NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Blanken en Zwarten. 6e Jaargang. Woensdag 26 September 1888. No. 1605. Directeuren-Uitgevers J C. PEKKEBUOSI en J B. AVIS. ABONNEMENTSPRIJS: Voor Haarlem, per 3 maanden1.20. Franco dooi- het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65. Afzonderlijke nummers- 0.03. ADVERTENT1ËN: Tan 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents Groote letters naar plaatsruimte. Bij groote opgaven aanzienlijk rabat. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. TTeBefoomraammoier 1SS. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantiera. Roof das/enten voor het Buitenland: Compagnie Generale de Pubiieite Etrangèrs G. I. DATJBE tf" Co., JOH. P. JONES, Stier., Partje, 31bis Faubourg Montmartre. Het Stedelijk Muziekkorps. Zooals onsen lezers bekend is, circuleert op dit oogenblik eeu adres aan den Ge meenteraad, dat het verzoek inhoudt het Stedelijk Muziekkorps eene reorganisatie te doen ondergaan. Adressanten meeuen dat dit hoog noodzakelijk is, daar het korps in zijn tegenwoordigen toestand niet voldoet aan de muzikale behoeften in de stad Haarlem. Terwijl wij eene korte bespreking van dit adres niet ongepast achten, ligt het geenszins in onze bedoeling in détails af te dalen en de meerdere of miudere ver diensten der verschillende artisten te be spreken, veel minder nog eene beslissing te nemen in de vraae: of de tegenwoordige kapelmeester al dan niet voor zijne taak is berekend. Dit te onderzoeken zoude o. i. niet het werk van een enkel persoon kunnen zijn, maar moeten worden over gelaten aan een commissie vau deskundi gen. Wij wenschen alleen eenige alge- meene opmerkingen in het midden te bren gen over het thans bestaande korps en over de vraag, of het niet mogelijk zou zijn dat in Haarlem, zonder groote schade voor de gemeentekas, een beter korps dan dit met succes zoude kunnen bestaan. Men ziet reeds hieruit, dat wij met de algemeene strekking van bovenbedoeld adres, om het korps te reorganiseeren, medegaan. Inderdaad i3 het ook onze meening, dat de toestand van het korps te wenschen overlaat. De in het adres gereleveerde per soon skwestie ter zijde latende, komt het ons al dadelijk voor dat de getalsterkte van het korps onvoldoende moet heeten. Volgens de allereerste regelen, die in het oog moeten worden gehouden bij de sa menstelling van een dergelijk orkest, mag het als zeker worden aangenomen dat een getal van 21 man (waaronder twee élèves) tot voldoende bezetting van de verschil lende partijen te gering is. Het gevolg hiervan moet noodwendig zijn, dat geregeld enkele partijen of onvoldoende bezet zijn of door andere iustrumeuten moet worden uitgevoerd, dau waarvoor ze oorspronke lijk waren gezet en het is duidelijk, dat vooral dit laatste op de juiste uitvoering, vooral van eeuigszins doorgewerkte com- positiën, die allen op een korps van 36 ma» zijn berekond, nadeelig werken moet. Bij muziekkorpsen in steden van kleine ren omvang, zooals Haarlem, Leiden, den Bosch e. a. doet zich daarbij nog een ander bezwaar voor, dat waarlijk niet licht mag worden opgenomen. Voor verreweg het grootste deel toch bestaat een derge lijk korps noodwendig uit personen die een of ander beroep, hetzij handel of am bacht uitoefenen en die derhalve, na een vermoeienden dag in hun werk te hebben doorgebracht, geen tijd meer hebben of geen lust meer gevoelen zich in het bespe len van hun instrument te oefenen. Deze moeilijkheid zoude alleen kunnen worden uit den weg geruimd door veelvuldige repetitiën (in den Bosch b. v. wordt iederen avond gerepeteerd), maar daartegenover staat, dat men van een schraal bezoldigd muzikant niet kan vergen dat hij eiken dag eenige uren besteedt aan een bijbaantje, dat hij met het oog op de geringe vergoeding, eeuigszins als liefhebberij beschouwt. Men gevoelt reeds tot welke onvermij delijke conclusie deze opmerkingen moeten leiden. Zal er eerlang een herboren, een voldoend muziekkorps in Haarlem zijn, dan moet daaraan meer geld worden ten koste gelegd dan thans het geval is èn om de noodzakelijke versterking van het aantal èn tot het aanschaffen van nieuwe, goede instrumenten, voor zoover dat laatste dan noodig moet worden geacht. Het zal de aandacht hebben getrokken, dat het adres, waaraan wij deze beschou wing vastknoopen, het verzoek aan den Raad bevat, eene reorganisatie van het stedelijk muziekkorps in overweging te willen nemen b ij de behandeling der aanstaande begrooting. Het wordt hier duidelijk genoeg te kennen ge geven /,de reorganisatie zooals wij die wenscheD, kan niet geschieden buiten be zwaar van de gemeentekas." Voor deze wonde ligt echter o. i. in de toekomst een pleister gereed. Men weel, dat liet stedelijk muziekkorps thans alleen nog de uitvoeringen in den Hout geeft, hoogst zelden - meer gebruikt wordt tot het geven van of tot steun bij andere concerten, waarvoor afzonderlijke betaling wordt ver leend. Ook in het adres wordt hierop ge wezen. Zoo nu echter door de hervorming van het korps, een gezelschap ontstaat dat zich overal met goed succes kan doen hoo- ren, dan is o. i. de verwachting niet onge rechtigd dat ook de thans opgedroogde bron van inkomsten, de belooning voor het geven van concerten behalve de stedelijk# muziekuitvoeringen, allengs weder zal be ginnen te vloeien. Wij wijzen hierbij op het stedelijk mu- ziekkorps van 's Bosch, dat zich hier met zoo groot succes heeft doen hooren en dat, behalve de verplichte concerten vanwege de stad, jaarlijks voor niet minder dan zeventig concerten wordt uitgenoodigd, zoowel in als buiten den Bosch, die met een honorarium vau f70 worden betaald. Dit tot voorbeeld nemende, zou men met grond mogeu hopen, dat na eene eventueele reorganisatie allengs het stede lijk muziekkorps in Haarlem en hare bloeiende en uitgebreide omstreken eene renommée zou verwerven, die eene ver hooging van de subsidie vau gemeente wege alleen voor de eerste jaren noodig zou maken. Over de wenschelijkheid dat in onze stad een flink, degelijk muziekkorps aanwezig zij, behoeven wij niet uit te weiden. Ieder inwoner van Haarlem is daarvan genoeg zaam overtuigd. Wij zien daarom niet zon der spanning de behandeling van dit adres in den Raad te gemoet, overtuigd dat ook dat college van dit groote belang is doordrongen en met voorzichtigheid, maar tevens met ernst, de zaak in overweging zal nemen. S T A It S N S E li S. Haarlem, 25 September. lil de Maandagavond gehouden vergadering van de «Vereeuiging van induatrieelen en kooplieden be treffende bouwkunde en aanverwante vakken, gevestigd te Haarlem» is een adres opgesteld aan den gemeen teraad inzake bet groote spoorweg plan (plan-Teldera) overeenkomstig het bekende advies van de Kamer van Koophandel, welk laatste in de Woensdag a. g. te houden raads zitting zal worden behandeld. De feestelijke vergadering van de afdeeling «Haarlem en Omstreken» van den Volksbond op Donderdag 27 September a.s. in de groote mu ziekzaal van de sociëteit Vereeui ging» belooft weder veel genoegen aan de leden te zullen verschaffen. Het bestuur heeft een programma weten saam te stellen, waaruit in geen geringe mate blijkt, hoezeer het zich inspant om dezen avond naar aller werisch te doen slagen. Een orkest zal de bijeenkomst met eenige vroolijke nummers ope nen. Vervolgens zullen zich doen hooren de liedertafel «Zang en Vriendschap», directeur de heer W. Robert, mej. J. A. S. Landré, so praan-solo, het kwartet «Loreley», dan weder het orkest en vervol gens de heer L. Jansen Frz., voor dracht, daarna tenor-solo, terwijl de liedertafel «Zang en Vriendschap» dit gedeelte vóór de pauze besluit. De tweede afdeeling wordt gewijd aan de opvoering van een tweetal goedgekozen tooneelstukjes door de vereeniging «J. J. Cremer»die voorzeker in den «maak zullen vallen. Ten slotte zij gewezen op den uitmuntenden maatregel van het bestuur, om het rooken in de zaal te verbieden; wij hopen dat daaraan vooral flink de hand worde ge houden. De Rutschbahn is Maandagmiddag om vier uur klaar gekomen. De jeugd heeft daarvan al dadelijk ge profiteerd door een gratis-proefrit. Een retourtje kost een dubbeltje. Tot nog toe wordt er van dat nieuwe lekkers, dat geen vinger maar 82 meter lang is, vrij druk genoten. Heden morgen had een wagen makersknecht, werkzaam in de werkplaateen der H. IJ. S. M. al hier, het ongeluk, door eene schaaf machine zoodanig te worden geraakt, dat hem de halve linkerhand werd verbrijzeld. Arrondissementsrechtbank TE HAARLEM Zitting van 24 September 1888. EEN OPLICHTER VOOR DE RECHTBANK. II. Zooals wij in ons nummer van Zaterdag 22 dezer vermeldden, werd de zaak vau C. Bakker Jz., beschuldigd van oplichting, geschorst tot gisteren, Maandag 24 dezer, om nader drie getuigen te hooren, L. Kok en 0. Visser en diens echtgenoote. De eerste was echter niet te vinden, terwijl de beide anderen door een deurwaarder naar hier waren gebracht. De getuigenis dezer beide personen komt in hoofdzaak hierop neer, dat de man voor Bakker meermalen allerlei artikelen, als boter, eieren, vleesch enz. heeft in ont vangst genomen, en dat Bakker hem een fornuis heeft verkocht voor f12 (het for nuis, dat deze had ontvangen van Degon). Bakker ontkent echter dezen verkoop, hij heeft V. het fornuis cadeau gedaan. Verder heeft get. Visser boodschappen gedaan en brieven bezorgd voor Bakker. Het schijnt dat Visser na kerstmis 1887 niet meer met Bakker in relatie heeft ge staan en tevens blijkt uit de vraag van den officier: //Schrijf je nu zulke briefjes niet meer?" waarop get. ontkennend ant woordt, dat hij de industrie van Bakker ook op eigen gelegenheid dreef. Steeds heeft hij van Bakker belooning ontvangen voor zijn diensten. Zijn huisvrouw kan niet veel meer mede- deelen. Zij hoorde wel dat haar man Bak ker een bod deed op het fornuis, maar dat ze het toen niet eens konden worden. Als onverwacht détail (deze zaak was daar bizonder rijk aan) kwam de vraag van den officier, of zij Bakker niet eens ver zocht had, linnen voor haar te bestellen, omdat deze een bestelling van dat artikel had gedaan aan een firma te Goor, met verzoek dat te zenden aan mej. R. Kuiper (haar eigen naam). Nog vernam men, dat B. met Visser heeft gehandeld onder de firma Brandjes en Co. (Brandjes heet B.'s vrouw). Een eigenaardige getuige was B. T. H. Schaapveld, kleedermaker te Amsterdam. Deze had vroeger Bakker's vader, een zeer solide man, bediend en de schurkachtige zoon maakte daarvan gebruik, om hem een pantalon en een demi-saison te be stellen, welke hij natuurlijk niet betaalde. Visser deed daarbij dienst als looper met een fluweelen zak op zijn schouder, om zich het uiterlijk te geven vau een bode, en bestelde ook een jas, die hij echter niet ontving, daar de leverancier in dien lussclientijd ontdekte met wien hij te doen had. Met een viertal knechts wist hij daarop Bakker's toenmalig //kantoor" op den Singel 394, binnen te dringen toen Visser het binnenging. Zij doorzochten het huis, maar vonden Bakker niet en alles wat zich iu huis be vond was een houten tafel, een wrakke stoel waarop eenig papier en in den kelder een rol, vermoedelijk vloerzeil. Op do vraag van den president waarom B. de bestelde kleederen niet had betaald, antwoordt deze dat hij wel degelijk beta len wilde en met Nieuwjaar de rekening van meneer inwachtte. Deze getuige S. blijkt een vastberaden, helder man te zijn, die werkelijk met suc ces als politie-man zou kunneu optreden. Bakker's brutaliteit is ongeloofelijk en werkt zeer op de lachspieren der toehoor ders. Als hem gevraagd wordt of Linde man hem niet bij zijn kwade praktijken geholpen heeft, antwoordt hij leukweg: //Ik heb geen kwade praktijken gehad!" en als men hem vraagt naar de reden van het inpandgeven der kleedingstukken van S. zegt hij: «Daar warer. ze goed bewaard en konden niet kreuken!" Tegelijk toen bekl. zijn postpapier en enveloppen met het bekende hoofd liet drukken, bestelde hij een exemplaar van de nieuwe strafwet. Dit teekent. Als dorpskassier gaf B. ook natuurlijk informatie over personen en zoo gebeurde het eens, dat L. Kok, de weggebleven ge tuige, eeue firma naar Bakker om inlichting verwees, die natuurlijk zijn confrater zeer solide noemde.Hij heeft ook nog eens in zoo verre zaken gedaan, die tot zijn voorge wend vak behoorden, dat hij twee personen geld zou voorschieten,den een op hypotheek, den ander op een pensioenakte. Bakker liet zich vooruit zijn onkosten betalen, maar liet verder niets van zich hooren. In een zeer uitvoerig requisitoir geeft de subs. off. v. just, te kennen, dat hij het wettig zoowel als het overtuigend be wijs voldoende geleverd acht. Hij gaat de gansche loop der zaak na, welke wij hier niet weder behoeven te releveeren. Alleen willen wij hier nog vermelden, dat B. zijne oplichterijen begon door in bet //Nieuws v. d. Dag" eerst eene advertentie voor een IKT. Een verhaal uit den amerihaanschen burgeroorlog. 33) XXIe HOOFDSTUK. PENN OPNIEUW IN &BVAAB. Peim verloor geen tijd, met over die grap te lachen. Zijn hart was dan ook met onrust vervuld. Bij iedere seconde van oponthoud, had het hem toegeschenen, alsof de blinde oude predikant juist op dat oogenblik uit zijn huis werd gesleurd dat hij het weenen en het om hulp roepen van Virginia kon hooren. Hij spoorde zijn paard nog meer aan en sloeg een zijpad, dwars door de velden in. Hij reed tot aan het begin van den boomgaard, steeg af, maakte het paard vast en snelde te voet naar het huis. De soldaten waren er niet meer en alles was in doodsche stilte gehuld. Er brandde geen licht in de keuken. Hij liep vlug, maar zonder gerucht te maken, naar de deur. Zij was open. Hij trad binnen. Toby! geen antwoord. Carl! Carl! riep hij nog luider. Nog geen antwoord. Toen herinnerde hij het zich hoe was het mogelijk, dat hij het had kunnen vergeten dat Carl, om hem te redden, bij de opstande lingen was. Hij had in de woonkamer licht gezien. Hij klopte aan de deur. Geen antwoord. Hij opende haar zachtjes en trad binnen. Er brandde eene lamp op de tafel, de stoelen wa ren onbezet, hij was alleen in de kamer. Virginia! Hij verschrikte door zijn eigen stem, die in het ledige vertrek weerklonk, als het gefluister van een geest. Hij liep nog verder, zich over die stilte verwonderende, terwijl hij een vreeselijk voorgevoel had; hij dacht aan de tegen stelling tusschen dezen avond en dit vreemde bezoek, en de gelukkige avonden en de genoegelijke bezoeken die hij nog geen twee maanden geleden daar had afgelegd; hij hield een oogenblik op om zich te verzekeren dat dit alles geen droom was, toen hij voetstappen hoorde, en hij zag eene bovenaardsche verschijning op hem toesnellen, het was Virginia. Sprakeloos van ontroering kon hij haar naam niet uitspreken, maar zij uitte hare vreugde door op hem toe te snellen, toen hij zijne handen uitstrekte om haar te begroeten. Wat is er gebeurd? - zeide Penn. O, mijn vader 1 zeide het meisje. En zij hoog het hoofd en klemde zich aan hem vast, alsof hij haar broeder, haar eenige steun was. Waar is hij? vroeg Penn ontroerd, terwijl zijn hart vol deelneming klopte voor dat teedere, opgewonden lieve meisje, dat door het verdriet zeer was veranderd. Zij hebben hem meegenomen, de soldatenzeide zij. Toen zij deze woorden gezegd had, wist Penn, dat hij laat was gekomen. XXIIe HOOFDSTUK. DB JAS EN DE HOED VAN STACKRIDGE WOEDEN GEVANGEN GENOMEN. Deze daad van geweld was nog geen twintig minuten geleden volvoerd. Toby was zijn ouden meester gevolgd, om te zien wat er met hem zou gebeuren en Virginia en haar zuster wachtten voor het huis op de terugkomst van den neger, toen Penn biunenkwam. Gij hadt toch niets kunnen doen, al waart gij vroeger gekomen, zeide Virginia. Daar is maar één man, die deze daad had kunnen voorkomen. Waarom hebt gij hem niet laten halen? Hij heeft helaas vandaag de stal verlaten. Hij is een afgescheidene; maar hij heeft grooten invloed, en is altijd zeer vriendelijk. Penn sprong op en keek haar strak aan. Zijn naam? Augustus Bythewood. Penn ontstelde hevig. Wat scheelt u? Virginia, die man is uw grootste vijand. Ik heb u nog niet verteld, hoe ik vernam dat uw vader gevangen geno men zou worden. Maar nu zal ik het u zeggen. En hij ver-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1888 | | pagina 1