onderwijs.
suste s l a n d.
rechtszaken.
...Er kwamen geringe verwondingen
voor tengevolge van botsingen met
de straatsteenen, en allerlei grap
pige ontmoetingen hadden plaats.
Zoo verloor b. v. eene boerin een
gouden oorbel, die weldra door een
gezelschap jongelui werd terug
gevonden. De knappe boeredoch-
ter kon haar eigendom echter niet
terugbekomen, voor ze in het vroo-
lijke gezelschap de ronde had ge
zoend. Of ze 't met graagte deed
is ons onbekend, maar zóóveel is
zeker dat ze zoo spoedig mogelijk
aan den slag ging om des te eerder
in 't bezit van haar sieraad te wor
den gesteld.
Op voorstel van den ge-
meente-badarts, besloot het gemeen
tebestuur van Katwijk het badsei
zoen op 5 October te doen eindigen.
Vanwege deNederland-
sche Electriciteitsmaatschappij ie te
's-Hage in de straten een aanvang
gemaakt met het leggen der onder-
grondsche kabels, ten behoeve van
de electrische verlichting.
Liegen en stelen beloven
alleen succes, als men er zich met
gemak van bedient. Leugenaars en
dieven, die zich inspannen om hun
waar aan den man te brengen of
hunnen man van zijn waar te beroo-
ven, zijn ingerekend vóór zij den slag
slaan. Ook op dit gebied geldt
meestalPas de zèle. Wie bijv. zijn
dag goed wil maken door een ekwi-
page machtig te worden, doe als
zekere, dank zij zijner onverstoor
bare kalmte misschien nog op vrije
voeten verkeerendedief.Hij vervoegde
zich voor eenige dagen bij een wa
genmaker te 's-Hage, voorgevende
een kooper te weten voor een wa
gen, en verzoekende dezen de koop
waar te mogen vertoonen.Toegestaan.
Hij vraagt bij een stalhouder een
tuig. Toegestaan. Hij verzoekt een
huurkoetsier een paard te mogen
huren. Toegestaan. Nu legt hij het
tuig op het paard en zet het paard
voor den wagen. NatuurlijkHij
rijdt weg. Natuurlijker nogHij
verkoopt tuig en paard en wagen
Allernatuurlijkst
Het moet verwondering wekken,
dat zoo'n knappe oplichter in 't net
loopt. Men meldt, dat de vermoe
delijke dader door de politie is aan
gehouden. De vermoedelijke dader-
vermoedelijk evenwel gaat de echte
voort met op de hem eigene leuke
manier zijn slag te slaan.
Donderdagnacht is door
de politie te Delft aangehouden A.
G., schippersknecht, wegens diefstal
van een vat bier van eene schuit,
liggende aan de Voorstraat aldaar.
De aangehoudene is ter beschikking
van de justitie naar 's-Gravenhage
opgezonden.
Door den rijksveldwach-
ter te Woudenberg is een aldaar
vertoevende Pruis gevankelijk naar
Utrecht overgebracht, die een onder
Maarsbergen wonendan landbou
wersknecht zoodanig met een beitel
heeft gestoken, dat diens leven in
gevaar is.
Donderdagmiddag stort-
te aan het station te Zwolle een
viertal schilders, bezig met het ver
ven van de kap boven de perrons,
door het breken van een juffer van
eene hoogte van 8 h 9 meter naar
beneden. Twee van hen, beiden
gehuwd, werden ernstig gewond, de
eerste bekwam eene verwonding aan
het hoofd en brak twee ribben, de
andere werd inwendig gekneusd.
De derde, ongehuwd, kwam er
met eene lichte verwonding af, maar
de vierde, mede ongehuwd, is zoo
ernstig gekwetst, dat zijn leven in
gevaar is.
Woensdagmiddag is de
brievengaarder R. G., van het hulp
postkantoor te Ubbergen, in hech
tenis genomen en naar de gevan
genis te Arnhem gebracht, wegens
verduistering van verschillende som
men geld, welke hem ter verzen
ding per post waren toevertrouwd.
Een nachtelijk drama? Men
zou lang kunnen twisten, of het volgende,
gebeurd te Dusseu (N. B.), een dezer
nachten, in die termen viel. l)e berichtge-
n ieder geval heeft zich in dichter
lijke stemming gebracht, om het tragische
feit naar waarheid te vertolken.
De nacht zoo schrijft hij de nacht
had zijn valen sluier over het aardrijk
uitgespreid, en geheel de natuur was
stil, doodstil. Alleen in den boomgaard
van een onzer ingezetenen sloop een ge
stalte voort, die onder een pereboom stil
hield en door het geritsel der takken die
nachtelijke stilte verbrak.
De eigenaar, doordrongen van de waarde,
die op het oogenblik zijn boomgaard verte
genwoordigt,sliep met open ooren,hoorde dus
spoedig het verdacht geluid in zijn eigen
dom en vermoedde, dat er kapers op de
kust waren. Fluks eenige hulp gehaald
met heldenmoed zijn domein binnen
getreden. Recht op het doel, waar het ge
ritsel nog altijd aanhield, ging hij af en
ontdekte tot zijn niet geringe verbazing,
dat een lid zijner familie bezig was zich
zijne fijnste tafelperen toe te eigenen. Op
de bedreiging, die volgde daalde het fa
miliestuk van zijn verheven standpunt af
omde vlucht te nemen? Mis gera
den lezer, neen, om den rechtmatigeu
eigenaar met een stok te doen gevoelen,
dat het recht altijd aan de zijde van den
sterkste is.
Toen de verschrikte eigenaar zijn portie
beet had nam de indringer de vlucht.
Verder zal het bijdregen op het gebied van hoo-
ger, middelbaar, lager en militair onderwijs be.
vatten, door desbevoegde mannen voor deze nit-
geaf bewerkt. Hel voornemen bestaat, dit jaar
boek telkenjare te doen verschijnen.
LEGER EN VLOOT.
Binnen kort kan een nieuw voorschrift,
regelende de berging en uitgifte der munitie
voor draagbare wapenen, tegemoet worden ge
zien. Als hoofddenkbeeld schijnt bierbij op den
voorgrond te staan in ieder garnizoen ééae berg
plaats en één officier, die de verantwoordelijk-
üeid in zake munitie draagt, aan te wijzeu. Reeds
is van wege bet dep. van Oorlog aan de verschil
lende garnizoens-commandauten opgave gevraagd
of al dan niet goed gesloten lokalen beschik
baar zijn, en of er bezwaren tegen zijn, een
officier met bet toezicht te belasten. Als
men nagaat, dat toe nu toe deze regeling
alle eenvormigheid miste, en bierdoor de
grens van verantwoordelijkheid niet afgebakend
was, terwijl dit toch een eerste vereisebte is in
eene zoo gewichtige zaak als bet munitiebehecr,
dan staat bet vast, dat bet nieuwe voorschrift
in eene groote leemte zal voorzien.
Te BI ij ham heeft zich
een dienstmeisje schuldig gemaakt
aan diefstal en brandstichting. De
brand, die in eene bedstede was
gesticht, is echter gebluscht en het
gestolen geld bij haar teruggevon
den, waarna zij tot bekentenis ha
rer misdaad is gebracht en in ar
rest genomen.
Woensdagnacht werden
te Oorschot eenige pogingen aan
gewend om paarden te stelen. Bij
den heer J. B. mocht het den dader
gelukken een paard te vermeesteren
Reeds Donderdag is de vermoedelijke
dader nabij Poppel, even over de
belgische grens, aangehouden.
Op het stationsempla-
cement te Tilburg had Donderdag
middag eene botsing plaats tusschen
de locomotief van den goederentrein
526, die van daar om 3.40 naar
Breda vertrekt, en eene rangeer
machine. Beide machines werden
beschadigd, en de tender van den
rangeertrein ontspoorde, ten gevolge
waarvan de treinen naar Breda ge
durende eenige uren opgaand spoor
moesten berijden. Persoonlijke onge
lukken hadden niet plaats.
VISSCHERiJ.
Lemmer, 3 October. De visscberij naar bot
op de Zuiderzee was in do laatste dagen niet
meer dan middelmatig; te dezer plaatse werd,
in bedoelde dagen, aangebracht p. m. 1200 kilo,
die door de opkoopers werden afgenomen voor
f0.16 per kilo. De kwaliteit der bot was goed.
In den kleinhandel bracht zij tot 30 cent per
kilo op.
WETGEVENDE MACHT.
Naar men verneemt zal weldra bij de Erven
F. Bobn, te Haarlem, verschijnen veen Jaar
boek voor bet Onderwijs in Nederland voor bet
jaar 1889", onder redactie van mr. P. F. Hu-
brecht, secretaris-generaal van Binnenlandscbe
Zaken.
Dit jaarboek zal in de eerste plaats al de, zoo
wel openbare als bizondere, inrichtingen van on
derwijs in ons land, met bare organisatie en ba
ren werkkring, beschrijven en eene naamlijst be
vatten van de aan elke inrichting verbonden
hoogleeraren, leeraren en onderwijzers, nevens
hunne leervakken en het jaar hnnner aanstelling
Voortgaande met de beantwoording van
de interpellatie-Huber, zeide de minister
van Koloniën in de zitting van Woensdag
Zeer verbaasd was de minister toen hij
van den heer Verstege vernam, dat door die
benoeming laatstgenoemde en het Indisch
leger een kaakslag was gegeven. De min. was
met de bestaande grieven niet bekend. To«n
deelde de heer Verstege mede, dat hij
openbaarheid aan de zaak zou geven en
;af de minister hem verlof den minister
ten strengste te veroordeelen. Toen den
lBden September ieder lid een exemplaar
der brochure had ontvangen was de heer
de Rochemont nog onkundig van de uit
latingen en beschuldigingen van den heer
Verstege. Hierop volgde eene verklaring
van de meerderheid, dat zij in de be
schuldigingen grond vond, geen zitting in
de commissie te nemen. Door den voor
zitter werd aan den minister medegedeeld,
dat dit besluit gelijk stond met eene ont
binding der commissie. In eene vergade
ring heeft de minister het bedenkelijke
dier verklaring den leden onder het oog
gebracht. Een der leden wilde blijven zit
ten, indien de heer de Rochemont de
uitdaging had aangenomeneen ander
zeide dat de heer Verstege zoo ridderlijk
in het leger stond aangeschreven, dat de
beschuldigingen geloof verdienden, te meer
daar de l.eer De Rochemont ze onbeant
woord liet. 's Ministers tusschenkomst
baatte echter niet; allen hebben in een
of anderen vorm verklaard geen lid der
commissie te willen blijven. Een rekest
om ontslag heeft de minister niet ont
vangen. Wel eeue klacht dat de heer De
Rochemont de noodige objectiviteit miste
om als secretaris de pen te voeren. De
minister blijft niets anders over dan den
Koning voor te stellen de commissie te
ontbinden, de 9 leden, die met den heer
De Rochemont niet willen zitteü, eervol
te ontheffen, en ook de andere leden, on
der dankbetuiging voor hunne dienstvaar
digheid. Het doet hem leed hen niet te
vens te kunnen bedanken voor de bewe
zen diensten. De minister zal niet de
noeming van eene nieuwe commissie voor
dragen, doch wil daarmede nog eenigen
tijd wachten, te meer daar aan een officier
van gezondheid tot het maken van studie
omtrent de beri-beri een verlof van 6
maanden naar de Padangsche Bovenlanden
is verleend. Deze officier heeft zooveel ver
trouwen in zijne theorie, dat hij bereid is
het traktement, dat hij gedurende zijn
verlof geniet, over 3 maanden terug te
geven, als zijn onderzoek niet slaagt. Voor
dat belangrijk wetenschappelijk onderzoek
is afgeloopen, acht de minister het niet
noodig eene commissie hier of in Indië
iu te stellen
De heer H u b e r dankte den minister
voor de gegeven inlichtingen, al betreurde
hij het weinige succes dat zijne pogingen
hebben gehad.
De heer Mees vroeg of hij wel ver
staan had, dat de voorzitter der commissie
had verklaard, dat het den heer De Roche
mont aan de noodige objectiviteit ontbrak.
De heer Rooseboom maakte er den
minister een verwijt van dat hij gebruik
gemaakt had van de conduitelijst, een ge
heim stuk, waarop de heer J. Schim-
melpenninck van der Oye op
merkte dat waar niets ten nadeele van den
persoon wordt gezegd, een minister geheel
bevoegd is van de conduitelijst het noodige
gebruik te maken. Ook in de mededeeling
dat de heer De Rochemont ingenomen is
met zichzelf, lag geen ongunstige verkla-
ring.
De minister wees er nog op dat
de conduitestaat betrof een gepensioneerd
officier, die reeds voor 13 jaar den dienst
verlaten had en dat bovendien 's minis
ters eenige verdediging ligt in hetgeen de
chefs hebben gezegd.
De heer Rooseboom kwam er nog
tegen op, dat men van iemand zeide //dat
hij met zichzelf is ingenomen."
Hiermede was de interpellatie afgeloopen.
De Kamer werkt nu in de afdeelingen.
De Straatsbegrooting komt in onderzoek,
't Eerst de niet-financieele hoofdstukken,
op voorstel van den heer Y a n K e r-
w ij k, omdat de financieele moeten wach
ten, totdat de indische begrooting bekend
zal zijn, die, naar de Minister mededeelde,
eerst Woensdag van den Raad van State
was teruggekeerd.
Duitschland. Weer komen nieuwe
onthulliugen in zake keizer Erederiks dag
boek aan het licht. Dr. Geffken moet niet
een kopie van het dagboek, maar het ori
gineel, waarvan geen afdrukken bestaan, in
bezit gehad hebben. Dit dagboek behoorde
tot het huisarchief en keizer Erederik zou
daaromtrent steeds groote geheimhouding
hebben bewaard.
Nog een ander boek houdt het publiek
spanningde aangekondigde brochure
van dr. Mackenzie. Algemeen is raeu van
overtuiging, dat dit boek vermoedelijk na
het verschijnen in Duitschland verboden
zal worden en dat er krachtens de inter
nationale letterkundige conventie een ver
volging tegen dr. Mackenzie zal worden
ingesteld op grond van onbevoegde open
baarmakingen uit de nagelaten hand
schriften van den overleden keizer.
Ver van liet gekrieuw en gekibbel
in zijn hoofdstad gaat de jonge keizer voort
zich te laten fêteeren. Tegenwoordig geniet
Weenen de eer van zijn hooge tegenwoor
digheid. Behalve bezoeken van leden der
oostenrijksclie keizersfamilie, van Kalnoky
aan Herbert van Bismarck en wederkee-
rig, mag belangrijk genoemd worden de
heildronk door Frans Jozef uitgesproken
op zijn gast, diens gemalin en het geheele
keizerlijke huis. Wilhelm roerde in zijn
antwoord het bondgenootschap der beide
volken aan en verzekerde het testament
van zijn overleden grootvader na te komen
wanneer hij in het besef eener beproefde
en onschendbare vriendschap dronk op
het welziju van den oostenrijkschen keizer,
H. M. de keizerin en de keizerlijk-konink
lijke familie. Nadat de muziek de beide
volksliederen had gespeeld hief keizer Franz
Josef zijn glas omhoog en zeide:
//Veroorloof mij, majesteit, dat ik mijn
glas ophef ter eere van het duitsche leger,
het schitterendste model van alle militaire
deugden. Leven onze pruisisehe en duitsche
kameradenHochHochHochAlle
gasten herhaalden dit //hoch!", waarna kei
zer Wilhem boog, met zijn glas dat van
keizer Frans Josef aanstiet,
voor de keizerin boog en antwoordde:
z/Ik drink op het welzijn van het oos-
tenrijksch-hongaarsche leger, hochMet een
drievoudig hoch! stemden alle gasten in
koor in.
Te elfder ure verneemt men, dat de
expeditie-Wissmann tot opsporing vanEmin
pacha niet zal doorgaan. Het plotseling
bevel tot afzien van dit plan is van de
keizerlijke kanselarij uitgegaan. Het goe-
vernement schijnt een algemeenen opstand
van de inboorlingen van Midden-Afrika te
wachten,en vreestin den neteligen toestand te
zullen komen of Wissmann aan zijn lot over
te moeten laten of zich te moeten wikkelen
in den strijd, waarvan de uitkomst waar
schijnlijk niet voordeelig zou zijn.
Frankrijk. Louise Michel heeft in
de Salie des Capucines te Parijs een voor
dracht gehouden over de rol der vrouw
de hedendaagsche maatschappij. De
vrouw, zeide zij o. a., heeft de gebreken
der slaven, de man die van den veroveraar.
Men weet niet, waartoe de vrouw te ge
bruiken, toch is zij noodig. Maar eenmaal
men van de zeldzame vermogens der
vrouw partij weten te trekken; wanneer
er geen oorlogen meer zullen zijn, wanneer
men de electrische mitrailleuse zal hebben
ontdekt, die duizenden tegelijk kan weg
maaien, dan zal de vrouw de gelijke van
den man zijn. Inmiddels moest zij zich
voor dien gulden tijd voorbereiden. Geen
politiek, maar wetenschappelijke en artis
tieke studies
Men ziet het, kousenstoppen en koffie
zetten zullen van het program der vrou
welijke bezigheden worden geschrapt. Wie
zal het voor zijne rekening nemen Maar
de politiek gelukkig ook en het zou niet
meer dan billijk zijn, dat in deze de poli-
tiseereude Louise voorging.
Zwitserland. Het zwellen der stroo-
men door de najaarsregens heeft op ver
schillende plaatsen aanleiding gegeven tot
overstroomingen. De Aar is geheel buiten
hare oevers getreden. De wegen in den
omtrek van Bern staan blank en ook het
lagere gedeelte uer stad staat onder water.
Vele huizen dreigen in te storten. Ver
scheidene spoorwegen zijn vernield.
Door het zwellen der Rhone zijn in '1
kanton Wallis verscheidene spoorwegen
vernield, zcodat de verbinding tusschen
Geneve, Anneey en Lyon verbroken is.
Verscheidene personen zijn verdronken.
Op de oostenrijksche grens is de Rijn
buiten zijne oevers getreden.
Volgens de laatste berichten hebben
de regens opgehouden en begint het gevaar
te verminderen.
Noord-Amerika (V.-S.) De heer
Blaine, het hoofd der republikeinsche
partij heeft te St.-Thomas eene redevoe
ring gehouden. Hij gaf als zijne meening
te kennen, dat het volk van Canada nau
wer met het volk der Ver.-St. verbonden
is dan met eenige europeesche natie. Van
beide zijden, sprak hij, wil men de banden
nauwer toehalen. Zullen wij ooit geheel
vereenigd zijn? Dat zal van u afhangen.
Wanneer gij tot ons komt zal u een har
telijke ontvangst bereid worden. Maar wij
zullen u niet zoeken en gij zult den eer
sten stap moeten doen.
Egypt©. De toestand in Soeakim is
ongeveer dezelfde. De Soedaneezen hand
haven zich in hunne versterkingen. Hun
aantal slinkt door de vele deserteurs. De
sloep „Racer" is gearriveerd met levens
middelen en matrozen voor de „Gannef'.
Op den 12en September jl. vervoegde
zich ten kantore van de firma Van Dant-
zig en Co., aan do Zuidblaak te Rotter
dam een jongman, E. J. W. R., 23 jaar,
kantoorbediende, wonende te Amsterdam,
te koop aanbiedende twee wissels, de een
groot f 1496,65 en de ander groot f 60,75,
beide als getrokken door den heer P. W.
Prins te Amsterdam, aan de order van zich
zelveu op de heereu R. Mees en Zonen
te Rotterdam, voor accept geteekeud met
de bandteekening der firma R. Mees en
Zonen en aan de achterzijde met den
naam van den beer Prins als trekker voor
endossement in blanco voorzien. De heer
Van Dautzig, de zaak niet vertrouwende,
zeide, wel de wissels te willen incasseeren
en vervolgens bet geld naar Amsterdam
te willen overmaken, waarmede do aanbie
der in zooverre genoegen nam, dat hij
den beer Van Dantzig f 200 voorschot
verzocht.
Inmiddels bad deze beer een bediende
gezonden naar bet kantoor van de firma
Mees, waar terstond werd gezegd, dat de
wissels valsch waren. R., waarschijnlijk be-
Virginia volgde hem op een afstand. Zij zag dat de ge
heimzinnige gestalte plotseling opsprong en zich in dezelfde
richting als Toby verwijderde. Laatstgenoemde maakte een
grooten omweg, en was weldra met den spion verdwenen.
Virginia verloor geen tijd. In plaats van terug te keeren,
en hare pogingen uit wanhoop op te geven, om naar de
huwelijksaanvraag van Gus Bythewood te luisteren, begaf
zij zich naar het gebergte.
Het was volle maan, maar de hemel was bewolkt. Daar
de schemering zich nog over het dal uitstrekte, was het
nog Diet geheel duister, zoodat zij sommige heuveltoppen,
rotsen en boomen nog kon onderscheiden. Virginia was van
nature beschroomd en zij bezat een groote verbeeldingskracht,
zoodat zij zich allerlei vreesinboezemende gedachten voor
den geest haalde. Zij schrikte van haar eigen voetstappen.
Elke beweging in het struikgewas en ieder konijn dat voor
hare voeten wegsprong, joeg haar eene rilling door de
leden. Zij zag eene gedaante eensklaps onbewegelijk en
spookachtig voor zich staan, zij viel bijna flauw, maar
weldra bemerkte zij, dat het eene oude kennis was, name
lijk de stam van een pijnboom. Maar zij overwon hare
kinderachtige vrees. De liefde voor haar vader en de be
zorgdheid voor zijn lot, en misschien eenige belangstelling
voor haar vaders vriend, die het onderhoud met Toby bij
de rots had vastgesteld, moedigden haar aan, zoodat zij den
tocht met hernieuwde kracht voortzette. En daar zij een
vroom gemoed bezat, bouwde zij op Gods hulp en leiding.
Zij koesterde geen vrees voor een spook of een of ander
verscheurend dier. Zij gevoelde, dat als zij eene ontmoeting
met de woeste soldaten der afgescheidenen kon vermijden,
zij dan gaarne al het andere wilde trotseeren. Met de uiterste
omzichtigheid en met ademloozen tred, naderde zij den weg,
dien zij moest oversteken. Het kloppen van haar hart was
duidelijker dan het geluid harer voetstappen. Zij hoorde in
de verte hondengeblaf. In de nabijheid kwaakten eeaige
onbezorgde kikvorschen in een poel. Zij hoorde niets andere;
zij wachtte en luisterde langen tijd en sloop toen over den weg.
Zij had zich zeer ver van het dorp verwijderd om niemand
te ontmoeten. Haar weg leidde nu rechtuit naar het gebergte.
De ronde rots was een groote steenklomp, die algemeen be
kend was, daar men op die plek des zomers dikwijls bui
tenpartijen hield, om op den top van het schoone vergezicht
te genieten, en zich in de schaduw te verfrissehen. Zij was
er dikwijls geweest; maar hoe de rots des nachts te vinden
Tevergeefs spande zij hare oogen in, om de hooge rots
boven het kreupelhout te zien uitsteken.
Eensklaps werd zij door een zwak zilverachtig licht be
schenen. Zij keek op en zag dat de wolken afgedreven
waren, en de wassende maan nu aan den hemeltrans stond.
Zij geleek op eene kromme tnrksche sabel, gevormd van
vlammen, terwijl eene onzichtbare hand haar voorttrok. Zij
zag nu dadelijk het voorwerp, dat zij zocht. De rots was
niet ver van haar verwijderd, en aan hare linkerhand be
vond zich het boschje, waarin haar gelach en gezang zoo
dikwijls had weerklonken. Zij herinnerde het zich o had
zij er niet voortdurend aan gedacht dat zij den laatsten
keer deze plek in gezelschap van Peun had bezocht. Nu
wilde zij hem weer ontmoeten hoe onbetamelijk!
Zij was echter sterk door hare reinheid van hart, en
door het vertrouwen, dat zij in hem stelde; zij kon dus
elke onedele gedachte van zich zetten en zocht eene schuil
plaats bij de rots.
Zij bevond zich daar alleen, vermoeid en rnet gescheurde
kleeren. Penn was er niet. Misschien zou hij niet komen.
Het was nu tien uur. Wat moest zij doen? Blijven en
wachten, tot hij zijne belofte vervulde? of terugkeeren
langs den weg, dien zij gekomen was; onvoldaan, ont
moedigd en vermoeid, terwijl geen troostend woord van
hem, noch tijding van haar vader, haar weer met nieuwen
moed hadden bezield?
(Wordt- vervolgd.)