NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Blanksn sn Zwarten.
6e Jaargang.
Dinsdag 9 October 1888.
No. 1616.
ABOHHEHEBTSFBIJS:
ADVERTENTIES:
S A 1) S N I E IJ S.
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem, per 3 maanden1.20.
Franco doo: het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65.
Afzonderlijke nummers- 0.03.
Dit bind verschijnt dagelijks, behalve op Zon- on Feestdagen,
Huroan Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. 'ffelefomaiauiumer i2T.
▼an 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cent*
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij groote opgaven aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantiers.
lirecteuren-Uitgevers J. C. PËERËBOOM en J. B. AVIS.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Generale de Publicite Etrangère 6. L. DA VBE Co., JOH. F. JONES, Stier., Partje, 31bts Faubourg Montmartre.
Haarlem, 8 October.
Bij koninkl. besluit is ontslag ver
leend als officier bij de dd. schut
terij alhier, aan B. J. Prins, le lui
tenant en I. Trakranen, id.; benoemd
zijn tot le luitenant mr. L. C. Kro
nenberg en B. de Jong, beiden thans
2e luitenant; tot 2e luitenant H. M.
J. Westerouen van Meeteren en H.
C. van Slooten, beiden thans schutter.
Vergadering van den Raad der
gemeente Haarlem, op Woensdag den
10e» Oei. 1888, des namiddags
te een nre.
De volgende stukken en punten zullen aan
de orde gesteld worden
Herstemming amendement mr. W. A. 't Hooft,
om uit het slot van het voorstel van B. en W.f
houdende bepaling van de jaarwedde van den
nieuw benoemden leeraar aan het gymnasium,
weg te laten het wood «academischen«. Het slot
van bedoeld voorstel luidt aldus: f2100 'sjaars,
rom te klimmen tot f2250, zoodra hij den aca-
demischen graad van doctor zal hebben behaald
en voorts onder de verhoogingen omschreven in
het aangehaalde besluit van 1882«; Voorstel B.
en W. bebouwing van grond aan de Projectstraat
benoorden den Zijlweg; Id. id. op rekest A. van
der Lande, om wijziging van art. I?8 der Alge-
meene politie-verordening; Id. id. vaststelling
eerste suppletoire begrooting dienst 1888, met
rapport comm. v. fin.Id. id. id. tweede supple
toire begrooting dienst 1888, met rapport idem;
Rapport comm. v. fin. begrooting 1889, Barger-
lijk Armbestuur; Id. id. begrooting 1889, schut
terij; Voorstel B. en W. overbrugging spoorweg,
mot adviezen comm. v. fabric, en Kamer van
Koophandel en Fabrieken, en een vijftal adres
sen; Id. id. H. B. school m^t vijfjarigen cursus,
met adres mr. R. H. J. Gallandat Huet; Id. id.
gronden Buiten-societeit; Aanbeveling Curatoren
Leeraar Gymnasium klassieke talen.
Mej. H. Jassen alhier is benoemd
tot onderwijzeres aan eene biz. school
te Rotterdam.
Zondagmiddag had de opstijging
plaats der Etoile Polaire op het
terrtin van de «Doelen», waar een
talrijk publiek aanwezig was. De
belangstelling was groot genoeg om
en aantal kijkers tot zelfs op de nabu
rige daken te lokken. En Diet alleeD
jongens kon men daar opmerkenwij
hebben zelfs hooge hoeden ontdekt,
teekenachtig afstekend nu tegen den
helderblauwen hemel, dan tegen de
wolken, die van tijd tot tijd eenige
regendroppels en zelfs eenmaal tal
rijke hagelsteen en brachten. Maar
meer belangstelling dan deze ver
heven toeschouwers trok de ballon
zelf, die omringd werd door een on-
doorboorbaren ring van zeer belang
stellend publiek Langzamerhand
zwol hij al booger en booger op,
zich dikzuigend aan gas; langza
merhand kwam de steel van den
peervormigen gaszak te voorschijn,
toen de cirkel en eindelijk de mand.
Het mag sommigen zijn voorgeko
men, dat het genot van den ballon
zich langzamerhand van een slap
pen tafzak tot een gespannen bal
te zien ontwikkelen voor een uren
lange wandeling op het drassige
Doelenveld duur genoeg gekocht was
en menigeen zal met evenveel ge
noegen den fraaien achtergevel van
«de Doelen» met zijn gedenksteen
van het Beleg van Haarlem en
zijn op 5 ingeslapen uurwijzer
beschouwd hebben. Pour varier les
plaisirs was een muziekkorps van
vijf trompetblazers aanwezig, die af
en toe een opwekkend deuntje schet
terden en iemand op de gedachten
deden komen of het niet eigenaardig
ware ze mee naar boven te nemen,
om daar in hoogere oorden ons
aardlingen een idee te geven van
een nieuwerwetsche harmonie der
sferen. Ook waren er jongens, die
uit verveling op hun handen gin
gen loopen en trokken behalve deze
een paar kleine gekleurde ballons,die
opgelaten werden, de aandacht. Maar
eindelijk, tegen 5 uur (de Doelenklok
was profetisch geweest) was die al
leen gevestigd op de laatste maatre
gelen, die voor de opstijging wer
den genomen. De heer L'Hoste ver
scheen op het terrein, de zandzakken
werden afgeworpen en weldra rees de
ballon totnogtoe door militaire hand in
toom gehouden, met den heer L'Hoste
op en den heer J. W. in de mand,
statig omhoog, vervolgens al sneller
en sneller in zuidelijke richting af.
Wij zijn door goedgunstig ver
strekte inlichtingen in de gelegen
heid de voornaamste lotgevallen der
luchtreizigers mede te deelen. Te
5 uur 10 min. opgestegen, dreven
zij al stijgende over de Haarlem
mermeer. Het uitzicht moet, hoewel
eenigszins beneveld, prachtig ge
weest zijn. De reizigers teekenden
hunne richting op het eerste ge
deelte van hun reis,als Klein Duimp
je met de steentjes, door strooibü-
letten van Haarlem's Dagblad. Be
grijpelijk is het, dat wij hopeD, dat
deze zwervelingen uit den hoogen
niet alleen in natte maar ook in
vruchtbare aarde zijn gevallen en
er op dit zaaisel een rijke oogst moge
volgen. Intusschen dreven de reizigers
langs Leiden, over het Braasse-
m*rmeer,de Kaag, het Kleine Meer
en den Rijn. Al deze wateren ver
hinderden hen te dalen. Ein
delijk vinden zij, naar zij meenen
eene geschikte gelegenheid om de
reis te besluiten. Zij werpen het
anker uithet pakt niet. Zij komen
op den grond terecht, de ballon
sleept hen door een sloot en zoo
worstelen zij eenige minuten, tot
eenige boeren komen toeloopen en
hen uit hun eenigszins neteligen
toestand redden. Zoo zetten zij weer
voet aan den vasten wal om 6 uur
20 min., bij het Goudeche Rijpad,
gemeente Alfen. Nu wordt de ballon
ingepakt, op een boerenwagen gezet
en trekken zij onder grooten toeloop
naar een naburigen herberg,die reeds
stampvol nieuwsgierigen was. Na
zich daar een weinig geres
taureerd te hebben, maken zij
gebruik eener uitnoodiging van
een te Oudshoorn wonend Fransch-
man, den heer Grossat, hem te vol
gen en gaan met dezen onder begelei-
ding van meer ot minder ontoepas
selijke liederen zingende landlieden
naar zijne woning. Bij dezen heer
slijten zij eenige gezellige oogen-
blikken in een kamer, waar vroe
ger de onlangs verongelukte Fran-
gois l'Hoflte, evenals zijn broeder nu,
na een luchreis gastvrij ontvangen
werd.
Met den trein van 10 uur ver
trokken de reizigers over Leiden
naar het uitgangspunt Haarlem.
Arrondissements Rechtbank
TE HAARLEM,
Zitting van 6 October 1888.
Jongstleden Zaterdag stond voor de
arr.-rechtbank alhier terecht C. W. K.
geboren te Wijk aan Zee, laatst dienstbode
bij E. te Beverwijk. Op aanklacht van
dezen stond zij terecht wegens diefstal van
geld, dat zij beheerde als afkomstig van
den verkoop van melk en waaruit zij niets
dan kruidenierswaren mocht koopen. E.
verdacht haar reeds eenigen tijd van dief
stal en had om tot zekerheid te geraken,
eenig geld gemerkt. Dit geld nu was door
den veldwachter in haar knipje gevonden
en na lang ontkennen, had zij dezen be
kend het geld te hebben gestolen.
Aan deze aanklacht knoopte zich vast
de beschuldiging van een rozenkrans te
hebben ontvreemd van eene dienstbode, die
haar in haar vorigen dienst was opge
volgd.
Ter terechtzitting ontkent bekl. beide
diefstallen te hebben gepleegd. Zij ver
klaart rondweg, dat hier eene samenspan
ning tegen haar in het spel is daar haar
meester E. haar haat omdat zij hem
op grooter afstand hield dan hij wenschte.
De rozenkrans, zoo beweert zij, moot bij
toeval tus8chen hare kleederen zijn ge
raakt, daar deze en die van hare opvolg
ster bij haar vertrek door elkander lagen,
Het schijnt ook, dat zij uit het kopje met
medeweten van E. ook wel eens andere
dingen, b. v. boezeroenen, heeft betaald,
dit erkent haar gewezen meester ook.
//Maar", voegt hij er bij, //dat vulde ik
altijd uit mijn zak weer aan." Nou baas!"
roept beklaagde, //dat lieg je!"
Eigenaardig is het, dat bekl. beschul
digd wordt van ongeveer f14 te hebben
ontvreemd (hoewel men vermoedt dat het
meer is) terwijl het loon dat zij op den
dag harer arrestatie te vorderen had, even
veel bedraagt. Wat zij zich in dien tijd
aangeschaft heeft, kocht zij in gezelschap
eener buurvrouw en legde het in de kamer
zoodat ieder het kon zien.
De vragen die de ambtshalve toege
voegde verdediger mr. F. Willekes Macdo-
nald aan de getuigen doet over de mo
raliteit van E. worden bijna allen gunstig
voor dezen beantwoord. Daartegenover
staat, dat sedert de arrestatie van bekl. E.
alweer een nieuwe meid heeft ontslagen.
Met het oog daarop en op de klem
mende ondervraging van de getuigen door
den verdediger, was het niet vreemd dat
de ambtenaar van het O. M. zijn requisi
toir zeer uitvoerig motiveerde. Het luidt
veroordeeling tot 2maal zes maanden ge
vangenisstraf.
Niet minder uitvoerig concludeert pl.
tot vrijspraak van bekl. op beide punten.
Volgens zijne meening is bekl. onschuldig
en het slachtoffer eener machinatie. Hij
wijst o. a. op het feit dat zij 2 V2 jaar lang
goed gediend heeft voor zij bij E. kwam.
Uitspraak over 8 dagen.
J. P. C. was met zijn patroon, die ker
misreiziger is, op de kermis te Volendam.
Hij lichtte een plank op in de oliekoeken-
kraam van zijn baas, toeD deze en zijn
vrouw er niet waren, nam uit een kistje
72 gulden en twee gouden ringen en ging
daarmee naar Edam. Hij haastte zich ech
ter niet, want toen zijn baas thuis kwam
en het opengebroken kistje zag, ging hij
zijn knecht na en achterhaalde hem spoe
dig. Deze gaf dadelijk het geld terug en
de baas zeide dat hij de zaak blauw blauw
zou laten. Van deze gedachte werd hij
echter door een ander teruggebracht en
de man gaf de zaak aan, tengevolge waar
van C. gevat werd en men de ringen,
wier verlies de eigenaar nog niet eens
ontdekt had, bij kern vond.
Waarom de man den diefstal begaan
had, wist hijzelf niet te zeggen. «Ik had
het goed," vertelt hij, //en nog nooit ben
ik voor de rechtbank geweest. Ik had ook
het plan niet om het geld te houden."
Op deze zonderling blinkende bewering
geeft Mr. A. J. van Thiel, wien de on
dankbare taak was opgedragen, in deze
zaak ambtshalve als verdediger op te tre
den, een uitlegging. //Bekl." zegt hij, //was
boos omdat toen hij van zijn morgenwan
deling terugkwam, zijn ontbijt niet klaar
stond. Hij wilde zijn baas uit boosheid
een poets bakken."
Daar de man altijd goed heeft opgepast
volgens de verklaring van zijn vroegeren
meester, acht de verdediger de straf, welke
de subs. off. van just, requireert, 6 maan
den, wel wat hoog en roept de clementie
van de rechtbank in.
Zondagnamiddag omstreeks 1 uur
is een paard, bereden door een heer,
aan den Zijlweg alhier op hol ge
slagen en in wilde vaart terecht
gekomen in het koffiehuis van J.
P. Clifford, hoek Zijlstraat en Zijl
vest. De berijder is met het hoofd
tegen een deurstijl geslagen en werd
daardoor vrij belangrijk gewond. De
eigenaar van het koffiehuis kreeg
een verwonding aan het hoofd, en
een bezoeker, woonachtig te Bloe-
mendaal bekwam een kneuzing aan
het been door een trap van het
paard, dat bovendien nog een aan
tal meubelen verbrijzelde.
Naar men ons mededeelt zal Dins
dag bij de begrafenis van Johannes
Mol, de stafmuziek van het 4e reg.
infanterie dienstdoen.
Men schrijft ons:
Onder begunstiging van vrij goed
weder en een groot aantal belang
stellenden, zoowel uit Haarlemmer
meer als elders, had Zaterdag jl.
des middags om half drie te Hoofd
dorp, de lang verbeide kampstrijd
plaats, tusschen den 18 jarigen hit
van den heer J. de Jong te Haar
lemmermeer en den wielrijder, den
heer Scheltema Beduin. De afstand
bedroeg 3000 meter. De beide banen
waren gescheiden door de Hoofd
vaart.
Zelden was het publiek bij eene
hardrijderij te Haarlemmermeer, zóó
F xn rj X Ha Ij EJTO aST.
Een verhaal uit den amerikaanschen burgeroorlog.
44)
XXVIIe HOOFDSTUK.
DE MANNEN MET DE DIEVENLANTAARN.
Carl meende, dat Peen niet ver verwijderd kon zijn en
om zijne tegenwoordigheid aan te toonen, floot hij en riep
steeds luider. Ten laatste kwam er een antwoord, een zacht,
waarschuwend gefluit. Hij drong verder het bosch in, en
had, naar hij meende, bijna de plek bereikt, waar Penn
hem wachtte, toen hij eensklaps voetstappen hoorde, en van
achteren aangegrepen werd.
Pakt hem!
Ja, wij hebben hem beet!
Hangt hem op! Het is die Duitscher, niet waar? Ik
dacht wel. dat het die schavuit zou zijn.
Degene, die het laatst gesproken had was Silas Ropes,
en Carl bemerkte, dat hij in de handen van eene bende
geconfedereerden was gevallen. Het ie gemakkelijk te be
grijpen, dat hij in het eerst verbaasd, maar ook verschrikt
was. Maar Carl was geen jongen, om zijn koelbloedigheid
zoo gauw te verliezen, vooral als hij haar noodig had.
Zeg, waarom schudt gij mij zoo? vroeg hij op
verontwaardigden toon. Men heeft mij als gevangene
beter behandeld.
Wat bedoelt gij daarmee, vervloekte overlooper?
Ik ben zooeven bij Stackridge vandaan geloopen, om
u op te zoeken. En nu noemt gij mij een overlooper!
antwoordde hij, op een toon, alsof hij beleedigd was.
Gij wildet ons opzoeken
Natuurlijkheb ik dat niet gezegd. Zij zeiden dat gij
op het gebergte waart. Ik dacht niet, dat ik u zoo spoedig
zou vinden!Dat was inderdaad de waarheid.
Carl bleef deze zaak zoo ernstig uit dat oogpunt be
schouwen, dat de anderen ten laatste besloten, hem uit
te hooren.
Een van die kerels heeft mij gezegdSpreek één
woord, of maak eenig gerucht, en ik zal u de hersenen
inslaan! In dat laatste had ik Diet veel zin, zoodat ik hen
gehoorzaamde. Op die wijze namen zij mij gevangen.
Het kan wel waar zijn, wat hij daar zegt, maar ik
geloof' er geen woord van, zeide Silas. Bindt hem de
handen vast en voert hem dan mee.
Carl was wanhopig, want de vlucht was hem onmo-
gelijk gemaakt en wat zou er van Virginia worden?
Zijn vrees groeide tot wanhoop aan, toen hij ontdekte, tot
welk doel deze mannen daar gekomen waren.
Bij het licht van een dievenlantaarn voerdeD zij hem
door een boschje en dwars door eene beek, die zich van uit
eene rotskloof naar beneden stortte. Zij hielden stil aan den
zoom van het bosch.
Dit is eene goede plek om te beginnen, joDgens! Sta
pelt de bladeren op een hoop.
De grond was geheel bedekt met droge bladerendeze
nu werden in brand gestoken, zoodat de duisternis verbro
ken werd, en de opflikkerende vlammen haar l.cht wierpen
op de boomer, met hun overhangend gebladerte en tegelij
kertijd de van wraakzucht gloeiende boosdoeners zichtbaar
maakten. Er was niet veel toe noodig om de vlammen aan
te wakkeren. Zij liepen over den grond, lekten de bla
deren, terwijl de twijgjes knapten, zij bereikten zelfs de
boomstammen, zoodat bet boscb, straks nog duister en stil,
nu binnen eenige oogenblikken helder verlicht werd.
Dat is een middel om uwe unionistische vrienden uit
het bosch te jagen, reide Silas tot Carl met een woesten
grijnslach.
Carl begreep het maar al te goed. In ditzelfde bosch
hielden zich de unionisten op. En Virginia Daar hij echter
meende, dat haar geen grooter ongeluk kon treffen, dan in
de handen van de e schurken te vallen, weid hij dus ge
noodzaakt zijn geheim voor zich te houden.
Waarom kijkt gij zoo bedrukt, Duitschertje Zijt gij
bevreesd, dat uwe vrienden geroosterd zullen worden?
Ik dacht er aan, dat het vuur ook ons kan roosteren.
En daar mijne hauden vastgebonden zij o, kan ik niet loopen.
Wees net bang, wij zullen op u letten.JoDgens, het
schijnt alsof het vuur niet voort zal branden. Als het dit
plekje verlaat, dan zijn er geen bladeren, om het te voe
den, en ik mag gehangen wordeD, als de wind niet om
draait.