NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD. 6e Jaargang. Maandag 26 November 1888. No. 1657. ABOHHEMElTTSrEIJS: ADVERTENT1ÉN: Dit luier tóaat uit twee Mei. S T A 0 S N i E II S. SARAH BLONDEL. HAABLEMPS DAGBLAD Voor Haarlem, per 3 maanden1.20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65. Afzonderlijke nummers- 0.03. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat Ho. 9, Haarlem. Telefoonnnznnier 122. ▼an 15 regel» 50 Cents; iedere regel meer 10 een Groote letters naar plaatsruimte. Bij groote opgaven aanzienlijk rabat. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantiers. Birecteuren-Ufltgevers J. C. P£EREB001R engJ. B. AVIS. Hoof dag enten voor het Buitenland: Compagnie Generale de Publieite Etrangère G. L. DATJBE J" Co., JOH. F. JONES, Suer., Parijt, 31bu Faubourg Montmartre. EERSTE BLAD. De Redactie heeft de eer te berichten, dat zij het gewoon jaarlijksch over zicht van de 'eest-etalage der verschillende magazijnen (St. Hicolaas-wandelingfzalplaat- sen in het nummer voor Don derdag 29 dezer. Haarlem, 24 November. Zondag e. k. zullen de afbeeldin gen der deensche en zweedscbe or nementen uit het tijdperk der re naissance op bet Museum van Kunstnijverheid nog tentoongesteld blijven. Wij vestigen tevens de aandacht op de inzending van den heer Merckel- bagh, lederciseleur te Utrecht. Die tak van kunstnijverheid verkrijgt in de laat&te tijden meer en meer uitbreiding. Daar de wijze van uitvoering der versieringen, waarmede de meest verschillende voorwerpen die van leder vervaardigd zijn worden op geluisterd, gemakkelijk aan te lee- ren is, kan men deze bewerking zeer alhuisvlijt aanbevelenreeds is bet eene geliefde bezigheid der dames, die allerhande sierlijke voor werpen vervaardigen. Zondag is de toegang tot het Museum vrij. Naar wij vernemen is door den heer C. J. G. de Booy, een der oudste notarissen hier ter stede, aan Z. M. den koning tegen 1 Februari e. k. eervol ontslag uit die betrek king aangevraagd. In het magazijn de „Kindervriend" is een amusant spel voorbanden, in den trant van de bekende oos- terscbe kwestie, genaamd „The home rule". (Zie achterstaande adver tentie). Wegens plaatsgebrek zip lodzaakt vele berichten e mj ge noodzaakt vele berichten en eenige advertentiën tot een volgend nummer te laten liggen. Vrijdagavond te acht uur had in de groote zaal der sociëteit //Vereeniging" de openbare vergadering plaats, uitgeschreven door het bestuur der nieuw opgerichte Vereeniging w Weldadigheid naar Ver mogen". De heer jhr. mr. A. J. Kethaan Macaré, president der Vereeniging, nam het woord. Spreker begon met er op te wijzen dat het bestuur in twijfel had gestaan, of het voor deze bijeenkomst een kleine of een groote zaal nemen zou, en het bleek spr. dat men goed had gedaan de grootste zaal te huren, daar de belangstelling blijkbaar zeer groot was. Dit is niet te ver wouderen. Wanneer men let op de groote lijst van instellingen van liefdadigheid hier ter stede is het duidelijk, dat in Haarlem de belangstel ling voor de weldadigheid zeer groot is. Behalve de diaconiën vindt men hier nog tal van instellingen en vereenigingen, die zich het lot der armen aantrekken. Zieken en behoeftigen vinden hulp in het St. Eli- sabeths-gasthuis.in hetDiaconessen-gesticht, in het St. Franciscus-gesticht, in de zie kenverpleging voor kraamvrouwen, in de inrichting voor lijders aan vallende ziekten en anderen. De voeding van nooddruftigen geschiedt, behalve door de diaconie-besturen en burg. armbestuur ook door de comm. voor spijs- uitdeeling, de Vereeniging van Vincentius a Paulo, de commissie voor kindervoeding. Voorschotten tegen borgtocht zijn voor iederen behoeftige aan de hulpbank ver krijgbaar, tegen onderpand aan de Bank van Leening. Gezwegen nog van talrijke hofjeslevens verzekering-maattchappijen begrafenis- en ziekenbussen, van Teyler's stichting, van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen enz. Daarnaast staat een heirleger van parti culieren, die geheel zelfstandig armoedo lenigen en helpen. Waar reeds zooveel op het gebied van armenzorg bestaat, kan zeker van ons die weder eene nieuwe Vereeniging hebben opgericht, een antwoord verwacht worden op de vraag: Waarom en waartoe?" Bestaat er eenig verband tusschen die vereenigingen en particulieren? Handelen zij naar gelijke beginselen? Woekeren zij wederkeerig met de ervaringen door ande ren opgedaan? Bijna zonder voorbehoud moet het antwoord daarop ontkennend lui den. Ieder gaat zijn eigen weg en weet van den ander niet af. Daardoor ontstaat noodwendig ongelijkmatige bedeeling, daar door wordt ook bevorderd de huichelarij, die niet lid eener gemeente wordt uit volle instemming met hare leerstellin gen, maar alleen omdat zij het ruimst bedeelt. Daarom willen wij eene vereeni ging oprichtendie verbetering daarin brengt door meer samenwerking, zonder onderscheid van godsdienstige gezindheid. Dat zal een Deutraal gebied zijn om elkan der te ontmoeten. Er zal veel omzichtig heid en tact noodig zijn om iets goeds tot stand te brengen, maar als allen mede werken zullen er spoedig wegen gevonden zijn om te bewandelen, zonder te kort te doen aan de zelfstandigheid en aan het in armenzorg steeds leidend beginsel, dat de linkerhand niet altijd mag weten wat de rechter doet. Nog veel meer geldt dit de liefdadig heid, uitgeoefend door particulieren. Een schat van tijd en geld gaat teloor, neen erger nog, sticht kwaad, terwijl het goede bedoeld werd. Hoe vaak gebeurt het niet, dat een particulier die zich het lot van een nood lijdend gezin aantrekt, ziet dat hij misleid en bedrogen wordt. Hij trekt zich terug, mismoedig dat zijne gaven losbandigheid en liederlijkheid in de hand hebben ge werkt, en zal een ander gezin dat wel hulp verdiende, uit wantrouwen afwijzeu. Daarom moet er eene vereeniging zijn, die de particulieren helpt met hare erva ring, om het kaf van het koren te schei den. Juist dat onderscheiden is een der grootste bezwaren op het gebied van ar menzorg. Niet ieder die hulp vraagt ver dient die ook. Spreker haalt als voorbeeld aan een be kende haarlemsche straatfiguur, een vrouw die altijd met een driepoot voortstrompelde, en die later bleek zeer goed zonder steun- sel te kunnen gaan. Al de giften, haar door medelijdenden verstrekt, hadden be drog en huichelarij in de hand gewerkt en gediend tot het koopen van sterken drank. Hier ter stede wordt veel te veel on doordacht gegeveneen bewijs daarvan levert de zwerm van vreemde bedelaars die geregeld Haarlem bezoekt. Moeten wij dat lijdelijk aanzien? Politie en justitie zijn daartegen onmachtig, want de wet straft alleen openbare bedelarij. Slechts éen kan dat tegengaan, dat zijt gij, mijne hoorders dat is het publiek. Als gij ophoudt met geven, zal het met vragen spoedig gedaan zijn. Als gij ieder dien gij niet kent on verbiddelijk afwijst, zullen de bedelaars van beroep spoedig uitsterven. Maar daarvoor moet men iemand kunnen verwijzen naar eene vereeniging, die niemand afwijst om redenen van godsdieust of van reglemen- tairen aard en die financieel krachtig door de haarlemsche burgerij wordt gesteund. Zulk eene vereeniging nu wenschen wij tot stand te brengen. Dat de Vereeniging recht van bestaan heeft, is spr. gebleken toen het Bestuur eenigen tijd geleden eene bijeenkomst had met leden van diaconiën en armbesturen, daar geen hunDer het nut eener dergelijke vereeniging had ontkend. Armenzorg mag alleen worden uitgeoe fend na voorafgaand onderzoek èn om te weten wat noodig is èn vooral om de oor zaken te leeren kennen van elk bizonder geval. De kennis daarvan is de juiste maatstaf voor de te verleenen hulp. Als de hulpbehoevende voor die oorzaak niet verantwoordelijk is (zooals b.v. bij ziekte, dan zal flinke bulp voldoende zijn om een tijdelijke ongelegenheid te overwinnen. Spelen luiheid, onmatigheid echter een hoofdrol, dan zal alleen dan geholpen moeten worden wanneer er uitzicht bestaat om die oorzaken geheel weg te nemen. Wie b.v. des zomers veel geld verdient maar alles ook verteert zal, als hij zich des winters om hulp komt aanmelden, geen of zeer weinig hulp vinden. Daarom moeten wij veel weten en in gedurige aan raking zijn met het publiek. Wij moeteD tegelijk centraliseeren en individualiseeren. Dat dit mogelijk is,toont spr. aan door eene beschrijving te geven van de wijze waarop in de beide duitsche steden Barmen en Elberfeld de armenzorg wordt uitgeoefend. Daar staat ten hoofdbestuur aan de spits, dat weder onder zich heeft commis- siën voor huisbezoek. Deze laatsten hebben elk een wijk en brengen in algemeene vergaderingen al hunne moeilijkheden, be zwaren en ervaringen te berde, waarvan nauwkeurig boekgehouden wordt. Deze vereeniging werkt uitnemend en heeft zelfs in de meesi benarde tijden aan alle behoeften kunnen voldoen. Daar heerscht echter dwang, de leden der ver schillende commissiën worden van hooger- hand aangewezen. Dien dwang hebben wij niet noodig, zegt spr. maar die organisatie kunnen wij zeker overnemen. Spr. geeft thans eene schets van de ge schiedenis der bekende Vereeniging #Lief- dadigheid naar Vermogen" te Amsterdam en wijst daarbij op het feit, dat vooral de dames-leden der commissie van huisbezoek zulke uitstekende diensten bewezen. Ook in Botterdam bestaat eene dergelijke Ver eeniging. Ook hier in Haarlem, zegt spr. is dat te verwezenlijken. Hier schuilen krachten die slechts organisatie behoeven om iets goeds tot stand te brengen. Wat wil onze Vereeniging? De armoede bestrijden, voorkomen en lenigen. Bestrijden door den arbeid te bevor deren wij stellen ons voor door adver tentiën, berichten en mededeelingen, de aandacht te vestigen op beschikbaar werk. Steeds zullen wij trachten de meest be trouwbare inlichtingen te verstrekken om daardoor de tusschenpersoon te zijn tus schen arbeidgever en arbeidzoeker. Voorkomen door het geven van raad en voorlichting,door het verstrekken van rente- looze voorschotten en door het innen en uitkeeren van gelden als een buitengewone ramp deze gemeente mocht treffen. Zoo zal, onze Vereeniging dan optreden als tus schenpersoon tusschen de begiftigden en de milde gevers. Bestrijden willen wij bedrog en mislei ding en vragen daartoe aaneensluiting van allen, die zich met armenzorg bezighou den. Wij zullen nauwkeurig boekhouden van elke ervaring en die ten nutte van allen doen strekken. De bedelarij onder eiken vorm zullen wij bestrijden. //Geeft niet meer aan de deur!" roept spr. uit, //verwijst allen naar ons! Mochten alle deurposten in Haarlem eerlang prijken met de letters W. N. V., ten blijke dat daar een lid onzer Vereeniging woont en daar niet meer aan de deur wordt gegeven. Lenigen zullen wij de armoede - daar waar alleen leniging mogelijk is, zooals bij zie ken en bejaarden, en waar geene andere inrichting zich geroepen acht tot helpen. Want wij willen wel aanvullen, maar niet verdringen Ziedaar de taak die //Weldadigheid naar Vermogen" zich heeft gesteld. Met veel bezwaren zal zij te kampen hebben, veel teleurstellingen zal zij moeten ondervinden, maar niettemin zullen wij de zaak met goed vertrouwen aanvaarden zoo gij ons uwen steun niet onthoudt. Zonder dezen vermogen wij niets. Morgen zullen wij met ruime hand. circulaires verspreiden. Wie ze niet ont vangen mocht wijte dit aan een ver gissing of onwillekeurig verzuim en vrage er alsnog een aan bij de Haarl. Bankvereeniging, Kleine Houtstraat 11. Ieder geve naar zijn vermogen. Maar be nevens geld vragen wij ook belangstelling, toewijding. Dat men ons ruimschoots in lichtingen verschaffe en zich beschikbaar stelle om deel uit te maken van de com missie van huisbezoek. Daarvan sluiten wij niemand uit, man en vrouw, heer of dame, ieder kan deel dier commissie uit maken. Wij hopen dat velen zich hiervoor zullen aanmelden en ik mag er bijvoegen, dat die taak zoo al niet gemakkelijk toch ongetwijfeld dankbaar is. Spreker brengt ten slotte zijn dank aan allen die reeds hunne medewerking tot oprichting der Vereeniging verleenden, aan hen die hier opgekomen zijn, aan den heer Burgemeester dezer Gemeente, die het eerevoorzittersohap der Vereeniging wèl heeft willen aanvaarden, aan de Sociëteit //Vereeniging" voor de weinig bezwarende voorwaarden waaronder zij deze zaal heeft afgestaan, aan de vereen. //Kracht door Volharding" voor het tijdelijk inruimen der door haar gehuurde lokaliteit. Dank brengt spr. ook aan de pers en aan //Haarlem's Dagblad" en //Haarlemsch Advertentieblad", die zich bereid hebben verklaard de advertentiën der Vereeniging voorloopig gratis te plaatsen. //Noem ons doel een ideaalroept spr. ten slotte uit //maar noem het geene il lusie die niet verwezenlijkt kan worden!" Ten slotte brengt de eerevoorzitter der Vereeniging, mr. E. A. Jordens, een woord van hulde aan de wakkere, flinke burgers die de Vereeniging hebben opge richt en sluit, daar niemand van de ge legenheid om inlichtingen te vragen wen&cht gebruik te maken, onder dankzegging de vergadering. FHUïLIiHTON. Naar het Jransch van Louis Gallet. Op dit oogenblik klaarde de hemel op en werd met een zacht-rossen kleur getint; de maan verhief zich boven de zandheuvels. En terwijl de lieden van Audreseellee het lijk van den eersten di enkeling wegvoerden, zag Jacques bij het donker grijze maanlicht, het lichaam van den man, dien hij had aangeraakt. Het hoofd lag achterover, de handen waren krampachtig gesloten. In een ervan hield de ongelukkige een bos wier vastgeklemd, waarschijnlijk afkomstig van een rots in zee, waaraan hij zich had zoeken vast te houden. ^Matthieu slaakte op dit gezicht een kreet van ontzetting en wilde de lieden van Audresselles naijlen. Jacques hield hem op ruwe wijze tegen: Hond je stil en wacht nog een oogenblik. Ter zelfder tijd hoog hij zich over den drenkeling, legde zijn oor op diens borst en luisterde. Hij hoorde het hart niet meer slaan en de vingers, die zich om het wier klemden, bleken stram en koud als marmer. Dood fluisterde Jacques. De maau steeg langzaam hooger aan den nachtelijken hemel, groote, zwarte, zilvergerande wolken werden voort- gezweept door de laatste stormvlagen. Jacques kon nu alles duidelijk ouderscheideu. Hij zag het bleeke gelaat van deu drenkeling, een man met lange, zwarte haren en blijkbaar in de kracht van zijn leven. Over zijn breede borst hing een riem en daaraan was een leeren taseh beves tigd, waarop hij lag. Jacques merkte dat niet zoo dadelijk op. Hij had op het lichaam een gordel ontdekt, waaraan eveneens een buidel was vastgemaakt, die hij met koortsigen haast zocht los te gespen. Wat doe je daarf vroeg Matthieu op ongerusten toon. Wat ik doe laat mij toch mijn gang gaanof, beter nog, help mij een handje, domkop 1 En met een forschen ruk trok hij de weerspannige gesp kapot. Het lichaam werd mede omhoog gerukt, maar viel met een zwaren plons weer neder. Geef gauw den zak Geheel beheerscht en overbluft door den vastbesloten, gebiedenden toon van zijn broeder, hield Matthieu den krabbenzak op. Jaques wierp er den gordel in, zonder zich voorshands om den inhoud te bekommeren. Daarna richtte hij zich op met behulp van het houweel, dat hij naast zich in het zand gestoken had. Bij deze beweging merkte hij den riem op en de tasch, waarvan het koperbeslag hem tegenblonk. Hij boog zich op nieuw voorover en trok aan den riem maar het gelukte hem niet, de tasch, waarop het geheele lichaam drukte, te voorschijn te brengen. Til hem toch op! gebood Jacques, terwijl hij ter zelfder tijd met een haastig getrokken mes den riem doorsneed. Verstomd als hij door dat alles was, bewoog Matthieu zich niet. Kom dan tochl herhaalde Jacques met aandrang. En terwijl hij met zijn linkerhand het liehaam terug duwde, beproefde hij met zijn rechter de tasch los te rukken. Bij een zijner pogingen, keerde hij zich werktui gelijk naar het gelaat van den drenkeling alsof de tegen stand van deze logge massa hem opwond. Toen bespeurde hij, hoe de oogen van den drenkeling hem wijd opengesperd aanstaarden. Terzelfder tijd legde deze zijn koude hand op die van Jacques, beproevende hem terug te duwen. En zijn lippen bewogen zich als om hulp te roepen. Jacques werd bang, zijn hootd bonsde, zijn slapen klopten zwaar. In den waanzin van zijn schrik en zonder nadenken, zonder te weten wat hij deed, greep hij om zich te ver weren tegen dit herlevende lichaam, het houweel, dat aan zijn zijde lag en sloeg toe. :s| Hij sloeg slechts eenmaal en hij hoorde het schedelbeen breken en zag, hoe de slapen van den drenkeling met bloed werden overdekt. CWordt vervolg A

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1888 | | pagina 1