NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Blanken en Zwarten.
6e Jaarg-ang.
Vrijdag 2 November 1888.
No. 1637.
ABOMEMEHTSFRIJS:
ADVERTENTIES:
Dit Nimmer bestaat nit twee Waaen.
STADSNIED S.
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem, per 3 maandenƒ1.20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65.
Afzonderlijke nummers- 0.03.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
-Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122,
▼an 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij groote opgaven aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onie agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantiers.
Directeuren-Uitgevers Jf. C. PËEREBOOin en Jf. B. AVIS.
Hoof dagentan voor het Buitenland: Compagnie Generale de Publicite Etrangère G. L. DATJBE Co., JOH. F. JONES, Suer., Parijs, 3 Ibis Faubourg Montmartra.
Haarlem, 1 November.
In de maand October jl. bezoch
ten 220 personen tegen betaling en
377 kosteloos het stedelijk museum
op het raadhuis.
Op de aardappelen- en botermark
ten alhier zijn in de afgeloopen
maand
aangev. verk. hoogste laagste pr.
Aardapp. 3350 HL. 2850 HL. f 4.25
Appelen 1940 1644 u - 7-
Peren 2430 - 2210 - 7.50
p. K.G.
Boter 1860 kil. 1300 kil. f 1.55
p. stuk.
Biggen 787 stuks 666 stuks f 17-
f 1.50.
- 3.—.
- 8.—.
p. K.G.
fl.10.
p stuk.
f5.—.
Bij de heden gehouden herbe
steding door de garnizoens voedings-
comrnissie waren o. a. voor de brand
stoffen eenige inschrijvers de heeren
J. T. Per^uin en Zonen te 's Hage
en Haarlem, voor Rnhr-schaalkolen
voor 84 cents per 100 K. G., Ruhr
gruis 85 cents per 100 K. G., lange
turf 64 cents per 100 stuks.
Het examen ter verkrijging van
de akte van onderwijzeres, 31 Oct.
te Amsterdam gehouden, is met
goed gevolg afgelegd door mej. A.
Wijn, alhier.
Het examen van de tweede groep
candidaten voor de akte M 1 (hand-
teekenen en de perspectief) liep
Woensdag te 's Hage ten einde.
Geslaagd zijn o. a. de heer J. W.
Sevenhuisen en mej. J. Bosch, alhier.
De lessen vau den nieuwen cursus
voor het onderricht in de ornemen-
tale houtsnijkunstwelke dezen
winter gedurende vier maanden op
de school voor kunstnijverheid alhier
zal gegeven worden en waaromtrent
wij voorheen reeds hebben bericht,
zullen 15 November aanstaande be
ginnen.
De Raad van Bestuur van het Koloniaal
Musenm hield dezer dagen hare vierde
jaarlijksche vergadering op het Paviljoen
alhier.
Bij afwezigheid Van den voorzitter, den
heer J. T. Gremer, die door ongesteldheid
verhinderd was, werd het voorzitterschap
waargenomen door den vice-president, den
heer dr. D. de Haan.
De directeur van het Museum gaf een
kort overzicht van de werkzaamheden se
dert het laatste verslag, uitgebracht in
Juni 11. Daaruit bleek, dat de correspon
dentie omtrent koloniale grondstoffen en
hare toepassing en het verschaffen van in
lichtingen op dit gebied eene der hoofd
werkzaamheden van het Museum was ge
worden. Verschillende producten waarom
trent inlichting gegeven is, waren ter be
zichtiging gesteld.
Bij het verkrijgen van inlichtingen heeft
het bestuur de welwillende medewerking
van vele nederlandsche consuls in het
buitenland mogen ondervinden, o. a. van
de consuls te Bombay, Madras, Colombo,
Rio Janeiro, Livorno, Rangoon, Cadix,
Mauritius.
Aan de Regeering is op haar verzoek
inlichting gegeven omtrent bet voorkomen
der Balato (west-indische gutta-percha),
een handelsproduct dat vooral in Brilsch
Guyana meer en meer wordt geëxploiteerd,
en dat in Suriname eene nieuwe bron van
voordeel zou kunnen worden.
Verder is mededeeling gedaan omtrent
het onderzoek van moluksche houtsoorten,
waarvan voor meubelwerk, scheepsbouw
enz. wellicht gebruik kan worden gemaakt
en waarvan de invoer meer en meer toe
neemt.
De aandacht werd gevestigd op de toe
nemende waarde van verschillende grond
stoffen en geneesmiddelen, wier cultuur en
exploitatie in de koloniën aanbeveling ver
dienen.Onder de laatsten vooral de cubeben,
de strophanthus en cocabladen. Volgens
ingewonnen bericht is de kwaliteit van dit
laatste artikel in Nederl.-Indië beter dan
in andere tropische landen. Voor Suriname
werd de aan plan ting van den Quebracho-
boom aanbevolen, welks hout als een ge
waardeerd looimiddel meer en meer in
toepassing komt.
In de vergadering waren ter bezichti
ging gesteld verschillende zaden van palm-
vruchten, wier ivoorharde kern geschikt
is tot het maken van allerlei draaiwerk.
Onder dezen in de eerste plaats de ivoor-
noot, die in groote hoeveelheid uit Cen
traal Amerika wordt uitgevoerd en waar
van vooral iu Oostenrijk eene groote in
dustrie van knoopen en andere kleine
voorwerpen bestaat. Voorts de vruchten
van den wijnpalm, die zeer fraai gevlekt
zijn en evenzeer tot draaiwerk kunnen
dienen. Een schaakspel, uit deze vruchten
vervaardigd, leverde daarvan het bewijs.
Beide palmsoorten zijn zeer geschikt om
in Suriname te worden gekweekt.
De betrekkingen van het Museum met
andere instellingen in de koloniën en het
buitenland nemen steeds toe Dit jaar o. a.
heeft de directie der Royal Botanie Gar
dens te Calcutta besloten hare jaarboeken
aan het museum aan te bieden.
Verblijdend was het bericht dat de
stoomvaart-maatschappij „Nederland" en
de „Rotterd. Lloyd" ten behoeve van de
voor het Museum bestemde voorwerpen
eene vermindering tot de helft der vracht
hebben toegestaan. Reeds vroeger had de
nederlandsch-indische stoomvaart-maat
schappij op al hare lijnen in den archipel
vrijheid van vracht ten behoeve van het
Museum verleend.
Door het raadslid P. J. van Houten
werd eene belangrijke mededeeling gedaan
over het gebruik van bamboe voor meu
belwerk. Naar aanleiding daarvan zal door
het Museum worden getracht, den uit
voer van bamboe voor dit doel, uit Ne-
derlandsch-Indië, aan te moedigen. Aan
merkelijke hoeveelheden bamboe toch wor
den uit andere koloniën te Parijs en
Hamburg aaugevoerd.
Van het Museum zelf wordt bij voort
during door belangstellenden sen druk
gebruik gemaakt, evenzoo van de vrijkaar
ten, die voor het bezoek op Zondag worden
verkrijgbaar gesteld.
De Raad betreurde het echter, dat het
zoo nuttig streven van deze voor Neder
land onmisbare instelling nog zoo weinig
door onze vermogende particulieren en
groote handelshuizen wordt gewaardeerd.
Eene jaarlijke bijdrage van f 50 is toch
voor dezen geen onoverkomelijk bezwaar,
eu aHeen door algemeene medewerking kan
het Museum werkelijk snel die uitbreiding
verkrijgen, welke nu door beperkte geld
middelen slechts gaandeweg verkregen
wordt. De Raad heeft besloten eene nieuwe
poging te wagen om vooral bij de voor
name handelshuizen meer medewerking te
vinden. Het voorbeeld is reeds gegeven
door de Kamer van Koophandel te Padang
en de firma Van Houten, Steffan Co.
te Padang.
Met irigenomeuheid vermelden
wij dat de heer J. C. Gerliugs, ge
meente ontvanger alhier, heden het
feest viert van zijne 30jarige ambts
vervulling. Ieder onzer kent den
humanen man, die zich door zijne
hulpvaardigheid en beleefdheid bij
oud en jong bemind en geacht heeft
weten te maken.
Dat deze dag voor hem in 't bi
zonder en voor zijne omgeving,
vrienden en kennissen in 't alge
meen een feestdag is^ in den vol-
sten zin les woords zal wel nie
mand verwonderen. Het bureau van
den jubilaris is keurig getooid
door de goede zorgen van den stads
architect den heer Jac. Leyh, die
aldaar eene versiering van levend
groen heeft geplaatst.waarboven een
schild prijkt met het opschrift:
Aan J. C. Gerlings
Gemeente-ontvanger
Ook boven de deur is een schild
aangebracht en een draperie van
vlaggedoek in de nationale kleuren.
lieden middag werd de jubilaris
door het college van Burgemeester
en Wethouders gefeliciteerd, terwijl
hem in deu loop van den dag nog
vele bewijzen van hoogachting en
vriendschap van verschillende zijden
ten deel vielen.
Heden herdenkt de heer A. Schoe-
vaart den dag waarop hij vóór 25
jaar in dienst trad bij de Holl.
IJz. Spoorw.-Mpij. Na verschillende
takken van dienst te hebben door-
loopen, werd hij op 1 Aug. 1878,
toen het bureau van de tractie werd
overgeplaatst van Haarlem naar Am
sterdam,bij die afdeeling benoemd tot
chef-de-bureau bij het wagenbeheer,
te Amsterdam. Op 1 Mei van dit jaar
werd hij weder overgeplaatst naar
Haarlem, om aldaar op te treden
als chef de-bureau der werkplaat
sen der maatschappij, tot welke be
trekking hij bij keuze werd be
noemd.
Als blijk van waardeering voor
de trouwe plichtsbetrachting gedu
rende een kwart eeuw aan de H.
IJ. S. M. bewezen, werd hem door
den Raad vanAdministratie aangebo
den een pendule met coupes, terwijl
deu jubilaris door hoof 1-en andere
ambtenaren als stoffelijk bewijs hun
ner hoogachting en sympathie wer
den vereerd een buitengewoon fraai
notenhouten cylinder schrijfbureau
benevens een dito buffetkast, ver
gezeld van eeu sierlijk gebonden
album op nikkelen standaard. Het
eigenaardige van dit album bestaat
hierin, dal de namen der deelne
mers aan deze geschenken door twee
ambtenaren van de H. IJ. S. M.
zijn gecalligrafeerd op eene wijze,
die niet alleen den vervaardigers alle
eer aandoet, maar ook blijk geeft
vati de voorliefde, waarmede de be
werking plaa's had.
De commissie, die uit den boezem
der ambtenaren zich belast had met
den aankoop der geschenken, ver
dient voor de keuze daarvan een
bizonder woord van waardeering.
1858
1888
De heer Michael Flürscheim uit Baden-
Baden, hield Dinsdagavond in den tover
van den schouwburg alhier eene voordracht
over het door hem voorgestane beginsel,
de nationalisatie van den grond.
De opkomst het zij ter loops aan
gemerkt was niet groot, waarschijnlijk
omdat velen, die belang in het onderwerp
stellen, daarvan genoeg op de hoogte zijn
gebracht door de verslagen, welke de dag
bladen reeds van den heer Flürscheim's
dezer dagen te Amsterdam daarover ge
houden voordracht hebben gegeven.
Wat de heer Flürscheim bedoelt komt
ongeveer op het volgende neder:
Het bestaande kapitaal wordt niet alleen
niet verteerd neen, de sommen, die
overgehouden worden, maken de vertering
door anderen onmogelijk, omdat zij in
den vorm van rente de middelen der min
der bezittenden opslorpen. De interest
wordt betzij in mindering van voor den
arbeid bedongen prijs, hetzij in belasting,
door de arbeidenden betaald, en beperkt
dus bij hen, die maar even in hunne le
vensbehoeften kunnen voorzien, de con
sumptie.
De heer Flürscheim stelt nu om
deze kwaal te verhelpen het volgende
middel voorMen ontneme aan het kapitaal
de gelegenheid zich te vergrooten, een
voudig door rente op rente te stapelen en
zonder dat de eigenaar er eenigen arbeid
voor verricht.
Rente vloeit voort uit persoonlijk grond
bezit. De grond is de eenige bron van
alle goederen. Zijne beperkte boeveelheid
tegenover het vermeerderd aantal inwo
ners van een land en het toenemend ar
beidsvermogen van den enkelen arbeider
een vermogen, dat sinds de middel
eeuwen vertiendubbeld iadoet de grond
rente stijgen en den grond allengs in waarde
toenemen
Wanneer de Staat den grond had, zou
den de staatsschulden verdwijnen en er
zouden geen particuliere spoorwegen zijn.
In den ouden tijd was bij de meeste vol
ken de grond het eigendom van de ge
meenschap en het particuliere bezit is dus
eeu verschijnsel dat tegen de natuur in-
druischt.
Spreker toonde door een voorbeeld aan,
dat wanneer iemand eene hypotheek op
zijn land cf huis sluit, de eenige die er
voordeel bij heeft, alweer de groote kapi
talist is.
Wanneer de Staat eigenaar is van den
grond zou men geen groote opeenhooping
van kapitalen meer krijgen; het geld zou
te weiuig rente daarvoor kunnen opbrengen
omdat de grondslag voor de rente, het
grondbezit, weg was, en elk zou eerder
zijn best doen om zooveel mogelijk te doen
produceeren. Hiermede eindigde spreker
zijne inleiding en stelde de gelegenheid
open, van gedachten te wisselen.
l)e heer Wiener wees er op, dat
het door overproductie was, dat de ver
koopprijs lager is geworden, de arbeid ge
staakt eu de arbeider zijn koopkracht is
ontnomen.
Het gevaar voor revolutie kan alleen
IF1 385 O" W.
Een verhaal uit den amerikaanscheii burgeroorlog
65)
XXXVIe HOOFDSTUK.
BEN VBBEMDSOOBIia WAPEN.
Met al het voorgaande meende hij gezegd te hebben:
Ik zal u naar het hol brengen, op voorwaarde, dat
gij mijn gevaDgene zijt.
Carl wilde dus zijne belofte houden. Na te hebben ge
slagen, sprong hij op, gereed voor iederen aanval. Hij had
eene worsteling en een kreet verwacht. Hij had nooit kunnen
droomen, dat hij hij machte was een man met één slag
neer te vellen.
XXXVIIe HOOFDSTUK.
CARL HOÜDT ZIJNWOOBD.
Van de twee gedaanten, die men op de rots had gezien,
was de vrouwelijke Virginia niet, en de andere evenmin
Fenn, zooals Sprowl zich had verbeeld.
Vervuld met haat tegen haar echtgenoot en vol schaamte
en afgrijzen bij het vernemen van het feit, dat hij de oor
zaak was, dat zijne moeder eene g'eeseling had ontvangen,
het geheim was uitgelekt, dank zij tante Deb en het
gat van de kachelpijp, had Saüna besloten, hem nooit
te vergaveD, en hem zoo mogelijk nooit weer te zien. Dien
achternamiddag had zij, ongelukkig in hare eenzaamheid,
bij Toby raad gevraagd.
Toby wat moeten wij doen
Dat weet ik zelf niet I bekende de oude neger
zelfs de groote wijsheid, die, naar zijne eigen meening, voor
de geheele familie voldoende was, kon hem nu niet helpen.
Als blanke vrouwen en eerbiedwaardige negers gegee-
seld worden, dan is er niemand meer veilig. Ik ben blij
dat mijn oude meester en juffrouw Jinny in het hol in
veiligheid zijnik zou daar ook gaarne willen zijn.
Toby, zeide Salina, wij zuilen er heengaan.
Kunt. gij den weg vinden
Ik geloof van wel, zeide Toby, over dit voorstel
verheugd.
Zij vertrokken vroeg in den morgen. Zonder achterdocht
op te wekken bereikten zij de bossehen. Toen zij echter
in de kloof aankwamen, legon de duisternis te vallen, en
Toby kon de plaats niet meer vinden, waar hij de beek
was overgetrokken. Hij liep die plek voorbij, en bij geluk
konden >ij de beek een weinig verder overtrekken. Eens
aan den anderen kant zijnde, begreep Toby, dat zij zich
boven h=t hol bevonden, zij liepen om de rotsen heen, om
het van deu anderen kant te bereiken. Op dat tijdstip wa
ren zij opgemerkt, en men zag hen de rotsen afdalen, en
achter de heesters verdwijnen.
Wacht mij hier, zeide Toby, daa zal ik den
omtrek gaan verkennen.
Vermoeid en wel ging Salina in de schaduw van een
jeneverboom zitten.
Toby verkende den omtrek, ontdekte niets en keerde
terug. Salina was blijven zitten, maar zij had wel iets ont
dekt. Zij wees met haar vinger.
Wat is er? fluisterde Toby verschrikt.
Daar is iemand. Ziet gij het niet? Bij die kleine
heesters.
Ik zie niets, zeide hij met eene huivering.
Ja, daar is het. Ik zag een man opspringen. Hij bukt
over iets, dat hij beproeft op te lichten. Het moet Penn
of een zijner vrienden zijn. Ga er eens heen.
De bijgeloovige Toby had er niet veel zin in. Salina
spoorde hem echter aan, en er moest toch iets gedaan worden.
Ik.... ik ben zoo bangl Daar is zeker niemand!
Hij liep verder, met de oogen wijd geopend, terwijl de
koude rillingen hem over deu rug liepen. Wat deed die
man daar? Wat was het, dat hij poogde op te lichten en
weg te sleuren? Het was het lichaam van ren maD.
Wie is daar? vroeg Toby.
Houd u stil en kom hier, was het antwoord.
Hoe! Carl! zijt gij het? Wat doet gij daar?
vroeg Toby.
Ik heb een gevangene, zeide Carl.
Is hij dood! zeide Toby.
Ik heb hem slechts op het hoofd getikt, maar hij ie
nog niet dood, zeide Carl. Wees stil, want veertig man-