NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. SARAH BLONDEL. 6e Jaargang. Vrijdag 14 December 1888. No. 1673. ADVERTENTIES Straatjeugd en Politie. ABONNEMENTSPRIJS: HAARLEMS DAGBLAD van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents Groote letters naar plaatsruimte. Bij groote opgaven aanzienlijk rabat. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantiere. en]J. B. AVIS. Hoofdagent»* voor het Buitenland: Compagnie Generale de Publieite Etrangère Q. L. EAU BE Co., JOH. F. JONES, Suer., Parijt, 31btt Faubourg Montmartre. Het zal ons aangenaam wezen, wanneer een onzer lezers ons eens een stad wil aanwijzen, waar niet wordt geklaagd over de baldadigheid der straatjeugd, zoo'n stad moet er keurig en-onberispelijk uit zien maar nog aangenamer zou het ons zijD, zoo men ons eens een stad aanwees waar met meer recht wordt geklaagd over de baldadigheid der straatjeugd dan te Haarlem en ik vrees, dat deze wensch wel zal plaats' nemen in de lange rijen der onvervulde. Nergens heeft meü zulke kwajongens gezien als hier te HaarlemZoo lastig, zoo aanhoudend kwaaddoend, z<5o brutaal! Het zou nergens toe dienen om hier te gaan mededeelen, hoeveel ondervinding wij zelf van die //macht in den staat" hebben opgedaan of uit betrouwbare monden ge hoord, ieder die deze en gene er naar vraagt, kan zeer gemakkelijk zelf een //Zwart Boek" samenstellen van de groote en kleine wanbedrijven der straatjongens, een boek, dat uit den aard der zaak niet zeer interessant wezen zou, maar zeer zeker leerzaam voor sommigen die doof wil len zijn en blind willen blijven. Met schrik zien wij den tijd tegemoet, dat er weer sneeuw zal vallendan is het voor een vrouw of meisje niet geraden zich op straat te wagen, daar zij met een hagel bui van sneeuwballen wordt gekweld of brutaal door een aap van een jongen wordt ingeivasschen met een vuil mengsel van modder en sneeuw, dat hare kleeding be zoedelt en bederft of in gevaar ver keert te vallen op een plek, die de lieve jeugd zich tot glijbaan heeft uitverkoren en ongehinderd en vroolijk, ontoegankelijk maakt voor ieder wien het glijden niet meer behaagt. Ergerlijke tooneelen zijn met zekerheid te wachten. En wat doet men tegen die bengels P Zeker, ieder die een vrouwelijke voorbijganger ziet kwellen door een paar kwade rakkers zal haar bijspringen en desnoods zijn wandelstok een woordje laten meespreken, maar een straat verder ont moet zij weer een paar andere en lijdt dienzelfden overlast. Verdedig eens een dame die met sneeuwballen wordt gewor pen Onmiddellijk hebt ge een dozijn van die rekels op den hals, die u noodzaken tot een, zij het dan ook niet al te over haaste vlucht. Als de politie Juist als de politie er wat aan deed Als zij een 8 eenige van die rakkers in het bureau opsloot, niet eenige uren, maar een heelen nacht bijvoorbeeld.... Maar de politie kan niet alomtegenwoor dig zijn. Vooral niet de haarlemsche po litie. Men beweert, dat de agenten hier ter stede droomerig zijn en ongeschikt het is mogelijk maar dit is wel zeker, dat men hierover geen oordeel kan vellen zoolang het korps politie-agenten niet op voldoende sterkte is gebracht geworden. Zeker het politie-toezicht is hier ten eenen male onvoldoende maar men werpo niet dadelijk de schuld op de on geschiktheid der agenten, men wijte het aan het belachelijk kleine getal. En het is hierover, dat wij thans nog eens een en ander willen zeggen. Bij het bespreken van dit onderwerp hebben wij in ons voordeel de om standigheid, dat niemand eene inleiding behoeft cmdat de zaak hem zoo koud op het dak komt vallen. Reeds voor eenigen tijd werd in een der groote dagbladen de aandacht gevestigd op de onvoldoende ge talsterkte der politie-agenten hier ter stede en //Haarlem's Dagblad" wees er eveneens reeds vroeger op. Bij de groote uitbreiding, die onze ge meente in den laatsteu tijd heeft ondergaan, is het korps agenten van politie nsgenoeg stationnair gebleven. Het scheen, dat het Hoofd der politie in een gelukkig opti misme overtuigd was van de vlekkelooze deugd der nieuwe bewoners die langza merhand geheele wijken vullen. Uitbrei ding aan alle kanten, Zijlweg, Schoterweg, Wilhelminastraat, overal verrezen nieuwe straten, vergrootiiig overal alleen het korps agenten bleef even groot of liever even klein. En hoe men het aanlegde om toch de stad te bewaken P Zeer een voudig. Wij spraken onlangs een werkman, die vertelde dat zijn vijfde kind pas geboren was. Daar het ons bekend was, dat de man het niet breed had, vroegen wij of hij er niet tegen opzag ook dat vijfde kind nog groot te brengen. z/Och neen," antwoordde hij, //vroeger moesten we wat er op tafel kwam met ons zessen deelen, nu met ons zevenen. Ieder een hap minder en men gewent er gauw weer aanl" Zoo is het ook gegaan met het politie toezicht in Haarlem. Breidde de stad zich uit? wat nood, elke agent kreeg een wijk onder zijn toezicht die wat grooter was en zoo kwam dat weer overeen uit. Maar even zoo als de werkman en zijn kinderen hun eetlust minder konden be vredigen door de komst van den vijfden huisgenoot, even zoo werd het toezicht der politie slapper naarmate de stad grooter werd. Langzamerhand werd de gelegenheid om kattekwaad te bedrijven grooter: van alle kanten rezen klachten over den on voldoenden toestand en eindelijk kre gen wij vier adjunct-inspecteurs.... Nu willen wij gaarne aannemen, dat voor een richtige controle en ter assistentie van de inspecteurs deze adjuncten nood zakelijk waren. Maar wij hadden meer gehoopt: wij hadden verwacht, dat, nu eenmaal een voorstel tot uitbreiding van het politie-korps aanhangig werd gemaakt, van deskundige zijde wel een voorstel zou worden gedaan tot meer beduidende verbetering. Zenuwachtige menschen zullen het waar schijnlijk niet heel aangenaam vinden, dat de stad Haarlem, die zoo uitgebreid is in den laatsteu tijd, des nachts bewaakt wordt door zeventien agenten van politie. Van dat kleine getal moeten er komen aan de Amsterdamsche Poort, ook in de Leidsche- strnat in den Hout, ook op het Staten- Bolwerk. Het is onze bedoeling nietiemand schrik aan te jagen om zoodoende een goedkoop effect te verkrijgen maar het is onze vaste overtuiging, dat de burgers van Haarlem des nachts geene voldoende bescherming genieten van persoon en eigen dommen dat dieven en inbrekers ge makkelijk spel zouden hebben --dat kort om de bewaking des nachts in een toe stand is, die onverantwoordelijk mag worden genoemd. Wij spraken daar straks van opti misme. Getuigt het niet van al te veel vertrouwen, dat in dezen onrustigen tijd, nu de stemming van velen zoo bitter is, dat zij zich zelfs uit in een lagen moordaan slagen op personen, alleen gehaat om hun ambt, een stad van vijftigduizend zielen wordt bewaakt door zeventien agenten van politie, een op drieduizend zielen P Spreekt het niet vanzelf dat ook bij de zorgvuldigste wijk verdeeling en de nauwkeurigste sur veillance door de inspecteurs, geheele stra ten uren lang zonder eenig toezicht blijven P Men legge toch niet zoodanig den nadruk op de kwaliteit der politie-mannen, men geve acht op hun kwantiteit 1 Het best geoefende, meest gedisciplineerde politie korps zou bij een zoo geringe sterkte, steeds ontoereikend blijken te zijn. Waarschijnlijk is de omstandigheid dat Haarlem garnizoen bezit, voor een deel oorzaak dat het politie-korps niet behoor lijk versterkt is geworden terwijl de stad zich uil breidde. //Als er een oploop komt, hebben wij altijd de soldaten nog!" Als dit een reden is geweest om de getalsterkte van het politie-korps onveranderd te laten, wenschen wij er op te wijzen, dat het vergen van politiediensten van soldaten altijd een onaangename en ongepaste zaak is endat dit redmiddel alleen in buitengewone tijden helpen kan. Over buitengewone tijden nu spreken wij niet. Wij spreken over den alledaag- schen toestand die thans zoodanig is, dat op klaarlichten dag tal van personen vooral van het zwakke geslacht, zich niet gerust op straat kunnen wagen door de bandeloosheid der straatjeugd en dat des nachts de politie-bescherming gelijk staat met een wassen neus. Evenmin is de agent zelf des nachts veilighij is veel te ver verwijderd van zijne kameraden en wanneer hij een dief of inbreker betrapt en hem niet houden kan is de schelm lang gevlogen voor er op het noodsein hulp komt opdagen. Het gebeurde met den agent Moot diene hierbij tot illustratie. Wij maken ons over de uitwerking van dit artikel geen illusieEr moeten andere dingen gebeuren voor zaken als deze de eer genieten door den Burgemeester te worden overwogen en gesteund. Medewer king voor het spoorwegwegplan kwam eerst toen er tot vervelens toe was ge klaagd en gerequestreerd, voor de reorgani satie van het stedelijk muziekkorps, toen een rekest van eenige houderden naam- teekeningen voorzien, daartoe noopte. Moet uitbreiding van het politie-korps weer wachten tot er geklaagd is en nog eens geklaagd en nog eens geklaagd? Zal er geene verbetering komen vóór de inge zetenen eindelijk weer de handen ineen slaan om hunne klachten te uiten in een rekest Wil men wachten tot velen die hier geen ambt of zaken hebben, de stad met hun gezin verlaten omdat zij noch bij dag noch bij nacht meer veilig zijn Of zal de Burgemeester, hoofd der po litie, die zoo vaak blijken geeft van zijne groote scherpzinnigheid en veelomvattenden blik, ons verrassen met een voorstel tot uitbreiding van het korps aan welks hoofd hij staat en voor welks goede werking hij rerantwoordelijk is P Of zal het Raadslid, dat uit den aard zijner maatschappelijke betrekking meer dan een ander hiertoe aangewezen is, de gemeente opnieuw aan zich verplichten door een kloek en af doend voorstel tot uitbreiding? Wij willen het hopen! STADSNIEUWS. Haarlem, 13 December. De eerstvolgende vergadering van den Gemeenteraad ie bepaald o'p Woensdag 19 December ten 1 ure. Door Burg. en Weth. is heden de levering van drukwerk ten be hoeve der gemeente -inrichtingen gedurende de jaren 18891891 waarvoor zeven biljetten waren in geleverd, gegund van het eerste perceel aan de firma Joh. Enschedé en Zonen al hier en van het tweede perceel aan de Utrechtsche drukkerij maatschappij te Utrecht. Benoemd tot co r mies-redacteur ter gemeente secretarie te Haarlem de heer mr. C. M.^Rasch, advocaat te Nijmegen. De landmeter van het kadaster H. ten Oever, thans te Haarlem, wordt met 1 Mei voor vast te Am sterdam geplaatst. Door de arr.-rechtbank alhier is, ter vervulling van de vacature van kantonrechter te Zaandam, opge maakt de navolgende alphabetische lijst van aanbeveling: mr. J. Bol- diDgh Gz., kantonrechter te Bols- ward; mr. P. Dwars, grifiier bij het kantongerecht te Zaandam en mr. i'. van Bredehoff de Vicq van Oost huizen, grifiier bij het kantongerecht te Purmerend. In de heden gehouden zitting der arrondissements-rechtbank werd J. A. B., die geld van zijn patroon, een bakker hier ter stede, ten eigen bate heeft aangewend, veroordeeld tot 1 jaar gev. Daarna stond terecht H. B. v. L., koopman, die in een slaapstee hier ter stede C. J. herhaaldelijk met een mes heeft gestoken. Dr. B. Kouwer heeft den gewonde, die aan het hoofd en aan de buik was gekwetst, in het Gasthuis on derzocht. Eerst na 3 weken kon de gewonde de inrichting weer ver laten. De vrouw van bekl. had een glaasje te veel gedronken en op verzoek van den slaapsteehouder hielp C. J. beide, v. L. en zijn vrouw, de deur uitzetten, bij welke gele genheid v. L. hem de wonden toe bracht. De subs. off. v. just, requireerde bekl.'s veroordeeliDg tot 1 jaar ge vangenisstraf. LETTEREN EN KUNST. Te Amsterdam heeft zich een Vereeniging ge vormd, die, blijkens haar statuten, zich ten doel stelt den bloei te bevorderen van de dramatische kunst in Nederland. Zij tracht haar doel te be reiken in de eerste plaats: door het mogelijk maken, voorbereiden en regelen van de vertoo ning van dramatische werken, die niet, of slechts bij uitzondering, door de bestaande tooneelg;zel- schappen worden ten tooneele gebracht. Het voorloopig bestuur bestaat uit de heeren D. H. Joosten, voorzitter; W. A. Van der Mandere, penningmeester en M. B. Mendes da Costa, secretaris. Naar men verneemt, zal het tijdschrift »De Lantaarn* met 1 Januari a. s. overgaan aan den heer Opwijrda, uitgever te Dieren, die de uitgave FE'TILLHTO 3ST. Naar het fransck van Louis Gallet. 19) IX. Deze erfgenaam was Paul Blondel, wiens bezittingen bij gebrek aan andere betrekkingen moesten vervallen aan Sarah, als de eenige vertegenwoordiger eener familie, waarom hij zich nooit bekommerd had. Deze Paul was uit lust om het land te zien, waaruit zijn voorvaderen afkomstig waren, al spoedig naar Frankrijk gereisd, met het doel spoedig terug te keeren. Het euro- peesche leven evenwel had zulk eene groote aantrekkelijk heid voor hem, dat hij zijn verblijf tot zijn dood rekte en de zorg voor zijne goederen aan een rentmeester overliet. Weinig neiging tot een huwelijk gevoelende, leidde hij in Parijs het vroolijke en gemakkelijke leven van een rijk leeglooper, beging eenige domheden, waardoor zijn naam de dubbelzinnige eer genoot in de dagbladen de ronde te doen, liet zich een hotel bouwen in de Champs Elysées en streek elk jaar zonder dat het hem eenigen zorg of moeite of arbeid kostte, de inkomsten van zijn goederen op, die op nauw gezette en eerlijke wijze werden beheerd. Paul, die door zijn vader opgevoed was in haat voor de andere familieleden, bemoeide zich in 't geheel niet met hen. Alleen op de wereld, omringd van allerlei kiaploopers, ge voelde hij echter geen oogenblik behoefte aan eenige op rechte en duurzame toegenegenheid. Baatzuchtig zijnde en vol vrees voor zijne gezondheid, bovendien met afschrik vervuld voor den onvermijdelijken dood, kon hij er nooit toe besluiten zijn testament te maken. Niettemin had hij op het einde van zijn leven aan ver scheidene zijner zoogenaamde vrienden beloften gedaan om trent aanzienlijke legaten. Maar daarvan werd nergens iets opgeteekend en zoo stierf Paul zonder blijk te geven aan iemand of iets te hebben gedacht. De staat maakte zich na meester van zijne bezittingen, in afwachting van erfgenamen die konden opdagen. En zoo stak Francis Blondel, uit nieuwsbladen het overlijden van zijn neef vernomen hebbende, den oceaan over om aanspraak te maken op zijne schatten. Toen Jacques Gerbier Sarah verliet liet hij haar aan een groote ontroeriüg ten prooi. Zij had gedurende het gesprek aan niemand gedacht, aan niemand kunnen denken dan aan George. Alle woorden alle zinspelingen van Jacques bracht zij met George in verband. Zij veronderstelde, dat hij, zelf niet durvende spreken, zijn hoop aan Jacques Gerbier had toevertrouwd. Dit scheen haar de gereedelijke verklaring toe van zijn verlegenheid en terughoudendheid, om niet te zeggen zijner koelheid van den vorigen avond. Ach, waarom had hij toen zijn hart niet voor haar uit gestort Waarom was hij vertrokken zonder ook maar het minste van zijn hoop te hebben laten doorschemeren I Waar om ten minste niet aan Lucienne of aan den dokter zijn geheim geopenbaard! Waarom niet geschreven! In Jacques' bijzijn had zij dezen kreet van angst en hoop tegelijk weerhouden Spreekt ge van George Zoodoende wekte de terughoudende vertrouwelijkheid, die Jacques voor een wijze maatregel had aangezien, in Sarah'» hart een wreede dwaling. Maar zonder behoefte te gevoelen aan nadere inlichtingen raadde zij het, was zij er zeker van. Wie anders dan George zou aan haar hebben kunnen denken? De kleur keerde op hare wangen, de vreugde in haar hart terug. Gedurende de geheele maand, die op haar on derhoud met Jaeques volgde, smaakte zij een van de zui verste genoegens des levens. Zij beminde en geloofde zich bemiDd. Het scheen haar toe dat haar droom zich verwer kelijken mo0Bt na eenige maanden wachtens, die het voor uitzicht vau zooveel vreugde haar kort zouden maken. Evenwel, Jaeques bereidde zich in stilte voor op den be- slissenden slag, dien hij weldra zou slaan. Intusschen ver waarloosde hij geen van zijn eigen belangen, die hem gere geld tu6schen Boulogne en Parijs op weg hielden. Hij had niemand van zijn plannen ingelicht, zelfs Madeleine niet. Hij was van gedachte, dat men in gewichtige zaken geen ander vertrouwde dan zichzelven moet hebben. Het was al erg genoeg dat hij vroeger, in dien vreeselijken nacht toen de Albany verging, in Matthieu een even lastigen als laffeu ge- Voor Haarlem, per 3 maanden1.20. Franco dooï het geheele Rijk, per 3 maanden. - 1.65. Afzonderlijke nummers- 0.03. Dit bind verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. felefoonnninmer 122. Directeuren-Uitgevers jr. C. FËEREBOOffl

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1888 | | pagina 1