zijn weggegleden en de molens dus
niet kannen malen. De dienetope-
ning, die op 1 Deo. verwacht werd,
zal daardoor zeker vertraging on
dervinden.
Aan den heer J. P. de
Klerk, assistent bij de Holl. IJz.
Spoorw. Mpij. teOostzaan is eene gra
tificatie van f 60 toegekend, omdat
hij zich in die betrekking bekwaamd
heeft voor den rang van comm'es
2e klasse bij den goederendienst,
waarvan het examen zeer goed door
hem is afgelegd.
Naar wij vernemen, is
voor zeilschepen de Zuiderzee zoo
goed als onbevaarbaar. De Pampus
is vol ijs.
Te Leidschendam werd
bii een arm ziekelijk man, die in
zijn onderhoud voorzag met garen
band, enz. rond te venten, voor om
geveer f25 aan waren ontvreemd.
De man was met zijn gezin hierdoor
geruïn;erd.
Fluks besloten de buren om in
hun wijk eene collecte te houden,
en in een oogenblik had men f 46
bij elkaar, die den bestolene werden
te hand gesteld.
Wedstrijden.
Voor het nationaal schermconcoura,
door de schermvereeniging „Oranje" te
Rotterdam op den lOn en lln Nov. a. a.
in het lokaal aan den Goudachen weg te
geven, hebben zich 22 gymnastiek- en
scherm vereen igingen aangemeld, te weten
„Scheveningen", te Scheveningen, „de
Witteraaf", te Hoek van Holland, „Oranje",
„Eendracht maakt macht", „Arena", „Pro-
gressus", „Rotterdam", allen te Rotterdam,
„Eendracht maakt macht", te Schiedam,
„Scherpschutters", „Oranje", „Excelsior",
„Vrije Wapenbroeders", en Regiment gre
nadiers en jagers, allen te 's Hage, „Do-
nar", te Delft, „Nederland en Oranje," te
Dordrecht, „Eendracht maakt Macht", te
Vlaardingen, „Onderlinge Sehermcursus"
en „Oranje", beiden te Amsterdam,
„Sparta", te Leiden, „Ripperda", te Haar
lem, „Leeuw der Nederlanden", te Kralin
gen, en „Hercules", te 's Hage.
Er zijn ongeveer 170 medewerkers.
Twee honden om ié
heen! Op het Vreeburg te
Utrecht ontstond Zaterdag tusschen
twee veekoopers zulk een hevigen
twist over een kalf, dat zij weldra
handgemeen werden en in het vuur
van den strijd niet eens bemerkten,
dat een derde van de gelegenheid
gebruik maakte, om zich met het
kalf te verwijderen. EerBt nadat zij
door de omstanders waren geschei
den, werd de vermissing ontdekt en
begaf zich het tweetal, thans als
vrienden, op onderzoek, waarbij het
hun gelukte het vermiste kalf op
den Leidschenweg terug te vinden,
echter zonder geleider, daar deze,
zich achtervolgd ziende, beenen had
gemaakt.
Voor de vacante betrek-
king van machinist bij het stoom
gemaal van de Nederwaard zijn
niet minder dan 96 sollicitanten op
gekomen. Deze betrekking wordt
beioldigd met f 600 en vrije woning.
Als eene wondere speling
der natuur verhaalt een geacht in
gezetene van Helmond het volgende
Ruim twee jaren, zegt hij, ben
ik in het bezit eener gitzwarte kip
en ook het vorige jaar kwam zij
na den ruitijd weer met nieuwe
zwarte veeren voor den dagdit
jaar echter heeft zij met het ruien
hare zwarte veftren geheel verloren
en is hiervoor een zachte sneeuw
witte dons in de plaats gekomen.
UitLunteren, gemeente
Ede, wordt aan de N. R. C. gemeld:
Werden hier de voorgaande week
de vr uw van T. v. d. B. en haar
knecht H. V. gevangen genomen
en gevankelijk naar Arnhem over
gebracht, als verdacht de aan V. d.
B. toebehoorende boerderij in brand
te hebben gestoken, waardoor alles
in den nacht van 25 op 26 Sep
tember eene prooi der vlammen
werd, thans blijft het bij die ééne
tenlastelegging nietbeiden zullen
zich ook te verantwoorden hebben
omtrent een brand, die van 10 op
11 September 1886 plaats had, toen
dezelfde boerderij in de asch werd
gelegd. De eerste maal was het
pand bij de zwolsche brandwaar
borgmaatschappij verzekerd, thans
voor eene som van f 1350 bij die
onder directie van de hh. De Jong
Co. te Amsterdam.
Tusschen Deventer en
Gorsel is Woensdagmorgen op den
spoorweg het lijk gevonden van een
kastelein uit Zutfen, die Dinsdag
morgen naar Zwolle was gegaan,
en 's avonds met den trein weer
van daar was vertrokken. Waar
schijnlijk is hij uit den trein ge
vallen, zonder dat het door iemand
werd opgemerkt.
Men meldt uit Enschedé
Zuid-West en Zuidkust van het eiland. Aan de'
Zuid-Oost- en Oostkust waren de voordeelen niet
toereikend om de uitgaven te bestrijden.
KOLONIËN.
BATAVIA, 5 October.
aan de N. R. C.\
Een paar vroegere wevers hebben
zich aangemeld om het werk te
hervatten, maar konden ingevolge
de genomen besluiten thans niet
meer worden aangenomen. Van
welmeenende zijde is hun echter de
raad gegeven zich met meer and- -
ren te verstaan, en gezamenlijk bij
de door den Commissaris des Ko-
nings in het leven geroepen com
missie voorspraak te verzoeken, om
zoodoende nog te trachten hunne
plaatsen in de fabriek terug te er
langen, alvorens die door anderen
zijn bezet.
De firma Jannink kan en zal niet
onvoorwaardelijk afwijken van de
genomen maatregelen, waartoe de
socialistische invloeden haar genoopt
hebben; algemeen toch wordt erkend
dat alleen van dien kant de werk
staking is geforceerd.
De ambtenaren te Bel-
lingwolde hebben een goede vangst
gedaan. Ze bemachtigden tien var
kens, die uit Duitschland in ons land
zouden worden binnengesmokkeld.
De krulstaarten worden thans in
't gemeentehuis (1) bewaard om spoe
dig ten voordeele van de staatskas
te worden verkocht.
VISSCHERIJ.
Nieuwediep, 8 November. Vier korders
brachten heden 12 mandjes kl. Bchol ten afslag,
die tegen f 1.50 h 2.25 per mandje werden af
geleverd. De duitsche ever »H. F.v 189 besomde
voor 30 tongen en enkele schelv. en roggen
f25. Eenige schuiten zijn nog in zee.
Lemmer, 7 November. Op gisten en heden
werd alhier geen Zuiderzee haring gevangen. Na
de eerste vangst op den len dezer werd geen
haring meer aangebracht. Spiering werd veel
gevangen, maar was klein van Btuk en bracht
daardoor weinig op.
Scheveningen, 8 November. Een Zand-
voortachc vischschuit, alhier heden aangekomen,
had redelijk veel visch, die tot hoogen prijs
werd genomen. Hare besomming bedroeg dan
ook f79»/2.
Te ss el, 7 November. Wegens de 3lechte
uitkomsten der visscherij naar zeepaling gedu
rende de laatste weken, heeft men het visschen
aan de tesselsche kust geheel gestaakt. Over het
geheel werd dit jaar weinig met dat werk ver
diend. De vangst was alleen bevredigend aan d
Aan het verslag der voornaamste ge
beurtenissen in het goevernement Atjeh
en Onderhoorigheden, loopende van 1 tot
en met 19 September jl., wordt het vol
gende ontleend:
Groot-Atjeh. Gedurende den ver-
slagtijd werden de verschillende posten in
de linie nu en dan zwak beschoten, ter
wijl ook op de stoomtram soms schoten
werden gelost. Op den 6en September
werd een europeesch kanonnier en op den
9eu d. a. v. eeu europeesch fuselier bin
nen de versterking Lamrung licht door
vijandelijke kogels gewond (schampschoten).
Den 6en September werden op de ver
sterking Lamrung en op het blokhuis
Lamsaijoen vier lillaschoten gelost. Op
verscheidene plaatsen werd nu en dan de
telephonisehe gemeenschap verbroken en
eenige honderd meter telephoondraad ge
roofd. In den nacht van den 6en op den
7en September werden eenige rails nabij
de crug over de Kroengboeng Aroen op
gebroken, terwijl in den daaroprolgenden
nacht een twintigtal beschoeiingsplanken
van de brug in den weg van Lamtih
naar blokhuis Sabang werd weggebroken.
In den nacht van den 12en op den 13en
September ontvreemdde men eenige dek-
planken van de loopbrug westelijk van
Lambaroe, en werden verscheidene schroef-
moeren en schroefbouten van de spoor
wegbrug nabij blokhuis Lamara door At-
jehers losgeschroefd en medegenomen.
Op werklieden, die bezig waren ter
hoogte van Lamrung aan de stoomtram-
baan aangerichte schade te herstellen, werd
nu en dan nogal hevig geschoten.
In den nacht van den lOen op den Hen
September deed eene bende van circa der
tig Atjehers een aanval op de woning van
het hoofd van kampong Melagoe, niet ver
van Pakan Kroeng Tjoet, en verwondden
het hoofd en nog twee andere Atjehers,
die zich iu dat huis bevonden.
Onderhoorigheden. Op de Noord-,
Oost- en Westkust bleef de toestaud sta
tion nair; de rust werd daar niet noemens
waardig verstoord.
Onze versterkingen te Segli en te Me-
laboeh werden nagenoeg niet beschoten.
Oemar hield zich nog altijd in de VI
Moekims Groot-Atjeh op. Tusschen Telok
Kroet en de aanhangers van Oemar in
Patti en Sragen kwam het nog niet tot
botsingen.
Er viel zoowel in de boven- als in de
benedenstreken, maar vooral in de vallei
van Groot-Atjeh, veel regen; in de Atjeh-
rivier steeg het water van den lOen tot
en met den 14en September tot etne hoogte
van 13.19 M. (tegen 13.45 M. in Decem
ber 1886). Noemenswaardige schade ;verd
niet aangericht.
De in den loop van de jaren 1887
1888 uitgevoerde werken tot voorkoming
van overstrooming bewezen goede diensten.
De straatweg Kotta-AlamOleh-Karang
stond over eene lengte van pl. m. 400
passen onder water, terwijl in den weg
eene doorbraak ontstond van circa 4 meter.
De landhoofden der brug in den bin
nenweg van Nesoeh naar Ketapang-doewa
werden beschadigd en de spoorbaan tus
schen Lam jong en Boekit-karang had ten
gevolge van afslag van het water uit de
daar in aanleg zijnde afwateringssloot, tus
schen Lampermé en Lampong, nogal te
lijden.
De gezondheidstoestand was minder
gunstig.
Gevallen van pokziekte deden zich ech
ter niet meer voor. De stand der beri
beri is ongunstiger geworden. De ziekte
en sterftecijfers waren beide hoog.
Door den mijningenieur W. Gode-
froij is aan den chef van het mijnwezen
uit Semarang nader het volgende getele—
grapheerd
//Berichten hevige werking Merapi; ko
lossale afstortingen prop, doorbraak kra-
terwand, zware asebregens."
Naar het #,B. H." verneemt heeft
men den militairen commandant van Atjeh
en Onderhoorigheden in overweging gege
ven des nachts de hinderlagen, die ten
doel hebben het doorsnijden van de tele
phonisehe geleiding tegen te gaan, voor-
loopig te doen inrukken, doch in stede
daarvan die geleiding in de nachtelijke
uren met zulk een sterken electrischen
stroom te verbinden, dat de onverlaten, die
de draden zonder isolatoren durven aan te
raken, gedood worden.
Aangezien isolatoren en hun gebruik den
Atjehers nog wel geheel onbekend zullen
zijn, verwacht men veel succes van dat
middel.
Van Atjeh verneemt men, dat met
de Westboot vertrokken en den 25en Sep
tember te Padang aangekomen zijn 198
beri—beri lijders, terwijl met de eergisteren
hier aangekomen Oostboot 100 van die
zieken zijn gearriveerd.
De beri-beri moet met het invallen der
regers te Atjeh met vernieuwde woede
uitgebroken zijn.
Voor den raad van justitie te Se~
marang is den 27en September aangevan
gen de behandeling van de sinds twee
jaren hangende zaak der opium-smokke
larij door middel van kisten met z. g.
Chateau-Laffite.
Het requisitoir van dagvaarding luidde
als volgt:
z/De officier van justitie bij deu Baad
van justitie te Semarang requireert: de
dagvaarding van Johann August Eriedrich
Christian Theodor Bauer, volgens opgaaf
oud 47 jaren en geboren te Herborn in
Pruisen, laatstelijk agent van de Iuterna-
tionale Crediet en Handelsvereeniging
//Botterdam" te Semarang en president
van de Handelsvereeniging, laatstelijk ver
blijf gehouden hebbende te Semarang, thans
zonder bekende woon- of verblijfplaats in
Nederlandsch-Iudië.
z/Om te verschijnen in persoon, enz. om
bij te wonen de behandeling van de tegen
hem in te brengen klacht ter zake:
le. dat hij, nog agent der Internatio
nale Crediet en Handelsvereeniging Bot
terdam te Semarang zijnde, in den nam.
van Vrijdag den 26en November 1886
door den boomklerk Bertiani Marmora
Scipio, heeft doen inklaren aan het tol
kantoor te Semarang (Grooten Boom) op
een aangifte tot invoer ten verbruik dd. 26
November 1887, no. 10231, waarin voor
komt:
J. E. (in driehoek) Vu veertien kisten
48/i achtenveertig heele flesschen met
//mousseerenden rooden wijn, metende 450
//vierhonderd en vijftig liter, niet ontpakt
„of 2° o gel. 441 vierhonderd één en veer-
z/tig liter a f 10.50 per 100 liter. Inko
//mende renten zes en veertig gulden één
z/en dertig centen en onderteekend per
//Internationale Crediet en Handelsveree-
z/niging Botterdam door genoemden boom-
klerk B. M. Scipio,"
veertieu wijnkisten inhoudende, onder
flesschen rooden wijn met het opschrift
//Chateau Laffite" verpakt, één honderd
vier en dertig tinnen flesschen te zamen
bevattende één honderd en vijftien kilo
gram gel. een honderd zes en tachtig en
twee tiende kati's ruw opium en
2e. dat hij dien 26en November 1886
zonder daartoe gerechtigd te zijn, boven
vermelde hoeveelheid ruw opium heeft
bezeten.
//Welke feiten opleveren een overtreding
van artikel 1 en een overtreding van
artikel 18 van Staatsblad 1874, no. 288,
zooals dat later is gewijzigd bij de Staats
bladen 1876 no. 214 en 1879 no. 262;
te weten het feit sub. 1 vermeld//liet
invoeren van opium op Java eu Madoera,
ander dan ten behoeve en voor rekening
van het goevernement" en het sub. 2
vermelde feit, //het zonder daartoe ge
rechtigd te zijn bezitten van meer dan
twee kati's ruw opium," beide welke over
tredingen strafbaar zijn gesteld bij art.
23 van het aangehaalde Staatsblad."
De heer Voute ontkent de feiten, in
deze dagvaarding ten laste gelegd.
Er zijn 26 getuigen in de zaak gedag
vaard.
Overheden - F. J. Kailola 26 j., Wed. J. H-
Nfje-Burgerhout 51 j., J. H. Wels 5 m., C. G"
van Wely-De Waal, H. J. Rozy 62 j., allen te
Batavia. - F. H. Boera, Soekaboemi. - Hauët 17
d. Bandjerraasin. - H. J. Osten, Semarang. - G.
Verburgt, Buitenzorg.
Trouw-, Geboorte- en Doodberichten.
TJit de Indische bladen van 1 tot 5 Oct.)
Gehuwd: G. W. it. vau Renesse van Duiven-
bode en H. A. Vinju, Soerabaja.
Bevallen: E. van Haastert-Berkholst d.,
Segeri. - C. M. A. Stoutjesdijk-Wedding z. Pe-
kalongan. - E. den Berger-Hagenaar z. Welte
vreden.
RECHTSZAKEN.
In den vroegen ochtend van den 18en
September jl. toen de zon nauwelijks aan
den hemeltrans was verrezen, had in de
scheveningsche duinen een tweegevecht
plaats tusschen den jeugdigen baron Van
H. en den commissionnair in effecten,
tevens kapitein der schutterij, D.
De door de justitie ter zake van twee
gevecht tegen beide heertn ingestelde ver
volging werd Donderdag in de strafzitting
van de rechtbank behandeld. Slechts één
hunner, de heer D., was ter terechtzitting
verschenen.
De verwikkelingen tusschen de duellan-
ten waren ontstaan op de Witte Sociëteit
tengevolge van eene woordenwisseling over
de vraag, of de schutterij-officier zich het
gezelschap van den baron en zijne vrien
den had opgedrongen, bewerende D. de
tweede beklaagde, dat hij genoodigd was
een grogje te drinken. Hoe dit zij de
tweede beklaagde achtte zich door een klap
hem door den baron toegebracht zoodanig
beleedigd, dat hij hem eene uitdaging
zond, welke beantwoord werd met eene
nbieding van verontschuldiging namens
den eerste bekl. In plaats van daarin te
berusten, kwam D. eenige dagen later zijne
tegenpartij in de Boorlaan tegen en sloeg
hem toen met den handschoen in het aan
gezicht. Dit voorval was de naaste aanlei
ding tot het duel. De voorwaarden waren
door de getuigen aldus geregeld, dat tot
wap8n gekozen werd de cavalerie-sabel en
het gevecht eea einde zou nemen zoodra
er bloed vloeide. Baron Van H. pareerde
dapper den eersten uitval en toen hij zich
gereed maakte om op zijn tegenpartij toe
te treden, wondde de officier der schut
terij zich zelf door eene onhandigheid,
waarop overeenkomstig de voorwaarden,
het duel voor geëindigd werd verklaard.
De wonde bleek niet gevaarlijk en geen
beletsel om te werken.
Een van de twee secondanten, thans
als getuigen gehoord, verklaarde, dat de
heer v. H., op ziju aanraden, de eerste
uitdaging had afgewezen, doch dat, na de
tweede beleediging, geen vergelijk meer
mogelijk wa3. Ook de ter eede bekl. D.
erkende dat het tweede voorval de naaste
aanleiding was en dat hij het duel had
geprovoceerd, ai had zijne schriftelijke uit
daging ook eene vau zijne tegenpartij toe
vallig gekruist.
Op het terrein was een van de twee
geneesheeren verschenen.
Bij de toelichting vau zijne vordering
zette de subst.-off., mr. baron De Vos van
Steen wijk, uiteen, dat in deze voor den
Ion bekl. niets afdeed het feit, dat de
wonde niet moedwillig, doch bij toeval,
tengevolge van eene onhandigheid, is toe
gebracht. Hij was echter van oordeel, dat
in deze de zwaarste straf aan den 2en
bekl. moest worden opgelegd, omdat de
nadat hem reeds verontschuldiging
aangeboden wegens het eerste voorval, in
het publiek den baron v. H. een slag
het aangezicht had gegeven, iets wat te
veel gevergd is van de zelfbelieersching
van een jongmensch van 23 jaar, als
baron v. 11.
Daarom vorderde hij ter zake van twee
gevecht tegen den len bekl. 3 dagen en
tegen den 2en bekl. 7 dagen gevange
nisstraf.
Bij zijne verdediging erkende de 2e
bekl. opnieuw dat hij na het gebeurde ter
sociëteit veilig de zaak had kunnen laten
rusten, maar de rechtbank moest bij de
verdere beoordeeling wel in aanmerk"
nemen, dat hij was officier van de schut
terij. En nu deelde hij mede, dat hem
verwittigd was dat hij bij een diner van
officieren niet aan tafel zou kunnen ver
schijnen, of dat zijne kameraden, ware hij
komen aanzitten, den disch zouden verla
ten indien, hij zich de vroegere beleediging
liet welgevallen. Bekl. meende nu dat hij
tegenover de maatschappij verschuldigd
was den degen te kruisen.
De president der rechtbank betreurde
het dat bekl. die reden niet in de instruc-
°verhandigde.
Terwijl hij naar het hol terugkeerde, fluisterde hij Vir
ginia iu het oor
Augustus Bythewood!
Hare wenkbrauwen trokken zich te samen. Komt hij
hierheen
Ik denk van niet, maar het ziet er kwaad uit
Hij nam de fakkel en het geweer. Zij hadden geen tijd
elkaar vaarwel te zeggen. Hij was in een oogenblik ver
dwenen.
In dien tusschentijd had mr. Villars Toby bij zich ge
roepen, en hem op zachten toon ingefluisterdIs alles
wel goed met uw gevangene?
O ja, hij is zeer bedaard.
Gij moet goed naar hem uitkijken. Hij is zeer sterk,
en ik heb een gevoel alsof het met uw gevangene niet in
den haak is. Toen gij buiten waart, hoorde ik een geluid,
alsof er een touw doorgesneden werd. Kijk goed naar hem
uit, Toby!
Dat zal ik mijnheerEn de oude neger begaf zich
weer naar het rotsblok.
Daar lag de gevangene, en het touw was nog stevig om
den voet van de rots bevestigd. Hij lag daar neergeknield,
nog steeds in dezelfde houding, ofschoon hij zijne beenen
onder zich had getrokken. Zijne geboeide handen lagen
op het touw.
Het doet mij genoegen u weer beter te zieD, mijnheer.
Toby boog zich over hem heen, terwijl hij zijn gevan
gene met een grijnslach op het gelaat opnam, toen Lysan
der hem op zachten toon, een verzoek deed.
Wilt gij mij de muts op het hoofd plaatsen?
Met veel genoegen, mijnheer.
De muts had hij met opzet weggeworpen. Argelooze oude
TobyHet pistool bevond zich in zijn zak. Hij bukte om
de muts op te rapen, en haar Sprowl op het hoofd te plaatsen,
toen Lysander opsprong, hem met zijne geboeide handen
nederdrukte, en over hem heensprong. Voor dat de oude
man begreep wat er gebeurde, en reeds lang voor hij weer
was opgestaan, was Lysander in het kreupelhout verdwenen.
In zijne haast om weg te komen, wierp hij zijne vrouw ruw
tegen den rotswand, zoodat zij op de scherpe steenen viel.
Penn had in twee zaken goed geoordeeld. Deslow had
hen verraden. En de man in de nieuwe uniform, dien hij
bij de kloof had gezien, was luitenant-kolonel Bythewood.
Hij maakte er echter geen bezwaar van, Ropes zijne lau
weren te ontrooven, en al gevoelde hij zich nog zoo aan
zienlijk, toch mengde hij zich in dit laaghartig gevecht.
Hij zond Ropes vooruit, om de patriotten in de kloof te
verrassen, terwijl hij zich met eenige soldaten behoedzaam
naar Gad's Sprong begaf.
Toen Augustus aan den rechterkant geweerschoten hoorde,
begreep hij dat het gevecht begonnen was. D;t was voor
hem het teeken, dat hij zich nu uit de kloof moest verwij
deren, om zich op eene rots te plaatsen, van waar hij alles
kon overzien.
Plotseling kwam er iemand aanspringen, die zijne handen
op zonderlinge wijze bij elkaar hield. Bythewood sprong op.
Wel verduiveld! zeide hij, dat is Lysander. Wat
scheelt hem aan zijne handeu, sergeant?
Het schijnt mij toe, of hij handboeien om heeft,
antwoordde de sergeant.
Er werden eenige soldaten uitgezonden om Lysander te
gemoet te ijlen om hem met zich te voeren. De sergeant
vond een sleutel in zijn zak, waarmede hij de boeien kon
losmaken. Toen verhaalde Lysander zijne gevangenneming,
ofschoon hij de geschiedenis naar zijne eigen wensch ver
draaide; Bythewood spotte er echter mee. Dit mishaagde
den trotschen kapitein, die om zijn eergevoel te bevredigen,
voorstelde met eene afdeeling soldaten het hol te bemachtigen.
(Wordt vervolgd.)