NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD. SARAH BLONDEL. 6e Jaargang?. Maandag 14 Januari 1889. No. 1696. Dit Nummer tataat uit twee Men. HAARLEMS DAGBLAD AB0BUEME1TTSFRIJS: Voor Haarlem, per 3 maanden1.20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65. Afzonderlijke nummer*- 0.03. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. BureauKleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer III. ADVERTEHT1EN: ran 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cent/? Groote letters naar plaatsruimte. Bij groote opgaven aanzienlijk rabat. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantiers. Directeuren-Uitgevers J. C. JPKKHKBDOHI en «I. B. AVIS. Roof dag enten voor het Buitenland: Compagnie Generale de Pubïieitc Ktrangère G. L. UJVRB Co., JOH. F. JONES, Suer., t'arigt, 31bi: Faubourg Mont mar ire. EERSTE BLAD. IW Wegens den omvangrijken arbeid, verbonden aan het uit voerig verslag der zaak-Hooger- beets, verschijnt dit blad heden eenlgen tijd later dan gewoonljjk. maandag a. s. verschijnt Haar lem's Dagblad echter weder op den gewonen tijd. Wij rekenen In deze op de wel willendheid onzer geabonneer- d_en. ja3s HR De Ilir.-l'iig gedeelte van het ver slag der zaak-Hoogerbeets is aan ons bureau verkrijgbaar tegen 5 cents per exemplaar. Het geheéle verslag zal Maan dag a. s. compleet zijn en is alsdan verkrijgbaar tegen 15 cents per exemplaar. De Dia.-Uito. STADSNIEUW S. Haarlem, 12 Januari. Wij vestigen de aandacht op de in dit nummer voorkomende adver tentie gericht tot de onderofficie ren en korporaals der dd. schutterij alhier, betreffende eene lezing, welke voor hen zal worden gehouden op Maandagavond 14 Januari a. s. Heden morgen r,am de off. v. just, in de zaak-Hoogerbeets zijn requi sitoir. De eisch luiddevoor Hoo gerbeets 5 jaar gevangenisstraf. De off. v. just, zeide dat tegen Balabrega geen vervolging zou wor den ingesteld, omdat hij had gehan deld uit noodweer. Heden middag was de verdediger aan het woord. Men zie ons uitvoerig verslag. De heer A. O. Weill, medisch student, is Woensdag jl. te Am sterdam geslaagd voor zijn le na tuurkundig examen. Vervolg der Leting in Volksbelang* (Zie vorig nummer.) Wij beleven een tijd, ging de heer v. d. Goes na eene korte pauze voort, wij beleven een tijd, die veel overeenkomst heeft met de laatste jaren vóór de fransche revolutie. Niemand tal bewereD, dat de toe standen sedert dien tijd niet veran derd eD verbeterd zijn. Maar de ge lijkheid ligt in de gelijkheid der ongelijkheid. De groote menigte is er minder erg aan toe dan vroeger, maar wenecht ook meer. Haar zucht naar hooger heeft zij al stijgende voelen wassen. Het verschil tusschen werkelijkheid en ideaal is even groot als vroeger. En op dat ver schil komt het aan. De revolutie van '89 was het werk van en voor den derden stand, van de bourgoisie. De vierde stand, die toen niet meetelde, vraagt nu gelijkstelling van rechten met an dere standen en vindt in de raDgen der burgerij zijn hevigste bestrijders. Toch zal elk onbevooroordeelde zijn eisehen billijk vinden. Het eerste wat de vierde stand vraagt, is te mogen deelnemen in de behartiging der algemeene belangen, te worden gerekend onder de burgers des lands. Het volk vraagt stem waar het zijn eigen belangen geldt en deze drang naar algemeen stemrecht is de echo van der eiseh tot bijeenroe- ping der Staten-Generaal in het Frankrijk der vorige eeuw. Er is in hoofdzaak geen verschil tusschen de verhouding der hofpartij en de ge- privilegeerden tegenover het om ver tegenwoordiging strijdende fransche volk vóór 1789 en die tusschen de regeering en de kamers tegenover de voorstanders van algemeen stem recht in onzen tijd en in ons land. En blijkt de overeenkomst in de groote trekken, ook de bijko mende en bizondere omstandigheden laten toe een parallel tusschen het toen en nu, het daar en hier te trekken. Aan de kiesmanoeuvre van onze liberalen, die de kieswet aan partijbelangen ondergeschikt maken en weigeren de groote steden in kiesdistricten te splitsen, beantwoordt de achttiende-eeuwsche census-hef- fing van zes francs te Parijs, waar door de macht der parijsche burgerij werd gekortwiekt ten beste van de aan den leiband der geestelijkheid loopende onontwikkelde dorpsbewo ners. De vorming van onze Eerste Kamer herinnert aan den toeleg der fraDsche geprivilegeerden om de volksvertegenwoordigers te kiezen uit de leden der provinciale bestu ren, waarin landbezitters en adel zitting hadden. D« redeneering, dat het uit hoofd van zijne weinige kennis van zaken niet aanging den minderen man te laten stemmen, deed eveneens reeds voor een eeuw dienst en vond toen zijn bestraffiBg in de waardige houding der volksvertegenwoordi ging. De oppositie der parlementen tegen de koninklijke macht vindt zijn tegenhangers in de houding van onze Kamers vóór 1848. Zoolang de parlementen in de koninklijke macht een overweldigenden mededin ger vonden, stonden zij pal voor de rechten des volks. Wat deden zij en wat deden onze Kamers voor dat volk sedert de monarchen niet meer te vreezen waren Zijn ten onzent de accijnzen en de plaatsvervanging in het leger ingevoerd? Geniet men het recht zijn ambacht onbelem merd uit te mogen oefenen Als de fransche doctrinairen schrijven de li beralen over deze leelijke zaken schoone dingen, maar schromen voor den noodzakelijken stap, die van zeggen naar doen voert. Uit de fransche der vorige zoowel als uit de nederlandscne parlementaire ge schiedenis van onze eeuw kan men de les trekken, dat geen meerder heid willens en wetens zich zelve gaat benadeelen, de les ook, dat de macht over het geheel niet aan een deel mag worden toevertrouwd. De vergelijking tusschen de vroegere fransche eu de tegenwoordige neder- landsche toestanden, die zoovele punten van overeenkomst aanbieden, geeit evenwel het recht te verwach ten, dat onze Kamers op den duur zoomin dsn drang om algemeen stemrecht zullen kunnen weerstaan als de fransche parlementen en hof partijen den eisch tot bijeeuroeping eener vertegenwoordiging des volks. Dit wettelijke privilegie zal dus wellicht in de naaste toekomst op geheven worden. Maar hiermede heeft men de sociale rechtvaardig heid het hare nog niet gegeven. Behalve vele andere, die in de hedendaagsche maatschappij de vrije mededinging verhinderen is het be zit in vele vormen een wettelijk privilegie. Het begrip eigendom heeft in den loop der tijden getoond zeer afwisselend van beteekenis en verre van onschendbaar te zijn en het is te voorzien, dat het bizonder langzamerhand voor ge meenschappelijk eigendom zal plaats maken. Men zie hierover«Jong Am sterdam» door Ph. Hack van Oud- heusden (F. v. d. Goes) in de De cember-aflevering van de «Nieuwe Gids». Het ligt aan onze wakkerheid te zorgen, dat deze revolutie op sociaal gebied geleidelijk plaats hebbe. Wij behooren tijdig maatregelen te nemeD, dat de zuivering van onzen bedorven maatschappelijken damp kring zonder revolutionaire bliksem schichten plaats grijpe. Onze be voorrechte klassen mogen zich spie gelen en leering trekken uit het lot der fransche geprivilegeerde standen, die door uitstel redding dachten te vinden en wier hervormingen geen doel troffen omdat zij het volk zelf, wien deze hervormingen ten goede moesten komen, er buiten lieten. De verbetering van den toestand des volks moet door het volk, dat zelf het best zijn nooden kent, dat zelf bet snerpendst zijn wonden voelt, worden uitgevoerd. De doctrinairen op h«t eind der vorige, de geavan ceerd liberalen op het eind van deze eeuw brengen met hun her vormingen van boven-af met hun modderen en schipperen en met hunne opgedrongen voogdijschap over het volk meer verbittering dan verbetering. Vooral de doctrinairen ten onzent verhaasten meer dan de vurigste tegenstanders der volksre- geering, eene catastrophe in onze maatschappelijke toestanden. Wie het wel meent met zijn land zoeke het volk om het volk en niet om zijn eigen partij. Hij neme ter harte het woord van Lafayettedat de fransche omwenteling mocht strek ken tot leering der onderdrukkers en het voordeel der onderdrukten. Alleen dón zullen wij komen tot geen revolutie I De haarlemsche afdeeling van de Maat schappij tot bevordering der Toonkunst leidde Vrijdagavond in de muziekzaal der sociëteit „Vereeniging" hare winter- concerten in met de uitvoering van Max Bruchs h Arminius", oratorium voor soli, koor en orkest. De tekst van dit aan overschoone klank effecten zoo rijke werk sluit zich ain bij de in Duitschland tot volks-epos geworden overlevering der vernietiging van Varus* legioenen door den Cherusker Herman of Arminius en zijn medestrijders. Tot om streeks het begin onzer jaartelling bogen de Germanen zich gewillig onder het zachte juk der wereldveroverende Ro meinen.... deB Mars gewalt'ge Söhno aus Götterkraft gezeugt. Dit duurde, totdat in het jaar 7 na Chr. Quintilius Varus het bewind ging voeren over Germanië. Afpersingen en onteerende straffen voerden de bewoners weldra tot het uiterste. Arminius verza melt de ontevredenen om zich heen.... «Frei schwebt der Adler in den Liiften Frei bricht aus duuklem Schacht der Qnell, Des Waldes Tbiere athmen frei, Und wir, wir aolten Knecbte sein Van den Harz tot den Taunus, van de Elbe tot den Wezer weet Armenius de volksstammen tot den heiligen strijd aan te vuren. Hij schildert hun het vredige geluk, dat zij smaakten en den bloedigen smaad, dien zij ondergaan. «Friedlicb wohnten wir in unsern Hütten, Des freien Stammes freie Söbne.... Heissbungrig bricht der Wolf in unsre Heerden, Die Ranber von der Tiber Strand.... ....Die Manner schlagen sie mit Rutben Und sprechen mit der Beile Recht. Sie rauben die Jungfraun mit frecher Hand, Die Wasser schöpfend zu den Quellen steigen.., ....Die Manner grollen und die Weiber weinen, Und die Jünglinge tragen Ketten. Deze woorden doen den lang weer houden toorn uitbreken. En zij maken zich op tot den strijd, die in het orato rium wordt ingeleid door het heerlijke „Slachtgesang" Zum Kampf! Zuin heiligen Kampf schaart eaob Ibr tapfren Streiter all Der Freiheit Banner weh' voran Er ranscbe slolz im Scblacbtenstnrm! Stoost in des Urs gewaltig Hom. Das es darch Thai und Walde klingt! Und auf den Bergen lasst sie flammea, Der Freiheit Feuerzeicben. De vernietiging der Romeinen, die'op loos alarm zich opgemaakt hebben om een opstand der Chatten te dempen, 'en die zich op hun tocht in de dichte bos- schen van het Teutoburgerwoud wagen, grijpt plaats by Detmold. Dnmpf erdröhnel derForst vom heulenden Storm der durch die Thalschlucht brauset, Schwarza Wolken verdanklen die Lüfte, nnd Nacht wirds im Walde I Kriichzend flattren die Scbaaren der gierigen Rabcn, um die Wipfel tausendjiihriger Eichon. fbjcillhton. Naar kei fransck van Louis Gallet. 42) XVI. Daar veranderde zij ten derden male van trein.'s Avond steeg zij uit te Yperen, een kleine vlaamsche stad, waa men slechts zelden vreemdelingen ziet. Zij maakte gebruik van den omnibus, die baar naar een hotel bracht. Zij nam aldaar kamer, terwijl zij haar voornemen te kennen gaf bij de zusters in het Augustijnerklooster haar intrek te willen nemen. Sarah v as maar niet op goed geluk af uit Wimereux vertrokken Zij was goed ingelicht omtrent de stad waarin zij een wijkplaats zocht en zij sprak er over met een zaak kennis alsof zij er geboren en getogen was. feDie nacht, die eerste na vele, sliep zij rustig en kalm als een kind. BRtusschen had Jacques zich, in spijt van zijn schijnba re onverschilligheid, niet weinig verontrust over Sarah'i vsrtsek met den dokter. Van uit den tuin van 't huis waarin een prieel een vrijen blik op den omtrek gunde, volgde hij zoolang hij kon de beide wandelaars. Hij zag, hoe zij bij den tweesprong afscheid van elkander namen en verwonderde zich niet weinig over de richting, welke Sarah vervolgens uitging, terwijl zij den dokter alleen zijn weg naar Honvaux liet vervolgen. Hij beproefde zich gerust te BtelleD, met de veronderstellen, dat zij zich Wimille zou begeven, waar zij gewoon was eenige zieken te bezoeken. Zoo bleef hij tot den middag op het huis. Hij was in zichzelve gekeerd en somber en ver meed zooveel hij vermocht de vragen die Madeleine hem omtrent het tooneel vann den vorige avond deed te beant woorden. Toen het tweede ontbijt echter werd opgediend en Sarah nog niet verschenen was, spoedde zich Jacques zonder uit leg te geven van zijn plotselinge haast naar Wimereux. Toen hij het station binnentrad ontmoette hij don beambte, die eveneens naar het dorp wilde begeven. Ge behoeft u volstrekt niet te haasten, mijnheer Ger bier, sprak deze, de trein vertrekt eerst om half twee. Wanneer ik terugkom zal het nog vroeg genoeg zijn om u een biljet geven. Een biljet Ja. Ge reist toch zeker mevrouw Gerbier achterna? Jacques voelde zich door den grond zinken. Dat Sarah vertrekken zou, was een van de voor de hand liggende veronderstellingen, waaraan hij niet had gedacht, ofschoon hij kon weten, dat zijn vrouw niet gewoon was voor een dergelijken stap terug te deinzen. Wel had hij gedacht, dat zij een nieuw plan in haar schild voede. Maar verder dan eeu hernieuwde vlucht naar Honvaux hadden zijne veron derstellingen niet gereikt. De beambte bleet intusschen in afwachtende houding voor hem staan. De trein van half twee loopt dus weer? vroeg Jacques, die zich geheel hersteld had. Sedert den löden van de maand. Maar geef mij dan dadelijk een biljet. Ik had niet vóór vier uur deDken te vertrekken. Zoo snel mogelijk spoedde hij zich naar het huis terug, pakte zijn valies, voorzag zich van geld en verwijderde zich haastig zonder aan Madeleine eenige verklaring van zijn handelwijze te geven. T en hij aan het station vernam, dat Sarah een door loopend biljet naar Londen had genomen, gevoelde hij zich weer eenigszins gerustgesteld. Hij hoopte te Calais aan te komen vóór de pakketboot vertrokken was, om vervolgens Sarah te verrassen en haar in spijt van haren hardnekkigen tegenstand te dwingen met hem terug te keeren. De wor steling, die reeds zoolaDg duurde, moest ten laatste in zijn voordeel eindigen. Te Calais was zijn eerste vraag: Is er sedert dezen middag een boot naar Londen vertrokken Geen enkele mijnheer; Wordt vervolgd.l

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1889 | | pagina 1