NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Blanken en Zwarten.
6e Jaargang.
Vrijdag 14 September 1888.
No. 1595.
ADVERTEETIElt:
IS N K N I A N I».
ABONNEMENTSPRIJS:
HAARLEM'S DAGBLAD
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij groote opgaven aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekbandelaren, postkantoren en courantiers.
en J.
AVIS.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Generale de Publicite Eirangère G. L. DJUBE Co., JOB. F. JONES, Suer., Parijs, 3Ibis Faubourg Montmartre.
STADSNIEUWS.
Haarlem, 13 September.
Woensdagavond 7 uur arriveerde
het 3de bataljon van het 4de regim.
infanterie, onde* commando van den
luit.-kol. Vogel, per extra-trein uit
Zevenbergen hier ter stede. De troep,
die, zooals bekend is, gedurende 10
dagen de manoeuvres ia Noord-Bra
bant heeft medegemaakt, zag er
flink uit n niet meer dan een paar
militairen moesten in het hospitaal
te Breda achterblijven. Op het spoor
wegperron werden de terugkeeren
den gecomplimenteerd door de ach
tergebleven hoofd- en subalterne
officieren van het garnizoen. De
haarlemsche burgerij gaf veel blijken
van sympathie; bet perron zoowel
als de weg naar de kazerne was
vol belangstellenden.
Tot onderwijzer aan de bizondere
school van lager en voortgezet lager
onderwijs van den heer P. J. Prinsen
Geerligs, is benoemd de heer A. J.
Doornbos te Wateringen.
De persoon, die vóór eenige da
gen in Houtrijk en Polanen blGots
voets was aangetroffen en naar het
huis van bewaring alhier werd over
gebracht, verkeerde daar in hoogst
opgewonden toestand. Gedurende
een zestal dagen heeft hij geen
bete broods ofeenig drinkwater wil
len gebruiken. Thans i6 hij naar
Amsterdam overgebracht.
Woensdag avond is uit den Scho
tersingel opgehald het liik van den
64 jarigen F. verpleegde in het Bui
ten-Armhuis die sedert eenige uren
werd vermist. Den laatsten tijd was
de man lijdende aan zwaarmoedig
heid.
Arrondlssements-Rechtfeaiik
TE HAARLEM
Zitting van 13 September 1888.
Twee landloopers openden heden de rij.
De een had in een half jaar en de ander
in drie jaar niet gewerkt, maar het scheen
den laatste geen kwaad te hebben gedaan,
althans bij zag er kapitaal uit. Beiden had
den al dien tijd rondgezworven, hoe de laat
ste dat drie jaar heeft kunnen doen zonder
aangehouden te worden, is een vraag. Hoe
dit zij, beiden zullen nu wel een poosje
van den openbaren weg verdwijnen. Het
requisitoir luidt: 12 dagen hechtenis en
opzending naar een Rijks-werkinrichting
voor den tijd van 2 jaar.
Volgde een zaakje, waarvan de beklaagde,
op het politie-bureau gebracht wegens
dronkenschap, met een mes een stijl had
doorgesneden en een ander beschadigd.
Men had hem wel gevisiteerd, maar niet
goed naar het schijnt. De subs. off. v.
just, vroeg zijne veroordeeling tot 21 da
gen g;ev.
C. K., veehouder te Assendelft, is be
schuldigd een zesjarig knaapje in een sloot
te hebben geworpeu. Het kind joeg met
een ander zijn paard heep en weer en, in
drift ontstoken, greep hij het knaapje en
wierp het in de vijf meter breede sloot.
Het kind kroop er zelf weer uit.
Zoo luidde (le aanklacht en drie getui
gen verklaarden te hebben gezien, dat bekl.
het kind oplichtte en dat dit een oogen-
blik later in het water lag, want het wa
ter spatte omhoog. Een hunner was echter
op tien minuten afstand, een ander op vijf
minuten, zoodat zij niet konden zeggen of
hij het kind er bepaald had ingewor
pen.
Dit laatste ontkende bekl. Het was zijn
plan geweest het kind over de sloot, die
lang zoo breed niet was als de veldwach
ter opgaf, heen te zetten.
Hij had drie getuigen a décharge mede
gebracht, waarvan twee de breedte van de
sloot met hem hadden o jgemeton en be
vonden dat die 2.10 AÏ. was, terwijl er
hoogstens 80 c.M. water in stond.
Het bleek spoedig, dat men hier tot het
eigenlijke punt in kwestie was genaderd.
De sloot toch, die het kind had aangewe
zen aan den veldwachter, was een geheel
andere dan die, welke de bekl. met zijne
getuigen a décharge was gaan opmeten en
het was nu de vraag, wie het bij het
rechte eind had
De subs. off. v. just., het ten laste ge
legde feit van mishandeling bewezen ach
tende, requireert beklaagde's veroordeeling
tot een boete van f30, subs. 10 dagen
hechtenis.
De verdediger van beklaagde, mr. Ph.
A. Haas, acht het, uithoofde van het re
quisitoir, niet noodig lang in deze zaak
te pleiten. Hij betoogt evenwel, dat niet
bewezen is, dat bekl. het doel heeft ge
had, leed te doen, omdat niemand heeft
kunnen zien dat bekl. den jongen er in
geworpen heeft, daar de getuigen te ver
af stonden. In het oog houdende, dat bekl.
zeer gunstig bekend staat en dat de vader
van den jongen verzocht heeft, de zaak
niet door te zetten, coucludeert pleiter tot
het opleggen eeuer kleine geldboete.
De gemeente Koog aan de Zaan heeft
het vorige jaar eene verordening ge
maakt, waarvan het tweede artikel, waarop
het in deze aankomt, aldus luidtBij ver
bouwing en herstelling van bestaande wo
ningen, van hout opgetrokken, is de eige
naar verplichtden afgebroken houten
muur door een steenen te vervangen.
Beklaagde A. G., houtzager van beroep,
nu heeft,volgens de dagvaarding, den zuider
gevel van zijn houten woning afgebroken en
weder door een houten vervangen. Vandaar
de aanklacht, die ten gevolge had, dat
A. G. door het kantongerecht te Zaandam
is veroordeeld tot een dag hechtenis en in
de kosten. Van dat vonnis nu kwam hij
in hooger beroep.
In zijn requisitoir wijst de subs. off. v.
just, er op, dat deze zank aan de Koog
geldt voor eene «cause célèbre" en meent
zelts te weten, dat de bewoners gezamenlijk
de kosten van een advokaat zouden be
talen. Na het verhoor van vier getuigen,
deskundigen, requireert de ambt. van het
O. M. bevestiging van het vonnis en ver
oordeeling van bekl. in de kosten van het
hooger beroep.
De verdediger mr. Ph. A. Haas, meent,
dat men hier niet heeft te doen met een
afgebroken buitenmuur, maar met een par
tieel afgebroken buitenmuur. Alleen de
plankeü toch zijn weggebroken, de
stijlen die toch ook den buitenmuur hel
pen vormen, zijn blijven staan. Daarom
valt dit niet ouder het vermelde art. 2
der verordening, dat spreekt van een weg
gebroken muur.
Het is daarbij, zegt pl., onzeker met
welk motief deze verordening in het leven
is geroepen. Iedere gemeen te-verordening
moet steunen op een motief van open oare
orde, veiligheid of gezondheid. Nu acht
de ambt. van het O. M. dat bij bet maken
der verordening de gedachte van brand
gevaar (veiligheid) heeft voorgezeten, ter
wijl de gem. opzichter van Koog aan de
Zaan, als getuige gehoord, meent dat ze
1) Zonder over de hoofdzaak te durven beslis
sen (wij achten ons daartoe niet competent)
kannen wy toch bevestigen, dat inderdaad deze
kwestie voor de gemeente Koog aan de Zaan een
belangrijke kwestie is. De tot-atand-koming der
bedoelde verordeniug heeft indertijd een storm
van aanvallen opgewekt en men sjhreef haar
aan verschillende motieven toe.
Ben dezer motieven is het volgendeTe Koog
a. d. Zaan bevindt zich eene firma die reeds ver
leden jaar (vó<5r de verordening bestond) arbei
derswoningen kant en klaar leverde voor f 500.
Natuurlijk van hout. liet schijnt, dat men
vreesde, dat door den lagen huurprijs dezer ge
bouwtjes, tal van arme gezinnen zich te Koog
aan de Zaan zonden komen vsstigen en dat daar
door de gemeente tal van personen tot haar last
zon krijgen, wanneer de hoofden dezer gezinnen
in den winter geen werk konden krijgen of ook
wel wanneer dezen lui waren of misbruik
maakten van sterken drank. In ieder geval
dat het houwen dier goedkoope huisjes zeer na-
deelig zou zijn voor de gemeente-financiën.
Wij zeggen niet, dat deze overweging het le
ven geschonken heeft aan de bij de ingezetenen
van de Koog gehate verordening, wij deelen
alleen mede, dat men dit heeft beweerd. Ter
terechtzitting heeft geen der getuigen noch de
verdediger dit punt aaneoroerd. (Bed.)
op hygiënische overwegingen berust. Hier
omtrent is dus reeds geen eenheid, het
kan zeer wel zijn, zegt pl., dat de wet
gever de verordening in het 'even heeft
geroepen met het oog op verfraaiing, om
dat hij steenen huizen sierlijker vond dan
houten. Dit nu is geen wettelijk motief
en daarom mag de verordening niet wor
den toegepast.
Eindelijk meent de verdediger, dat het
j u i s t e strafbare feit, zoo er al een straf
baar feit is, niet in de dagvaarding is neer
gelegd. Deze geeft toch aan als het strafbare
punt«dat hij een bestaandeu houten gevel
door een anderen houten heeft vervangen.
Er had moeten staan: «dat hij den hou
ten muur niet door een steenen had doen
vervangen."
Alzoo, zegt pl., is in facto het geval
niet aanwezig, door de verordening be
doeld, omdat hier geen afbreking vaneen
muur, maar slechts een gedeeltelijke af
breking heeft plaats gehad. Bovendien is
de uitdrukking in de dagvaarding niet
juist en ten slotte is er afwezigheid van
het motief, waarop de wetgever de ver
ordening heeft gemaakt. Pleiter concludeert
mitsdien tot ontslag van rechtsvervolging.
De ambtenaar van het O. M., repliceo-
rende, tracht van al de motieven, welke
den verdediger tot deze conclusie voeren,
de onjuistheid aan te toouen, hetgeen du
pliek van pl. tengevolge heeft.
De uitspraak van deze zaak wordt be
paald op Donderdag 20 dezer.
In o?is nummer van morgen zullen wij het
vervolg der zitting opnemen.)
la de maand Juli werden met
de Haarl.-Zandvoort Spoorw.Mij.
43.691 reizigers vervoerd.
De opbrengst van dit vervoer
bedroeg f9.243 75
dat van goederen - 451.98
en aan diversen - 335.841/,
Totaal f 10.031.57V»
zijnde per dag-kilometer f 38.07.
Te Nieuw-Vennep heeft een wed
strijd plaats gehad tueschen 9 wiel
rijders, waaronder een die reeds een
eereten prijs heeft gewonnen, en een
hit van den heer De Jong. Na een
warmen strijd voor den hit nog
moeilijker, daar het tuig brak, zoo
dat de kampioenen weder van het
punt van afrit moesten beginnen
behaalde de hit de overwinning. Het
18-jarige dier had een afstand van
3000 M. in 41/, minuut afgelegd.
LETTEREN EN KUNST.
De reden waarom de amstcrdarasche orkest-
vereeniging weldra zal ophouden te bestaan, is
volgens de «Amst. Ct.« dat vele leden geënga
geerd zijn voor het orkest van de nieuwe con
certzaal.
De beroemde hongaarsche schilder Mun-
kaczy bevindt zich in den llaag. 1-Iij heeft zijnen
intrek genomen in het Hotel des Iudes.
Uit Leeuwarden wordt aan do *N. R. C.«
gemeld
Onze stadgenoot, de heer Barend Kwast, is te
gemoet gekomen aan eene groote behoefte in
deze stad, te wetende oprichting van eene mu
ziekschool. Sedert de heer Hageman zich met
terwoon te Amsterdam heeft gevestigd, ontbeer
den wij eene dergelijke nuttige inrichiing. De
onderwijzers aan de nieuwe muziekschool stelden
ons Dinsdagavond in de gelegenheid kennis te
maken met hunne talenten. Behalve met den
heer Kwast, die ons versterkte in onze meening
omtrent zijne bekwaamheden, maakten wij ken
nis met eenen veelbelovenden leerling van Joseph
Cramer, den jeugdigen Draper, eenen Leeuwar
der van geboorte, em met eene begaafde mezzo
sopraan zangeres, mejuffrouw Broekens.
Een kon. besluit van den
lOden September, Woensdag in de
Staatscourant opgenomen, bepaalt:
«De gewone zitting van de Sta-
ten-Generaal wordt op Dinsdag 18
September 1888, des namiddags te
één uur, in eene vereenigde ver
gadering der beide Kamers geopend
door eene commissie van Onzent-
wege, waartoe worden benoemd
Onze ministers, hoofden van minis-
terieele departementen».
Het orgaan vandesoci-
aal democratische partij Recht voor
Allen houdt de waarheid vol van
zijn bericht, dat jhr. mr. M. A. de
Savornin Lohman, advocaat-gene
raal bij den Hoogen Raad te 's-Hage,
heeft aangenomen in «Walhalla»
te spreken. Het blad voegt er bij,
dat de heer Lohman zelt verklaard
heeft te zullen optreden in «Wal
halla» aan den secretaris der haag-
sche afdeeling, die mondeling en
schriftelijk met hem confereerde.
De vereeniging «Uit het
Volk—Voor het Volk» te Middel
burg heeft besloten, in 1889 eene
gewestelijke tentoonstelling te hou
den van kunst, toegepast op nijver
heid, waaraan ieder in Zeeland kan
deelnemen. Dezer dagen ontving zij
van den commissaris der Konings,
jhr. mr. W. M. de Brauw, en den
burgemeester, jhr. mr. L. Schorer,
bericht, dat beiden gaarne het aan
geboden beschermheerschap en eere
voorzitterschap aannemen en de beste
wenschen koesteren voor het wel
slagen dezer tentoonstelling.
De Zuiderzee-Vereeni-
ging had tot de regeering het ver-
:SP sa tj ÏXjLHTO isi.
Een verhaal uit den amerikaanschen burgeroorlog.
23)
XJVe HOOFDSTUK.
HET VERHAAL VAN EEN MAN.
En denk je dat ik gebonden ben aan de laatste woor
den van een man, die op dat punt zichzelf niet kende?
Hij wilde mij altijd de vrijheid schenken, zeide ik,
en hij zeide het ook.
Waarom heeft hij u de vrijheid niet vroeger gegeven,
in plaats van mij te verzoeken, zulk een offer te brengen?
Kom, kom Pomp! hij sloeg mij op den schouder, je
bent mij te veel waard, om je weg te laten gaan. De men-
schen zeggen, dat je evenveel van de geneeskunde weet, als
mijn broeder. Je zult mij op eene plantage veel waard zijn,
want daar laat ik je de zieke arbeiders behandelen, en als
het goed gaat, laat ik je de familie geneesmiddelen voor
schrijven. Kom jongen, je moet dergelijke gedachten aan
vrijheid van je zetten, je zult verscheidene negers mogen
geeselen, en dat zal zulk een flinke neger wel goed kun
nen doen.
Hij sloeg mij weer op den schouder, en keek zoo verge-
noegelijk en vriendelijk, alsof ik een kind was, dat door
zoete woordjes moest worden overgehaald, en dat door zulk
een man! -zeide Pomp, met een glimp van trots. Ik
had hem als een tijger kunnen verscheuren, wegens zijne
onbeschaamdheid en hardvochtige onrechtvaardigheid. Maar
ik hield mij goed, want ik wist dat ik door geweld niets
kon winnen.
Meester, zeide ik, wat u daar zegt is ni :t zeer
vleiend. Maar ik wenschte te hebben, wat mijn meester mij
gaf wat u beloofde, dat ik zou hebben daarmee zal
ik geheel tevreden zijn.
Wat, je houdt vol? zeids hij, terwijl hij woedend
werd. Laat mij je eens voor altijd zeggen Pomp, datje
met veel minder tevreden moet zijn, en nooit meer het
woord «vrijheid» tegen mij moogt uitspreken, het zal je
eigen voordeel zijn!
Ik zag dat hij het meende, en kon er dus niets meer aan
doen. Ik was wanhopig en woedend. Toen gevoelde ik voor
het eerst van mijn leven wat het is, een man te willen
vermoorden. Ik had hem dadelijk terneder kunnen vellen.
Goddank, dat ik het niet deed. Ik kwam tot betere gedach
ten en zeide: Als hij mij goed behandelt, zal ik hem
dienen; maar doet hij het niet, dan loop ik weg.
Toen bracht hij mij hierheen, naar Tennessee. Hij had
hier eene plantage, die zijne vroeg gestorven tante hem
had nagelaten. Totnogtoe was ik goed behandeld; maar hij
hield niet van mij; hij zeide mij dikwijls dat ik te veel
wist, en te trotsch was. Hij had besloten mij te vernederen;
eens ze'de hij tot mijPomp, Nance heeft onlangs kwaad
gedaan, en jij hebt haar laten begaan. Ik was namelijk
een soort opzichter. Nu zal ik je zeggen, wat ik zal doen
Nance moet gegeeseld worden, en dat draag ik aan jou op.
Neem mij niet kwalijk, meester, zeide ik, dat
heb ik nog nooit gedaan, een vrouw gegeeseld.
Dan wordt het eens tijd om te beginnen. Ik heb ge
noeg van die fijne manieren, Pomp, je zult nu een toontje
lager moeten zingen.
Ik wil alles doen wat gij maar wilt, mijnheer!
zeide ik, maar eene vrouw geeselen, dat kan en wil ik niet.
Jou schavuit! schreeuwde hij, terwijl hij zijn rij
zweep zocht. Ik zal je leeren, mij in het gezicht uit te
tarten 1 En hij sprong woedend op mii toe.
Pas op mijnheer! zeide ik, terwijl ik een stap ach
teruit deed. Het zal voor ons beiden beter zijn, dat gij
mij niet slaat!
Wat, je bedreigt mij, schavuit?
Ik bedreig u niet mijnheer, maar ik zeg wat ik zeg.
Het zal voor ons beiden beter zijn. U zult mij nooit twee
keer slaan. Dat verzeker ik u.
Ik denk, dat hij bang voor mij werd, toen ik dit zeide,
want in plaats van te slaan, riep hij dadelijk om hulp.
Sam! Harry! Nap! bindt dezen duivel! vlug!
Dat zullen zij niet doen! zeide ik. Wee hem,
die mij met een vinger aanraakt, al is het de meester of
de slaaf!
Dat zullen we eens zien, zeide hij, terwijl hij naar
het huiB liep, en met eene buks terugkeerde. Ik was daar
Voor Haarlem, per 3 maanden1.20.
Franco dooi het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65.
Afzonderlijke nummers- 0.03.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. ^elefoonDaazemer 1S2.
ÊPirecleareri-iitgever§ J. PEEREB0091