NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Blanken en Zwarten. 6e Jaargang. Vrijdag 21 September 1888. No. 1601. ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIES: Een algemeen belang. STADSNIEU ff S. HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem, per 3 maanden/1.20. Franco dooi het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65. Afzonderlijke nummers- 0.03. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- on Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. 'Felefoonnnminer 182. ran 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents Groote letters naar plaatsruimte. Bij groote opgaven aanzienlijk rabat. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantiers. Directeuren-Uitgevers JS. C. PEEKEBUOM cnjJ.'[B. AVIS Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Centrale de Pubiieite Elranaère ff. L. DATJBE Co., JOH. T. JONES, Suer., Parijt, 31hu Faubourg Montmartre. Zooals wij in een vorig nummer be richtten, circuleert dezer dagen een adres aan den Gemeenteraad, dat het verzoek behelst, de onderhandelingen met deHoll. IJzeren Spoorweg-Maatschappij over het groote spoorwegplan, weder te willen op vatten. Wij behoeven niet te zeggen, hoezeer dit adres onze onverdeelde sympathie be zit. Menigmaal wezen wij er op, dat het èn voor Handel en Nijverheid èn voor het verkeer tusschen de oude stad en de wijk aan gene zijde der rails, bepaald noodza kelijk is, dat de Gemeente en de Holl. Spoor de handen ineenslaan tot het uit voeren van afdoende verbeteringen. In een vorig nummer is het geheele adres afgedrukt. Wij mogen dit derhalve bekend achten. Men weet, hoe het groote plan in het begin van dit jaar is afgesprongen. De Raad had het in handen gesteld van de verschillende col'eges om advies (Kamer v. Kooph., Comm. van Financiën, Comm. van Fabricage, B. en W.) Hot college van B. en W. sloot zich aan bij het advies der Comm. van Fin., dat de van de Gemeente gevraagde bijdra ge veel te hoog noemde. B. en W. noe men dit zelfs //een niet te dragon schul denlast." De Raadscommissie zond de verschil lende adviezen aan den Holl. Spoorweg, met de bijvoeging dat vcor het plan z o o a 1 s het daar lag, geen meerderheid in den Raad te verkrijgen zou zijn. Daarop berichtte de Holl. Spoor, dat zij hiermede de onderhandelingen als af gebroken beschouwde. Het gold hier derhalve eenvoudig een geldkwestie. De Holl. Spoor verlangde van de Gemeente eene bijdrage van 39 percent in de kosten, dat wil zeggen een som van driehonderd negentigduizend gulden. Men kwam tot dit cijfer op de volgende wijze De Maatschappij had direct belang bij de goederen-inrichting en bij de opheffing der overwegen. De goederen-inrichting is begroot op f132,000, de administratie en winst op f6,600, waarde terrein Bolwerk f 60,000, vormende derhalve een afgerond cijfer van twee ton, waarbij voor onvoorziene uitga ven te voegen 10 pet. Trekt men deze som van het millioen, dat het geheele plan zal kosten af, dan blijft er een bedrag van f 780,000, hetwelk de Holl. IJzeren Spoorw.-Maats. billijk acht, dat door haar en de Gemeente Haar lem elk voor de helft zal worden gedragen. Evenwel behoefde de Gemeente deze som van f390,000 niet geheel in geld bij te dragen. De Spoorweg-Maatschappij zoude moeten koopen een gedeelte van het Prin sen-Bolwerk, benevens de terreinen welke zij thans in erfpacht heeft. De Maatschappij taxeerde bij deze berekening dat deel van het Bolwerk op f 60,000, de gronden in erfpacht op f 45.000, zoodat de bijdrage in geld van de Gemeente zou bedragen f285,000. Het spreekt vanzelf, dat de Gemeente ter verkrijging van dit geld eene leeniug zou moeten sluiten. Berekent men de rente op 3 Vs percent (een percentage waar voor eene Gemeente als Haarlem onge twijfeld geld zal kunnen krijgen) en de aflossing op 2 percent, dan zou eene der gelijke leening den schuldenlast der Ge meente met een jaarlijksch bedrag van f11,600, zonder nog de aflossing te reke nen, verzwaren. Wij meenen evenwel, dat deze last aan merkelijk te verlichten zou zijn. Men ver- gete toch niet dat de taxatie der boven bedoelde gronden tamelijk willekeurig ia (zooals B. en W. zeiven reeds opmerkten) en men mag veilig aannemen, dat eene taxatie door een kooper uit den aard der zaak lager zal zijn dan wanneer deze ge schiedt in overleg met een door den ver- kooper aangewezen deskundige. Het geval is derhalve niet ondenkbaar, dat eene com missie van taxateurs, aangewezen door de beide lichamen de Holl. Spoor en het Gemeentebestuur, tot een beduidend koo- ger cijfer voor de waarde der gronden zou komen, dan door de Holl. Spoor wordt aai'gegeven. Hierbij komt nog, dat wel is waar de jaarlijkscho aflossing in den regel 2 per cent bedraagt, maar dat in buitengewone gevallen Gedeputeerde Staten wellicht ge neigd zouden zijn, een aflossing goed te keuren die loopt over honderd jaar, vau één percent per jaar derhalve. Men be hoeft er niets onbillijks in te zien, dat ook het Bageslacht zoude bijdragen voor eene verbetering, waarvan het ongetwijfeld mede de vruchten zal plukken. Er is nog meer. Op dit oogenblik is het concept-contract van de Gemeente met de Duinwater-Maatschappij nog niet door deze laatste of zoo men wil, door den amsterdamschen Gemeenteraad, aangeno men. Eeitelijk is er evenwel niemand, die zich ongerust maakt over de al- of niet- goedkeuring van het contract door de andere partij. Alsdan zal de gemeente een jaarlijksche bate van circa f 5000 (10 percent van de bruto opbrengst van het water) kunnen te gemoet zien. Het komt ons voor, dat deze som eigenaardig geschikt zou zijn tot dekking van de kosten der gewenschte verbetering. De rekening opzettende hebben wij dan: Bijdrage in geld van de ge meente stel f250.000. f 11250. f 5000. Hiervan 3Va pCt rente - 8750. En 1 pCt aflossing - 2500. Dekking door de jaarlijksche bate van het Duinwater, die ver ondersteld kan worden te zul len toenemen f 625ÏÏ! Voegt men hierbij nu de som, welke de Gemeente thans nog als erfpacht ont vangt, en dan natuurlijk door den verkoop dier gronden zou derven, dan zouden de jaarlijksche kosten bedragen een som van f 8000 in ronde cijfers, welk bedrag na tuurlijk door de aflossing elk jaar ver mindert. Een ieder moge zich de vraag stellen, of werkelijk het plan eene jaarlijksche uitgave van achtduizend gulden wettigt. Volgens onze opinie kan het antwoord toestemmend luiden. Wij zullen deze onze meening in de volgende regelen moti- veeren. Na alles wat over de zaak in den laat- sten tijd gesproken en geschreven is ge worden, kan onze motiveering betrekkelijk kort zijn. Handel en Nijverheid in Haarlem zijn als in een keurslijf gestoken, waarin zij niet kunnen ademhalen. Het verkeer te land en te water beide ia gebrekkig. Een goederen station ontbreekt, in ge heel Haarlem is geen enkele kraan om groote stukken in de wagens te hijschen en wij kunnen een onzer grootste indus- triaelen noemen, die een deel van zijn werk elders moet laten maken, omdat hij het van hier uit niet vervoeren kan. Hier door alleen lijdt Haarlem jaarlijks voor eenige duizenden guldens schade aan arbeidsloon. Dan de toestand van de stadswijk be noorden de rails. Het zijn niet alleen de bewoners van die wijk, die belang hebben bij eene geregelde en veilige communicatie met het andere gedeelte der stad, niet alleen de eigenaars van perceelen aldaar, maar de geheele bevolking van Haarlem wenscht, dat niet langer de stad in twee stukkeu worde gesneden, die niet dan met moeite en gevaar te bereiken zijn. Ieder die eenmaal deze overgangen aan den Jans- en Kruisweg heeft gepasseerd, kan het weten, dat met het overdrukke treinenverkeer vroeg of laat een ongeluk niet kan uitblijven en talloos zijn de ver halen van personen, die bij het passeeren der raih, ternauwernood aan het gevaar van door een aankomenden trein of ran- geereade locomotief te worden verpletterd, zijn ontkomen. Wij overdrijven niet. Wie twijfelt, sla het gewoel een half uur gade. Wij zouden zoo gaarne den put gedempt zien voor dat het kalf verdronken is. Er is nog eene andere tegenwerping, die men herhaaldelijk heeft gemaakt en die op het eerste gezicht niet van belang ontbloot schijnt. Het is deze: Haarlem is geen koopstad en zoo men groote kosten gaat maken, tea behoeve van Handel en Nijverheid, zullen al de ingezetenen moe ten betalen voor eene zaak, die slechts aar enkelen ten goede komt Dat er slechts weinige groote kooplie den en industrieelen in Haarlem hunne zaken hebben, willen wij niet ontkennen. Maar is dit een argument om den slech ten toestand waarin zij verkeeren, niet te verbeteren In de gegeven omstandigheden zal nog eerder de industrie, die er thans is, ver plaatst worden naar een gemeente,die gunsti ger is gelegen, dan dat zich een enkele nieuwe firma in Haarlem zou komen ves tigen. Maar zie de lijst der nieuw inge komen burgers na: geen enkele koopman of industrieel bevindt zich onder hen, be halve eenige dis hier wonen en hunne zaken te Arasterdam hebben. In de laatste jaren is er geen enkele nieuwe fabriek in Haarlem verrezen en wij durven zeggen dat, zoo de toestand niet wordt verbeterd, ook geen enkele nieuwe fabriek meer ver rijzen zal. i) Niemand sluit zich vrijwil- lig op. Men noeme het geen utopie, dat zich meerdere firma's hier zullen komen vesti gen zoodra do onhoudbare toestand ver beterd is. Aan het Noorder-Buitenspaarne is bouwterrein in overvloed en dus tot lagen prijs te verkrijgen. De werkloonen zijn hier niet hoog, en zeker veel lager dan in Amsterdam. De Beurs is met nog geen half uur sporens te bereiken, Haarlem is in telefonische verbinding met Amsterdam en wat de fabrikanten zeiven betreft, men weet dat zij zich gaarne in Haarlem zul len vestigen om de fraaie omgeving. Zou het bij al deze voordeelen eene onmogelijkheid zijn, dat meerdere koop lieden of industrieelen zich hier vestigen? Wij meenen dat men hier onbeschroomd /,neen" op zeggen kan. Maar zelfs zij, die voor Haarlem als koopstad zich geen toekomst kunnen den ken en die er van overtuigd zijn dat onze stad moet zijn en blijven een luxe-stad, die er zich op moet toeleggen vermogende lieden tot zich te trekken, zelfs zij kunnen zich van ganscher harte vereenigen met het adres, dat ten doel heeft het groote plan weder in het leven te roepen. Wij zullen dit spoedig nader trachten aan te toonen. Geen enkele? Ja toch. Er is een nieuwe iudustrieele onderneming verrezen, de ijzergielery, een naamlcoze vennoot schap, een zaak die onfeilbaar slecüt moet gaan, zoolang zij hare producten niet behoorlijk vervoeren kan.» Haarlem, 20 September. De door Burg. en Weth. aan den Gemeenteraad aangeboden begroo ting der plaatselijke inkomsten en uitgaven voor 1889 is op de plaat selijke secretarie nedergelegd. Exem plaren daarvan zijn tegen betaling der kosten in druk algemeen ver krijgbaar. Bij koninklijk besluit is bepaald dat aau de burgeravondscholen al- bier onderwijs zal worden gegeven in de vakken, genoemd onder a, b, cj g, h en k vau art. 13d°rwet op het middelbaar onderwijs, alsmede in de fransche taal. Tot ontvanger der gemeente Spaarn- dam ie benoemd de heer Brunink aldaar. Met den benoemde stond op de voordracht de heer L. J. Val- lentgoed te Halfweg. LETTEREN EN KUNST. De toniaklijke Vereeirging .Het Nederlandech Tooneel* opende Dinsdagavond te 's Hage het speelseizoen 18881889 met eene opvoering van Octave Feuillet's «In verzoeking". De dames Frenkel, De Vries, Rössing en Pool man en do heer Bouwmeester werden bij hun optreden toegejuicht. Do voorstolling was matig bezocht. Tot opvolger van den heer W. Kes, direc teur der Orkestvereniging en der afdeeling van «Toonkunst" te Dordrecht, is benoemd de" heer Eduard Erdelmann, van Wesel. De heer S. De Lange is uitgenoodigd in December op een der abonnementsconcerten te Crofeld als organist mede te werken. Waarschijn lijk zal do heer Do Lange daarna een kleine kunst reis door Duitschland (Leipzig o. a ondernemen. Bij den uitgever W. Cremer te 's Hage is ter perse van Marcellus Eraants een blijspel in 3 be drijven, getiteld.- "Jonge Harten", dat waarschijn lijk nog dozen winter zal worden opgevoerd; voorts een oorsprokelijk nieuw werk, getiteld: «Juffrouw Lina», een Portret; van D. F. vau Hïijst (schrijver van Georges de Lala in g) een bundel rijmen en gedichten; van Louise V. Nagel (schrijfster van Minia turen door Antoinette) «Zangen der zee», gedichten, geïllustreerd met Strandgezichten van jhr. J. E. van Heemskerk van Beest. Deze nieuwe uitgaven verschijnen op den len October a. s. ONDERWIJS. Naar «Gclria# uit vertrouwbare bron verneemt heeft de minister vau Binnenlandsche Zaken aan het bestuur der kweekschool voor onderwijzeres sen te Arnhem bericht, dat over het volgend jaar nog slechts op een rijkssubsidie zal kuunen gerekend worden t oor de eerste acht maanden. FBTJIIiIIEITO 3ST. Een verhaal uit den amerikaanschen burgeroorlog. 29) XVIIIe HOOFDSTUK. TER DOOD VEROORDEELD. Jongen, bet is een ruilhandel, zeide kolonel Der- ring, wiens hartstocht om rekruten aan te werven alles overtrof. Maak de touwen los, luitenant, en laat hem gaan. Ga met mij mee, Duitscher. Ropes gehoorzaamde. Verbijsterd en half verdoofd door de plotselinge wending van zijn lot, voelde Penn zich weer vrij, en hij zag als in een droom, dat Carl als zijn plaats vervanger weggevoerd werd. Laat mij u een raad geven, zeide kapitein Sprowl fluisterend. Als gij uw leven lief hebt, laat men u dan morgenavond niet binnen twintig mijlen afstands van bier ontmoeten. Wilt gij mij een vrijgeleide geven? zeide Penn, die de raadgeving uitmuntend vond. Ik heb geen volmacht, zeide Sprowl.Gij moet voor uzelf zorgen. Penn beschouwde de woeste, teleurgestelde gezichten van hen die hem bewaakteD, en wilde zich nu zoo gauw mogelijk uit de voeten makeD, omdat hij niet te midden van de bende wolven, die naar zijn bloed dorstten, wilde blijven. Hij trok zijne kleeren aan en besloot eene laatste en wanhopige po- giDg tot ontvluchten te wagen. XlXe HOOFDSTUK. DE ONTSNAPPING. Terwijl hij vlug over het veld in de richting van het buis van mrs. Sprowl liep, wendde hij zich eensklaps om en drong in het bosch. Hij bemerkte weldra dat hij gevolgd werd. Een man - slechts één naderde van uit het kreu pelhout. Penn hield stil. God vergeef het mij, mom pelde bij bij zich zelf, maar dat ismeer dan een menscb kan verdragen. Men had hem op de linker en ook op de rechter wang geslagen, het werd nu tijd om terug te slaan. Hij raapte een knuppel op zijne zenuwen werden zoo hard als staal, terwijl hij hem opraapte zijne oogen schoten vuur. De man naderde. Hij was ongewapend. Plotseling liet Penn den knuppel vallen en uitle een kreet van vreugde. Het was zijn vriend Stackridge. Hoe, de kwaker wil vechten? zeide de landbou wer, terwijl hij glimlachte. Het schijnt, zeide Penn, terwijl hij in tranen uit barstte en den landbouwer de hand drukte, dat ik waan zinnig ben geworden. Het schijnt dat gij een van uwe dwaasheden hebt laten varen hernam Stackridge, die verwachting van hem begon te koesteren. Als gij mijn pistool hadt genomen, en er u in de eerste plaats van had bediend, of tenminste den goeden wil had getoond, het te gebruiken, dan zoudt gij u meer als een man naar mijn hart hebben gedragen, en er zeker beter door geworden zijn. Misschien, mompelde Penn, overtuigd dat men met lijdelijke onderwerping een slechte kaart speelt. Maar nu ter zake, zeide Stackridge. Gij moet zoo vlug en geheimzinnig mogelijk vluchten, tenzij gij hier wilt blijven om te vechten. Ik ben hier om u te helpen, en heb in het bosch een paard tot uwe beschikking. Ik dacht, dat gij er u wel uit zoudt redden, en daarom nam ik die voorzorg. Ik zal een rijpad aanwijzen, dat u naar een van mijne vrienden, een vurig unionist, zal leiden. Gij kunt het paard bij hem achterlaten. Hij zal u weer naar het huis van een anderen vriend sturen, en op die wijze kunt gij onzen staat verlaten. Ik raad u aan, voornamelijk's nachts te reizen, maar nu is het nog noodig, dat gij ook overdag riidt. Gij zult uw ontbijt in den zadelzak vinden. Als gij in een duister deel van het bosch zijt, moet gij den weg verlaten, en eene goede plaats uitzoeken, om daar tot den nacht te blijven, en dan mijn vriend op te zoeken. Ik zal u nog inlichtingen geven, terwijl wij naar het paard gaan. Zij haastten zich naar de plek, waar het dier was vast gebonden. Ik heb het goed gevoed, zeide de landbouwer.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1888 | | pagina 1