mededeelingen het gewenschte licht verspreiden, maar vooralsnog schijnt het daarmede gunstig gesteld; althans het groote werk is met kracht en gestadig kunnen worden voortgezet en vol tooid. De Feestwijzer voor de driedaag- sche viering te Amsterdam van het geboortefeest der Kroonprinses is thans verkrijgbaar gesteld. Het weekloon van de werkliedeu aan 's Rijks betonnings- magazijn (marinewerf 3de klasse) te Enkbuizen, heeft eene belangrijke verlaging ondergaan. Dat van som migen is met f 3. dat van anderen met f 2.50 verminderd. Toch is hun loon, in vergelijking met andere werklui aldaar, nog niet slecht. Vr ij dagnamiddag wilde het driejarig zoontje van den land- houwer L., wonende in hetWesteinde te Zoeterwoude, zijn vader, die van de Leidsche markt kwam, te ge- moet gaan, doch viel van de brug vóór het huis in het water. Zijn vader, hem terstond ter hulp snel lende, vond zijn kind reeds ver dronken. Vr ij dagmiddag zoo vertelt ue L. Ct. hing een onzer stadgenooten over een der bruggen aan de Haven en spuwde daar in kennelijken staat kringetjes in een der grootste rivieren van Europa. Maar vader Rijn liet zich niet on gewroken in 't gelaat spuwen en zon op wraak. Daar kwamen twee andere stadgenooten in een roei bootje langs gevaren. Ze noodigden den beschonkene in hun bootje, deze nam de uitnoodiging aan, maar stapte natuurlijk mis en de Rijn nam hem in zich op. Met behulp van alwéér andere stadgenooten, die daar steeds in groote getale een luchtje scheppen, werd de man in 't schuitje gesjord om toch nog van de uitnoodiging gebruik te maken. Zaterdag ochtend ver trokken uit Leiden per Rijnspoor ruim 800 werklieden der Leidsche Katoenmaatschappij naar Amster dam, op kosten van den directeur, den heer F. Driessen, om aldaar eenige merkwaardigheden te bezich tigen en den dag verder aangenaam door te brengen. Aan den tol tusschen Vlaardingen en Schiedam, heeft een vreeselijk ongeluk plaats gehad. De heer V., onderwijzer te Bergambacht, die aldaar zou passeeren, kreeg, bij het betalen van het tolgeld, zulk een hevigen slag van een paard, dat hij zwaar gewond werd opgenomen en aan de gevolgen is overleden. Door den scheepstimmer- man S. v. d. Ster te Vlaardingen is een scheepje vervaardigd in den trant van het vóór 2 jaren te Rot terdam tentoongestelde scheepje Lo- hengrin. Het heeft eene lengte van 2 M. 97 cM., van boven geme ten; den vorm van een schoo ner en is getuigd als een ketter. De vervaardiger heeft het bestemd voor pleiziervaartuig of om bij zeil wedstrijden dienst te doen, niet om de zee te bevaren. Binnen kort zal het te Rotterdam ter bezichtiging worden gesteld. De vervaardiger is iemand, die geheel zonder opleiding zich geoefend heeft en reeds op de visscherij-tentoonstelling te Lon den eene zilveren medaille verwierf voor een door hem vervaardigd scheepje. De st o o m t a b a k s f a b r ie k met zich daarin bevindenden winkel en kantoor van de firma W. J. van der Boor te Vlaardingen, staande aan de Hoogstraat, is Zaterdag nacht totaal afgebrand. De schade is aanzienlijkDiets is gered kun nen wordenmen koestert nog de hoop dat da brandkast onbescha digd zal blijken. De belendende perceelen, hoewel zij zwaar hebben geleden, zijn ge spaard gebleven de brandweer hield zich uitmuntend. Zaterdag middag had te Utrecht een driejarig jongetje, dat aan het spelen was met andere kin deren, het ongeluk te vallen. Het werd door de moeder dood pgeno- men. Een 9-j a r ig e k n a a p h a d Zaterdagmiddag te Utrecht de bald- dadigheid, om met een steen naar een trein te werpen, die van de Lunetten komende, de Middellaan voorbij stoomde, met het gevolg, dat de conducteur B. aan het hoofd werd getroffen. De politie slaagde er in den dader te ontdekken. Te Vianen zijn ook zooals gemeld is valsche gouden tientjes in omloop gebracht. Dezer dagen deed zich hiermede een eigenaardig ge val voor. Een heer had een zijner arbeiders zulk een gouden tientje, niet wetende dat 'tvalsch was, in betaling gege ven. Deze begaf er zich mede naar een winkelier, deed er eenige in- koopen en gaf het geldstuk daar ter inwisseling toevallig kwam eenige oogenblikken later de meid van bo- vengenoemden heer om een bank biljet van f 25 te wisselen. De win kelier gaf onder meer ook het be wuste gouden tientje in oetaliDg. Toen de meid daarmede thuis kwam, bemerkte de heer eerst dat het valsch was en stuurde oogenblikkelijk de meid er mede naar den winkelier terug; deze liet het op zijne beurt naar den arbeider brengen, die het, tot niet geringe verbazing van on zen heer, aan den eersten eigenaar weer ter hand stelde. En zoo kwam het kalf weer bij zijn grootje, zegt de Ariih. Ct. De justitie uit Arnhem heeft zich naar Velp begeven, om daar een vernieuwd onderzoek in te stellen naar de, gelukkig verijdelde, pogingen om, eerst bij Velp en la ter bij de Steeg, een trein te doen ontsporen. Zekere H. K., herkomstig uit Lobit, venter met kleine ijzer- draadvoorwerpen voor huiselijk ge bruik, vervoegde zich Donderdag 11. tot aanbieding zijner waar in een horlogemakerswinkel te Nijmegen, en maakte van de korte afwezig heid des horlogemakers gebruik, om diens gouden bril van de toonbank te stelen, welken hij kort daarna te gelde maakte. Hij is in hechtenis genomen en naar de gevangenis overgebracht. De persoon te Oostergo, die aan 50 paarden te Kollum de staarten heeft afgesneden, is zekere P. H., van Munnekezijl. Hij is reeds in arrest en heeft pogingen gedaan, vóór zijne arrestatie, om zich te verdrinken. In de nabijheid van van ICoevorden is door kwaadwilligen een dijk doorgestoken. Een groote uitgestrektheid land, de Koevorder marsch genaamd, is onder water geloopen. Ten huize van den mo- lenaar en herbergier D., wonende aan den straatweg van Zevenber gen naar Leur, heeft een ongeluk plaats gehad. Een bezoek ontvan gende van een zijner klanten, toon de deze aan den molenaar een ge weer, en niet wetende dat het ge laden was, haalde de bezoeker den haan over, met het treurig gevolg dat de molenaar door den kogel in den onderbuik werd getroffen. Een geneeskundige, hierbij geroepen, heeft den kogel nog niet kunnen verwijderen. Door de maréchaussée van Sittard is proces-verbaal opge maakt tegen zekeren Cruts en diens huisvrouw te Schinnen, die voor ruim drie weken hunne woning ver lieten met achterlating van twee kinderen, 7 en 9 jaren oud, die sinds dien tijd in de gemeente rond zwerven. Een behoeftig arbeider, werkzaam in de ateliers der staats spoorwegen te Tilburg, ontving voor een paar dagen de verrassende me- dedeeliDg, dat een zijner verwanten hem een legaat had vermaakt van f 2000, die in Den Haag gedepo neerd waren. De gelukkige huisva der stoomde daarheen om de erfenis te aanvaarden, maar notaris Visser, die het geld moest uitkeeren, was verdwenen. Te Put (L.) is door den rijksveldwachter geverbaliseerd te gen zekeren Rethen en huisvrouw, die in den morgen van 23 dezer om 5 uur hunne woning verlieten en hun 9-jarig zoontje aan een boom in eene weide hadden vastgebonden waar het kind, schreiende van hon ger, 's namiddags om 3 uur werd gevonden. Door de politie onder vraagd, verklaarden de ouders het kind niet naar hun werk te kunnen medenenemen, maar steeds aan een boom vast te binden en, zoo voeg den zij er bij, dit ook te zullen blij ven doen. Woensdagnamiddag, om- streeks 4 uren, sloeg de bliksem te Rimburg, bij Heerle, in een wilg en verbrijzelde de helft van den stam tot op eene hoogte van 4 me ter boven den grond. Tegelijkertijd sloeg hij in een op 10 minuten van daar gelegen molen, alwaar hij de daklijst en eene poort geheel aan stukken sloeg. Opmerkelijk is het, dat het onweder niet boven Rimburg, noch boven den molen, maar noordoostwaarts voorbijdreef. Te 't M e e r, h ij Hesren- veen, geraakte Donderdag een meisje van drie jaar, dat een oogenblik alleen gelaten was, te water. Toen men er bij kwam, was het kind reeds verdronken. Te M o u 1 a n d - E i s d e n is een tienjarigen jongen onder eenen oogstwagen geraakt en op de plaats gedood. Te Groningen zullen op den Sisten Augustus, den verjaar dag van prinses Wiihelmina, mu ziekuitvoeringen worden gegeven 's middags van twee tot vier uur op de Vischmarkt, en 'e avonds van zes tot acht uur op de Groote Markt. Doorde politie te Gro ningen is proces-verbaal opgemaakt tegen zekeren O. M. K., die voor eene arme hulpelooze vrouw, welke van den burgemeester vergunning had bekomen om met eene lijst de huizen der ingezetene rond te gaan tot het inzamelen van liefdegiften, deze bezigheid waarnam omdat zij zelf daartoe te zwak was, doch de bedragen waarvoor de medelijden de gevers op de lijst teekenden, veranderde en kleiner maakte, ter wijl hij de ontvangen gelden voor een gedeelte zich toeeigende. VISS5HERIJ. Enk Kuizen, 26 Augustus. Gedurende de afgeloopen week werd alliier door onze visschers aangevoerd 75 kg. hot, 1450 kg. kleine schol, 650 kg. schar, 700 kg. paling, en 60 mandjes garnalenhot gold 16 18 c. per kg., kleine schol f 5 h 5.50 per wichtje, schar f 6 per 50 leg., paling f 0.60 per kg., en garnalen f 0.80 per mand. Nieuwediep, 25 Augustus. Acht-en-negen- tig korders brachten heden 10 tot 160 groote, 40 tot 300 kleine tongen, 9 tarbotten, 2 steuren, 1 tot 5 manden schar en 1 tot 5 mandjes doode kleine schol ten afslag, terwijl de beugers 290 roggen aanvoerden groote tong gold 85 a 40 cent, kleine idem 10 a 20 cent, tarbot f 6 a f9, de steuren f 19 en 30.50, rog 68 a 72 cent per stuk, schar f 8 a f 2 per mand en kleine schol fl.40 a f 0-70 per mandje. LAND- EN TUINBOUW. Men schrijft ons uit Hilversum: Onder de vele schoone inzendingen, op de ten toonstelling van bloemen en gewassen alhier, trok in 't bizonder de aandacht die van de firma E. H. Krelage en Zoon, te Haarlem, zijnde hon derd variëteiten Gloxinia's (Ligina), de Gladioles hybriden, enz. Genoemde firma werd hiermede bekroond met een diploma eerste klasse. RECHTSZAKEN. In de zitting van het gerechtshof te Leeuwar den, beBtemd tot behandeling van strafzaken en gepresideerd door den heer mr. W. Terpstra, is het hooger beroep behandeld, ingesteld door Geert Roo, oud 4l jaren, arbeider te Meppel, thans in hechtenis, van een vonnis der rechtbank te Assen, waarbij hij wegens moord op zijn kind gepleegd, veroordeeld is tot 23 jaren gevange nisstraf. Bekl. verloor voor eenige jaren zijne vrouw en hield 4 kinderen over, welke hij later verliet, zoodat zij door armvoogden werden onderhouden; na 2 a 3 weken keerde hij terug en nam de kinderen weer tot zich, behalve het jongste, Jitze genaamd, dat door armvoogden bij andereu werd besteed, de beide laatste jaren bij Alarm eu vrouw, die in dezelfde steeg wonen als beklaagde. Dat jongentje groeide gezond op en zag zijne broers en zuster, zoomede zijn vader, dikwerf; maar was voor zijn vader die zich weinig met hem bemoeide, zelden vriendelijk tot hem sprak of hem iets gaf bang, en kwam zelden by hem in huis. Den 12en April werd Jitze even wel verzocht, om met zijn broer Geert bij vader in huis te spelen, en eenigen tijd later verliet hij die woning weer met een stuk brood, zeg gende dat hij zoo'n lekker stuk brood van vader gekregen had. Spoedig daarop werd hij benauwd, begon te braken en kreeg hij ontlasting, een paar uren daarna was Jitze overleden. De omstandigheden dat Jitze, altoos gezond, dien morgen nog vroolijk speelde met andere kinderen, eenige uren later na brakingen en ont lasting onder hevige benauwdheden, opgevolgd door sufferigheid en loomheid, stierf, wekte zoo zeer argwaan, dat de politie en justitie met de zaak gemoeid werden en een deskundig onder zoek aan het licht bracht, dat het kind overleden was door het gebruik van rattekruit, waarvan ruim 2'7i gram in het maagje gevonden werd. De vader werd verdacht zijn kind vergiftigd te hebbeD, en dit vermoeden werd versterkt, toen bleek dat hij den 6en April bevorens bij den apotheker Ebbinge 10 gram rattekruit gekocht en daarvan een schriftelijke verklaring afgegeven had, bcjwereude zooveel last van ratten te heb ben. Hij geeft op, de 10 gram rattekruit dade lijk met fijngemaakte aardappelen vermengd en op een schotel in een schuurtje bij zijne wo ning neergezet te hebben. Toen hij geen last meer van de ratten had, heeft hij het overschot begraven en het schoteltje schoon gemaakt en op zolder gebracht. Deze beweringen streden met de verklaringen der buren, speciaal van hem wiens woning van de zijne gescheiden wa3 beneden door eenen muur en op zolder door een houten beschot; men had er geen last van ratten, slechts een enkele keer is er op straat eene doode rat gevonden. Ook zijne vrouw bekl. is in Oct. 1887 hertrouwd, doch zijne vrouw heeft een paar dagen voor Kersttijd hem verlaten en is bij hare voorkin deren gaan inwonen had nooit ratten in huis bemerkt. Het terrein, waar het overschot zou ?ijn begraven, is onderzocht; de grond was hard, zoodat er niet in gegraven was, en bij verder onderzoek werd er niets van een overschot aard appels met rattekruit gevonden. Ook het be doelde schoteltje i9 onderzocht en bevatte krui mels brood met keukenzout. Verschillende andere bezwaren kwamen even eens aan het licht. Nadat de vrouw bekl. verlaten had, heeft hij dikwerf moeite gedaan dat zij zou terugkeeren, en door vrouw Fiiesman werd eenigen tijd vóór 12 April op eenen avond gehoord, dat zij beiden daarover spraken, en de vrouw toen zei: «als die beide kinderen maar weg zijn, wil ik wel weer bij je komen.* Den 26en Maart 11. heeft hij bij een agent Kraak der Ned. Verzekeringsbank, behalve voor de 3 by hem inwonende kinderen, ook voor Jitze eene verzekering gesloten voor begrafeniskosten, waardooi hij, tegen betaling vau 2 cent 's weeks, by overlijden f20 zou ontvangen als het kind beneden de 6 jaren stierf, en f50 als Eet later overdeed. In den avond van 12 April heeft bekl. zich met zyne vrouw naar Kraak begeven en f 2 in voorschot opgenomenden volgenden dag vroeg hij f5, doch de agent, reeds van de ge ruchten gehoord hebbende, verlangde eerst over legging van een overlijdens-extract. Ook is bekl. in den avond van 12 April bij het armbestuur geweest, om te verzoeken zijn kind vanwege dat bestuur te begraven, en toen hem gevraagd werd of hij niet in een fonds was, zei hij van »neen«. Den 12en April, nadat Jitze had overgegeven en bij zijne pleegouders, Alarm en vrouw, in huis was, kwam bekl. vragen «wat Jitze scheelde", en toen vrouw Alarm zei, dat hij over gegeven had, zeide hij"de jongen kan met een uur wel dood zijn». hij kan wel bokking koppen gegeten hebben waarin koggelboonen zaten (koggelboonen worden wel gebruikt om visch te vangen, die er door bedwelmt). Hij gaf den jongen een cent, en af cu toe kwam hij naar hem zien; den laatsten keer zei hij »ik zal den dokter halenen vertrok. Bij zijn eerste bezoek was hij niet merkbaar dronken, maar hij werd telkens meer beschonken, en toen hij eenigen tijd na het overlijden kwam, was hij stomdronken en over het wiegje, waarin het doode kind lag, hangende riep hij: «O die kog gelboonen, die koggelboonen!» Den 12en April, 's morgens omstreeks 10 uur, bestelde bekl. aan zyne s.iefdochter een zwart jurkje voor zijn dochtertje Johanna, omstreeks 12'/ï uur kwam hij terug en zei, het niet meer noodig te hebben, omdat hij over een uur een kind dood had en dan alles moest bekostigen. Op de vraag wat er dan was, antwoordde hij, dat Jitze al een paar dagen niet goed was; omstreeks 3 uur kwam hij nogmaals en zei, dat Jitze dood was. Bekl. bleef tot het laatst toe ontkennen, zijn zoontje rattekruit te hebben toegediend; hij weet niet hoe deze het heeft gekregen, maar niet van hem. De adv.-gen. jhr. mr. F. van Panhuijs, con stateerde, vooral op grond der boven meegedeelde feiten en omstandigheden, dat hot 4-jarig zoontje van bekl. den 12en April 11. is overleden tenge volge van het gebruik van rattekruit, hem door zijnen vader met een stuk brood toegediend, en dat bekl. daartoe vooraf het plan heeft gevormd met het tweeledig doel om het geld uit het be grafenisfonds en zijne vrouw weer in huis te krijgen. Spreker vindt deze daad zoo afschuwe lijk, dat hij niet zou aarzelen te requireeren de doodstraf op bekl. toe te passen, indien deze nog gebroeders Minnevieh kochten daar eene hoeve, en het ging hun daar zeer goed, toen Carl's vader plotseling stierf. De knaap had zijne moeder op de reis naar Amerika verloren. Hij was nu wees, bestemd om de vernedering van de af hankelijkheid te ondervinden, hetgeen zoo dikwijls met wee zen gebeurt. Oogenblikkelijk eigende de overlevende broeder zich de hoeve toe, ofschoon deze door beiden gekocht was. Deze man had eene zelfzuchtige, slecht gehumeurde vrouw. Min nevieh zelf was van nature een goedhartig man, maar Frau Minnevieh wilde de geheele pachthoeve voor hare eigen zonen houden, en haatte Carl, omdat hij haar in den weg stond, en behandelde hem wreed. Zijne groote neven volg den hun moeders voorbeeld, en lagen altijd met hem over hoop. Hij wist niet, waar steun en hulp te vinden. Hij was een vreemdeling en had eene slechte uitspraak van de taal van zijn nieuw vaderland. O, hoe dikwijls dacht hij terug aan zijn heerlijk geboorteland, toen hij nog eene moeder en zijne speelmakkers bezat, die hij nu nooit meer zou zien 1 Op deze wijze verliepen er twee jaren, totdat hij die ver ongelijking niet meer kon uithouden, zoodat hij eens op een dag besloot, eenmaal slechts Frau Minnevieh een grooten dienst te bewijzen. Des nachts maakte hij een klein bun deltje van zijne kleêren, wierp het uit het venster, en ging het toen zelf achterna, klom op het dak van de loods, sprong op den grond, en ging in den vroegen morgen op goed geluk af, zwerven. Het is noodzakelijk om dit tijdstip van Carl's geschiedenis op te verklaren, waarom hij later zulk eene erkentelijkheid betoonde aan hen, die hem in de uren van nood hadden ondersteund. Hij liep verscheidene dagen en nachten tusschen de heu vels van Tennessee, terwijl hij te vergeefs naar werk uitzag, zoodat hij om brood moest bedelen. Somtijds wenschte hij bijna een slavenjongen te zijn, want dan zou hij ten minste een dak gehad hebben, al was het dan ook maar eene ellendige hut, en dan had hij vrienden gehad, al waren het dan ook negers, die verdrukte, geslagene, gekochte en verkochte, maar toch geduldige en blijmoedige menschen, wier lot toch veel gelukkiger was dan het zijne. Carl had een edel hart en hij verlangde vurig naar iemand, die hem wilde liefhebben, en hem vriendelijk zou behandelen. Ten laatste, toen hij eens langs den kant van den weg zat, koud, vermoeid, hongerig en moedeloos, terwijl hij niet wist hoe hij aan avondeten zou komen, en niets anders kon doen, dan maar te gaan liggen onder het struikgewas, om daar rillende van honger om te komen, hoorde hij eene stem, die met ongewone liefelijkheid zeide: Mijn arme jongen, je Bchijnt wel verdrietig, kan ik je helpen f De arme Carl barstte in tranen uit. Het was de stem van Penn Hapgood, en uit zijne woorden sprak: medelijden, hulp en hoop. Penn nam hem bij den arm, en hief hem op, terwijl hij zijn bundeltje voor hem droeg, en hij sprak hem voortdurend zoo vriendelijk en broederlijk aan, dat Carl tot in het diepst van zijn ziel bewogen, zichzelf beloofde, het hem eens te vergelden, en hij bad in stilte tot God, dat hij toch mocht blijven leven en eens in staat zon zijn, zijne dankbaarheid voor die vriendelijke, bemoedigende woor den te toonen. Penn verliet hem niet, voordat hij hem een tehuis had verschaft, maar ook daarna vergat hij hem niet. Hij nam hem bij zich op school, gaf hem onderwijs en ondersteunde hem in vele andere zaken. En nu was de tijd gekomen, dat Penn zijne vrienden noodig had. De avond kwam en Carl werd in zijn nieuw tehuis gemist. Waar zou die jongen toch zijn, ik zou het gaarne willen weten! schold de oude Toby. Ik ben reeds gereed en nu zal hij zijn avondeten misloopen, als hij nog langer wegblijft. De duivel hale mij als ik het niet doe! (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1888 | | pagina 2