Politiek Overzicht. hooge personen; eene lange loop brug met dubbele leuning reikte van de campagne tot ver op de kade, terwijl de drijvende wimpel, met de nationale driekleur er onder, zich ontplooide toen de heer Van Rees den voet aan boord zette. Toen ZEx. het station verliet, deed de muziek der schutterij zich hooren, en stapte hij, begeleid door den resident van Batavia het eerst aan boord; daarop volgde zijne doch ter door eene dame begeleid, vervol gens eenige leden van den Raad van Indië, vele andere personen en de adjudanten van den afgetreden goe- verneur-generaal, benevens tal van dameH en heeren welke uit belang stelling ZEx. den laatsten groet wilden bieden oi uit nieuwsgierig heid den tocht per spoor medemaak- ten, zoodat al spoedig het ruime achterdek der Prinses Wühelmina vol menschen stond Zondagmiddag hadden eenige jongens te Buiksloot eene lorrie weten te bemachtigen, die op de rails stond van de in aanbouw zijnde tramlijn van Amsterdam naar Edam. Zij reden daarmede van eene hoogte, maar door een hindernis op de rails ontspoorde de lorrie, terwijl de 18jarige M. R. onder de wielen terecht kwam, met het treurige ge volg dat hij bijna terstond overleed. Drie personen zijn in handen der politie te Rotterdam ge vallen, die verdacht worden zich te hebben schuldig gemaakt aan braak en diefstal in de woning van een tapper aan den West-Zeedijk aldaar. Naar wij vernemen, moeten eeni ge voorwerpen, van dien tapper af komstig, in hun bezit zijn gevonden. (N. R. C Uit S 1 i e d r e c h t w o r d t ge meld, dat Zondag op last der justi tie aldaar is opgegraven het lijk van vrouw K., wier plotselinge dood voor een veertien dagen ge leden, daartoe aanleiding schijnt te hebben gegeven. De man der over ledene is geruimen tijd in verhoor geweest. Zondagavond bracht J. v. B., fabrieksarbeider te Almeloo, aan J. L., wonende te Borne, eene nog al belangrijke verwonding met een mes in den buik toe, zonder dat deze daartoe andere aanleiding had gegeven, dan dat hij dien avond met het meisje van v. B. uit was geweest. Tegen den dader is proces verbaal opgemaakt. Doordien de gemeenteraad van Deventer het voorstel van Burg. en Weth. om een archivaris te benoe men, heeft verworpen, heeft de mi nister van Binnenlandsche Zaken den commissaris des konings opge dragen, om namens hem de ver schillende judicieele stukken uit het gemeentelijk archief op te vragen. Zondag middaggingde 85jarige vrouw B. te Nieuwland voor hare woning uit eene sloot water scheppen met het ongelukkig gevolg, dat zij te water raakte en verdronk. Als een zeldzaamheid wordt vermeld, dat het dochtertje van den arbeider Gankema, (e Kalk- wijk, dat nog slechts den ouderdom van 11 jaren heeft bereikt, voor een paar dagen gewogende enorme zwaarte had van 147 halve kilo's, niettegenstaande zij eene lengte heeft, die, in vergelijking van andere kin deren op dien leeftijd, middelmatig kan worden genoemd. Geneeskun digen beweren dat dit een gezonde ontwikkeling is en er hoegenaamd geen ziekte bij het meisje te be speuren valtdie bij haar deze zwaarte teweegbrengt. In de schooi is een expres voor haar vervaar digde bank geplaatst, omdat de ge wone schoolbanken voor haar om vangrijk lichaam te nauw zijn. Te Doodewaard is Zon dig een schip gezonken, toebehoo- rende aan schipper Jansen, en ge laden met 110,000 kilo suikerbieten, voor rekening van Einbden te Oos terbeek. Zoowel schip als lading zijn verzekerd, en om geheel ver lies van de laatste te voorkomen, is men terstond begonnen met zooveel mogelijk op te baggeren en te redden. Als een bewijs dat te Sint Oedenrode nog al menschen ge vonden worden, die over een ge zonde of althans groote maag be schikken, moge dienen, dat bij de potvertering van een üaartgezel- schap, waaraan door 28 leden werd deelgenomen, verorberd is, alleen aan vleesch: 39 pond varkens- en 40 pond rundvleesch, dus gemid deld bijna 3 pond per hoofd. Gelukkig is de soldaat te Maastricht, die een schot met een losse patroon in de oogen ge kregen heeft, weder zoover hersteld dat hij zien kan. Door rondtrekkende men vermoedt belgische zooge naamde kooplieden werden, terwijl de huiegenooten op de akkers werk zaam waren, in een drietal huizen: te Beers, Kasteren en Bladel, dief stallen gepleegd. Te Bladel werd o. a. door hen eene kist opengebro ken en daaruit f 25 ontvreemd. De nasporingen der politie bleven tot heden vruchteloos. Te Midwolda is door den jager Rutgers een adder geschoten van kolossale dikte. Het lieve diertje was maar eventjes drie voet lang en gezegend met 6 volwassen jon gen, die mede door den jager wer den afgemaakt. en tot grondslag behoorden te strekken van eene reorganisatie van het onderwijs in 't algemeen. De nota is ingediend niet geheel zonder voorkennis maar toch zon der gehouden overleg met bevriende mede léden. Men wenschte wel de zienswijze der Regeering over die nota te kennen. Wat het hooger onderwijs be treft, werd eene vervorming der Rijks universiteiten tot faculteitsscholeo, b. v. drie medische, één litterarische, twee juri dische en één of twee philosophische, voorgestaan. De wettelijke bepalingen om trent de vacanties schenen niet stipt te worden nageleefd, vooral door de hoog- leeraren der medische faculteit. De toe stand van docenten van voormalige gym nasia, die vroeger met iegaten waren be giftigd, werd der Regeering aanbevolen. Heeft het overleg met de Nederl. Zuid- Afrik. Vereeniging reeds tot een resultaat geleid omtrent wijziging of aanvulling vau het K. B. van 30 Juli 1886? Welke zijn de inzichten der Regeering omtrent eene herziening van het m i d- delbaar onderwijs? Sommigen wenschten uitbreiding van het ambaebts- en teekenonderwijs. Gevraagd werd wat de Regeering denkt omtrent de hoogstbelaugrijke beschouwin gen der Landbouwcommissie ter zake van het geven van hooger landbouw, onderwijs, oprichting van herhalingsscho len en vakscholen. De wettelijke regeling van het zee vaartkundig onderwijs werd door velen wel noodig geacht. LETTEREN EN KUNST. De arasterdamsche liedertafel, mannenkoor •Cecilia", die op den eersten avond van den zangwedstrijd van «Zanglust» een vijfden prijs had gekregen, heeft deze onderscheiding niet aan vaard. WETGEVENDE MACHT. Staatsbegrooting. Binnenlaadsohe Zaken. II. Op eene herziening van het onevenre dig tarief van reiskosten van de leden der Provinciale Staten werd aangedrongen. De onvoldoendheid der vergaderzalen van Provin- ciale-Staten in Zuid-Holland, Fries land en Utrecht eischte verbetering. Wat Zuid-Holland betreft, meende men, dat de oude fraaie zaal der Gecommitteerde Ra den van Holland onder het lokaal der Eerste Kamer en thans gebruikt voor ar chief van het dep. van Oorlog, uitstekend ware te gebruiken. Bij de aanstaande zevende algemeene volkstelling achtte men de opne miug van eene beroepsstatistiek zeer wen- schelijk. Ook drong men aan op spo« ger bekendmaking van de uitkomsten der telling. Het voordeel der Regeer werd gevraagd over de oprichting van een vast bureau voor de Statistiek daar de f 2000 subsidie aan de Vereeni ging voor de Statistiek weinig nut ver schafte. Was een inspecteur voor het Staatstoe zicht op krankzinnigen niet voldoende Ten aanzien van het krankzinni gengesticht te Medemblik werd aangedrongen op spaarzaamheid. Ten aanzien van het o n d e r w ij s werd door den heer V ermeulen eene nota overgelegd, inhoudende eenige hoofdbe- paliugen, die z. i. bij eene nieuwe rege ling van de drie takken van onderwijs in overweging behooren genomen te worden ViSSCHERIJ. Enkhuizen, 28 October. Gedurende deafgeloo- pen week werden alhier aangevoerd: 140 wichtjes levende en 20 wichtjes doode kleine schol, en 500 schelvisschen; kleine schol werd aan den afslag verkocht, de levende voor f5 a f9, de doode voor f 2,26 pei wichtje; schelvisch gold f 0,32 f 0,38 per stuk. Door onze korders werd van f 50 tot f 150 hesomd. Tessel, 28 October. De uitvoer van mossehn naar Londen en Hall was in de afgeloopen week weer zeer belangrijk. Ook de aanvoer van schar ren en kleine schol voor de rookerijen was groot. Scharren golden fl a f 1,50, kleine schol fl,50 k f4 per mand. De Noordzeevisschers besomden van f40 tot f85 per schuit. De palingvisscherij in zee langs de kust leverde zeer weinig op. De paliug gold gemiddeld 35 ct. per Va K-®"* In de binnenwateren was de vangst ook on bevredigend. De hinnonpaling gold van 20 tot 50 ct. per :/a ^.G. Ze waren, naar 't scheen, in den laatsten tijd vrij mak, de nihilisten, de anarchisten, de sociaal-democraten. Deze laatste vierden iu Duischland het tienjarig jubileum van de socialistenwet, die tegen den wil van ziju makers tegevolge heelt gehad, dat de roode vlag in Duitschland meer volger.' heeft dan anders hoogstwaarschijnlijk het geval ware geweest. De nihilisten schijnen hun kruit verschoten, hun dynamiet ver- ploft te hebben. Men hoort niet meer van loopgraven onder spoorwegen, kelders vol contrabande, van komplotten,waarin nevens schorem gekleede studenten, fijne adellijke heeren en groote hanzen betrokken zijn. Het opstellen van soldatenrijen langs de wegen, die de czaar bewandelt en berijdt neemt langzamerhand meer het voorkomen aan van een eerbewijs dan een vreesbewijs te zijn. De beheerscher aller Russen schijnt weder het «vadertje" zoowel der boeren als der nihilisten te worden. Het mag als een bewijs voor de ge grondheid dezer beschouwing worden aan genomen, dat men zijn kracht in plaats van in werkelijke aanslagen gaat zoeken in het verspreiden van verzinsels daarom trent. Voor de aankomst van den czaar te Kutsis in den Caucasus, zou er een pseudo- kozakkenofEcier zijn gevangen genomen omdat hij in 't bezit bleek van bommen en dergelijke gevaarlijke werptuigen. Hij zou een der oprichters zijn geweest van een zuid-russisch militair-comité enz. enz. 't Zij dit verzinsel zijn oorsprong gevon den hebbe in het wanhopige hoofd van een nihilist, die buiten werk, of van een journalist, die buiten nieuws is, er blijkt zouueklaar uit, dat men heeft zoeken te voorzien iu een langgevoelde behoefte. Gevaarlijker dan het lijdend voorwerp te zijn eener verzonnen moordaanslag is het, bijna een slachtoffer te worden van een spoorwegongeluk. Bij Taranoroka, een sta tion op den Kursk-Charkow-Azow-spoor- weg zijn twee locomotieven en vier wa gons van den keizerlijken trein ontspoord. De keizerlijke familie en haar gevolg zijn er zonder kleerscheuren afgekomen. Evenzoo heeft Wilhelm «der Reise- kaiser" het er weer gelukkig afgebracht van zijn reis naar Hamburg. Maandag morgen is hij vanPotsdam vertrokken om het feest der aansluiting van Hamburg bij het tolgebied te vieren. De vaart op den Alster, waarbij zijn stoomschip door dertig Al- ster-booten werd omstuwd en waarbij alle roeivereenigingen hun beste beentje voor zetten, werd als overal door het gejubel des volks tot een triomftocht verhoogd. Eu na deze keizers-upotheose kwam na tuurlijk weer het feestmaal en bij het feest maal de toosten. Burgemeester Petersen toostte met geestdrift op den hoogen be zoeker en deze toostte geestdriftig terug. Hij herinnerde aan zijne vroegere bezoeken aan de stad, waar hij telkens komt, wan neer hij zijne beminde vloot exa mineert. Zijne laatste reis werd onder nomen in het belang van den vrede, de nijverheid en de welvaart des vaderlands. De keizer sprak verder den wensch uit, dat Gods zegen mocht rusten op het heden voltooide werk. Dezelfde zegen vertrouwde hij, dat rusten zou op de stad, die zoo gewichtige diensten aan den duitschen handel heeft bewezen. En hierop dronk hij. «Alles schon dagewesen" denkt men onwillekeurig bij dit relaas. De «onbe schrijfelijke geestdrift" der Hamburgers, de vlaggen, de «Hochs", de ingestelde dronken, de terugreis naar Fredrichsruhe, de cordiale handdrukken aan Bismarck 't klinkt alles als een bisnummer van de russische, zweedsche, wurtenbergsche en andere jubelzangen. Veel onverwacht nieuws is er in't alge meen niet. Het was te voorzien,dat Engeland en Duitschland in de oost-afrikaansche zaken gezamenlijk op zouden treden. Uit Berlijn wordt aan de «Standard" gemeld, dat dit plan zijn beslag gekregen heeft. Oud als een nieuwtje van een brand of een déraillement is de tijding van Stan ley's dood. Ditmaal moet de voorzitter van het aardrijkskundig genootschap te Rijssel 't bericht ontvangen hebbeB, dat hij met allen, die hem vergezelden, vermoord is. Twee zijner volgelingen laat dit bericht ontkomen, als ware het om het feit aan genoemden president en aan de «Echo du Nord", die het in hare kolommen opnam, te kunnen navertellen. Dezelfde eentonigheid als deze «zaag- hymne" van dood niet dood, dood niet dood begint den geduldigsten lezer te vervelen bij de berichten uit Soeakim. De belegeraars schijnen tot in 't oneindige door te gaan zich te versterken en schijnen met een verkwisting een weelderiger leger waardig, hun kogels plat te schieten op de muren der stad. Als een bizonderheid wordt gemeld, dat welgeteld 5 granaten in de stad zijn geschoten, die geen grooter ravage hebben veroorzaakt dan dat de luitenants Gordon en Beech, een egyptisch officier en vier kanonniers licht gewond werden. Men zou zoo zeggen, dat de in boorlingen vorderingen maken en dat zij de knust verstaan hun kruit niet aan in fanteristen en andere onwaardigen te ver spellen. KOLONIËN. BATAVIA, 29 September. Bij eenen terugblik op het bestuur van den afgetreden goeverneur-generaal, de heer Otto van Rees, zegt de «Javabode" iu een hoofdartikel het volgende: Als ambtenaar had hij zich den bij naam verworven van koning, als onder koning was hij de opperste der ambtena ren, die zijne ondergeschikten onmiddellijk terugbracht onder de tucht, waaraau zij door zijn voorganger 's Jacob geheel wa ren ontwend, die de meesten hunner per soonlijk min of meer kende, die op de hoogte was van hunne wenschen en be hoeften, die daardoor bizondere aandacht wijdde aan benoemingen en personeele zaken. Als autocratisch stond hij bekend eu streng, tevens als iemand die niet af- keerig was van gunstbetoon en nepotisme, en zonder twijfel heeft hij ook als goe verneur-generaal zich als zoodanig doen kennen, maar al ging er bij zijne 'oenoe- ming eene rilling door de ambtenaarswe. reld en al had zijne krachtige handspoe- dig de meesten tot hunnen plicht ge. bracht, toch is van hem geen algemeene zuivering uitgegaan; hij heeft velen be- voorreoht ten koste van anderen, den heelen staatsdienst hervormd heeft niet. Is zijn goede wil misschien ook in dit opzicht afgestuit op den tegenstand van den heer Sprenger van Eijk, en be hoort een voorstel van deze strekking tot het kleine dertigtal, dat op de bureau's in Den Haag rustig is neergelegd, en dat, ware het algemeen bekend, een anderen dunk van den heer Van Rees zou geven dan nu de meesten hebben Want to ont kennen valt het niet, dat wel degen die dadelijk en veel met hem in aanra king kwamen, in hem goede trouw en ernstige zorg voor 's lands belangen op- merkten, maar dat hij zich bij de groote menigte meer om zijne uitstekende be kwaamheden dan om zijne schitterende daden eenen naam heeft gemaakt. Toch is dat oordeel waarschijnlijk onbillijk, en wanneer eenmaal eene betrouwbare ge schiedenis van zijn beheer kan worden ge- schreven, zal bijna zeker de heer Van Rees onder de landvoogden van Indië geen slecht figuur maken. Door den afstand zullen dan zoovele handelingen, die per soonlijke antipathie hebben opgewekt i hem de achting van velen hebben doen verbeuren, hare afmetingen verliezen, en zal alleen overblijven het beeld van een goeverneur-generaal, die in moeilijke tijden Iudie voor erger heeft weten te behoeden. En zelfs zij, die de voorteekenen meenen te zien eener ontbinding van ons kolo niaal bezit, zullen moeten toegeven, dat die ontbinding door den heer Van Rees wel is tegengehouden maar niet verhaast; niet zoozeer door hetgeen aan zijn persoon lijk initiatief is te danken, als door de krachtige wijze, waarop hij het bestuur voerde. tfit het bovengezegde volgt, dat het moeilijk is te wijzen op groote dingen, door den heer Van Rees tot stand j_ bracht, die ook niet onder een anderen landvoogd zouden zijn in het leven roepen, en dat de meest sprekende han delingen, die het meest dadelijk van hem zijn uitgegaan, een persoonlijk en daardoor voor velen een hatelijk karakter dragen. Doch evenzeer als men van veel niot aan den heer Van Rees de eer kan geven, die aan de omstandigheden toekomt, heeft men ook niet het recht er een verwijt van te maken, dat hij in andere opzichten die omstandigheden niet heeft weten te be- heerschen. Het was niet zijne schuld, dat de suikerprijzen daalden, dat de koffie- oogsten klein waren, dat de millioenen- droomen der kinaplanters geen werkelijk heid werden, dat de rijst geen geldswaarde meer had, dat de inlanders geen geld in handen kregen, dat in weerwil daarvan de schatkist moest worden gevuld, omdat de inkomsten naar de uitgaven worden ge regeld en niet omgekeerd, dat alles ver armde en eeue schreeuwende tegenstelling begon te vormen met de weelderige huis houding van staat, dat bijua overal onte vredenheid heerschte, welke niet door nieuwe vorderingen en bepalingen, maar door hooge marktprijzen en overvloedige oogsten in tevredenheid zou ziju verkeerd, gelijk die op Deli eu in Djember le vinden is, dat de beri-beri de krachten van ons leger ondermijnde. Het fiscaal karakter van zijn bestuur was een eisch der noodzake lijkheid, een niet te vermijden overgang tot een ander soort van koloniaal beleid dan tot nog toe gangbaar is geweest. Men zou alle regeeriugsmotieven moeten kennen, moeten weten wat er tusschen den min. van Koloniën en den goeverneur-generaal is verhandeld, om te kunnen beoordeelen of het aan den laatste ligt, indien de koorden van den boog te sterk gespannen, die der beurs te nauw toegehaald werden. En wanneer velen teleurgesteld zijn in de verwachtingen, die zij van het bestuur van den heer Van Rees hebban gehad, dan komt dit daarvan, dat die verwachtingen deels ongegrond, deels onbillijk waren. De heer Van Rees heeft zeker veel gedaan, dat hij behoort te verlangen ongedaan te kunnen maken, in nog meer dingen is zijn goede wil afgestuit op onmacht, maar zonder twijfel heeft hij zich in het alge- deeltelijk door de maan verlicht. Het gemurmel van de beek, die laDg&Men bodem vloeide, was nauwelijks te hooren. Ziet gij de lijken ook ergens? vroeg Lysander. Ik kan niets zien, hernam Dan. Wij kunnen echter naar beneden gaan, om ze op te sporen. Sprowl vond de gedachte, om naar beneden te gaan, juist niet aangenaam. Wij zullen er veel tijd door verliezen, zeide bij tot Silas. De nog in leven zijnde verraders zijn ons meer waard, dan de dooden. Wij kunnen wel eerst het hol op sporen en later naar de lijken gaan zoeken. Hebt gij reeds iets ontdekt, Carl. Ik zal beginnen, zeide Carl, terwijl hij met de banden in de zakken rondzwaaide. Ik denk, dat ik er spoedig zijn zal. Sprowl zag hem woedend aan. Hoe durft gij mij tergen I mompelde hij. Het is tergend! zeide Carl, terwijl bij naar de maan keek. Welnu, neem spoedig een besluit! Wat zult gij doen Eensklaps schoot eene gedachte door Carl's brein. Ik zal het u zeggen. Als gij Daar de lijken gaat zoeken, zal ik rondkijken. Het zou mij dan zeer verwonderen, als ik bij uw terugkeer niet iets had ontdekt. Ropes, zeide Sprowl, ga met een paar mannen en met Pepperill naar beneden, ik zal hier wel met dien knaap blijven. Deze schikking beviel Carl volstrekt niet, maar daar hij er niets van kon zeggen, zeide hij kalmJa, zoo is het beter. Ropes koos twee mannen uit en de overigen bleven in de schaduw van bet kreupelhout verborgen. Als ik op die rotsen daarginds kon komen, zou ik misschien wel wat kunnen ontdekken, zeide Carl. Dan zal ik met u meegaan. Carl vatte weer hoop. Als ik alleen met hem ben, zal er misschien wel wat voorvallen, dacht hij. Wacht even zeide Sprowl, en hij riep een korporaal. Ga mee, en loop naast den knaap. Bij de minste poging om ons te willen ontvluchten, door steekt gij hem met de bajonet. Dat zal ik, zeide de korporaal. Carl verloor den moed weer. Hij keek den kapitein echter aan en glimlacht te. Gij hebt gelijk. Gij zult mij echter niet zien vluchten. Laat ons nu echter gaan. In dien tusschentijd was Pepperill met de drie anderen in de kloof afgedaald. De plek waar het lijk van den man en dat van het paard hadden gelegen, was spoedig gevon den. Het lijk van den man was echter nergens te zien. Men had het paard van tusschen de rotsblokken, waar het had gelegen, weggetrokken en nog dieper doen vallen. Men had een kuil gegraven om het dier daarin te leggen. Het werk was echter niet voltooid en er lag nog eene spade op een hoop aarde. Zij hebben den armen man begraven, zeide Dan Wij zullen zien. Ropes nam de 6pade. Hij verwij derde een weinig vuil en gaf de spade toen aan een der soldaten. De maan maakte alles voor hunne oogen duide lijk. De soldaat, na eenige minuten gegraven te hebben, stiet op iets, dat niet van steen maar ook geen aarde was. Hij zocht het op. Het was een arm van een menscb. Gij hebt goed geraden Dan! Haal nog wat meer aarde weg, dan zullen wij het lijk kunnen opdelven. Houd vast, Dan! Wordt vemolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1888 | | pagina 2