NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD. SAK AH BLONDEL. 6e Jaargang. Dinsdag 15 Januari 1889. No. 1697. ADVERTEHTIÉN: S T A I) S N I E U S. ABONNEMENTSPRIJS: HAARLEM'S DAGBLAD ▼an 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 eet Groote letters naar plaatsruimte. Bij groote opgaven aanzienlijk rabat. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en oonrantiere. B. AVIS. Hoof dagentin voor het. BuitenlandCompagnie Generale de Publieite Etrangère 6. L. DJ.UBE Co., JOH. F. JONES, Suer., Parijs, 31bts Faubourg Montmartre. Haarlem, 14 Januari. De door T. Otter gevraagde ver gunning tot oprichting van eene paardenslachterij in het perceel aan de Wolstraat get. no. 3, is door het gemeentebestuur geweigerd. Arrondlssements-Ilechtbaiik te haarlem, Zitting van Vrijdag 11 Januari (Vervolg). H. d e B 1 a s e r, 48 jaar, metselaar, Haarlem. P. Heb je op 5 Sept. niet met Ry- broek gewandeld den Dreef op G. Ja. P. Hoe laat? G. Tu8schen 7 en 8 uur. P. Ben je altijd met Rybroek geble ven G. Ja. tot het schieten toe. P. Waar was je op den Dreef, toen je het eerst hoorde schieten G. In het midden van het paleis. P. Waar hoorde je schieten? G. Vóór mij. P. Van welke richting? G. Rechts van de overzijde. P. Toen ben je doorgegaan, nietwaar? tot hoever G. Tot aan de paaltjes bij het pavil joen, daar heb ik het 2e schot gehoord. P. Heb je vuur gezien G. Neen meneer, ik ben toen hard weggeloopen. P. Je was dus toen alleen G. Ja. P. Heb je nog meer gehoord G. Op dat oogenblik niet, toen ik er bij kwam hoorde ik een schot aan de eerste boom van de Hazepaterslaan. P. Waar stond je? G. Aan den kant van den rijweg. P. Waar hoorde je de schoten G. Aan den kant van de huizen. P. Zag je vuur? G. Ja. P. Heb je iemand zien schieten G. Ja, Hoogerbeets. P. Heb je ook andere menschen ge zien G. Neen. P. Heb je verder gezien waar Hoo gerbeets naar toeging G. Neen er stonden verscheidene men schen. P. Na het 3e schot heb je toen^nog meer schoten gehoord G. Ja. P. Waar? G. Van de Hazepaterslaan. P. Heb je er veel gehoord G. Er werd een schot gegeven van de Hazepaterslaan en toen een van den Dreef. P. Hoe wist je dat dat van den Dreef kwam G. Ik zag het aan 't vuur. P. Hoe kon je dat zien aan 'tvuur? V. Pardon, ik protesteer, u influen- ceert weer op den getuige. P. Ik influenceer niet; ik heb de lei ding dezer zaak en zal voortgaan, meneer de verdediger P. Is er dan onderscheid tusschen tuur van uw kant en van mijn kant G. Dat kan ik niet verantwoorden, meneer, ik kan niet zien wat vuur ge geven wordt. P. Waarom zeg je dan dat je h<-t vuur zag van den Dreef? dat kun je aan ook nift zeggeD. G. Tk heb het gezien. P. W»ar stond de man van het vierde schot. G. Hij stond in de Hazepaterslaan. O. Kun je my zeggenwaar stond naar jou meening de persooa die het schot loste in de Hazepaterslaan G. D*t heb ik niet opgemeten, meneer. O. Je moet toch verschil v«n afstand gezien hebben G. Zij stonden een el of zes van #1- kaar af. P. Ht-b je Höogerb-rts zien wegloopen G. Ja, ik ben hem achterna gc loopen. P. Weet je of Hoogerbeets gewond was? G. Ja, ik heb hem Eelf helpen uit- kleeden. O. Kun je stellig zeggen, dat toen het schot kw«m je aandacht geheel d«arop gevestigd wms en niet op het kind? G. Ja, meneer. O. Hoe heb je hem als werkman ge kend Was hij ijverig G. Ja, meneer. H. J. van Duinen, 21 jaar, krui deniersbediende, Haarlem. P. Ben je op 5 Sept. op den Dreef weest G. Ja. P. Wat is er toen gebeurd? waar stond je toen je het eerste schot ge hoord hebt? G. Ik was toen ik het vuur zag van het eerste schot op den middenweg en toen ben ik gegaan naar den grasrand aan de stille Dreefzijde. P. Was er vóór dien tijd al geschoten G. Ja, toen moeten er al 3 gevallen zyn. P. Heb je toen een man gezien, die schoot G. Ja, Hoogerbeets. P. Waar stond degeen die schoot G. In het begin vóór de Hazepaters laan. P. In welke richting schoot hij G. Naar den kant van den tuin van meneer Prins. P. Wist je dus wie de man was G. Neen, ik kende hem niet. Na het eerste schot, dat ik zag, heb ik nog 3 schoten gezien en toen draaide de man zich om en liep weg kort daarna, ik liep hem na en zag dat het Hoogerbeets was. O. Voor je iets zag was je wande lend, niet waar G. Ja. P. Dus is het mogelijk dat er vóór dien tijd iets gebeurd is dat je niet hebt gezien G. Ja, dat kan wel. P. Hoe weet je dat er voor dien tijd schoten zijn gevalllen G. Ik hoorde het by den rechter com missaris. ,'t Hooft. Hoeveel schoten heb je dezen persoon, en den beklaagde, zien lossen? G. Vier. P. Waren er van die 4 eerste gericht op een persoon die terugschoot? G. Dat kon ik niet zien. P. Dus op iemand die op den rijweg stond, niet op het troitoir? G. Ik kon het niet zien 'tHooft. Was het eerste schot dat je gezien hebt gericht op een persoon die terugschoot» G. Van dien kant kwam toen een schot. V. Na het 3e schot van Hoogerbeets is geschoten van den anderen kant en het 3e schot van Hoogerbeets was naar dien kant gericht. O. De getuige heeft gezegd dat het 4e »chot het eerste was dat hij zag. Y. Neen, dat heeft meneer de presi dent al opgehelderd. 't Hooft. Ik moet doen opmerken dat hij gezegd heeft dat het 4e schot schuins (ie laan inging. Saartje de Breuk, 18jaar,dienst bode, Haarlem. P. Vt ri el eens wat je gezien en ge hoord hebt op 5 Sept. te half acht op de Hazepaterslaan Je woont bij mevrouw Josstlin de Jong, die 3 huizen achter mevr. Prins woont. Ben je uitgegaan toen je iets ho >rde G. Ik was uitgegaan naar de Dreef- zyde toe. P. Was je toen nog in de Hatepaters- laan, toen je hoorde schieten G. Ja. P. Waar stond je toen ongeveer? G. Voorbij het poortje bij meneer Koopmans. Ik hoorde eerst eenige knal len en zag Balabrega met zijn meisje de laan inkomen. P. En toen je die gezien had, wat tooD? G. Ik hoorde weer sehieten in de Ha- zspaterslnaD. P. Deed Balabrega dat G. De man die achter hem aankwam. P. Hoeveel schoten heb je gehoord ▼oor je dat schot hoorde? G. Meer dun een, vast weet ik niet hoeveel. P. Wat is er verder gebeurd G. Balabrega heeft toen geschoten. P. Waar was het meisje? G. Meer aan den kant. P. Je hebt den man zien schietenaehoet hij naar dien kant G. Ja, hij schoot op de anderen ze seho- ten toen op elkaar. P. Riep het meisje iets G. Ja, ze riep Stans, Stans niet doen P. Heb je gezien dat het Rika was P G. Neen. P. Of dat de nsan Balsbréga was P G. Neen. O. Je kwam de Hazepaterslaan in en hoorde schotenP Kan je je voorstellen hoe veel tijd dat duurde? G. Neen. P. Lang of kortP G. Heel kort 1 J. C. van der Zeeuw, 27 jaar, ageat van politie 8e kl., Haarlem. P. Blijf je bij je proces-verbaal vol harden G. Ja. Ik was bij de teekensohool en hoorde schieten achter mij. Toen ik het eerste schot hoorde ben ik er met versaelden pas naar toe gegaan, ik hoorde toen een 2e schot en ben in den looppas gegaan en ontmoette toen Hoogerbeets, hard loopende. P, Heb je niet meer sehoten geheord dan 2 P G. Ja, ik hoorde nog meer schoten als een roffel achter elkaar. Hoogerbeets werd gevolgd door een persoon, die om politie riep. Ik ben hem gevolgd tot het einde van den Dreef op het Houtplein en heb hem toen in arrest genomen en de revol ver afgenomen. Er waren geen schoten meer op, het waren allo ledige hulzen. O. Heeft Hoogerbeets je nog gedreigd met de revolver? G. Onder het loopen heeft hij gezegd ik moest hem maar laten loopen, en hij heeft de hand even uitgestrekt, toen hield ik den pas wat in, omdat ik niet wist of hij nog kogels op zijn revolver had. O. Ik begrijp niet goed dat iemand als hij vervolgd wordt door 2 personen zich om draait en kalm zegt: fflaat mij maar loopen G. Ja, hij keerde zich om en zei dat. H. Ik moet wijzen op eene vergissing van hem. De agent heeft gezegd dat hij de revolver uit mijn rechterhand geno men heeft, ik weet zeker dat het uit de linkerhand was. P. Je kunt je daar gemakkelijk in ver gissen, waarschijnlijker dan hij, het doet er ook niets toe. Hendrika van der Waals, 21 jaar, dienstbode, Haarlem. P. Je hebt gediend bij juffrouw Kui pers? G. Ja. P. Heb je in den avond van 5 Sept. in huis hooren schieten G. Ja. P. Ben je toen naar buiten gegaan G. Ja. P. Ben je toen een meisje tegengeko men, dat kreunde G. Ja. P. Waar hebt je haar het eerst gezien? G. Voor de deur, ik bleef in de deur staan. P. Waar stond ze G. Op het trottoir. P. Is se toen mee naar binnen gegaan P G. Ja. P. Is Balabréga ook in huis gekomen P G. Ja, hij kwam haar achterna. Ik heb de wonden gezien en ook de kleedereD, daar heb ik een pak van gemaakt en aan de moeder meegegeven. P. Heb je voor de kanapé waar ze ge zeten heeft, den volgenden morgen een kogeltje gevonden G. Ja. P. Aan wien heb je dat afgegeven G. Asn meneer Sloet. O. Je hebt de personen allebei gespro ken, waren ze zenuwachtig P G. Ze zeiden niets. Ja o. Lingeman, 41 jaar, timmer man, getuige a décharge. V. Ik heb alleen deze vraag. Ik zal bij het pleidooi een paar brieven overleggen en wensch geconstateerd te zien dat hij die heeft gezonden. O. Ik keu die uieven volstrekt niet, als de verdediger er aieli op beroepen wil, moet ik er kennis van lragen. V. Als u er belang in stelt, kunnen ze worden voorgelesen, meneer de officier Haarlem, Juli '84. Mejuffrouw, Gij herinnert u mijn schrijven van Januari dezes jaars. Daarop volgde eene uitnoodiging van uwe moeder om mij te spreken. Als eene razende furie stond zy op dien avond tegenover mij en sprak gedurig van beleediging, die ik tegen u zou gericht hebben. De ruimte laat mij niet toe om het onware daarvan te ver dedigen. Wanneer men zich de moeite had gegeven om goed te lezen en goed te begrijpen, dan had men daarin heel iets anders gezien dan eene beleediging. Ik zeide slechts, niet wat ik, maar wat anderen in zulk een geval zouden zeg gen. Meen nu niet, dat ik iets van mijn woorden intrek. Neen, het hindert my alleen, als men daaraan eene verkeerde uitlegging tracht te geven. Uw zuster bracht ook nog een woordje in het midden en toonde daarbij, dat haar de tong op de rechte plaats zit en ik moet u zeggen, dat wanneer ik kon denken dat bij u de tong zóó zeer op de rechte plaats zit, het peil van de harts tochtelijke genegenheid, die ik voor u gevoel, reeds lang beneden nul zou zijn gedaald. Uwe moeder zei mij, dat het uw broêr FBUJIIiLHTO JST. Naar het fransch van Louis Gallet. 43) XVI. Zijn ongerustheid verdween nu geheel. Sarah moest nog te Calais zijn. Om haar terug te vinden had hij slechtste wachten tot het uur van de inscheping. Zoo bleef hij eenigen tijd van uit de koffiekamer in een hOtel een wakend oog op de aanlegplaats houden. Hij was de eerste, die voet aan boord zette. En een plaatsje zoe kende, waar hij alles op kon merken, zonder zelf gezien te worden, zocht hij, onder de weinige reizigers de vrouw, die hij achtervolgde. Toen Sarah evenwel niet verscheen vroeg hij of er den zelfden dag nog een tweede boot vertrok. Toen hij een toestemmend antwoord ontving, begaf hij zich van boord en begon zonder een bepaald doel de stad te doorkruisen. Toen hij evenwel bij het vertrek van de tweede boot Sarah evenmin ontdekte, maakte zich een machtelooze woede van hem meester. Het was dus weder het oude spel van schuilhoekje spelenHij was du» weder gedoemd den be- lachelijken rol te spelen van den echtgenoot, waarmede men den draak steekt I Wie weet 1 Als George Raynal eens de hand had in deze nieuwe vlucht! Wellicht had hij aan Jacques' eisch om Honvaux te verlaten slechts toegegeven om te beter zijn plannen te vervullen. Bij deze gedachte kookte Gerbier het bloed in de aderen. Hij trilde van overspannen drift en zijn handen drukten zich krampachtig tegen elkander, als vermorzelde hij in ge dachte zijn gehaten medeminnaar. Zijn wond herinnerde hem weder aan wat den vorigen avond was voorgevallen. Hij noemde zich een zot, dat hij Sarah zoo zachtzinnig behandeld had. Waartoe diende die hoffelijkheid, die hij tot dusver tegenover haar in acht nam. Was hij bang? De herinnering aan den moord dien hij beging, stelde zich tot dusver altijd tusschen hen. Gedurende den geheelen nacht dwaalde hij door Calais, van hotel tot hotel. Maar Sarah's verblijfplaats bleef hem verborgen. Waar bevond zij zich. Blijkbaar was het biljet op Londen een valstrik, een eenvoudig middel om hem haar spoor te doen verliezen. Het denkbeeld, dat George haar misschien vergezelde, bracht hem buiten zich zeiven. Zoo snel hij kon, keerde hij naar Wimereux terug. Onverwijld wilde hij zich naar Honvaux begeven, daar inlichtingen zoeken in te winnen en desnoods afdwingen. Op het perron van het etat'on ontdekte hij den dokter en George, die zich ernstig met hun buurman, kolonel Ma - telin, onderhielden en zich vervolgens in de richting van Honvaux verwijderden. Dit gezicht bracht een weinig koelte in het verhitte brein van Jacques. George vergezelde Sarah dus niet. Hij keerde naar het kuis in de duinen terug, scheepte Madeleine, die hem wilde ondervragen, op ruwe wijze af en ontstelde ieder, die hem zag, door zijn wilden blik en zijn verwrongen gelaatstrekken. XVII. Het kleine stadje Vperen ontwaakte uit zijn rust. De zon liet haar eerste kalme stralen door de reiDe morgenlucht blinken. Een helder klokje klonk uit de verte. De melk meisjes met hun witte mutsen en blanke boezelaars ver toonden zich in de stille straten en een voor een werden haar de deuren der antieke huizen met hun spitse geveltjes geopend. Aan het einde der straat verheft zich de reusachtige toren van den beroemden Lakenhal, die als getuige blijft leven van een tijd, waarin welvaart Yperen machtig maakte. Wie om dezen tijd het doodsche stadje binnenkomt krijgt den indruk aisof hij zich bevindt in een middeneeuwsche vestiDg, die ongeschonden bewaard is gebleven en wier be woners ingeslapen zijn als de dienaren der schoone prinses uit het sprookje. Alles ademt hier kalmte. In de vredige omgeving vindt men rust en verademing. Hier zou men wenschen te leven in overpeinzing en rustigen arbeid ie midden vaneenhuisj Voor Haarlem, per 3 maandenƒ1.20. Franco door het geheele Rijt, per 3 maanden. -1.65. Afzonderlijke nummers- 0.03. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 1X3. Dfrecteuren-Mtgevers J. PËEREBOOl

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1889 | | pagina 1