UIT INSULINDE.
BINNENLAND.
tweede blad
BBHOORENDE BIJ
HAARLEM'S DAGBLAD
TAN
Maandag 29 October 1888.
een mislukte yruerij m DEN maneschijn.
Historisch
Van avond is het hal hij den
Resident.
Gaan mijnheer en mevrouw
er ook heen?
Natuurlijk.
Dan zijt gij dus vrij?
Ik hoop van ja.
Wanneer gaan de kinderen
nsar hed
Om zeven uur; maar er gaat
wel een halt uur mede heen, eer ik
klaar ben. Dan duurt 't nog een
half uurtje eer zij in bed liggen en
nog een half uurtje eer zij inge
slapen zijn, dus wordt het ruim acht
uur, eer ik vrij ben.
Tot hoe laat kunt gij dan uit
blijven
Tot een uur of twee, want de
Hollanders houden er veel van tot
laat in den nacht feest te vieren en
champagne te drinken.
Waar zal de plaats onzer ont
moeting zijn?
Onder den grooten tandjong-
boom bij het hek.
Heel goed.
Ik heb geen tijd meer, daar
komt de goevernante aan. Tot van
avond 1
Om acht uur!
Jal
Meer konden de sprekenden niet
zeggen, want tegelijkertijd klonk da
gillende stem van de hollandsche
juffrouw: baboe 1
De javaansche kindermeid ver
wijderde zich van de schutting,
door welke zij met haar beminde een
onderhoud bad gehad en trad met
't onverschilligste gelaat uit de keu
ken te voorschijn.
Nu volgde een hevige losbranding,
bestaande uit een half dozijn scheld
woorden en een scherpe berisping,
waarbij de hollandsche juffrouw
zich in 't akeligste maleisch uit
drukte, dat bekend staat onder den
naam van: brabbelmaleischI
De baboe keek de juffrouw heel
onnoozel aan en wachtte bedaard
de bui af.
Wat is dat toch, jut? klonk
eensklaps een stem achter de juf
frouw, de van niemand anders kwam
dan van de vrouw des huizes.
Och mevrouw! gaf de juf
zenuwachtig van boosheid ten ant
woord, ik moet de baboe den
ganschen dag achterna zitten, want
telkens loopt zij weg en dan kan
ik maar naar haar zoeken!
Daarop volgde een gesprek tas-
schen mevrouw en de baboe, waar
van de juf geen zier verstond.
Och juf, antwoordde de
vrouw des huizes, jij niet mag jou zel
ve zoo boos maken, apa goenanja
Die baboe nu zal beter oppassen
de juf niet meer marah sama dija s)
niet waar baboe
De baboe gaf een knik en ging
toen haars weegs, gevolgd door de
woedende goevernante, die 't niet
kon velen, dat mevrouw de baboe
voorsprak. Helaas, dat gebeurt zo»
dikwijls!
Den ganschen dag we» de juf
erg mopperig tegen de baboe, op
wier ontslag zij zoo dikwijls had
aangedrongen. Tegen den namiddag
begon haar gelaat te verhelderen,
toen mevrouw naar haar toekwam
en tot haar sprak: nou juf, mijn
heer de resident heeft van middag
mijn echtgenoot gevraagd of jij ook
meekwam om te dansen op dat bal,
nu gauw aankleeden ja, want spoe
dig de rijtuig zal voorkomen ja,
mijnheer Adolf ons komt afhalen.
De juf kleurde.
Ja juf gaf mevrouw ten
antwoord Kowé tjinta
8 a m a dia!
Saja! 5) klonk een doffe stem.
De juf keerde zich om en zag
hst lachende gelaat van de baboe
De juf keek het bruine gezicht boos
aan en onder het schaterend gelach
van mevrouw verdween de holland
sche in een zijvertrek.
Lang nadat zon in 't westen was
ondergegaan, deed zich in de verte
het rollen van een rijtuig hooren.
Het werd hoe langer hoe duidelij
ker en reeds zag men in het duister
de ff ikkerende lichten aan beide zijden
van het rijtuig. Mevrouw was ge
jaagd en de juf zeer zenuwachtig,
maar mijnheer een echte Hol
lander zat heel bedaard in zijn
leuningstoel een geurige manilla te
rooken
Eindelijk en ten laatste kwam
het oogenblik van vertrek. Mijn
heer, mevrouw en de juf stapten
in het sierlijke rijtuig, doormakas
saareche paarden getrokken en voort
ging het over den muilen zandweg
naar d e bal!
Toen het laatste geluid van het
rollend rijtuig in de verte was weg
gestorven, haalde baboe Mina ruimer
adem. Fluks liep zij naar de kin
derslaapkamer, waar 't jonge volkje
reeds ongeduldig op haar wachtte
en hielp de kleinen heel gauw naar
bed, want 't was laat geworden.
De amerikaansche klok stond op
kwart over zeven en om acht uur
moest zij op de afgesproken plaats
onder den grooten tandjong-boom
tegenwoordig zijn. Dus niet veel
praten, maar goed voortmaken was
thans de zaak. Nu zij maakte ook
goed voort, want om half acht stap
ten de kinderen in bed.
Nu gauw slapen gaan, kinde
ren sprak baboe Mina anders
komt de momok en die haaltje-
lui allemaal weg.
De banggemaakte kinderen sloten
dan ook spoedig de oogen en toen
baboe Mina zich had verzekerd, dat
allen sliepen, snelde zij naar den
tandjong-boom.
Helder scheen de maan aan den
hemel, 't Was het prachtigste weer
ter wereld. Een zacht zuidenwindje
blies over de aarde heen en deed
het gebladerte ritselen. Toen ba
boe Mina bij den boom was ge
komen zag zij tot hare verwonde
ring niemand, doch 't duurde niet
Een groote toom met vele witte, welriekende
Weemen.
s) Wat helpt het?
8) Kwaad zijn op haar.
4) Gij bemint hem.
Ik: ja.
6) Een booze geest, waarmede de baboes de
kinderen op Java plegen bang te maken.
lang of een mannenstap liet zich
hooren.
Dat zal hij wezen mom
pelde baboe Mina.
Dat was hij ook. Zij had het
geraden.
Staat gij al lang op mij te
wachten, Mina?
Ik ben hier pas gaf zij ten
antwoord.
Daarop volgde een stilte van vijf
minuten, de tijd, dien de baboe en
haar aanstaande noodig hadden, om
elkander eens hartelijk te begroeten.
Toen sprak hij weder:
Maar Mina, hier kunnen wij
toch niet blijven staan, hö?
Laten wij dan een wandeling
doen, dan kunnen wij heel wat af
praten tot van nacht twaalf uur.
Hij antwoordde niets, doch sloeg
zijn armen om haar hals en toen
gingen beiden den straatweg op, hun
schreden richtend naar een nabu
rige kampong, waar Mina een erg
goede vriendin had wonen. Daar
zouden zij dan den avond heel ge-
zelligjes doorbrengen. Maar toen zij
aan het huis der vriendin genaderd
waren, was deze uit om een brui
loft bij te wonen, dus zat er niets
anders op dan de wandeling voort
te zetten. Zij hadden geen haast en
alzoo wandelden zij voetje voor
voetje voort, echt oost-indischWat
de jongelieden onder elkaar verhas
pelden kan ik niet vertellen, waarde
lezer of lezeres! Dergelijke gesprek
ken behoeven ook niet door den druk
openbaar gemaakt te worden, ieder
onzer zal ook wel eens zoo'n ge
sprek gevoerd hebben. Dergelijke
gesprekken zijn meerendeels ook
zeer flauw, doch door de liefde,
die zich bij dergelijke gelegen
heden flink laten gelden, krijgen ze
een meer interessant kleurtje. Vol
doende zij het hier mede te deelen,
dat na eene promenade van een uur
of twee, baboe Mina zich erg ver
moeid gevoelde en haar medewan
delaar voorstelde een oogenblikje
uit te rusten onder de takken van
een fraaien boom, die op eenigen
afstand van een bamboezen woning
stond.
Het is wel wat gevaarlijk hier,
merkte hij op, hier zitten wij niet
vrij en ongestoord.
Wat zou 't hinderen, gaf
Mina ten antwoord, de bewoners
van dat huisje liggen reeds lang
in de diepste rust.
Tegen deze logica had hij niets
in te brengen, dus zouden zij hier
op dit veilig plekje maar rust nemen.
Hoe lang zij hier hebben gezet6n
kan ik niet vertellen, doch toen zij
zouden opstaan om hun wande
ling voort te zetten, hoorden zij
eensklaps achter zich een grove
mannenstem, die op alles behalve
hartelijken toon sprak
Eindelijk dan toch gesnapt,
nietwaar? Ja ja, do kamponglui heb
ben het goed geraden, toen zij zei
den: Soera, ik geloof dat je vrouw
je ontrouw is geworden, wees voor
zichtig!
Met deze woorden hief de onbe
kende gestalte een stok op en liet
dien zoo onzacht op baboe Mina
nederdalen dat zij een gil gaf en
ter aarde stortte.
Saridin, zoo heette haar aanstaande
echtgenoot, stond verbluft over 't op
treden van den rustverstoorder, maar
spoedig had hij zijn kris uit de
schede getrokken, om den brutalen
aanvaller te doorsteken, maar deze
was hem te vlug af en gaf den arm
zulk een gevoeligen tik, dat de dolk
een eind ver wegvloog. Een tweeds
slag, Saridin aan 't hoofd toege
bracht, joeg dezen op de vlucht.
Toen daalde een regen "an scheld
woorden en vervloekingen op baboe
Mina neder, die geen vin durfde
verroeren en van het geheele tooneel
eigenlijk niets begreep. Toen de
onbekende met razen en tieren had
geëindigd, wilde hij zich juist ver
wijderen, toen een straal der
maan 't gelaat van baboe Mina
helder verlichtte. Met een kreet van
ontzetting, ja vol verbazing, deed
Soera een paar stappen achteruit,
terwijl de stok zijn hand ontviel,
want, lezer, Soera was 't slacht
offer geworden van eene leelijke
vergissing!
Allah! riep hij uit, toen
hij begreep wat hij eigenlijk had
gedaan.
Soera ging nu naar baboe Mina
toe en bood haar zijn vergiffenis
aan, maar toen hij haar eens goed
aauzag in hare vurige donkerblauwe
kijkers, had er een plotelinge ver
andering in zijn hart plaats, want
hij was innig verliefd geworden op
baboe Mina! En baboe Mina? Zij
vond Soera ook een knappen man
en vergaf hem, dat zij hem gesla
gen had, want hij had 't niet ge
daan uit moedwil maar uit vergis
sing En nu zag zij er niets in, dat
Soera het gemis van Saridin ver
goedde. Zoo heel veel hield zij toch
ook niet van Saridin, 't was maar
half en half. Soera dus, de plaats
vervanger van Saridin, ging nu naast
baboe Mina zitten en overlaadde
haar met liefkozingen, hetgeen de
baboe zich liet welgevallen. Maar
zie, daar gaat plotseling de deur
open van 't bamboezen huisje, waar
voor Soera en baboe Mina gezeten
zijn en een javaansche vrouwenge
stalte met een klein nachtlichtje in
de hand treedt te voorschijn, de
van ontrouw beschuldigde vrouw
van Soera.
Zij was uit haar slaap gewekt
door den gil van de baboe en eerst
toen zij niets meer hoorde, waagde
zij het te gaan zien wat er toch
gaande was. Nauwelijks zag zij haar
echtgenoot in 't gezelschap van eene
javaansche of de jaloerechheid had
haar plotseling in een furie veranderd
en zonder zich een oogenblik te be
denken wierp zij 't brandende nacht
lichtje op haar man, wiens gelaat
van de dikke vette olie droop, ter
wijl 't nog vlammend pitje op baboe
Mina's haar terecht kwam, dat na
tuurlijk plotseling vuur vatte en
een onwelriekende geur verspreidde.
Onder luid gillen nam de arme
baboe de vlucht, terwijl Soera, de
ontrouwe echtgenoot, geheel uit het
veld geslagen door den onverhoed-
schen aanval van zijn vrouw, haar
als een lammetje in huis volgde.
't Behoeft niet betoogd te worden,
dat baboe Mina niet den minsten
lust had om Saridin op te zoeken
en de nachtelijke promenade voort
te zetten. Zij nam den kortsten weg
naar huis en toen zij nog kreunend
van de pijn de kinderkamer binnen
trad, vond zij allen nog slapende.
Mevrouw en mijnheer benevens de
goevernante waren nog niet thais
gekomen.
Den volgenden morgen was'tal»
een loopend vuurtje bekend gewor
den, welke avonturen baboe Min»
in den afgeloopen nacht bad ge
had. Mevrouw wat woedend, dat
de baboe haar kinderen alleen had
achtergelaten en joeg haar op «taan
den voet de deur uit tot groot ge
noegen van de juf, die baboe Mina
zien noch luchten kon, omdat zij
't bevestigd had, dat de juf van mijn
heer Adolf hield. Wat Saridin aan
gaat, hij was van zijn verliefdheid
totaal genezen en Soera is een
trouwe liefhebbende echtgenoot ge
worden.
TJAMPAKA.
Haarlem, Oct. '88.
De twee chineesche hee-
ren, welke ons land bezoeken, zullen
zich waarschijnlijk Maandag a. s.
naar Parijs begeven, daarna keeren
zij naar Nederland terug. Te Am
sterdam hebben zij Vrijdag, verge
zeld van den heer Stoel, ingenieur, na
door den burgemeester op het stad
huis te zijn ontvangen, de diamant
slijperij van de firma Daniels en Zn.,
in de Z wanenbuigerstraat bezichtigd,
per haven bootje de zeesluizen en
kanaalwerken in oogenschouw ge
nomen en vervolgens het Rijks mu
seum bezocht. De heer Derksen,
adj.-ingenieur bij de publieke wer
ken, leidde de gasten rond, die te
i uur weder naar 'sHage vertrok
ken om heden hun bezoek aan Am
sterdam te hervatten.
Op het goederen-empla
cement aan het Hollandsche Spoor
weg-station te 's Hage ontspoorden
Donderdagavond eenige achterste
wagens van een goederentrein.
Twee waggons, waarvan één
paarden bevatte, vielen om. Niet zon
der moeite konden de viervoeters, die
ongedeerd bleven, uit den wagen
verwijderd worden.
De Kamer van Koophan-
del en Fabrieken te Harlingen, heeft
ondersteund het adres der Kamer
te Haarlem, waarbij verzocht wordt,
geen verdere concession te verleenen
voor intercommunale telephoonver-
bindingen, maar de telephonie ten
spoedigste in handen te brengen van
den staat.
Terwijl in de vorigeweek
schipper B. uit Herwen met zijn
schip te Ruhrort lag om kolen te
laden, werd door de duitsche politie
beslag op zijn schip gelegd en hij
zelf geboeid naar de gevangenis ge
bracht, op grond dat zijne aak
meer zou inhouden dan waarvoor
zij geijkt was, waardoor de steen
kolenhandelaars aldaar bij het vracht
nemen groote schade leden. B. is
echter uit de gevangenis ontsnapt,
en heeft de reis naar zijne woon
plaats zonder hindernissen volbracht.
WETGEVENDE MACHT.
Staatsbegrooting.
Hoofdstuk Financiën.
In het voorloopig verslag komt
o. a. het navolgende voor:
In eene afdeeling werd de mee
ning geuit, dat het wenschelijk was,
dat de tollen op de rijkswegen
werden afgeschaft. Nu er op de
spoorwegen geen tollen worden ge
heven, gaat het niet aan die ge-
ï'HUILLHTO 3NT.
De Magnetiseur,
Oorspronkelijke Novelle
DOOR
HASSELAER.
10)
«Doe wat jezelf het beste acht, Freddy,» zeide ze zacht,
«ik weet dat je besluit goed wezen zal. Ik kan je daarin
niet raden, je weet zelf het best wat je te doen hebt
De eerlijkheid van Fred en zijn weinige levenservaring
beletten hem in te zien, hoe toevallig het was dat de on
gevraagde salarisverhooging sameuviel met het fraaie
aanbod der firma Crespy en Co. Ware hij van een minder
rond en open karakter geweest, hij zou begrepen hebben
dat er verband bestond tusschen deze twee gebeurtenissen
maar thans bleef die gedachte hem verre en de speculatie
fan mr. Ryde gelukte maar al te zeer.
«Heb je er heelemaal geen meening over, Mary?» vroeg
nij, in de hoop dat zij hem een argument aan de hand
doen of een nieuw gezichtspunt openen zou, dat hem aan
leiding kon geven een vaste keuze te doen.
«Ik weet het niet, ik kan zoo weinig raden in zaken
waarvan ik zoo weinig weet,» zeide het meisje met
een zucht.
Zij zwegen beiden een poos. Eindelijk hernam Fred, met
vaste stem«Het baat niet of wij al peinzen en klagen,
er moet een keus worden gedaan. Ik zal morgen met mr.
Ryde spreken en hem de zaak blootleggen. Daarvan zal ik
mijn besluit laten afhangen.»
«Dat is zeker het beste,» zeide het meisje, terwijl zij
goedkeurend knikkend tot hem opzag. «Breng mij nu naar
huis, Freddy, want ik heb nog veel te doen, en men moet
geen argwaan krijgen
Den volgenden morgen, onmiddellijk na zijne komst op
het kantoor, verzocht Wilkens zijn patroon even te mogen
spreken. Mr. Ryde, die natuurlijk wel begreep wat er
gaande was, zette zich schrap en bracht zijn gansche leger
macht van vriendelijkheid en welwillendheid in het vuur,
terwijl hij behendig toespelingen maakte op de omstan
digheid dat Fred alles aan hem te danken had en bij hem
zijne opleiding had genoten. Met een overmaat van wel
willendheid en op schertsenden toon herinnerde hij Fred
hoe deze jaren geleden op zijn kantoor gekomen was met
zijn eerste buis aan en hoe hij, reeds in het eerste uur, een
inktvlek op het kopiëerboek geworpen had, terwijl mr.
Ryde wel zorg droeg Fred niet bepaald af te raden de betrek
king aan te nemen.
Een en ander had het gewenschte gevolg. Het ontvan
kelijk gemoed van den jongen man werd aangedaan door
de herinnering aan wat hij aan mr. Ryde te danken had
en door de behendige wijze waarop deze de zaak behan
delde, nam de dankbaarheid, die hij zijn patroon verschuldigd
was, in Fred's gemoed veel te groote afmetingen aan. Hij
verklaarde dus dat hij het aanbod der firma Crespy 4h Co.
zou afslaau en hij gevoelde zich meer dan beloond, toen
de oude heer hem op quasi aangedanen toou dank
zeide voor de trouw aan zijne firma en hem de hand
reikte, ditmaal al de vijf vingers.
Fred wist niet, dat toen hij was heengegaan, zijn patroon
glimlachte over de onnoozelheid van zijn bediende en in
de Jhanden wreef van plezier over deflinke manier, waar
op hij de zaak had behandeld.
Toen na eenige dagen de eerste indruk bij Fred voorbij
was, kon hij zich niet verhelen dat hij wilde, dat hij het
aanbod van Crespy A Co. maar had aangenomen. Bij kalm
nadenken kwam het hem toch voor, dat mr. Ryde niet
zoo edelmoedig tegenover hem gehandeld had als een jongS
mensch die met moeite door de wereld komen moet, dat
mag verwachten van een oud man, die eene gevestigde
positie bezit. Deze gedachte maakte hem eenigermate ont
stemd en stil tegenover zijn collega's, die zich vergeefs
afvroegen wat den anders zoo opgewekten en vroolijken
makker dermate had kunnen doen veranderen.
Tot Fred's verbazing ging de bureauchef voort hem met
veel meer welwillendheid en vriendschap te behandelen
dan hij vroeger ooit had gedaan en de jonge man wist die
gunstige verandering te zijnen opzichte alleen daaraan toe
te schrijven, dat de onderscheiding die hem vanwege mr.
Ryde ten deel was gevallen, Mac Lynn meer vriendschap
voor hem had doen opvatten.