Politiek Overzicht.
missie van vijf leden bijeen le krijgen, die
den burgemeester om gehoor zou vragen.
Herhaalde malen moest de voorzitter een
beroep op de vergadering doen. Niemand,
die zich bereid wilde verklaren als com
missielid op te treden. Eindelijk gelukte
het tooh de inertie te overwinnen van
sommigen, en deed eerat één, daarna nog
één zijne stem vernemen, zoodat de com
missie toch ten slotte gevormd kon wor
den. De optocht, waaraan in den beginne
allen zich aansloten, een 200tal naar mijne
schatting, verliep al spoedig voor een be
langrijk deel. Toen men aan het stadhuis
kwam, was het aantal manifestanten tot
op de helft geslonken.
Al schijnen de bijeenkomsten in het
Volkspark voorloopig opgegeven, het kan
niet missen of straks, als de nood drin
gender zal zijn geworden, zullen de be-
toogiugen hervat worden. Wenscht Am
sterdam ze even onvoorbereid af te wach
ten als verleden jaar? Er is iets zeer
droevigs in den aanblik dier langs grach
ten en straten slenterende menigte, die
zwijgend hare armoede tentoonstelt. Men
kan ze niet voorbij zich heen zien trekken
zonder pijnlijk te worden getroffen.
En hoe groot is de nood, hoevelen
loopen zonder werk, en wat is de oorzaak
vau hunne ellende? Ziedaar vragen, waarop
ik slechts in algemeene termen kan ant
woorden. Niemand te Amsterdam is in
staat mij in te lichten omtrent den wer-
keüjken toestaud, gestaafd door statistieke
cijfers.
Zeker is het, dat er werknood bestaat.
Dit kan trouwens niet anders. Toen vóór
dingen hooren, die hem zeer vreemd zul
len toeklinken. Naar de statistiek van
vraag en aanbod, aldaar gehouden, moet
men tot de slotsom komen, dat de bewe
ging der werkloozen zeer overdrev n is.
Het aantal werklieden, dat zich aanbiedt
om plaatsing, is niet veel grooter dan an
ders, en betrekkelijk gering. En het ge
beurt meermalen, dat zij, die eene betrek
king kunnen bekomen, haar weigeren om
dat het loon niet hoog genoeg is (onlangs
werd een loon van f 9 's weeks afgesla
gen), of er de stad niet voor willen ver
laten. Ja, werklieden, die door tusschen-
komst der //Arbeidersbeurs" te Hamburg
goed geplaatst waren, hebben hunne be
trekking aldaar weder in den steek ge
laten, om hier te komen lanterfanten.
Nu moet men voorzichtig zijn om uit
deze inlichtingen, aan de //Arbeidersbeurs"
te verkrijgen, geen averechtsche slotsom
te trekken. Naast de gevallen van weige
ring om bijv. naar Hamburg te verhuizen
staan voorbeelden van wakkere hol-
landsche jongens, die het in den vreemde
zeer goed maken en uitnemend tevreden
zijn. Ik heb een brief voor mij liggen van
een hollandsch werkman te Hamburg aan
zijne ouders alhier, die mij grooten eerbied
heeft doen krijgen voor den schrijver, en
het onwraakbaar getuigenis geeft, dat er
ouder den nederlandschen werkmansstand
mannen gevonden worden, die een sieraad
van ons volk zijn. Dat ter „Arbeiders-
beurs" zoo weinig wanverhouding bestaat
tusschen aanbod van en vraag naar werk
kracht, mag nog niet leiden tot de mee
ning, dat het aantal werkloozen van geen
15, 20 jaar de grenzen der stad werden beteekenis is. Alleen dit blijkt hieruit,
uitgezet en de nieuwe stadskwartieren dat er onder de menschen zonder werk,
verrezen, vonden vele handen werk. Hon- betrekkelijk weinig geschikte ambachts
derden, duizenden werklieden gezinnen lieden zijn. Werklieden, die hun loon waard
en gezellen trokken van buiten naar dezijn bij bouwwerken van omvang zoo
hoofdstad en vonden er gereedelijk plaat- als ten tijde der stichting van de nieuwe
smg. Maar na de actie kwam de reactie.
Naarmate de nieuw aangelegde wijken hare
voltooiing naderden, verminderde de be
hoefte aan werkkracht. De werklieden die
eenmaal naar hier verhuisd waren, bleven
hangen, en leverden het eerste contingent
voor het steeds wassend leger werkloozen.
Daarbij moet nog rekening worden ge
houden met de slapheid op bijna elk ge
bied van handel en scheepvaart, tengevolge
waarvan ook voor sjouwerlieden, losse
werklui aan kaden, enz. het uitzicht op
geregelden arbeid met den dag vermin
derde. Dat er nood heerscht en die nood
stijgende is, staat dus vast. Niemand, die
met de volksklasse in aanraking komt,
ontkent of bestrijdt het. Doch omtrent den
omvang der werkloosheid kan men u
geene stellige gegevens verschaffen. In
het Volkspark zelf hoort gij in de opge
wonden redevoeringen, die men er pleegt
te houden, het getal der menschen die
zonder werk zijn of spoedig zullen gera
ken, op 30,000 begrooten; anderen spre
ken van 10,000, sommigen van geen 400,
enkelen gelooven geheel niet aan den ernst
der beweging. Ook aan de //Maatschappij
voor den Werkenden Stand" kan men
geen inlichtingen geven, en zelfs het //Al
gemeen Nederlandsch Werkliedenverbond",
zoomin als de //Amsterdamsche Werkmans
bond", is op de hoogte van den staat van
zaken. Dit laissez aller is wel echt vader-
landsch! En het fraaiste van de zaak is
nog, dat de menschen, wier belang bij de
kwestie het nauwste betrokken is, de werk
loozen en hunne voorgangersin het Volks
park zei ven, met onbetrouwbare cijfers
schermen.
Tot welke vakken behooren do werk
loozen? Hoeveel timmerlui, hoeveel sme
den, hoeveel metselaars zijn er zonder
werk Hebben sommigen die niets omhan
den hebben, dit misschien aan eigen
schuld te wijten, doordat het hun aan de
noodige geschiktheid en bekwaamheid
ontbreekt? Hoevelen zijn te oud om nog
met vrucht te arbeiden Zijn er, die werk
geweigerd hebben, als het hun aangebo
den is omdat zij de stad hunner in
woning niet wilden verwisselen, hetzij voor
Hamburg of voor eene plaats hier te
lande?
Wie zich [de moeite geeft ter //Arbei
dersbeurs" te informeeren, zal ook wel
geen juiste cijfers vernemen maar toch
(1) Van 1875 tot 1887 steeg de bevolking
niet meer dan 100.000 zielen.
stadskwartieren aardwerkers, metselaars
en timmerlieden en schilders voor het
grove werk zijn in normale tijden on
bruikbaar en voor de patroons ongeschikt
als vaste knechts. Werklieden van dit ge
halte die slechts half een ambacht ken
nen zullen wel de meerderheid uit
maken ouder de werkloozen. Dan sjouwer
lieden en andere personen, die geheel geen
ambacht geleerd hebben, maar voor vele
dingen bruikbaar zijn, mits er leven en
vertier zij op het gebied van handel eu
nijverheid! Doch hoe dit weze moge
ook dezen kunnen niet zonder brood. En
ik herhaal, dat aan de particuliere lief
dadigheid dezen winter zware offers zullen
worden gevraagd, te zwaarder echter naar
mate men de behoefte minder goed over
kan, daargelaten dat het stelselloos
uitoefenen van liefdadigheid|slecht hetjjdoel
bereikt en kwaadwilligen, dat zijn hier de
luiaards en schaamteloozen, stijft in hun
opzet.
Ik wil -ten besluite van deze be
schouwing geen voorstel doen, maar
toch de wenacholijkheid uitspreken, dat
de gegoede burgerij door zich tijdig te
organiseeren, het anders dagelijks terug-
keerend pijnlijk schouwspel voorkome van
eene broodvragende menigte, die op voor
ieder onteerende wijze haren nood
Heeren wegen tentoonstelt.
Een veertienjarig meisje
is in de Nieuwe Leliestraat te Am
sterdam door onbekende jongens met
kalk in de oogen geworpen. Nadat
een aldaar passeereod student haar
bij een apotheker de eerste hulp
had verleend is zij naar het bin
nengasthuis gebracht.
Den 21en October is de
heer L'Hoste te Delft opgestegen
met den ballon L'Hirondelle, bela
den met 80 kilo ballast. Bij deze
gelegenheid werden proeven geno
men met betrekkiüg tot den ver
schillenden graad van tegenstand,
door de lucht uitgeoefend op eeneu
ballon, die snel naar beneden valt.
De tegenstand werd aangeduid door
een toestel, dat aangebracht was aan
het touw, waaraan de ballon hing.
Deze proeven staan in verband met
de samenstelling van een «Heli-
coptère», welke de heer L'Hoste, in
vereeniging met den heer H. Ro-
denhof, van Amsterdam, bezig is
uit te vinden.
De ballon, die te 4 u. 15 was
opgestegen, daalde te 5 u. 30 bij
Maasland neder. De grootste hoogte
die bereikt werd, bedroeg 800 meter.
Door een landbouwer te
Ouddorp is een prachtige arend ge
schoten, die eene vlucht van p. m.
27s meter had.
Een inwoner v&n Breda
was verhuisd naar Berlikum. Toen
hij zijn brandkast opende, ontdekte
hij tot zijn schrik, dat een pakje
effecten van ongeveer f 12000 waarde,
onlangs door hem gekocht en eigen
handig in de kast gelegd, verdwe
nen was. Hoe de verdwijning heeft
plaatsgehad is totnogtoe een raadsel,
daar aan de brandkast van braak
niets te bespeuren is. De zaak is in
handen der maréchaussees.
Omtrent de begrafenis der
vijf slachtoffers van den brand te Middel
burg meldt de „Midd. Ct." nog het
volgende
Tegen halfelf verzamelden zich voor de
woning op den Wal, waarheen de lijken
uit het gasthuis waren vervoerd en waar
uit de begrafenis plaats had, vele belang
stellenden.
De twee kisten, welke de overblijfselen
van de vijf ongelukkigen bevatten, werden
in twee lijkkoetsen geplaatst en gevolgd
door twee rijtuigen, waarin de familie en
eenige vrienden van de opgekomeuen ge
zeten waren, o. a. de vader der kinderen,
de broeder van zijne overleden schoonzus
ter en hij, die weldra met deze in het
huwelijk zou treden. Aldus zette de treu
rige stoet zich in bewegiDg.
Ook op de r. k. begraafplaats, waar de
bijzetting geschiedde, waren velen tegen
woordig. Nadat de kerkelijke ceremoniën
waren verricht en de twee kisten in de
groeve waren neergelaten, hield pastoor
J. F. Bernsen eene toespraak.
Ofschoon het niet mijne gewoonte is
zeide hij o. a. bij de teraardebestelling
van leden onzer gemeente eene toespraak
te houden, wijl elk jaar op den Sen No
vember door de katholieken hunne dier
bare overledenen worden herdacht en voor
de rust hunner ziel wordt gebeden, gevoel
ik er toch behoefte aan om, waar hier
velen tegenwoordig zijn naar aanleiding
van een geval, zoo smartelijk en eenig in
de geschiedenis dezer stad, een enkel woord
te spreken, ofschoon ik de daarbij opnieuw
geslagen wonden zal openrijten, welke nooit
zullen worden geheeld.
De verschrikkelijke gebeurtenis in den
nacht van Woensdag op Donderdag zal
steeds in ons geheugen blijven, want voor
ieder was het eene ijselijke mare in den
vroegen morgen van Doüderdag te verne
men dat zoovele personen in de vlammen
waren omgekomen. Ieder was bewogen
met het smartelijk lijden en de ijselijke
benauwdheid van de gestorvenen en het
was of de geheele stad in rouw was ge
dompeld. Niemand heeft den dag na het
oDgeluk een genoeglijk oogenblik door
gebracht.
De spreker wees er verder op hoe de
ongelukkige kleinen op zoo jeugdigen leef
tijd zijn omgekomen.
Wat de 24-jarige vrouw uit Leiden be
treft, toonde spreker aan dat zij op het
veld van eer is omgekomen. Zij toch kwam
niet naar Middelburg voor eigen genoegen,
maar tot het verrichten van een groot
liefdewerk, het verplegen van jeugdige,
hulpbehoevende kinderen, om hulp en
steun te verleenen waar dit zoo noodig was.
De heer Bernsen sloot zijne treffende
toespraak met den troost, in het bijbel
woord geboekstaafd: „Ik ben de verrijze
nis en het leven; die in mij gelooft, zal
leven, al ware hij ook gestorven."
Twee kransen, de ééne met het opschrift
„rust in vrede", de andere een eenvoudige
bloemtuil, dekken thans de graven der
vroeggestorveneu. De deelneming van het
publiek, waaronder velen tot tranen ge-
'roerd, was groot.
Bij het -rer trek ken uit
ons land van het philharmonisch
orchest uit Berlijn werd, bij 'tpas-
seeren der grenzen, een zijner ver
dienstelijkste leden door de auitsche
politie «eingesperrt» en overgele
verd aan de militaire overheidals
duitsch onderdaan was de man in
gebreke gebleven om de herhalings
oefeningen te komen medemaken.
Hij werd ingedeeld bij de stafmu-
ziek van 't garnizoen teDüsseldorf
en bracht dezer dagen reeds weer
een bezoek aan 't pas verlaten Ne
derland thans evenwel niet als
medewerker in een symphonie-or-
chest, doch als «speelman» op de
dorpskermis te Pannerden.
Arnh. Ct.
Te Noordbeek (Limburg)
moet een burgemeester worden geïn
stalleerd. Tot tweemaal toe werd
daarvoor eene vergadering van den
gemeenteraad belegd, maar telkenB
was er geen voldoend aantal raads
leden opgekomen.
Te Onderdendam is in
den nacht tusschen Zaterdag en
Zondag ten nadeele van den vis-
scher Knol, pl. m. 200 K. G. paling
ter waarde van f100, ontvreemd
Tegen den dader is proces-verbaal
opgemaakt.
voorstellingen als die, opgenomen in een
onlangs verschenen feuilleton in de „Köl-
nische Zeitung", waarbij aan doitsche on
derdanen het dienst nemen bij ons in-
disch leger op onjuiste gegevens werd
ontraden.
Bij 't verslag is gevoegd een nota, op
gemaakt door het lid, den heer Vos de
Wael, in zake de munt-kwestie. Hij wenscht
aan 't slot daarvan, dat onze Regeering
aan de belanghebbende regeeringen, inzon
derheid aan de engelsche, kennis geve van
de hier te lande bij 't goeveruement en
bij de bevolking bestaande gunstige ge
zindheid voor het bimetalisme eu hoofd
zakelijk voor oen groote bimetallieke unie,
tot welks toetreding bij de bankwet de
gelegenheid is opengehouden, en verder,
dat onze Reg. zal doen blijken van hare
sympathie met de door de metallieke mo
gendheden te zetten stappen op den weg
naar een groote bimetallieke unie, waarran
de steller verwacht, herstel vau welvaart,
rust en maatschappelijke orde.
VISSCHERIJ.
Nieuwediop, 28 October. Zeven-en-
twintig korders brachten heden 5 tot 19 groote,
30 kleine tongen, 80 roggen, 1 steur, 1 tot 8
mandjes kl. schol en 1 tot 3 manden schar ten
afslag, terwijl 2 beagera 190 schelv. en trekkers
4tal haring aanvoerden; groote tong gold 50
cent, kleine idem 20 cent, rog 87 cent per Btuk,
de steur f 11.50, kleine schol f4 a f 1.75 per
mandje schar f 1.50 h. 1.75 per maud, en schelv.
f43 h 40 het honderd en harin f5 per tal.
Tessel, 22 October. Door de Noordzeevis-
schers van hier, zijn in de afgeloopen week el
ders ter markt gebracht4500 tongen, 250
schelvisschen, 200 roggen, eenige tarbotten, 275
mandon kleine schol en 200 manden scharren.
De prijzen van een en ander waren als volgt
groote tongen f 0.32 a f 0.65, kleine en middel
soort f0.10 h f 0.20, schelvisch f20 a f40, rog
f0.60 h. fl, tarbot f5 8.50 alles per stuk;
kleine schol f 1.56 a f4, scharren f 1,20 af 1.70
per mand.
WETGEVENDE MACHT.
li.
Van verschillende zijde werd aangedron-
n op 't tot stand komen van uitleve-
ringstractaten met Griekenland en Argen
tinië, in welke staten overtreders van de
nederlandsche strafwet nog een veilige
schuilplaats hebben. Vreemd vond men
het, dat, terwijl Nederland bij de Zuid-
afrikaansche "Republiek door een consul-
generaal is vertegenwoordigd, hier te lande
noch een diplomatiek noch een transvaalsch
ageat is aangesteld, tot onderhandeling
met onze Regeering b. v. over verlaging
van het exceptioneel hooge brievenport
tusschen beide landen en over een uit-
leverings- en handelstractaat.
Nog werd gevraagd of er uitzicht be
staat op spoedige opheffing in België van
't verbod van den invoer van slachtscha
pen en in Engeland van 't verbod om
levend vee in te voeren.
Tegen de voorgestelde vermeerdering
van 't ambtenaarsper8oneel werd vrij alge
meen bezwaar gemaakt en de wijze vaa
benoeming van ambtenaren bij het Dep.
van Buitenl. Zaken droeg de goedkeuring
niet we?, in dien zin, dat, in plaats van
zeer bekwame gegradueerde jongelieden
dadelijk tot hoogere betrekkingen aan te
stellen, personen, die gewoonlijk copieëer-
werk verrichten, lot hoogere betrekkingen
werden benoemd. Een lid beweerde, dat
aan 't Departement een hoofdcommies
was, uitsluitend met copieëerwerk belast.
Sommige leden wenschten den minister in
zijn voorstellen omtrent het consulaatwe
zen te steunen.
De nieuwe wereld leidt, wat staatkunde
aangaat, een leven op zichzelf. Er zijn
partijen, zoo zeker als er besturen en er
zijn meer of minder hevige botsingen op
staatkundig gebied, zoo zeker als er par
tijen zijn. Maar het grootste gedeelte der
oude wereld, die tot over de ooren in zijn
twisten en plannen zit, verneemt buiten
de min of meer gefingeerde uitvindingen
op allerlei gebied, buiten het idyllische
huwelijksleven van President Cleveland
en buiten de grondstof voor prachtige stuk
jes gemengd nieuws, weinig anders van
den lande van overzee, dan een half do
zijntje opmerkenswaardige gebeurtenissen
prr jaar. Alleen de sterkst sprekende fei
ten dringen over den Oceaan tot ons door.
Zoo voor eenigen tijd de door Blaine in
welsprekende woorden vertolkte drang tot
eene vereeniging vau Canada met de Ver-
eenigde Staten. Zoo, naar de jongste be
richten een belangrijk geschil toeschen
twee groote spoorweg-maatschappijen.
Is de dollar koning in Amerika, de spoor
weg is kroonprins. Aan den goeden gaDg
der treinen hangt den goeden gang van
den handel en van den handel hangt
Amerika zelf af. Zoo wordt het begrijpe
lijk dat de twist, tusschen de Cana
dian-Pacific- en de Red-rivervalley-spoor-
wegmaatschappij zooveel opschudding
kan verwekken. De eerstgenoemde schijnt
besloten de kruising harer spoorwegliji
door de laatstgenoemde gewelddadig te
verhinderen. De Canadian-Pacific heeft
daartoe een trein geplaatst nabij het krui-
singspunt, welke zou moeten weggeruimd
worden, alvorens de Reclrivervalley Mij.
den aanleg der lijn kan voortzetten. Voor
een lang beleg uitgeruste beambten ver
dedigen den trein, terwijl de arbeiders van
de Redrivervalley Mij. het kruisingspunt
naderen, waar eene botsing onvermijdelijk
schijnt. Het bestuur van Manitoba Deemt
krachtige maatregelen om de rechten der
Redrivervalley Mij. te verdedigen; de mili
tie is opgeroepen en het opgewonden volk
van Manitoba steunt de regeering.
Stel u zoo iets 00ns voor in Nederland,
bijv. tusschen de Hollaudsche-en de Rijn
spoorweg-maatschappij.
Een ander amerikaansch conflict, de
bctsing der beide partijen op Haïti, wordt
evenzeer belangwekkend. Tegenwoordig is
het eiland feitelijk in twee kampen ver
deeld en de gevolgen van dezen burger
oorlog worden ook voelbaar voor den koop
handel, daar de havens van Port-Haïti,
van de Gomave en St.-Marcvan
wege de opstanden, die daar ter plaatse
zijn uitgebrjken, gesloten zijn verklaard.
Ook in Europa begint het weer naar
oorlog te rieken. Men heeft de fransche
oorlogsbegrooting maar te kennen om een
duizelingwekkend idee te verkrijgen van
wat er in Europa gewrocht wordt op
Krupp's gebied. Roche heeft als rappor
teur de verhoogde uitgaven op grond van
eene buitenlandsche caulitie, die Frankrijks
vrijheid bedreigt, verdedigd en onder ap
plaus gerechtvaardigd. Tegenwoordig is het
cijfer opgevoerd tot 1.065.000.000 franc.
Men weet niet wat men meer bewon-
Men achtte het wenschelijk in 't bui
tenland te doen tegenspreken verkeerde 1 deren moet, de draagkracht der fransche
ting spraken.
Wilt gij wat hebben haastte zij zich zoo beleefd
mogelijk te zeggen, toen de Duitschers zich van de levens
middelen wilden meester maken.
Als 't u blieft, zeiden zij, terwijl zij brood en koud
vleescb vonden. Zij aten met smaak, terwijl zij blikken van
tevredenheid wisselden.
Neemt maar wat gij noodig hebt, zeide de weduwe.
Alles is tot uwe beschikking, zij voegde er bin-
nersmonds bijHet doet mij genoegen, dat die soldaten
bier zijn gekomen. Alles wat er zal zijn verdwenen, wordt
op hunne rekening gebracht.
Zijt gij de vrouw des huizes? zeiden de vreem
delingen.
Ja, bedient u maar goedzeide de gastvrije weduwe.
Zijt gij mrs. Stackridge? vroegen zij.
Ja, gij kunt nemen, wat gij wilt! antwoordde de
weduwe.
Waar is uw echtgenoot?
Mijn echtgenoot! mijn arme beminde echtgenoot, bij
is gestorven, reeds....
Zij hield eensklaps stil, daar zij zich herinnerde, dat de
soldaten haar voor mrs. Sprowl aanzagen. Als zij ben uit
den droom hielp, dan zouden zij weteD, dat zij daar ge-
s'.olen had.
Gestorven? De Duitschers schudden het hoofd en
glimlachten. Neen, hij is hier gisterenavond nog geweest.
Men heeft hem gezien. Gij wilt deze dingen zeker naar
het gebergte brengen?
Wilt gij ook wat kaas hebben? vroeg de onthut
ste weduwe.
Als het u blieft. Dat smaakt beter dan ons gewoon
rantsoen.
Mrs. Sprowl keerde naar de provisiekamer terugzij kwam
met de mand en den emmer terug, en maakte zich gereed
om te vertrekken, terwijl zij hare gasten herhaaldelijk uit-
noodigde, te doen alsof zij thuis waren.
Wacht even! zeiden zij. Zij lagen op den grond
geknield, terwijl hunne handen met brood en kaas gevuld
waren. Toen zij ieder eene hand vrij hadden, greep de een
het hengsel der mand vast, terwijl de ander den emmer
vastgreep. Gij moet ons eerst vertellen, waar uw echt
genoot is, zeiden zij.
O, goede hemel, dat weet ik niet! Ik hen eene arme
vrouw en waarlijk, ik kan niet zeggen, waar mijn echt
genoot is!
Gij moet ons vertellen waar uw echtgenoot is, her
haalden zij, en een hunner stond op om haar den weg te
versperren.
Hij is ergens op het gebergte. Ik weet niet waar en
het kan mij ook niets schelen, riep de weduwe opge
wonden uit. Er was ieta in de houding der broeders, dat
haar niet beviel. Het is een slecht mensch, die mr. Stack
ridge. Ik zelf be a eene afgescheidene. Ailes hier in huis is
tot uw dienst, maar laat mij ongehinderd gaan.
Gij zult niet gaan, zeide de soldaat, die bij de deur
stond, eer gij het ons vertelt. Daarvoor zijn wij hier
gekomen.
Bij het binnentreden hadden zij hunne geweren in een
hoek neergezet. Degene die gesproken had, nam ze op, en
overhandigde er een aan zijn broeder. De weduwe zag, dat
uit eiken geweerloop het einde vau eene zweep stak. De
soldaten namen de geweren op, en haalden'eder eene lange,
leeren zweep te voorschijn.
De weduwe begon te gillen.
Het is eene vergissing. Laat mij gaan, ik ben mrs.
Stackridge niet!
De soldaten keken elkaar aan, mompelden iets in het
duitsch, en zetten de geweren weer in den hoek neer.
(Wordt vervolgd.)