De commissie, die zich
te Amsterdam heeft gevormd met
het doel eene adres-beweging op
touw te zetten, ten einde van het
gemeentebestuur te verkrijgen, dat
maatregelen worden genomen tegen
de ergernis en den overlast, welke
de burgerij heeft van de openbare
onzedelijkheid, heeit aanvankelijk
succes op hare pogingen, althans
in zoover, dat misschien nog nooit
een adres bij den gemeenteraad is
ingediend met zooveel handteeke-
ningen voorzien, als dat, waarbij
de bewoners der verschillende wij
ken hunne instemming betuigen
met de klachten van hen, die den
overlast uit de eerste hand hebben,
de bewoners van het centrum der
stad. Het aantal adhaesie-betuigin-
gen bedraagt ongeveer 4000.
Te New-York hebben de
vrouwen eene vereeniging opgericht
tot bescherming der gezondheid. De
leden dezer vereeniging houden per
soonlijk toezicht over de zindelijk
heid der straten en der industrieele
inrichtingen. Zij hebben op eigen
kosten de vrouwelijke inspecteur
der straatreiniging naar Europage
zonden, om daar het beste stelsel
van straatreiniging te bestudeeren.
Huisvrouw
De ijzeren bekapping
van het nieuwe centraalstation te
Amsterdam is thans zoo goed als
geheel gereed. Wel staat er aan de
uiteinden nog eenig steigerwerk on
der het gevaarte, maar dat is noo-
dig voor het afdekken met zink
van de vakken tusschen de uiterste
spanten. Aan het oostelijk gedeelte
is eene nokversiering zijnde een
gevleugeld wiel aangebracht.
Wat de soliditeit der bekapping
aangaat, daaromtrent zullen wel
licht officieels mededeelingen het
gewenschte licht verspreiden, maar
vooralsnog schijnt het daarmede
gunstig gesteld; althans het groote
werk is met kracht en gestadig
kunnen worden voortgezet en vol
tooid.
De Feestwijzer voor de driedaag-
sche viering te Amsterdam van het
geboortefeest der Kroonprinses is
thans verkrijgbaar gesteld.
Het weekloon van de
werkliedeu aan 's Rijks betonnings-
magazijn (marinewerf 3de klasse) te
Enkbuizen, heeft eene belangrijke
verlaging ondergaan. Dat van som
migen is met f 3. dat van anderen
met f 2.50 verminderd. Toch is hun
loon, in vergelijking met andere
werklui aldaar, nog niet slecht.
Vr ij dagnamiddag wilde
het driejarig zoontje van den land-
houwer L., wonende in hetWesteinde
te Zoeterwoude, zijn vader, die van
de Leidsche markt kwam, te ge-
moet gaan, doch viel van de brug
vóór het huis in het water. Zijn
vader, hem terstond ter hulp snel
lende, vond zijn kind reeds ver
dronken.
Vr ij dagmiddag zoo
vertelt ue L. Ct. hing een onzer
stadgenooten over een der bruggen
aan de Haven en spuwde daar in
kennelijken staat kringetjes in een
der grootste rivieren van Europa.
Maar vader Rijn liet zich niet on
gewroken in 't gelaat spuwen en
zon op wraak. Daar kwamen twee
andere stadgenooten in een roei
bootje langs gevaren. Ze noodigden
den beschonkene in hun bootje,
deze nam de uitnoodiging aan, maar
stapte natuurlijk mis en de Rijn
nam hem in zich op. Met behulp
van alwéér andere stadgenooten, die
daar steeds in groote getale een
luchtje scheppen, werd de man in
't schuitje gesjord om toch nog van
de uitnoodiging gebruik te maken.
Zaterdag ochtend ver
trokken uit Leiden per Rijnspoor
ruim 800 werklieden der Leidsche
Katoenmaatschappij naar Amster
dam, op kosten van den directeur,
den heer F. Driessen, om aldaar
eenige merkwaardigheden te bezich
tigen en den dag verder aangenaam
door te brengen.
Aan den tol tusschen
Vlaardingen en Schiedam, heeft een
vreeselijk ongeluk plaats gehad. De
heer V., onderwijzer te Bergambacht,
die aldaar zou passeeren, kreeg, bij
het betalen van het tolgeld, zulk
een hevigen slag van een paard, dat
hij zwaar gewond werd opgenomen
en aan de gevolgen is overleden.
Door den scheepstimmer-
man S. v. d. Ster te Vlaardingen
is een scheepje vervaardigd in den
trant van het vóór 2 jaren te Rot
terdam tentoongestelde scheepje Lo-
hengrin. Het heeft eene lengte van
2 M. 97 cM., van boven geme
ten; den vorm van een schoo
ner en is getuigd als een ketter.
De vervaardiger heeft het bestemd
voor pleiziervaartuig of om bij zeil
wedstrijden dienst te doen, niet om
de zee te bevaren. Binnen kort zal
het te Rotterdam ter bezichtiging
worden gesteld. De vervaardiger is
iemand, die geheel zonder opleiding
zich geoefend heeft en reeds op
de visscherij-tentoonstelling te Lon
den eene zilveren medaille verwierf
voor een door hem vervaardigd
scheepje.
De st o o m t a b a k s f a b r ie k
met zich daarin bevindenden winkel
en kantoor van de firma W. J. van
der Boor te Vlaardingen, staande
aan de Hoogstraat, is Zaterdag
nacht totaal afgebrand. De schade
is aanzienlijkDiets is gered kun
nen wordenmen koestert nog de
hoop dat da brandkast onbescha
digd zal blijken.
De belendende perceelen, hoewel
zij zwaar hebben geleden, zijn ge
spaard gebleven de brandweer hield
zich uitmuntend.
Zaterdag middag had te
Utrecht een driejarig jongetje, dat
aan het spelen was met andere kin
deren, het ongeluk te vallen. Het
werd door de moeder dood pgeno-
men.
Een 9-j a r ig e k n a a p h a d
Zaterdagmiddag te Utrecht de bald-
dadigheid, om met een steen naar
een trein te werpen, die van de
Lunetten komende, de Middellaan
voorbij stoomde, met het gevolg,
dat de conducteur B. aan het hoofd
werd getroffen. De politie slaagde
er in den dader te ontdekken.
Te Vianen zijn ook zooals
gemeld is valsche gouden tientjes in
omloop gebracht. Dezer dagen deed
zich hiermede een eigenaardig ge
val voor.
Een heer had een zijner arbeiders
zulk een gouden tientje, niet wetende
dat 'tvalsch was, in betaling gege
ven. Deze begaf er zich mede naar
een winkelier, deed er eenige in-
koopen en gaf het geldstuk daar ter
inwisseling toevallig kwam eenige
oogenblikken later de meid van bo-
vengenoemden heer om een bank
biljet van f 25 te wisselen. De win
kelier gaf onder meer ook het be
wuste gouden tientje in oetaliDg.
Toen de meid daarmede thuis kwam,
bemerkte de heer eerst dat het valsch
was en stuurde oogenblikkelijk de
meid er mede naar den winkelier
terug; deze liet het op zijne beurt
naar den arbeider brengen, die het,
tot niet geringe verbazing van on
zen heer, aan den eersten eigenaar
weer ter hand stelde. En zoo kwam
het kalf weer bij zijn grootje, zegt
de Ariih. Ct.
De justitie uit Arnhem
heeft zich naar Velp begeven, om
daar een vernieuwd onderzoek in te
stellen naar de, gelukkig verijdelde,
pogingen om, eerst bij Velp en la
ter bij de Steeg, een trein te doen
ontsporen.
Zekere H. K., herkomstig
uit Lobit, venter met kleine ijzer-
draadvoorwerpen voor huiselijk ge
bruik, vervoegde zich Donderdag 11.
tot aanbieding zijner waar in een
horlogemakerswinkel te Nijmegen,
en maakte van de korte afwezig
heid des horlogemakers gebruik, om
diens gouden bril van de toonbank
te stelen, welken hij kort daarna te
gelde maakte. Hij is in hechtenis
genomen en naar de gevangenis
overgebracht.
De persoon te Oostergo, die aan
50 paarden te Kollum de staarten
heeft afgesneden, is zekere P. H.,
van Munnekezijl. Hij is reeds in
arrest en heeft pogingen gedaan,
vóór zijne arrestatie, om zich te
verdrinken.
In de nabijheid van van
ICoevorden is door kwaadwilligen
een dijk doorgestoken. Een groote
uitgestrektheid land, de Koevorder
marsch genaamd, is onder water
geloopen.
Ten huize van den mo-
lenaar en herbergier D., wonende
aan den straatweg van Zevenber
gen naar Leur, heeft een ongeluk
plaats gehad. Een bezoek ontvan
gende van een zijner klanten, toon
de deze aan den molenaar een ge
weer, en niet wetende dat het ge
laden was, haalde de bezoeker den
haan over, met het treurig gevolg
dat de molenaar door den kogel in
den onderbuik werd getroffen. Een
geneeskundige, hierbij geroepen,
heeft den kogel nog niet kunnen
verwijderen.
Door de maréchaussée
van Sittard is proces-verbaal opge
maakt tegen zekeren Cruts en diens
huisvrouw te Schinnen, die voor
ruim drie weken hunne woning ver
lieten met achterlating van twee
kinderen, 7 en 9 jaren oud, die
sinds dien tijd in de gemeente rond
zwerven.
Een behoeftig arbeider,
werkzaam in de ateliers der staats
spoorwegen te Tilburg, ontving voor
een paar dagen de verrassende me-
dedeeliDg, dat een zijner verwanten
hem een legaat had vermaakt van
f 2000, die in Den Haag gedepo
neerd waren. De gelukkige huisva
der stoomde daarheen om de erfenis
te aanvaarden, maar notaris Visser,
die het geld moest uitkeeren, was
verdwenen.
Te Put (L.) is door den
rijksveldwachter geverbaliseerd te
gen zekeren Rethen en huisvrouw,
die in den morgen van 23 dezer
om 5 uur hunne woning verlieten
en hun 9-jarig zoontje aan een boom
in eene weide hadden vastgebonden
waar het kind, schreiende van hon
ger, 's namiddags om 3 uur werd
gevonden. Door de politie onder
vraagd, verklaarden de ouders het
kind niet naar hun werk te kunnen
medenenemen, maar steeds aan een
boom vast te binden en, zoo voeg
den zij er bij, dit ook te zullen blij
ven doen.
Woensdagnamiddag, om-
streeks 4 uren, sloeg de bliksem te
Rimburg, bij Heerle, in een wilg
en verbrijzelde de helft van den
stam tot op eene hoogte van 4 me
ter boven den grond. Tegelijkertijd
sloeg hij in een op 10 minuten
van daar gelegen molen, alwaar hij
de daklijst en eene poort geheel
aan stukken sloeg. Opmerkelijk is
het, dat het onweder niet boven
Rimburg, noch boven den molen,
maar noordoostwaarts voorbijdreef.
Te 't M e e r, h ij Hesren-
veen, geraakte Donderdag een meisje
van drie jaar, dat een oogenblik
alleen gelaten was, te water. Toen
men er bij kwam, was het kind
reeds verdronken.
Te M o u 1 a n d - E i s d e n is
een tienjarigen jongen onder eenen
oogstwagen geraakt en op de plaats
gedood.
Te Groningen zullen op
den Sisten Augustus, den verjaar
dag van prinses Wiihelmina, mu
ziekuitvoeringen worden gegeven
's middags van twee tot vier uur
op de Vischmarkt, en 'e avonds van
zes tot acht uur op de Groote Markt.
Doorde politie te Gro
ningen is proces-verbaal opgemaakt
tegen zekeren O. M. K., die voor
eene arme hulpelooze vrouw, welke
van den burgemeester vergunning
had bekomen om met eene lijst de
huizen der ingezetene rond te gaan
tot het inzamelen van liefdegiften,
deze bezigheid waarnam omdat zij
zelf daartoe te zwak was, doch de
bedragen waarvoor de medelijden
de gevers op de lijst teekenden,
veranderde en kleiner maakte, ter
wijl hij de ontvangen gelden voor
een gedeelte zich toeeigende.
VISS5HERIJ.
Enk Kuizen, 26 Augustus. Gedurende de
afgeloopen week werd alliier door onze visschers
aangevoerd 75 kg. hot, 1450 kg. kleine schol,
650 kg. schar, 700 kg. paling, en 60 mandjes
garnalenhot gold 16 18 c. per kg., kleine
schol f 5 h 5.50 per wichtje, schar f 6 per 50 leg.,
paling f 0.60 per kg., en garnalen f 0.80 per mand.
Nieuwediep, 25 Augustus. Acht-en-negen-
tig korders brachten heden 10 tot 160 groote,
40 tot 300 kleine tongen, 9 tarbotten, 2 steuren,
1 tot 5 manden schar en 1 tot 5 mandjes doode
kleine schol ten afslag, terwijl de beugers 290
roggen aanvoerden groote tong gold 85 a 40
cent, kleine idem 10 a 20 cent, tarbot f 6 a f9,
de steuren f 19 en 30.50, rog 68 a 72 cent per
stuk, schar f 8 a f 2 per mand en kleine schol
fl.40 a f 0-70 per mandje.
LAND- EN TUINBOUW.
Men schrijft ons uit Hilversum:
Onder de vele schoone inzendingen, op de ten
toonstelling van bloemen en gewassen alhier,
trok in 't bizonder de aandacht die van de firma
E. H. Krelage en Zoon, te Haarlem, zijnde hon
derd variëteiten Gloxinia's (Ligina), de Gladioles
hybriden, enz. Genoemde firma werd hiermede
bekroond met een diploma eerste klasse.
RECHTSZAKEN.
In de zitting van het gerechtshof te Leeuwar
den, beBtemd tot behandeling van strafzaken en
gepresideerd door den heer mr. W. Terpstra, is
het hooger beroep behandeld, ingesteld door
Geert Roo, oud 4l jaren, arbeider te Meppel,
thans in hechtenis, van een vonnis der rechtbank
te Assen, waarbij hij wegens moord op zijn kind
gepleegd, veroordeeld is tot 23 jaren gevange
nisstraf.
Bekl. verloor voor eenige jaren zijne vrouw
en hield 4 kinderen over, welke hij later verliet,
zoodat zij door armvoogden werden onderhouden;
na 2 a 3 weken keerde hij terug en nam de
kinderen weer tot zich, behalve het jongste,
Jitze genaamd, dat door armvoogden bij andereu
werd besteed, de beide laatste jaren bij Alarm
eu vrouw, die in dezelfde steeg wonen als
beklaagde.
Dat jongentje groeide gezond op en zag zijne
broers en zuster, zoomede zijn vader, dikwerf;
maar was voor zijn vader die zich weinig met
hem bemoeide, zelden vriendelijk tot hem sprak
of hem iets gaf bang, en kwam zelden by
hem in huis. Den 12en April werd Jitze even
wel verzocht, om met zijn broer Geert bij vader
in huis te spelen, en eenigen tijd later verliet
hij die woning weer met een stuk brood, zeg
gende dat hij zoo'n lekker stuk brood van vader
gekregen had. Spoedig daarop werd hij benauwd,
begon te braken en kreeg hij ontlasting, een
paar uren daarna was Jitze overleden.
De omstandigheden dat Jitze, altoos gezond,
dien morgen nog vroolijk speelde met andere
kinderen, eenige uren later na brakingen en ont
lasting onder hevige benauwdheden, opgevolgd
door sufferigheid en loomheid, stierf, wekte zoo
zeer argwaan, dat de politie en justitie met de
zaak gemoeid werden en een deskundig onder
zoek aan het licht bracht, dat het kind overleden
was door het gebruik van rattekruit, waarvan
ruim 2'7i gram in het maagje gevonden werd.
De vader werd verdacht zijn kind vergiftigd te
hebbeD, en dit vermoeden werd versterkt, toen
bleek dat hij den 6en April bevorens bij den
apotheker Ebbinge 10 gram rattekruit gekocht
en daarvan een schriftelijke verklaring afgegeven
had, bcjwereude zooveel last van ratten te heb
ben. Hij geeft op, de 10 gram rattekruit dade
lijk met fijngemaakte aardappelen vermengd en
op een schotel in een schuurtje bij zijne wo
ning neergezet te hebben. Toen hij geen last
meer van de ratten had, heeft hij het overschot
begraven en het schoteltje schoon gemaakt en
op zolder gebracht.
Deze beweringen streden met de verklaringen
der buren, speciaal van hem wiens woning van
de zijne gescheiden wa3 beneden door eenen muur
en op zolder door een houten beschot; men had
er geen last van ratten, slechts een enkele keer
is er op straat eene doode rat gevonden. Ook
zijne vrouw bekl. is in Oct. 1887 hertrouwd,
doch zijne vrouw heeft een paar dagen voor
Kersttijd hem verlaten en is bij hare voorkin
deren gaan inwonen had nooit ratten in huis
bemerkt. Het terrein, waar het overschot zou
?ijn begraven, is onderzocht; de grond was hard,
zoodat er niet in gegraven was, en bij verder
onderzoek werd er niets van een overschot aard
appels met rattekruit gevonden. Ook het be
doelde schoteltje i9 onderzocht en bevatte krui
mels brood met keukenzout.
Verschillende andere bezwaren kwamen even
eens aan het licht.
Nadat de vrouw bekl. verlaten had, heeft hij
dikwerf moeite gedaan dat zij zou terugkeeren,
en door vrouw Fiiesman werd eenigen tijd vóór
12 April op eenen avond gehoord, dat zij beiden
daarover spraken, en de vrouw toen zei: «als
die beide kinderen maar weg zijn, wil ik wel
weer bij je komen.*
Den 26en Maart 11. heeft hij bij een agent
Kraak der Ned. Verzekeringsbank, behalve voor
de 3 by hem inwonende kinderen, ook voor Jitze
eene verzekering gesloten voor begrafeniskosten,
waardooi hij, tegen betaling vau 2 cent 's weeks,
by overlijden f20 zou ontvangen als het kind
beneden de 6 jaren stierf, en f50 als Eet later
overdeed. In den avond van 12 April heeft bekl.
zich met zyne vrouw naar Kraak begeven en
f 2 in voorschot opgenomenden volgenden dag
vroeg hij f5, doch de agent, reeds van de ge
ruchten gehoord hebbende, verlangde eerst over
legging van een overlijdens-extract. Ook is bekl.
in den avond van 12 April bij het armbestuur
geweest, om te verzoeken zijn kind vanwege dat
bestuur te begraven, en toen hem gevraagd werd
of hij niet in een fonds was, zei hij van »neen«.
Den 12en April, nadat Jitze had overgegeven
en bij zijne pleegouders, Alarm en vrouw, in
huis was, kwam bekl. vragen «wat Jitze
scheelde", en toen vrouw Alarm zei, dat hij over
gegeven had, zeide hij"de jongen kan met een
uur wel dood zijn». hij kan wel bokking
koppen gegeten hebben waarin koggelboonen
zaten (koggelboonen worden wel gebruikt om
visch te vangen, die er door bedwelmt). Hij gaf
den jongen een cent, en af cu toe kwam hij
naar hem zien; den laatsten keer zei hij »ik
zal den dokter halenen vertrok. Bij zijn eerste
bezoek was hij niet merkbaar dronken, maar hij
werd telkens meer beschonken, en toen hij
eenigen tijd na het overlijden kwam, was hij
stomdronken en over het wiegje, waarin het
doode kind lag, hangende riep hij: «O die kog
gelboonen, die koggelboonen!»
Den 12en April, 's morgens omstreeks 10 uur,
bestelde bekl. aan zyne s.iefdochter een zwart
jurkje voor zijn dochtertje Johanna, omstreeks
12'/ï uur kwam hij terug en zei, het niet meer
noodig te hebben, omdat hij over een uur een
kind dood had en dan alles moest bekostigen.
Op de vraag wat er dan was, antwoordde hij,
dat Jitze al een paar dagen niet goed was;
omstreeks 3 uur kwam hij nogmaals en zei,
dat Jitze dood was.
Bekl. bleef tot het laatst toe ontkennen, zijn
zoontje rattekruit te hebben toegediend; hij
weet niet hoe deze het heeft gekregen, maar
niet van hem.
De adv.-gen. jhr. mr. F. van Panhuijs, con
stateerde, vooral op grond der boven meegedeelde
feiten en omstandigheden, dat hot 4-jarig zoontje
van bekl. den 12en April 11. is overleden tenge
volge van het gebruik van rattekruit, hem door
zijnen vader met een stuk brood toegediend, en
dat bekl. daartoe vooraf het plan heeft gevormd
met het tweeledig doel om het geld uit het be
grafenisfonds en zijne vrouw weer in huis te
krijgen. Spreker vindt deze daad zoo afschuwe
lijk, dat hij niet zou aarzelen te requireeren de
doodstraf op bekl. toe te passen, indien deze nog
gebroeders Minnevieh kochten daar eene hoeve, en het ging
hun daar zeer goed, toen Carl's vader plotseling stierf. De
knaap had zijne moeder op de reis naar Amerika verloren.
Hij was nu wees, bestemd om de vernedering van de af
hankelijkheid te ondervinden, hetgeen zoo dikwijls met wee
zen gebeurt.
Oogenblikkelijk eigende de overlevende broeder zich de
hoeve toe, ofschoon deze door beiden gekocht was. Deze
man had eene zelfzuchtige, slecht gehumeurde vrouw. Min
nevieh zelf was van nature een goedhartig man, maar Frau
Minnevieh wilde de geheele pachthoeve voor hare eigen
zonen houden, en haatte Carl, omdat hij haar in den weg
stond, en behandelde hem wreed. Zijne groote neven volg
den hun moeders voorbeeld, en lagen altijd met hem over
hoop. Hij wist niet, waar steun en hulp te vinden. Hij was
een vreemdeling en had eene slechte uitspraak van de taal
van zijn nieuw vaderland. O, hoe dikwijls dacht hij terug
aan zijn heerlijk geboorteland, toen hij nog eene moeder
en zijne speelmakkers bezat, die hij nu nooit meer zou zien 1
Op deze wijze verliepen er twee jaren, totdat hij die ver
ongelijking niet meer kon uithouden, zoodat hij eens op een
dag besloot, eenmaal slechts Frau Minnevieh een grooten
dienst te bewijzen. Des nachts maakte hij een klein bun
deltje van zijne kleêren, wierp het uit het venster, en ging
het toen zelf achterna, klom op het dak van de loods,
sprong op den grond, en ging in den vroegen morgen op
goed geluk af, zwerven. Het is noodzakelijk om dit tijdstip
van Carl's geschiedenis op te verklaren, waarom hij later
zulk eene erkentelijkheid betoonde aan hen, die hem in de
uren van nood hadden ondersteund.
Hij liep verscheidene dagen en nachten tusschen de heu
vels van Tennessee, terwijl hij te vergeefs naar werk uitzag,
zoodat hij om brood moest bedelen. Somtijds wenschte hij
bijna een slavenjongen te zijn, want dan zou hij ten minste
een dak gehad hebben, al was het dan ook maar eene
ellendige hut, en dan had hij vrienden gehad, al waren
het dan ook negers, die verdrukte, geslagene, gekochte en
verkochte, maar toch geduldige en blijmoedige menschen,
wier lot toch veel gelukkiger was dan het zijne. Carl had
een edel hart en hij verlangde vurig naar iemand, die hem
wilde liefhebben, en hem vriendelijk zou behandelen.
Ten laatste, toen hij eens langs den kant van den weg
zat, koud, vermoeid, hongerig en moedeloos, terwijl hij niet
wist hoe hij aan avondeten zou komen, en niets anders
kon doen, dan maar te gaan liggen onder het struikgewas,
om daar rillende van honger om te komen, hoorde hij eene
stem, die met ongewone liefelijkheid zeide: Mijn arme
jongen, je Bchijnt wel verdrietig, kan ik je helpen f
De arme Carl barstte in tranen uit. Het was de stem
van Penn Hapgood, en uit zijne woorden sprak: medelijden,
hulp en hoop. Penn nam hem bij den arm, en hief hem op,
terwijl hij zijn bundeltje voor hem droeg, en hij sprak hem
voortdurend zoo vriendelijk en broederlijk aan, dat Carl tot
in het diepst van zijn ziel bewogen, zichzelf beloofde, het
hem eens te vergelden, en hij bad in stilte tot God, dat
hij toch mocht blijven leven en eens in staat zon zijn,
zijne dankbaarheid voor die vriendelijke, bemoedigende woor
den te toonen.
Penn verliet hem niet, voordat hij hem een tehuis had
verschaft, maar ook daarna vergat hij hem niet. Hij nam
hem bij zich op school, gaf hem onderwijs en ondersteunde
hem in vele andere zaken.
En nu was de tijd gekomen, dat Penn zijne vrienden
noodig had. De avond kwam en Carl werd in zijn nieuw
tehuis gemist.
Waar zou die jongen toch zijn, ik zou het gaarne
willen weten! schold de oude Toby. Ik ben reeds
gereed en nu zal hij zijn avondeten misloopen, als hij nog
langer wegblijft. De duivel hale mij als ik het niet doe!
(Wordt vervolgd.)