der Weltspracbegrammatik" naar de druk kerij verzonden werd. ThanB is de //datuval volapüka7 over leden het is hier de plaats niet uitvoerig over hem en zijn werk te sprekende toekomst zal daarover uitspraak doen. Zoo veel echter is zeker: Schleyer heeft niet uit jacht naar roem en eer, maar uit wer kelijke liefde tot de menschheid het reu zenwerk, dat hij zich tot taak had gesteld, aanvaard, en wat ook de toekomst moge zijn van volapük, Schlever's naam mag niet vergeten worden, wanueer er sprake is van mannen, die hunne krachten heb ben ingespannen ten beste hunner mede- menschen. Het nieuwe centraalsta tion te Amsterdam wordt bij bet begin van den a. s. zomerdienst in gebruik genomen. «De Amsterdamsche Werk mansbond» is dezer dagen door aan koop eigenaar geworden van bet ge bouw «D'Geelvinck,» Singel boek Geelvinksteeg te Amsterdam. Heden zou de overdracht plaats hebben. De veerdienst tusscben Enkhuizen en Stavoren wordt weder door de spoorbo .ten Holland en Fries land waargenomen. Het stoomschip Prins van Oranje beeft waarschijn lijk voor den laatsten keer assisten tie verleend, daar er eene nieuwe reserveboot in aanbouw is. Te Schiermonnikoog is gestrand de engelsche stoomboot BlackHllskapitein Hentea, van Archangel naar West-Hartlepool, geladen met hout. Het volk is gered met de red dingboot. Dat bet beroep van kell- ner nog zoo kwaad niet is, bleek o. a. dezer dagen uit het feit, dat tweeDuitschers, dieiu bun betrekkin gen in verschillende landen de voor naamste europeesche talen geleerd hadden, en dezen zomer te Scheue- ningen als kellner zijn werkzaam geweest, Vrijdag ieder in bet bezit van f3000 aan goud geld, over Rotterdam naar Duitschland te rugkeerden. (Maasbode). Het wordt in Rotterdam boe langer hoe onveiliger. Naar de N. R. C. verneemt, moeten er Za terdagnacht weder in verschillende deelen der stad inbraken hebben plaats gehad. O. a. is Vrijdag avond in een pand in de Tuinderstraat diefstal met braak gepleegd. Tijdens de be woners naar de markt waren, beeft men, vermoedelijk met een valscben sleutel of keizer, de straatdeur ge opend en daarna door bet met ge weld openen van meubelstukken eenig geld enz. ontvreemd. Zooals gemeld is, werd Donderdagavond U. v. S. t. H. te Dtrecht in zijne woning aangehou den en naar de cel overgebracht als verdacht van valschheid in ge schrifte en verduistering van gel den, ten nadeele van de Blinden- werkinricbting aldaar. Omtrent deze zaak schrijft men aan bet Politie- nieum uit Utrecht«Sedert eenigen tijd liepen alhier voor baron v. S. thoe H. zeer booze geruchten, en wist men zelfs te vertellen, dat hij zich in zijne betrekking van pen ningmeester eener instelling van liefdadigheid zooverre zoude heb ben vergeten, dat de justitie zich in de zaak had gemengd en reeds een onderzoek had bevolen. Toch werd nog door velen aan de geloof waardigheid dier geruchten getwij feld, totdat genoemde heer jl. Woens dagavond onverwachts in zijne wo ning werd gevangen genomen en naar de cel overgebracht.» Omtrent zijn al- of niet-schuldigheid, verkeert men nog in het onzekere. Het is zeker niets vreemds, wanneer iemand bij het sloopen van zijn eigendom, om gegronde redenen daartoe, door autoriteiten belet wordt, vreemder echter wanneer dit belet wordt door den bewoner. Zoodanig geval doet zich te Dinxperlo voor, waar de eigenaar bezig is, zijn eigen dom te sloopen en te midden van de puinhoopen onaangeroerd moet laten een kamer, waarin zich een familie van vijf personen bevindt. De be woner. vele jaren huur achterstallig, wil zijn woning niet verlaten en de eigenaar mag op gevaar voor men- schenlevens niet verder sloopen. Een goed middel om schuldeischers mach teloos te maken. (Zutf. Ct.) Een groentekoopman op Raakeind, tusschen Breda en Ulven- hout, was in een boom geklommen om noten te plukken. Door een noodlottig toeval viel hij naar be neden en was terstond een lijk. De te Roermond aange- houden persoon, die zich pruisisch officier noemde, heeft het door hem verkochte paard te Keulen ont vreemd. Sedert eemge dagen huurde hij aldaar een rijpaard en betaalde len prijs vooruit, ditzelfde was ge beurd met het paard, dat hij te Roer mond verkocht. FINANCIEELE MEDEDIELINQEN. De »B. B. C.« bevat bet volgende particu liere telegram uit Weenen«Uit voortreffelijke diplomatieke bxon verneem ik, dat er inderdaad zeer ernstige onderhandelingen over eene groote russische leening, onder medewerking van finan- cieele huizen van den eersten rang te Berlijn, gevoerd worden. Men zou vooreerst, wanneer de gesteldheid der geldmarkt gunstiger geworden in, aan de russische regeering een groot voorschot geven tegen een recht van optie ten aanzien der nieuwe leening." KOLONIËN. BATAVIA, 7 September. Dat de nieuwbenoemde goeverneur-gene- ra&l, de heer Pijnacker Hordijk, zich met een traktement van f11,000 's maands heeft tevreden gesteld, zal minder verwon dering wekken, als men er bij weet, dat hem een pensioen van 8000 en aan zijne weduwe een van f4000 is verzekerd, ter wijl het eerste tot nog toe f 6000 bedroeg, en het tweede in het geheel niet aan de betrekking van landvoogd was verbonden. Het is nog de vraag of de Sfcaten-Gene- raal met die voorwaarden genoegen zullen nemen; het weduwenpensioen vooral is zonderling, daar dit hier alleen wordt toe gekend, wanneer aan het fonds is bijge dragen, hetgeen indertijd den goeverneur- generaalMijer werd geweigerd en hetgeen in Holland niet bestaat. (Javabode.) Wangsa, de moordenaar van den heer Wigman, is door de rechtbank van omgang den 6 September ter dood ver oordeeld. De rechtbank overwoog in hoofd zaak, dat de bekentenis van den bekl. voor den commandant, adjudant en schout geheel vrijwillig afgelegd, niet wordt ont zenuwd door zijne geheel ongemotiveerde ontkentenis op de terechtzitting, daar me vrouw Wigman hem als den dader her kent en het bewezen is, dat de gevonden hoofddoek de zijne was, terwijl zijne aan wezigheid in het huis voldoende is bewe zen; dat hij met voorbedachten rade han delde, blijkt daaruit, dat hij biunen kwam met een groot scherp w«ipen, dat hij om 7 uur nog in huis was en er bleef, terwijl hij gelegenheid had om te ontkomen, en dat hij blijkbaar heeft gewacht tot de heer Wigman zou opstaan; dat niet aan zelf verdediging kan worden gedacht, omdat er van diefstal geen sporen zijn, en om dat de wonden zoo zwaar waren; dat der halve doodslag is gepleegd met voorbe dachten rade, die als moord met den dood wordt gestraft. De beklaagde lachte, toen hem zijn dood vonnis werd bekend gemaakt. Uit Solo meldt men, dd. 29 Aug. Een der opgepakte goeroes vroeg eens aan eene administrateur, hoeveel de passagekosten naar Nederland bedragen. Op de vraag van den administrateur, waarom hij dat weten wilde, antwoordde de goeroe dat als hij geld had, hij den Radja wilde gaan spreken over den onhoudbaren toestand in deze residentie. Het zou de moeite waard zijn te weten, welke grieren de man heeft tegen het inlandsch bestuur. Het is opmerkelijk, dat de moerids van al de opgepakte goeroes allen eenparig overeenstemmen in hunne verklaring nl. dat in het jaar Alip, dat is a.s. jaar, tus schen Aug. en Sept. een oorlog op Java moet uitbarsteu. Dat is een bewijs, dat het ontdekte complot over geheel Java zijne vertakkiugeu moet hebben. Er is bijna geen residentie waar niet van die lui zijn opgepakt geworden, en het ia dit feit, dat ons op de noodzakelijkheid doet wijzen, dat de regeering niet indommele op het thans behaalde succes, maar wak ker blijve, want al zijn thans de gevan genissen gevuld, men kan er zeker van zijn, dat nog genoeg van die onruststokers van hunne lieve vrijheid profiteeren het door hunne voorgangers uitgestrooide zaad zullen trachten te doen ontkiemen om de profetie van die martelaren te hel pen verwezenlijken. (N. V.) Hoe groot de lof ook zij, door den directeur van binnenlandsch bestuur toe gezwaaid aan het 9de bat., toen dit Tji- legon verliet, zoo moet hij toeh in zijn rapport minder gunstig hebben geoordeeld over den militairen geest, in het bizonder over de discipline die bij die troepen heerschte. De legercommandant zal zijne soldaten wel tegen dat verwijt in bescher ming weten te nemen. (J. B.) Van Samarang schrijft men dat vele ingezetenen, die niet rechtstreeks onder de helden kunnen gerangschikt worden, har telijk blijde zijn dat het afwezig geweest zijnde gedeelte van het 5de bataljon int. weder ter hoofdplaats is teruggekeerd. In sommige wijken was de angst van de be woners zóó groot, dat spotters die wijken met den naam van Hazenberg bestempel den, terwijl eene daar aangetroffen socië teit tot //Hazeulust" verdoopt werd. Dat de positie van de vreesachtige per sonen, nu de paniek voorbij en de mili taire macht weder teruggekeerd is, benij denswaardig is, kan juist niet gezegd worden; ze staan den ganschen dag aan bittere spotternijen ten doel. De cholera maakte in de laatste dagen te Soerabaya de meeste slachtoffers in de kampongs Tambak Grrinsing, Pesa- pen, Kebalèn Tempejek; het sterftecijfer in de kampongs om en bij het officiers kampement Prins Hendrik was iets min der dan in de vorige week. In het stads verband werden eergisteren (25 Aug.) twee, gister een, in de afgeloopen nacht weer een choleralijder binnengebracht, allen uit de kampong, en waaronder een op den weg tusschen hier en Grissee gevonden; al die vier zijn sedert overleden. Alleen uit sommige wegens hare onge zondheid beruchte buurten, verneemt men nog enkele gevallen onder de europeesche gemeente. Met het oog op enkele getallen van cholera, die zich te Tandjong Priok heb ben voorgedaan, zullen Z. M. oorlogs schepen i/Yan Speijk" en //Merapi" zich uit die haven voor korten tijd, in het be lang van de gezondheid der bemanning, naar zee begeven. Uit Kedoe schrijft men omtrent de Mer&pi nog het volgende: Sedert den 28en Aug. is de berg nog altijd bezig. Het gerommel gaat steeds door, maar nu meer met knallen, en de gloeiende lava en steenen ziet men 's avonds stroomen. De menschen van de dessa's Trono en Sisir zijn den 8Oen hunne wo ningen ontvlucht; de djoeran Senowo en Plising zijn boven reeds met lava opge vuld en hunne beddingen beneden opge droogd de te velde staande gewassen (kool wortels, aardappelen) zijn daar be graven onder asch. Geen Kedoeër bergbe woner durft nu de passer Djambon bezoe ken. In de Kalie-Koening (Djokja) heeft de berg een stuk van zijn prop losgelaten en de solfataren geven een prachtig vuur tot waarschuwing. Na eene negendaagsche zitting be ëindigde de Raad van justitie heden de zaak van bekl. E. W. F. K., gewezen ad ministrateur op de tabaks-onderneming Ludwigsburg te Langkat (Deli). De eisch van den officier van justitie W83 tien jaren tuchthuis. Uitspraak over 8 dagen. In de aJ. Ct." wordt aan alle de partementen, autoriteiten, colleges, civiele en militaire ambtenaren en aan de inge zetenen bekend gemaakt, dat het bestuur van Nederlandsch-Indië aan den door den Koning benoemden goeverneur-generaal, Zijne Excellentie mr. C. Pijnacker Hordijk, zal worden overgegeven op den dag van den iutocht van Zijne Excellentie te Batavia, des voormiddags te half elf ure, en dat na die overgave door den goeverneur-ge neraal op het paleis te Weltevreden zal worden verleend eene buitengewone audi ëntie ter gelegenheid van de aanvaarding van het bestuur. Om nadere berichten omtrent de onlusten in Madioen, waarvan het //Bat. Nieuwsblad" melding maakte, werd door den //Javabode" den 18en Sept. naar Se- marang en naar Madioen geseind. Uit eerstgenoemde plaats werd geantwoord, dat van onlusten, die te Madioen zouden zijn uitgebroken, daar niets bekend was, met de bijvoeging, dat het bericht zonder twijfel een canard was. Uit Madioen was nog geen antwoord ontvangen. Door den mijningenieur W. Gode- froij is, onder dagteekening van 5 dezer, aan den chef van het mijnwezen het vol gende getelegrapheerd j //Werking Merapi 21 Aug. zeer inten sief geweestweder minderendegeen uit werking door mij waargenomen, slechts voortgaande verhitting, uitzetting, afstor ting van prop. Op westhelling steenen gerold tot ruim een paal boven dessa Trono; deze reeds verlaten, twee lager gelegen dessa's ver laten doch weder bewoond. Aschregen gevalleu, plaatselijk twee cea- tiraeter, noord- en westzijde. Noordelijke zaklijn weinig veranderd; oogenschijnlijk geen gevaar voor desastreuse eruptie." Een nader telegram, gedagteekend Sa marang 2 dezer luidt: //Gisterenavond draadbericht verhoogde werking Merapi. Eenige dessa's vluchten reeds naar Merbababee. Heden derwaarts vertrokken." Den lien Sept. overleed alhier de gepensioneerde luit.-kol. der inf., lid van het Hoog Militair Gerechtshof, W. Lam mere©, ridder van de Militaire Willems orde en van het Metalen Kruis. Eenige leden van de bemanning van het ned. schip //Thorbecke" hebben vol gens opgaaf van den gezagvoerder zich schuldig gemaakt aan dienstweigering, en zijn dientengevolge door den waterschout Luijks gisteren in verzekerde bewaring gesteld. De Aljeh-correspondent van de //Soe- rabaja Courant" schrijft dat men daar met ongeduld den uitslag te gemoet ziet van de zending des heeren Yan Assen, die naar het gerucht wil, adviseeren zou om den sultan te herstellen, en terug te trekken naar Oleh-leh; en dat bijna allen op Atjeh de noodzakelijkheid inzien van verandering, daar de tegenwoordige toe stand al te ongezond is dan dat hij nog zou mogen blijven voortduren. De laatste berichten van den Atjeh- correspondont der //Locomotief" zijn niet opwekkend. Behalve klachten over droogte, kleingeestigheden in den dienst, gebrek aan ijs, bevat de brief de mededeeling, dat dé Atjehers eiken nacht bij hoopen biunen de linie dringen en de telephoon- draden en palen vernielen, en dat zij tot twee malen toe hebben getracht door ondergraving van de rails de stoomtram te doen derailleeren. Gelukkig werd nog bijtijds die nieuwigheid ontdekt. Eene ge wapende bende stond anders klaar om de gederailleerde wagens te overvallen en zelfs tot op vijf passen van de rails durfden de vijanden te naderen. Brutaler kan het niet, zegt de schrijver. Verleden week zijn op het station te Buitenzorg achterhaald 40 zakken clan destine koffie, die buitengewoon handig verpakt waren in grootere zakken rijst, onder welke vlag de bezending dan ook ontdekt was. De reuk bracht echter d« smokkelarij aan het licht. BATAVIA, 15 September. Aan het verslag der voornaamste ge beurtenissen in het goevernement Atjeh van 19 tot 31 Augustus wórdt het vol gende ontleend: Groot Atjeh. Gedurende den ver- slagtijd bleef het buiten de linie, vooral tusschen Tjot Iri en Ketapang Doewa, on rustig. De verschillende posten en de stoomtram werden nu en dan meer of miuder hevig beschoten, terwijl de vijand het in het bizonder gemunt had op de spoorwegbruggen en de spoorbaan tusschen Lambaroe en Ketapang Doewa. Niette genstaande aldaar 's nachts herhaaldelijk hinderpalen werden gelegd, en de vijand een paar malen daarop stootte, gelukte het hem desniettemin de spoorbruggen over de Kroeug Tandjoeng en Krong Boen- garen, tusschen Lamreng en Lambaroe, zwaar te beschadigen door ze in brand te steken, alsmede eenige vakken rails te dier plaatse en tusschen Lamreng en Lampe- neroet op te brekeu en van den dijk naar beneden te werken. Bij het herstellen dezer beschadigingen werden van onze zijde ge wond drie europeesche fuseliers eu twee inlandsche militairen, waarvan een euro- peesch fuselier en een inlandsch genie werkman doodelijk. Sedert de laatste da gen is het echter weder veel rustiger ge worden. Onderhoorigheden. Te Segli werd tot eu met 28 Augustus geen schot op de versterking gelost. Op de oost- en Westkust bleef de toestand stationnair. In den omtrek van Melaboeh pleegde een geestdrijver, Tengkoe Batoe Tanga, met zijne aanhangers vijandelijkheden tegen de passer aldaar. De weersgesteldheid bleef nog warm, drukkend en ongekend lang droog; sedert 29 Augustus vielen echter nu en dan verkwikkende regenbuien. Nu en dan deden zich nog gevallen van pok ziekte voor. De gezondheidstoestand was miuder gunstig, de stand der beri-beri gunstig. Het ziektecijfer was iets lager, het sterftecijfer hooger dan gedurende den vo- rigen verslagtijd. De A(jeh-correspondent van de//Lo comotief" bericht, dat de pretendent-sultan eenen brief heeft geschreven, waarin hij uitdrukkelijk aanraadt geen moeite meer te doen om hem te onderwerpen, daar hij onder het nederlandsche goevernement geen sultan wil zijn. De regeering heeft afwijzend beschikt op liet gratierekest van B. A. A. S., zaak waarnemer te Garoet. Hij was veroordeeld tot 92 geldboeten ieder groot f50 of te zamen f 4600, wegens het niet voldoen van verschuldigd zegelrecht over 92 in Ned.« Indië opgemaakte geschriften, anders dan die bedoeld in de artikelen 16 en 20 der ordonnantie van 11 Augustus 1885 (//St.bl." no. 181) op de wijze aangeduid bij artikel 15 van die ordonnantie. Volgens den correspondent van de //Locomotief" te Soerabaia is de officier van justitie aldaar, mr. De Vries, die een paar maanden geleden van verlof üit Europa terugkwam, zoo ziek, dat hij waar schijnlijk opnieuw verlof zal moeten vragen, daar men alleen van eene zeereis herstel hoopt. Uit Samarang wordt gemeld Den 11 dezer werd, van het sterfhuis te Pontjol, met militaire honneurs naar zijne laatste rustplaats gebracht de kapitein der infan terie J. C. Hamel, ridder der Militaire Willemsorde, die, in den ouderdom van 65 jaar, aan verval van krachten overleed, na eene ongesteldheid van slechts weinige dagen. De heer G. In der Maur, directeur van de landsdrukkorij, is hedennacht te Bui tenzorg overleden. BATAVIA, 13 September. Door de regeering is, wegens het be wijzen van goede diensten aan den lande gedurende de onlusten in Tjilegon, aan den adspirant-controleur Van Rinsum en aan den patih Radhen Penna, ieder eene gratificatie van f1000 toegekend. Aan den heer G. Roessingh van Iterson, die als referendaris aan het depar tement van binnenlandsch bestuur onlangs zijn ontslag vroeg uit 's lands dienst en weldra met pensioen Indie verlaat, is doo en het regent; maar onze vrienden De man is dood, zeide hij zacht het hol binnentraden. Het is morgen, zijn nog steeds weg, tot Virginia. De hemel geve, dat zij zich in veiligheid bevinden I zeide de grijsaard. En Pomp? Is ook nog weg. Toen heerschte er eene diepe stilte. Eene pijnlijke onze kerheid scheen een ieders hart te beklemmen. Plotseling vernamen zij een vreemd gerucht. Het klonk steeds luider en luider; was het op de rotsen boven hunne hoofden, of in de holen onder hunne voeten? Ik heb het u wel gezegd! zeide Cudjo, met een woesten vroolijken lach. Het vuur in den haard brandde laag, en hij wilde het juist oppoken, toen hij naar een gerucht luisterde en een pot nemende, zette hij dien omgekeerd op het vuur. Oogen- blikkelijk was het donker in het hol. Het duurde eenige seconden voor de bewoners aan de duisternis gewend wa ren, zoodat zij het daglicht en den weerschijn der vlammen in de opening zagen. Kijkt daar! kijkt daar! zeide Cudjo. En toen zij zich omwendden, zagen zij een klein lichtje in een der geheime gangen van het hol. De voetstappen na derden; het licht werd duidelijker, toen vertoonde zich de donkere gestalte van Pomp, die door zijn eigen toorts ver licht werd. Penn liep hem haastig tegemoet, om hem naar Stackridge en zijne metgezellen te vragen. Pomp begroette eerst Virginia, terwijl hij de toorts boven het hoofd hield, toen hij voor haar boog. Toen wendde hij zich tot Penn. Uwe vrienden zijn allen gered, geloof ik. Allen Penn vroeg dit op haastigen toon, daar hij aan dien ongelukkigen ruiter dacht. Er wordt niemand gemist? Toen ik hun kamp bereikte, waren er drie niet tegen woordig. Zij waren op proviand uitgegaan. De overigen wachtten hen af, terwijl de vlammen zich om hen heen tot eene verbazende hoogte verhieven. Weldra kwamen de pro viandzoekers terug. Zij brachten een mand aardappelen en een vat meel mede, maar geen vleesch. Withers had eene big gevangen, maar zij was hem ontsnapt, voor hij haar kon dooden. De anderen vervloekten de schavuiten die de bosschen in brand hadden gestokenmaar Withers be treurde de big. Heeren, zeide ik, gij hebt geen tijd te verliezen door de bosschen en de big te betreuren. Wij moeten voor ons eigen leven zorgen. Ik bood hun aan, hen hierheen te brengen. Wij hoorden toen echter een gerucht dat klonk, alsof een of ander dier den stroom kwam opzwemmen, en het volgend oogenblik was het bij ons een groote zwarte beer, die woedend was, dat hij door het vuur was verjaagd Gij kunt gemakkelijk begrijpen, dat zulk een onverwachte voorraad versch vleesch, dat hun door de Voorzienigheid was toegezonden, den hongerigen zeer verleidelijk was. Withers, in zijn haast om zich voor het verlies der big schadeloos te stellen, wilde den beer dood sch eten, en nadat hij hem gemist had, beproefde hij hem met zijn geweer tegen te houden. Oogenblikkelijk werd het geweer verschei dene meters weggeslingerd, en Withers lag op den grond te spartelen. De beer had dit door één slag van zijn klauw verricht, toen liep hij verder, juist over het lichaam van Withers, die hem toevallig in den weg lag, en om wien hij niet meer gaf, dan om een bundeltje lompen. Al dien tijd kon den wij niet vuren, daar wij de kans liepen, Withers in plaats van den beer te raken. Daar deze nu omvergeworpen was, wist hij nieta beters te doen, dan het dier bij den staart te grijpen, toen het over hem heen liep. Dus hebt gij den beer verlorenriep Cudjo opge wonden uit. Wat een gek om het dier bij den staart te grijpen (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1888 | | pagina 2