Politiek Overzicht
GEHEMD NIEUWS
Door de regeering zal
dezer dagen bij de Staten Generaal
een wetsontwerp worden ingediend,
waarbij wordt goedgekeurd het
tractaat met Frankrijk, om de ge
schillen met Frankrijk over de grens
scheiding tusschen nederlandsch en
fransch Guyana aan een scheidsge
recht te onderwerpen. Dit wetsont
werp wenscht de regeering nog
vóór het recès door de Kamer be
handeld te zien.
Bij het departement van
Oorlog zijn, naar wij vernemen,
verscheidene wetsontwerpen in ge
reedheid gebracht in verband met
eene nieuwe organisatie der strijd
krachten, zoodat spoedig na het
eindverslag der staatscommissie de
indiening van de noodige voorstellen
kan verwacht worden.
Uit Amsterdam wordt ge
meld In eene vergadering, door de
Amsterdamsche afdeelingen van de
Maatschappij ter bevordering van
nijverheid en van de Vereeniging
van fabrieks- en handwerksnij ver-
gezamenlijk te houden Woensdag
e. k., zal mr. Goeman Borgesius het
ontwerp van wet tegen overmatigen
arbeid bespreken. De vergadering ia
alléén voor leden en hunne geïu-
troduceerden toegankelijk.
Met 2 2 van de 38 b t e m-
men is tot lid der Zaanl. Kamer
van kooph. en fabr. te Zaandam
gekozen de heer H. Blans Kz. al
hier, lid der firma Klaas Blans,
stoomrijstpellers.
Men schrijft ons uit Wor-
merveer:
Vrijdagavond sprak yqpr de leden
van het Nutsdepartemeu-. te Wor-
merveer de heer Van Hille van
Zaandam over den onlangs overle
den dichter Jan van Beers.
Uit de eerste gedichten toonde
spr. aan, dat Van Beer's groote fout
wassentimentaliteit. Gelukkig ech
ter had zich uit den sentimenteelen
dichter een dichter met gezond sen
timent gevormd, hetgeen o. a. dui-
lijk gemaakt werd uit de onder
scheidene schildering der vrouw.
Als typen dienden den spr. Livarda,
Martha, Begga. Ten slotte werd Van
Beers nog geschetst als vriend des
volks, met name van de minst bedeel
den. Niet het volk opzetten tegen
de rijken, maar medelijden wekken
voor die lijdenden was 's dichters
doel.
In t e g e n w o o r digheid van
het hoofdbestuur der Noord- en Zuid-
hollandsche Redding-maatschappij,
van de scheveningsche afdeeling en
van een der bestuursleden van Loos-
duinen, had Vrijdag nabij het
«Oranjehotel» te Scheveningen eene
proefneming plaats met vuurpijlen
van de pyrotechnische school te
Delft, vervaardigd naar het plan
van den luitenant der artille
rie Van Vuuren. De pijlen hadden
een hoogeren druk dan die welke
verleden jaar beproefd werden van
20 atmosferen. Nadat vier pijlen
waren afgestoken werd de proef
neming gestaakt, wijl het bleek
dat de koppen der pijlen niet ge
construeerd waren in verhouding
tot den hoogeren druk, waardoor
zij van de ijzeren huls afspron
gen en uiteenspatten. Een pijl die
slaagde bereikte een afstand van
295 meter. Ook eene andere wijze
om den stok aan den pijl te beves
tigen bleek niet proefhoudend, daar
het ijzerdraad, dat ter vervanging
van het gebruikelijke koord door
den stok loopt, niet zwaar genoeg
was en afknapte, waardoor de pijl
zonder de reddingslijn wegvloog.
Poëzie en, Proza. Naar
aanleiding van de adressen om
subsidie voor opera en tooneel, tot
den raad der gemeente Rotterdam
gericht, heeft de slagersvereeniging
aldaar den raad herinnerd, dat, als
er f 25.000 beschikbaar is, in de
eerste plaats vergoeding moet wor
den verleend aan de eigenaars van
particuliere slachthuizen, die inder
tijd zonder vergoeding zijn opge
ruimd.
Donderdagmiddag was
C. V., klein landbouwer, wonende
te Maldeghem, met paard en rijtuig
op weg. Nabij Aardenburg schrikte
zijn paard voor de stoomtram, die
in volle vaart kwam aangereden.
V. wilde het bij den teugel grijpen,
maar kwam daardoor in aanraking
met de machine en werd achterover
geworpen. Hij werd zoo hevig aan
het hoofd en inwendig gewond, dat
hij weinige uren daarna aan de
gevolgen overleed, zonder tot be
wustzijn te zijn gekomen. Hij laat
in kommervolle omstandigheden eene
weduwe met 6 jonge kinderen
achter.
In den vooravond van
den 12 December brandde in den
polder, onder Uequert, eene groote
boerderij af, behoorende aan den
heer S. Bouwman. Een groot aantal
runderen, varkens en paarden kwa
men in de vlammen om, ook veel
koren ging daarbij verloren. Tijdens
het ontstaan van het onheil was de
eigenaar, naar men verneemt, af
wezig. De woning, het voorste deel
van het gebouw, is bewaard ge
bleven. De boerderijen hebben in
den regel een brandgevel.
Iemand uit Barradeel, in
Friesland, verkocht eene gewone
duif aan een handelaar in Harlin-
gen, die het beest naar Londen af
zond, waar het behouden en wel
aankwam. Daar weder losgelaten,
gevoelde de duif zich blijkbaar niet
op haar gemak, althans de eigenaar
in Barradeel vond haar Vrijdag in
het hok terug, na eene reis over
Noord- en Zuiderzee.;
JËS LETTERE EN KOMST.
Inhoud Sempervirens No. 50:
Cypripedium, als voorbeeld van wat de mode
vermag. De vroege Abrikoos «Précoce de Boul-
bon«, met eeu afbeelding. Vaccinium macro-
carpura (Grootbloemige Veenbes). Koelreuteria
bipinnata. Chrysanthemum-stekken. -De
heer H. Kleinstarink, te Leiden. Krulsbevrnch-
ting. Iets over afgesneden bloemen. Ben
merkwaardig rechtsgeding. Een nieuwe indi-
sche industrie. Hot schoonmaken van Uien.
Tuinlieden-Vereeniging W. i. 1.1. e., te Gro
ningen. Ned. Maatschappij voor Tuinbouw en
Plantkunde. Afdeeling's Gravenhage en Omstre
ken. Verschillende meded. Vraagbord.
Advertentiën.
WETGEVENDE MACHT.
Iu de Vrijdag gekoudeM zitting der
Eerste Kamer werd de begrooting van de
kolonie Suriname aangenomen.
De minister Keuchenius]verklaar
de dat de nieuwe goeverneur niets
zal nalaten om de belangen dezer kolonie
onpartijdig te behartigen.
Op de vraag van den heer Wert-
h e i m wat de minister noodig achtte om
de kolonie in plaats van een lastpost tot
eeu steun van de schatkist te maken, ver
klaarde de minister, dat er sprake
van is een groote westindische maatschappij
tot stand te brengen ten einde de verval
len cultuur te doen herleven en die maat
schappij zou zijn steun genieten.
De begrootingen der Landsdrukkerij en
van het domeinfonds werden goedgekeurd.
De Eerste Kamer is tot 27 December
Uiteengegaan. Alsdan zal da indische be
grooting in behandeling komen.
In de zitting der Tweede Kamer van
Donderdag werd bij de behandeling van
hoofdstuk Binnenl. Zaken door den heer
E a b i u s een levendig debat uitgelokt
over de al of niet wenschelijkheid van af
schaffing van den vaccinedwang door zijn
vraag, of de min. die spoedig zou voor
stellen. Verwees de min. hem eerst naar
de op dit punt toegezegde wetsherziening,
later, toen da het ren Heemskerk,
L o h m a n en ook de heer Van Hou
ten, ieder op verschillende gronden,
waaronder ook die, dat tegenwoordig de
dwang zich uitstrekt tot de kinderen der
bewaarscholen, den minister van hun steun
voor een eventueele opheffing der bezwaren
tegen de verplichte inenting verzekerden,
liet de minister zich meer positief uit.
Den heer De Beaufort, die wenschte,
dat de minister met de medici zou te
rade gaan, alvorens te beslissen, toch,
deed hij opmerken, dat hij de zaak niet
uitsluitend uit eeu medisch oogpunt be
schouwde, doch ook wel degelijk daarbij
rekening hield met het feit, dat de vac
cinedwang vele kinderen belet de school
te bezoeken.
Alleen de heer Schreinemacher
betoogde het nut van inenting ook van
kleine kinderen tegenover de bezwaren
van het met-deskundig lid Heemskerk.
Verder kwamen de gewone zaken bij
d^ze afdeeling te berde. Voor verplaatsbare
ontsmettingovens brak de heer Z a a ij e r
een lans, terwijl over de plaatsing van de
door hem gewenschte cholerabarak onder
handeld wordt met Amsterdam. Over de
bijdragen der leerlingen aan de rijksvee
artsenijschool sprak de heer S e r e t, over
de beteugeling der varkensziekte de heer
Z a a ij e r.
Het Hooger Onderwijs lokte eeuig debat
uit. De heer L o h m a n wilde aau de
Vrije Universiteit het recht toekennen gra
den te verleenen, een wensch dien de heer
De Beaufort bestreed, terwijl de heer
Vermeulen zijne denkbeelden, uiteengezet
in zijne nota, nader ontwikkelde en aan
drong op beperking der faculteiten aan de
Universiteiten. De minister Mackay
scheen het denkbeeld van den heer L o h-
m a n niet te zijn toegedaan, al was hij
bereid belemmeringen voor het vrije onder
wijs wegtenemen.
Uit een antwoord aan den heer
R o ij a a r d s bleek, dat de minister bereid
was den bouw van een nieuw Universi
teitsgebouw te Utrecht te bevorderen.
In de Zitting van Vrijdag leidde de heer
Vermeulen het debat over middel
baar onderwijs in met het inroepen van
de bescherming van den minister v.
Binnenl. Zaken voor de jongelieden
op de R. H. B. scholen tegen vergiftige
stoffen, die in de boekenkasten dier in
richtingen aanwezig waren in den vorm
van boekwerken, die z. i. niet strekken
om het zedekundig en godsdienstig gevoel
de leerlingen te ontwikkelen, ja schendend
waren voor het neutraliteitsbegrip dat ook
op die scholen moest worden geëerbiedigd.
De heer Z a a ij e r noemde dit niets
anders dan ongegronde beschuldigingen en
meende dit wegens zijne ervaring te kun
nen zeggen, maar uit het antwoord van
den minister bleek, dat hij meer waarde
aan des heeren Vermeulens mede-
deelingen hechtte, dan de heer Z a a ij e r
wellicht verwacht had, daar de heer
Mackay geenszins de geschiktheid van alle
lectuur aan de rijksinrichtingen, aange
schaft door leeraren of directeuren, ver
dedigde en integendeel eenig toezioht op
het neutraal karakter dier uitspannings-
lectuur voor de leerlingen, niet overbo
dig vond.
De heeren Heldt en Lieftinck
konden den minister niet overhalen, de
eerBte tot een wettelijke regeling van het
ambachts- en taekenonderwijs; de andere
tot een regeling, eveneens bij de wet, van
het zeevaartkundig onderwijs in het be
lang van onze handelsvloot en de toe
komst onzer jongelingschap. De minis
ter wil eerst nog de resultaten van de
bemoeiingen van particulieren of gemeen
ten met ambachtscholen afwachten en
iedere zeevaartschool, gesteund door rijks
subsidie haar eigen weg laten gaan.
Intusschen verklaarde hij zich niet be
paald tegen inwilliging van hun wensch
tot kostelooze plaatsing van on- en min
vermogenden op rijksinrichtingen voor
middelbaar onderwijs en tot invoering
van een verplicht examen voor stuurlie
den en gezagvoerders.
Bij de bespreking van het Lager On
derwijs keurde de heer M e ij i e r de be
zuiniging af, door de Regeering toegepast,
daar waar zij de groote normaallessen wil
inkrimpen en de kleine, de slechtste, wil
laten bestaan of uitbreiden, verder heeft
hij bezwaar tegen het opheffen van beur
zen aan rijkskweekscholen, dat zal leiden
tot groote vermindering van personeel.
De opheffing van kweekscholen en het
onttrekken van subsidiën aan kweekscho
len voor onderwijzeressen ried hij den
minister af, op grond van het nut dier
instellingen, dat hij uitvoerig en met cij
fers betoogde.
Spreker drong ook aau op meerdere
uitkeering aan gemeenten op grond van
art. 49 van de onderwijswet. De heer
Sanders betoogde de wenschelijkheid
om het middelbaar en het lager onderwijs
te zamen te regelen en wees den minister
op een zuivere regeling van het 1. o. op
paedagogische gronden en regeling van
het schoolbezoek enz. Hij zeide nooit voor
stander van normaalleasen te zijn geweest,
waarvan in Friesland zoovele leerlingen
zijn gezakt. Hij i& voor kweekscholen
maar wenscht die ook op het platteland.
Spr. zou gaarne daar jongelieden zien, die
geene beurs noodig hebben, wanneer spr.
de lagere onderwijzers „grosso modo^ be
schouwt, komt hij tot de conclusie, dat
jongelieden uit de betere standen aan de
kweekscholen te zien wel eene illusie zal
zijn. Toen spr. het voornemen zag dat de
Reg. heeft met de kweekschool te Haarlem,
is hem dat van dezen minister tegengevallen.
De besturen van die inrichtingen zul
len in groote moeilijkheid komen bij zoo
groote finantiëele onzekerheid. Spreker zegt,
laat u aan óéa jaar niet kennen. Hebt gij
het volgend jaar een vast stelsel van sub-
sidieering, dan zullen er deze scholen in
passen. Neem ze dus nu niet het subsidie
af. Geeft ge niets meer, dan is het het
volgend jaar toch gedaan.
LEGER EN VLOOT.
Men meldt ons uit Halfweg
Bij de Donderdag gehouden proefnemingen met
olectrisch licht aan de inachietplaats voor viach-
torpedo's aan zijkanaal F. is de verste afatand
waarop de booten van elkander konden worden
waargenomen 1085 M.
De geheele beschaafde wereld en een
deel van de onbeschaafde wereld in cluis
wordt in spanning gehouden door de zaken
in Oost-Afrika; de staatslieden, de tijd
schriften, de kranten, de societeitsbezoekers
zijn er vol van. En zou de duitsche Rijks
dag, wien de zaak wel in de eerste plaats
aangaat, er over gezwegen hebben P Zij
heeft er niet minder dan eene geheele zit
ting aan besteed. Het publiek en de af
gevaardigden waren in groote getale op
gekomen. Windthorst opende het debat
door zijn bekend voorstel betreffende de
internationale bestrijding van den sla
venhandel te verdedigen. Duitschland als
groote mogendheid moet zich ook groot be-
toonen, waar het geldt ondernemingen, die
der menschheid ten goede komen te steu
nen. Zijn partij is tevreden met wat de
regeering tot dusver in dien zin gedaan
heeft en zal haar steunen bij alles wat zij
in dezelfde uiting mocht gaan ondernemen.
Na eenige minder belangrijke redevoe
ringen van Helldorf en Woermann, die
de aandacht vestigden op het voordeel dat
de onderdrukking van den slavenhandel voor
den handel afxou werpen en op het onvoldoen
de eener bewaking van de kust alleen, kwam
Herbert tob Bismarck aan het woord.
Omtrent zijn met spanning tegemoetgeziene
en met aandacht aangehoorde rede wordt
gemeld, dat hij het uitzieht bood op eenige
voorstellen, die van regeeringswege binnen
eenige weken zullen worden gedaan tot
regeling der zaken in Oost-Afrika. Vooraf
moet de regeering nog verschillende des
kundigen, als reizigers, handelaars en on
derzoekers hooren. Ook moet afgewacht
worden of de //Oost-Afrika vereeniging"
niet met behulp van ruimere financieele
middelen in staat zal zijn eene politiemacht
tot bescherming der kust op te richten.
De regeering verkeert met het kabinet te
Londen in de beste overeenstemming, even
als met Portugal en de andere regeerin
gen. Ook Frankrijk is tot de maatregelen
ter bestrijding der slavernij thans toege
treden, in zooverre alleen de voorwaarde
gesteld is dat slavenschepen, voorzien van
behoorlijke fransche papieren, zoodra mo
gelijk naar de naastbijzijn de fransche au
toriteit (consul of oorlogsschip) verwezen
moeten worden.
De regeering zal er naar streven, den
steun ook van andere zeevarende naties
te verwerven. Met den Kongostaat, die op
zeer te waardeeren wijze ons blijken van
welwillende tegemoetkoming gegeven heeft,
is zij in onderhandeling getreden. Evenzoo
heeft zij onderhandelingen aangeknoopt
met Nederland, hetwelk wel is waar zelf
geen grondbezit in Afrika heeft, maar aan
welks kooplieden, inzonderheid te Rot
terdam, aldaar vele factorijen toebehooren.
Van de Westkust gaat een verkeersweg
den Kongo opwaarts en loopt geheimzin
nig verder. Voorbij het Nyassa-meer lig
gen stations, waarop de regeering evenals
op de eindpunten der karavanen-wegen,
al hare aandacht vestigen moet."
Het luide applaus, dat op deze, half
onverstaanbare rede volgde, leidde de aan
neming van Windthorst's voorstel tegen
den negerslavenhandel in. De afgevaar
digde, die in zijn toespraak het vertrou
wen had uitgesproken, dat alle partijen
het menschlievende doel, dat hij verde
digde, zouden steunen, rekende hier bui
ten de socialisten sn vrijzinnigen, welke op
8lot van zaken tegen stemden. Herbert
von Bismarck, nogmaals aan 't woord
gekomen, stelde nu in 't licht, dat men
er aan moest denken koloniale troepen te
werven, ter sterkt® van duizend man onge
veer, daar het niet aanging de marine
langer van haar blokkadewerk af te houden.
Het schijnt de hoogste tijd, dat men
de koe bij de horeus pakt. De brief, die
Osman-Digna aan kolonel Grenfell heeft
geschreven, was geen nood maar een
vreugdeschot. Volgens hem zou de Mahdi
(de opvolger van den befaamden Mahomet
Achmet, die te Karthoem over Gordon
triomfeerde) zijn bedreiging om tegen
Emir Pacha op te trekken en zich meester
te maken van dit grondgebied, dat de
afrikaansche meren omgeeft, ten uitvoer
hebben gelegd. Emir-Pacha zou zich tot
het uiterste verdedigd hebben, maar zijn
muitende troepen moeten hem en een
blanken reiziger te Lado aan den vijand
uitgeleverd hebben.
Wie mag deze blanke zijn P is nu de
vraag. Van tijd tot tijd brachten sommige
karavanen het onderweg opgevangen nieuws
mede, dat er in 't binnenland een blanke
was gezien, nu hier dan daar. Er zijn
omtrent het wezen van dit raadselachtige
blanke verschijnsel de zonderlingste on
derstellingen gemaaktnog voor een week
werd er verondersteld, dat het Gordon
kon zijn, wiens dood te Karthoem alleen
op mededeelingen van dikwijls onbetrouw
baar gebleken derden berust. Osman-Digna
komt de onfortuinige zoekers te hulp door
een kopie, waarvan hij zijn jobsnaare ver
gezeld deed gaan, een kopie van den blanke
afkomstig en inhoudende een schrijven van
den egyptischen Khedive Tewfik-Pacha
aan Emin-Pacha, dat aan Stanley, die in
Febr. 1887 zich te Kairo bevond en de
laatste hand legde aan zijn toebereidselen
voor de groote reis, in bewaring en ter
bezorging gegeven werd. Een andere kopie,
die bij Osman-Digna's brief is ingesloten,
is genomen van een brief,dien de dervischen
te Lado richtten aan den Mahdi om hem
in keunis te stellen van het welslagen der
onderneming.
Men merkt, dat de stukken in orde
zijn en dat Osman-Digna niet enkel ver
stand van vechten maar ook van admi
nistratie heeft. De engelsche regeering heeft
nu op de vraag van den afgevaardigde Law-
son goed praten gehad, toen zij beweerde,
dat de betrouwbaarheid van het nieuws
niet kan onderzocht worden.
Wanneer dat kon was al het kwaad van
de lucht, maar ongelukkig zal het wel
even onmogelijk zijn in Lado polshoogte
te gaan nemen als de onbetrouwbaarheid
van de ontvangen berichten te staven.
Zij hebben alle waarschijnlijkheid voor
zich en zijn slechts de bevestiging van
wat men had kunnen verwachten. In het
begin dezes jaar3 toch is van Emin-Pacha
een brief ontvangen, waarin hij melding
maakt van onderhandelaars die hem van
wege den Mahdi verzochten zich over te
geven, onder bedreiging dat het vijande
lijke leger anders weldra het land zou be
zetten. Emin-Pacha geloofde toen aan
grootspraak. Maar zoo goed als Gordon te
Karthoem door zijn troepen verraden werd,
zooveel kans bestaat er ook, dat Emin-
Pacha te Lado zijn ondergang aan het
muiten zijner volgelingen te wijten heeft.
Het is waar, dat een man als Osman-
Digna, die gedurende vier jaren met goed
geluk het hoofd biedt aan engelschen en
Egyptenaren, die overal betrekkingen met
de inboorlingen onderhoudt en die meer
malen blijken van buitengewone sluwheid
heeft gegeven een mooi verhaal kan
hebben verdicht en valsehe stukken kan
hebben geschreven. De donkere beschou
wing, die de //Standard" vastknoopt aan
het nieuws dat zij 't eerst openbaar maakte
zal vooreerst meer indruk maken, dan
deze luchthartige opvatting.
//Wanneer het waar blijkt", zegt het blad
//dat Emin-Pacha zich heeft overgegeven
dan verliest Europa den laatsten grond
slag waarop het de beschaving van Mid-
den-Afrika had kunnen voortbouwen.
Emin's positie was van onberekenbaar ge
wicht en den eersten tijd zal het onmo
gelijk blijken, 't zij door geld of door ge
weld, zich een weg naar Uganda te banen.
Evenals in het geval met Gordon, mag
men nu het //te laat" uitspreken over
alle plannen, die het bijstaan van Emin-
Pacha beoogden. Zijn overgave heeft het
beschavingswerk oneindig verzwaard. Zij
zal prikkelen tot wanorde en oproer. Zelfs
al ware Stanley niet gevangen genomen,
zijn onderneming zou geen doel meer
hebben. En bevindt hij zich in de macht
zijner vijanden, dan hebben deze reden te
over moed te scheppen uit hunnen voor
spoed en overmoed om het europeesche
element, wier hoofden in hun macht zijn,
geheel van 't afrikaansche vastland te
verdrijven."
RECHTSZAKEN.
Op Maandag 24 dezer wordt voor de rechtbank
te VHage behandeld de zaak tegen Lehman de
Vries, woonachtig te Amsterdam, die zich te ver
antwoorden heeft wegens het schrijven van twee
artikelen in het blad Argus, welke eene belee-
diging inhouden voor den commissaris van po
lite te VHage, den heer Van Schermbeek.
Reuter seint uit Par ij s
De Lesseps en de raad van be
stuur der Panama-maatschappij heb
ben hun ontslag genomen. De recht
bank heeft op hun verzoek drie
gerechtelijke liquidateuren benoemd.
De londensche politie
heeft dezer dagen een inbreker in
hechtenis genomen, die afkomstig
was uit Berlijn en in wiens bezit
men een brief vond, gericht aan
een bankier te Londen en van den
volgenden inhoud «Mijnheer I Mijne
langdurige werkzaamheden als dief
en inbreker in Duitschland, en vooral
in Berlijn, geeft de zekerheid, dat
ik in staat ben, ook uit uwe kal
groote sommen te ontvreemden.
Mocht gij er evenwel de voorkeur
aan geven, mij langs vertrouwba
ren weg een som van 100 pd. st.
aan bijgaand adres te zenden, dan
kunt ge verzekerd zijn, dat ge on
gedeerd blijft. De omstandigheid,
dat het bij achttien inbraken slechts
tweemaal aan de politie gelukte, mij
te vangen, zal het het u raadzaam
doen voorkomen, mijn voorstel aan te
nemen. Mocht ge soms willen trach
ten mij in hechtenis te doen ne
men, dan zal ik u bij mijne vele
collega's met warmte aanbevelen.
Met achting, Goliath».
In d e a r t i 11 e r i e-k a z e r n e
te Antwerpen hebben zich Zondag
bij een 80-tal manschappen dezelfde
ziekteverschijnselen voorgedaan,wel
ke blijkbaar aan vergiftiging moeten
worden toegeschreven. Zaterdag
avond heeft het maal bestaan uit
aardappelen met ainerikaansch spek,
en zoowel deze spijs als de kook-
ketels zijn aan een deskundig on
derzoek onderworpen. De «Opinions
beklaagt zich over de geheimzinnig
heid der militaire overheid met be
trekking tot deze ernstige zaak.
Acht dagen geleden heeft
het gerechtskut te Duuai een twintigtal
boosdoeners, die maanden lang de om
streken onveilig hadden gemaakt en onder
den naam van de bende van Vanderzande
bekend waren, tot dwangarbeid veroordeeld.
Voorloopig had men hen in de gevan
genis te Douai bij elkander opgesloten
en de booswichten beiaamden een plan om
te ontvluchten.
Zij vormden het navolgende plan Een
afdeeling van vijf man moest zich meester
maken van den surveilleerenden cipier, vijf
anderen van een schoonmaker die op dien
morgen dienst had in de gangen der ge
vangenis, terwijl de derde en vierde afdee
ling tot reserve dienen en ondersteunen
zou wie hulp behoefde. De namen der ver
schillende leden van die afdeelingen waren
zorgvuldig op een stuk papier gescheven.
Dit plan werd naar de letter uitgevoerd.
Zekere Dubois naderde den cipier toen
deze hun gevangenis binnenging, en wiorp
hem van achteren een wollen deken over
het hoofd, waarna hij hem met behulp
der anderen bond en een prop in dea
mond duwde.
De schoonmaker werd in een oogwenk
op dezelfde wijze onschadelijk gemaakt.
Beiden werden toen in een kolenhok op-