NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Blanken en Zwarten
6e Jaargang.
Vrijdag 31 Augustus 1888.
No. 1583.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENT1EN:
STADSNÏEU tt S.
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem, per 3 maandenƒ1.20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65.
Afzonderlijke nummers- 0.03.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Burean: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 132.
▼an 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij groote opgaven aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantiers.
Directeuren-Uitgevers J. C. PEERED O GUI en J. B. AVIS.
Hoof dag enten voor het BuitenlandCompagnie Generale de Publieite Etrangère G. L. DAUBE Co., JOH. F. JONESSuer., Parijs3 Ibis Faubourg Montmartre.
Haarlem, 30 Augustus.
Het aantal vereenigingen hier ter
stede is weder met één vermeerderd
en wel met eene schermvereenigiüg.
Tot dusver bestond er alhier nog
geene vereeniging, welke zich uit
sluitend de beoefening der scherm
kunst ten doel stelde.
Reeds terstond bleek dat de op
richting veel bijval vond, daar een
groot aantal jongelieden tot het lid
maatschap toetrad, zoodat de ver
eeniging, die den naam draagt van
«Ripperda», thans reeds 21 werkende
leden en 1 kunstlievend lid telt. Het
bestuur is saamgesteld als volgt
A. J. Meijerink, president-instruc
teur; H. M. Ruijsenaers, vice-pres.;
G. L. Smit, secretaris; D. Oost veld
Wijdenes, penningmeester en Joh.
G. Martin, wapenmeester. De con
tributie bedraagt f 10 'sjaars. De
bijeenkomsten en oefeningen zullen
worden gehouden in de groote zaal
der sociëteit «de Kroont.
Woensdag is door de politie al
hier in beslag genomen een gouden
dames remontoir-gavonet horloge,
dat de vorige maand te Amsterdam
is ontvreemd. De verdachte, genaamd
Elisa Schoncke, oud 23 jaren, eene
duitsche dienstbode, is voortvluchtig.
Haar signalement is tamelijk lang,
gezet, pokdalig, donker haarge
kleed in het zwart, mantel met
gitten.
Heden morgen zijn de drie gesto
len kistjes sigaren bij een winke
lier aan het Zuide? Buitenspaarne
in beslag genomen, die ze de vorige
week had gekocht van den jongen
die de oplichting had gepleegd.
Door den rijksveldwacht is giste
ren avond in het Bloemendaalsche
bosch aangetroffen een verdacht per
soon, volgens zijne opgave genaamd
Dirk Beutick, oud 37 jaren gebo
ren en laatst woonachtig te Am
sterdam, die in het bezit was van een
breekijzer, beitel en scherp mes.
Hij is tot onderzoek voorloopig in
bewaring gebleven.
Irroiidlssements Keehtbank
TE HAARLEM,
Zitting van 30 Augustus 1888.
In den avond van 13 Augustus kwam
in een goudsmidswinkel in de Groote
Houtstraat een dienstmeisje binnen, dat
bloedkoralen kettingen wensckte te zien.
De dochter van den winkelier legde haar
een en ander voor, waarop zij twee der
kettingen in de hand nam en er mede
wegliep, zeggende//deze twee zal ik maar
meenemen" of iets dergelijks.
Het meisje liep haar na, maar kon haar
niet inhalen daar zij snel voortliep. De
agent van politie Misset ving daarop de
dievegge, welke de beide kettingen nog in
de hand had, op en nam haar mede naar
het politie-bureau.
Zij bleek te heeten B. de G., 2(5 jaar
oud, laatst dienstbode te Bloemendaal,
thans zonder woonplaats. Zij bekende den
diefstal te hebben gepleegd.
Als verdediger is haar thans ter terecht
zitting ambtshalve toegevoegd mr. F.
Willekes Macdonald.
Deze vraagt aan de getuigeof bekl.
dadelijk al hard liep of eerst toen zij zag
dat zij vervolgd werd. «Zij liep dadelijk
al hard", zegt getuige. Op verzoek van
den verdediger zijn nog als getuigen gedag
vaard zekere v. B. en vrouw S. Bij den
eerste is ze een maand laBg in huis ge
weest, toen ze uit haar dienst was gegaan
en eerst binnen een maand in den vol
gende komen kon. Op de vraag van den
verdediger, welken indruk bekl. op hem
gemaakt had en hoe hare houding was
geweest tijdens haar verblijf te zijnent,
antwoordt get., dat ze nooit iets uitvoerde,
vreemd deed en dikwijls geheel wezenloos
scheen te zijn.
Dezelfde vraag wordt door vrouw S.,
met wie ze in hetzelfde huis heeft gediend,
eveneens beantwoord. wZe werkte niet, ze
wilde ook niet werken en zeide dat ze
soms zoo dom in haar hoofd was. Een
ganschen dag kon ze op een plek zitten
suffen en toen daarop aanmerking werd
gemaakt antwoordde zeals ik niet werk,
eet ik ook niet en kost dus geen geld.
Natuurlijk kreeg ze spoedig in deze
dienst haar ontslag. Ze ging nu naar
Haarlem, nam een spoorkaartje naar Am
sterdam, maar bleef niettemin den gan
schen dag, zonder iets te eten, in Haarlem
rondloopen. Des avonds beging zij den
diefstal.
De subs. off. v. just, requisitoir nemende
deelt mede, dat, toen bekl. voor eenigen
tijd een maand gevangenisstraf beeft on
dergaan, zij door den dokter en den di
recteur der gevangenis scherp is gadege
slagen, maar dat geen van beiden iets bi-
zonders bij haar waargenomen heeft. De
ambt. van bet O. M. acht dus bekl. toe
rekenbaar en requireert hare veroordeeling
tot 4 maanden gev.
De verdediger zegt, dat het getuigen
verhoor bij hem de meening heeft ver
strekt, dat bekl. tijdens het plegen van
het feit niet toerekenbaar was. Hare ge
heele handelwijze is vreemd en ongewoon,
vooral het nemen van het spoorkaartje,
zonder daar gebruik van te maken. //Het
wns of ik hier gehouden werd", had zij den
verdediger ten antwoord gegeven, toen deze
vroeg waarom zij niet naar Amsterdam
gegaan was. In den tijd van zes maanden
wt8 zij bij vijf menschen in dienst ge
weest, zeker wel een blijk van groote on
gedurigheid eu wispelturigheid.
Vroeger is bekl. een Maand lang op de
krankzinnigen-zaal van het Buiten-Gast
huis te Amsterdam geweest en vandaar
naar het gesticht Koudewater gegaan.
De directeur van het gesticht verklaart,
dat B. de G. na hare gevangenschap zich
zwak voelde en meende, dat de menschen
die zij bestolen had, haar zochten. Zij was
ongedurig, gejaagd, besluiteloos, coquet,
weifelend en weemoedig, alle welke aan
vallen eindigden in een volslagen absentie
van werklust. Door erfelijken aanleg (ook
haar vader leed aan krankzinnigheid) en
door haar verblijf in de gevangenis zijn
hare hersens verward.
Mitsdien concludeert pleiterprimair
tot ontslag van rechtsvervolging en secun
dair: tot het instellen van een onderzoek
naar de verstandelijke vermogens van bekl.
De subs. off. v. just., repliceerende, ver
klaart dat bij, hoewel weinig heil van dit
onderzoek verwachtende, zich bij pleiters
conclusie wel kan nederleggen.
Uitspraak 6 Sept. e. k.
Thans kwam in het bankje der beschul
digden een zekere P. S., die van de 48
jaren welke hij geleefd heeft, ruim 17 in
de gevangenis heeft doorgebracht. Het mis
drijf waarvan hij thans wordt beschuldigd
is, dat hij een kamgaren jas heeft wegge
nomen uit eene tapperij alhier.
Beklaagde weet niet of hij het wel ge
daan heeft, hij was dronken, wel weet hij
dat hij de jas aanhad. De bestolene zegt,
dat de jas aan een kapstok in de gelag
kamer hing, maar spreekt zijme verklaring
voor den rechter-commissaris nu zelf tegen.
Heeft hij bij het eerste verhoor gezegd,
dat bekl. met twee andere mannen die in
de zaal waren tegelijk is weggegaan, thans
verklaart hij dat bekl. S. alleen was weg
gegaan en dat een der beide andere man
nen, zekere C. gezien had dat bekl. de jas
heeft medegenomen.
Staande de zitting wordt door de recht
bank om dezen C. gezonden, maar daar
deze niet thuis is, de zaak weer voortge
zet. Bekl. heeft na eenige aarzeling aan
den inspecteur van politie Wijbenoa bekend,
dat hij de daad gepleegd had, maar ont
kent thans daarmede iets anders te hebben
bedoeld dan: wik heb de jas aan, maar
hoe ik er aan kom weet ik niet."
Als de president bem raadt maar te
bekennen, antwoordt hij//Het maatschap
pelijk leven stuit me tegen de borst (geen
wonder ook, zeventien jaar!) ik zal dan
maar zeggen dat het zoo is!"
De subs. off. v. just, requireert veroor
deeling van bekl. tot 1 jaar gevangenisstraf.
De ambtshalve toegevoegde verdediger mr.
Th. de Haan Hugenholtz meent, dat de
ambt. van het O. M. zich wel wat gemak
kelijk van het bewijs heeft afgemaakt, z. i.
staat dit nog volstrekt niet vast.
De zoogenaamde bekentenis is vervat in
woorden die een tweeledige beteekenis heb
ben, het is ook best mogelijk dat een an
der de jas weggenomen en aan hem gege
ven heeft. Pleiter acht de eerste verklaring
van den kastelein dat alle drie de mannen
gelijktijdig zijn vertrokken, de ware, daar
het hem onwaarschijnlijk voorkomt dat hij,
zoo twee hunner waren achtergebleven, bij
het ontdekken van den diefstal niet aan
hen zou hebben gevraagd wie de eerste
man was, maar daarnaar op straat geïn
formeerd, zooals hij gedaan heeft.
Pleiter concludeert derhalve tot vrij
spraak wegens gebrek aan bewijs.
De subs. off. v. just, repliceerende, vraagt
schorsing der zaak, om den getuige C. als
nog te hooren, hetgeen de verdediger niet
noodig acht.
Als de president den bekl. vraagt (of hij
nog iets heeft in te breDgen, antwoordt
deze//Och nee, meneer, 't is me heelemaal
onverschillig,"
Een zeer aangenaam antwoord voor den
verdediger
Uitspraak 6 Sept. e. k.
Een jongen van 15 jaar V. genaamd
heeft uit een schoenwinkel in de Zijl
straat een paar jongens-rijglaarzen wegge
nomen. Vier getuigen bevevestigen het
feit, dat door bekl. bij zijn verhoor is
ontkend.
V. is niet ter terechtzitting verschenen.
De ambt. van het O. M. requireert zijne
veroordeeliDg tot 5 maanden gevange
nisstraf.
Uitspraak 6 Sept. e. k.
In ons volgend nummer zullen wij het
slot dezer zitttng vermelden.
In de vorige week is te Sassen-
heim een vreemde hond, welke een
huis was binnengedrongen en waar
bij zich verschijnselen van honds
dolheid voordeden, doodgeschoten.
Een hierna, door den districts-vee-
arts uit 's-Gravenhage, ingesteld
onderzoek, deed blijken dat deze
hond was lijdende geweest aan
hondsdolheid. Dienovereenkomstig
is bevel uitgevaardigd, dat de hon
den te Sassenheim en in de aan
grenzende gemeenten van af 28 Au
gustus gedurende vier maanden van
muilkorven moeten zijn voorzien.
LETTEREN EN KUNST.
Onlangs word gemeld, dat de bekende Frans
Hals, uit de verzameling van nu wijlen den beer
Hoolman te Haarlem, overgegaan in handen van
jhr. P. N. Quarles van Ufford, waarschijnlijk
voor ons land behouden zou blijven. Thans ver
neemt men, dat de schilderij door een kunsthan
delaar ten behoeve van het buitenland is aange
kocht. Zij stelt een paar lachende jongens voor,
die een stuk geld hebben gevonden, en behoort
tot de beste werken van den meester.
Het is niet onmogelijk, dat Sardou's La
Tosca nog eens als opera verrijst. Sardou zelf is
van meening dat alleen Gounod of Verdï ge
schikt is zijn tekst te componeeren, maar er is
sprake van Marchetti, den componist van "Ruy
Bias», of van den Spanjaard Gomez.
Sarah Bernhardt zal in het aanst. speel
seizoen drie voorstellingen geven in den franschen
schouwburg te 's-Gravenhage.
LEBER EN VLOOT.
Men schrijft ons uit Halfweg:
Woensdagmorgen werden de marine-aangelegen
heden van zijkanaal F bezocht door ZE.°den
minister van Marine. Een der torpedobooten van
den Helder bracht ZE. van de hoofdstad tor
plaatse. Na een en ander met belangstelling ïn
oogenschouw te hebben genomen vertrok ZE.
weder na een paar uur toevous.
Het sihictslactitmasker, systeem Sigusmnnd,
in de slachtplaats bij 's-Rijks werf te Willems
oord en aan boord van het «Zilveren Krais»,
heeft zulke goede uitkomsten opgeleverd, dat
door den minister van Marine tot verdere ver
strekking aan Zr. Ms. schepen besloten is.
Woensdag morgen zijn mot den Rijnspoor
weg uit 's-Gravenhage te Utrecht aangekomen,
de heeren De Munthe, kapitein der genie en
baron De Fock, luitenant der genie, beiden van
het zweedsche leger, met het doel de gebouwen,
werkplaatsen, materieel, enz. van het korps genie
troepen te bezichtigen. Na aankomst vertrokken
zij onmiddellijk naar de vuursche heide, om de
uitkomsten van de aldaar onlangs plaats a:ehad
hebbende proefneming met hot vernielen van
spoorwegbruggen in oogenschouw te nemen,
waarna zij om ongeveer twee ure 's middags op
het terrein Damlust aankwamen, om verder aan
het doel van hun reis gevolg te geven. Door den
commandant van het korps werden hun alle ge-
wenschte inlichtingen verstrekt en is hur al het
bezienswaardige getoond.
Men meldt uit Rockanje van 26 dezer:
Hedenochtend vroeg waren voor de lenst krui
sende het ramtorenschip «De Buffel/' met 8
monitors. Langen tijd duurde het eer men eenige
beweging tot landen kon waarnemen. Omstreeks
half 12 werden aanstalten daartoe gemaakt en
op eenmaal verschenen van achter de monitors
de bemande sloepen. Zonder slag of stoot had de
landing plaats; vóór half een was men op strand.
De mariniers klommen de duinen in, en te
laat werd door de landtroepen bemerkt, dat ruim
100 zeesoldaten hen op de hielen zaten. Een
algemeene vlucht had plaats door de duinen;
daarna verspreidden zich de grenadiers door vel
den en wegen, altijd achtervolgd door de zee
macht.
Door het kreupelhout wist de landmacht zich
aan het oog der vervolgers te onttrekken, totdat
zij tegen 3 uur in hunne tenten in de Kwak
terugkeerden.
De zeemiliciens marcheerden juichende naar
Hellevoetsluis. Het was een lust te zien, hoe
Janmsat met bloote voeten door de duindorens
en distelen sprong, en tevens zijne vaardigheid
in het schieten toonde. Tal van nieuwsgierigen
FUUIÏiLHTO 1ST.
Een verhaal uit dei
11)
Vile HOOFDSTUK.
DE TWEE (JASTEN.
Virginia trad de zitkamer binnen, waar zoo menig ge
zellig avondje door het gezin was gesleten in gezelschap
van hem, die nu gekneusd, misvormd en bewusteloos in
Toby's keuken lag.
Zij liep heen en weer, en staarde door de vensters naar
buiten en zij voerde niets uit, daar zij nauwelijks haar
medelijden en verontwaardiging kon bedwingen, want bijna
voor het eerst van haar leven was zij met wraakzucht ver
vuld; zij brandde van verlangen om te vernemen, dat een
snelle bestraffing de daders van deze wreedaardige hande
ling zou treffen.
Mr. Villars kwam spoedig hij haar. Zij haastte zich om
hem een stoel te geven.
Hoe is het met hem? erg verwond? vroeg zij.
Hij is beestachtig mishandeld, zeide de oude man
Maar hij is nu in veiligheid. Waar is Saliua?
Ik weet het niet. Ik heb naar haar gekeken toen ik
hier kwam en u in de keuken had gevonden. Ik denk dat
zij naar buiten is gegaan.
's Nachts naar buiten gaan? Dat is zeer vreemdI
mompelde de oude man. Zij is misschien gaan zeggen
dat Penn in huis is. Maar ik denk, dat de bekendheid met
het feit niet verder mag gaan. Mr. Stackridge is van het
zelfde gevoelen. Nu zij begonnen zijn met hem te vervol
gen, zullen zij nooit ophouden, zoolang hij binnen hun
bereik is.
En moeten wij hem verbergen?
Ja, totdat de storm bedaard is, of totdat hij veilig
den staat kan verlaten.
Daar is Salina! riep het meisje uit, toen zij voet
stappen hoorde naderen.
Als zij het is, dan is zij niet alleen, zeide de oude
man, die zooals de meeste blinden, een zeer scherp gehoor
had. Het is de voetstap van een man. Wees niet zenuwach
tig, kind. Van uwe kalmte en zelfbeheersching hangt nu
veel af. Als het een bezoeker is, laat hem dan binnen en
wees even gastvrij als gewoonlijk.
Het was een bezoeker, en hij kwam alleen een jonge
man met levendige manieren, mooi zwart haar en een knevel,
en zeer zwarte oogen.
Mr. Bythewood, vader, zeide Virginia, terwijl zij
hem dadelijk in de zitkamer liet.
Ik bid u, blijf toch zitten! zeide mr. Bythewood
met buitengewone minzaamheid, terwijl hij zich haastte,
om dit bewijs van beleefdheid van den kant van den blinden
ouden man te voorkomen.
Hebt gij mijne dochter niet met ugenomen? vroeg
mr. Villars.
Uw dochter is hier, mijnheer! en hij boog al
glimlachende voor Virginia.
Vader bedoelt mijne zuster, zeide Virginia. Zij
is uit het huis gegaan en wij maken ons een weinig on
gerust. Zij meende dat zij goed dead door dat te zeggen,
want als de bezoeker iets vreemds of eenige verstrooidheid
van haar kant mocht opmerken, dan zou hij denkeu dat
het veroorzaakt werd door de afwezigheid van Salina.
Er kan zeker niets met haar gebeurd zijn, zeide
mr. Bythewood, die eene zeer gemakkelijke houding had
aangenomen, heel kalm en onverschillig. Wij vormen
het ridderlijkste volk ter wereld. Er is denk ik op den ge-
heelen aardbol geen volk, waar de onschuldigen en de weer-
loozen zoo volkomen veilig zijn als hier.
Virginia dacht aan het ongelukkige slachtoffer van het
gepeupel, daar ginds in de keuken, en glimlachte uit be
leefdheid.
Ik ben niet bang voor hare veiligheid, zeide de
oude man.
Ik heb mij toch angstig gemaakt over het rumoer,
dat ik een uur geleden in de richting van de academie hoorde.
Bythewood lachte en streek zijne snor in de hoogte.
Ik weet het niet, mijnheer. Ik denk echter, dat de
schoolmeester, die Yankee, een klein proefje van de zuide
lijke gevoelens heeft ontvangen.
Hoe! toch niet mishandeld?
Noem het zooals gij wilt, mijnheer, zeide Bythewood