G. Dat heb ih niet gezegd.
P. Ben je niet in de stad geloopen naar
dr. Fyau om dien te halen en heb je over
pijn geklaagd
G. Ja, ik wist dat ik gewond w&9.
P. Hoe wi9t je dat?
G. Ik voelde pijn in den mg.
P. Was het niet vlak naast den rug-
gepraat
G. Ja.
P. De kogel zit er nog in, nietwaar
G. Volgens alle waarschijnlijkheid ja.
P. Na het 3e schot beu je doorgeloo-
pen en toen met het vierde schot gewond.
Heb je toen de revolver uit het foudraal
gehaald
G. Ja.
P. En gespannen en geladen
G. Ze was geladen.
P. Wat heb je er toen mee gedaan
G. Geschoten.
P. Op wien
G. Op Hoogerbeet9.
P. Je hebt in het begin beweerd, dat
het eerste schot geketst had. Later is ge
bleken dat dit onmogelijk was omdat er
nog twee gevulde patronen in de revolver
aanwezig waren en de deskundige ver
klaart, (lat het schot niet had geketst. Dat
is dus eene vergissing.
G. Ik geloof dat ik den laadstok eerst
had laten zitten en toen uitgetrokken ik
had eerst eenige belemmering.
P. Heb je met het eerste schot bepaald
gemikt op Hoogerbeets?
G. Neen.
P. Maar het 2e
G. Ook niet.
P. Het derde dan
G. Dat wel.
P. Waarom
G. Omdat ik dacht dat hij wel weg
zou gegaan zijn met de eerste schoten,
maar toen hij bleef doorschieten heb ik
gemikt.
P. Hoever stond jelui van elkaar af?
G. Ongeveer een pas of 15.
P. Kou je goed zien
G. Neen, mijnheer.
P. En toen je dat laatste schot hebt
afgevuurd, no. 3, toen kon je merken dat
het raak was, daar Hooger beets begon te
brullen. Waar was Rika toen
G. Ik heb haar toen niet gezien.
P. Hoeveel minuten heeft dat geduurd;
het kan brast geen twee of drie minuten
geduurd hebben, en stond zij nog voor
het huis van julfr. Kuiper? lu dien tijd
zijn drie schoten door u en twee door
Hoogerbeets afgevuurd.
G. Het ging zeer gauw.
P. Dus je stond tegenover elkander
G. Ja, mijnheer.
P. Ben je eerst nog in huis van juf
frouw Kuiper gegaan en naar boven ol
ben je terstond naar dr. Fyan gegaan.
G. Ik ben terstond naar dr. Fyan ge
gaan, die na mij is gekomen.
P. Ben je bij het onderzoek geweest
Heb je gezien waar Rika getroffen was
en heb je de kogels gezien en de won
den in het dijbeen en den rug
G. Neen, mijnheer.
P. Toen je naar Fyan toeging, droeg
je toen de revolver bij je
G. Ja, mijnheer.
P. Je hebt de revolver weder in het
surtout gedaan en over de schutting ge
worpen. Je dacht daar zal men hem niet
vinden. Jij was bang omdat je geschoten
had.
P. Droeg je dien draagband altijd
G. Ja.
P. Ben je in het gasthuis geweest
G. Nietlang. Ik ben naar huis gebracht.
P. Zit de kogel er nog in
G. Waarschijnlijk wel, althans volgens
de verklaring van de doctoren.
(De President gelast de kleeren van
getuige te toonen, welke hij toen droeg,
waarbij de draagbandalle vertoonen
gaten door den kogel gemaakt).
P. Je verklaring komt dus hier op
neer: Je was nog op de Dreef toen het
derde schot is gelost. Het vierde schot
van Hoogerbeets is gelost in de Haze-
paterslaan. Na het vierde schot heb je
goed gemikt en toen heb je Hoogerbeets
geraakt. Ge kunt dus blijven bij de vroe
gere verklaring en pertinent blijven bij
de verzekering, dat je niet hebt gescho
ten op Hoogerbeets, dan nadat je zelf
geraakt was. Daar hangt veel van die
verklaring af.
't Hooft. Ge hebt dus niet gehoord,
dat Hoogerbeets eene bedreiging zou heb
ben gedaan, toen gij door het Be schot
getroffen werd, nadat Rika door het 2e
was getroffen.
G. Neen, mijnheer.
O. Rika heeft u dus geene mededee-
ling van een bedreiging gedaan
G. Neen mijnheer.
O. Hoe lang is getuige verhinderd
geweest zijne bezigheden te doen?
P. Omstreeks 8 dagen.
O. Dan wensch ik de dagvaarding in
zooverre aangevuld te zien, //dat door de
verwonding van Balabréga voor dezen 8
dagen verhindering is ontstaan om te
werken" en het feit te qualificeeren als
zware mishandeling.
V. Heeft getuige verklaard dat hij
herroept de woorden //dat hij op Hoo
gerbeets heeft geschoten" In de verkla
ring voor den rechter-commissaris toch
luidt het, dat hij in de lucht heeft ge
schoten, maar hebt gij bij het 3e schot
bepaald op hem gemikt
G. Ja.
H. Ik heb heel veel aanmerking: de
getuigenis is niet juist, maar ik laat het
aan mijn verdediger over.
M. J. Mees, 42 jaar, predikant te
Haarlem.
P. Herkent u dien man?
G. Ja.
P. U weet van vroeger niets van hem
G. Pardon.
P. Ook niet omtrent zijne verhouding
tot Rika Meyland?
G. Neen.
P. U is gekomen van uw huis met
mevrouw, gaande langs de Hazepaters-
laan, daarop is u op het trottoir tegen
gekomen eene juffrouw met een meneer.
Is dat niet Balabréga en Rika Meyland?
G. Ja, meneer.
P. Liep achter hem niet een ander?
G. Ja.
P. Hoogerbeets?
G. Ja.
P. Toen is u doorgegaan en hebt ge
hoord wat?
G. Toen wij dien hoek omgingen had
Balabréga aan zijn rechterhand het meisje
en kwam naar ons toe. Ik zag dat de
persoon die achter hen liep een pistool
te voorschijn haalde en op den hals van
het meisje richtte. Toen schoot hij en ik
liep hem tegemoet en riepO God, man
wat doe je?
P. Op welke lijn stond u met het
meisje
G. Ik was haar nog niet voorbijgegaan.
P. Hebt u nog meer hooren schieten
G. Na het eerste schot zei mijn vrouw
Ga mee en toen hebben we ons omge
keerd en zijn de Hazepaterslaan inge
gaan, toen hoorden we meer schieten en
zijn in huis gegaan. Toen ik omkeek
zag ik nog bij de brievenbus haar ach
ter mij en iemand achter haar.
P. U heeft vroeger verklaard daarop
nog 2 schoten te hebben zien lossen.
G. Ik herinner mij dat er meer werd
geschoten, maar de latere schoten heb ik
niet gezien.
P. Kunt u zich nu nog herinneren dat u
dien man nog 2 schoten hebt zien af
schieten
G. Op dit oogenblik staat mij dat niet
helder voor den geest. Toen wij thuis
kwamen 's avonds heb ik onmiddellijk
opgeschreven wat er gebeurd was en
dat mijn vrouw voorgelezen. Dus wat ik
toen heb verklaard den volgenden dag
6 Sept. daar blijf ik bij, want dat is bij de
waarheid.
Y. Ik zou gaarne willen weten of ge
tuige er bij blijft, dat hij den man heeft
zien schieten op den hals van het meisje.
G. Ja, daar blijf ik bij.
O. Het was een afstand van ongeveer
2 M. nietwaar
G. Ja.
H. Bij de instructie werd gevraagd
aan meneer Mees: //herkent u dien man
en daarop antwoordde meneer Mees, ik
geloof het wel.
Mees. Mag ik er bijvoegen dat hij
toen wat zwarter was, omdat hij in vijf
dagen niet was geschoren
't Hooft. Zijn de tusschenpoozen tus-
schen het le en 2e schot grooter dan
tusschen het 2e en 3e
G. Dat kan ik niet zeggen.
Mevrouw M. J. M e e s, 38 jaar,
Haarlem.
P. Op den 5en Sept. is u toen niet
met meneer Mees uitgegaan van uw
huis naar den Dreef Is u toen niet
tegengekomen een man en vrouw die u
later weer gezien hebt, Balabréga en
Rika Meyland
G. Ja.
P. Was daar niet achter deze persoon,
Hoogerbeets.
G. Ik kan hem niet herkennen, het
was toen eenigszins donker.
P. Hebt u gezien dat die man een
revolver aanlei en hebt u toen hooren
schieten
G. Ja.
P. Heeft u ook gezien dat hij aanlei
op den hals van het meisje
G. Neen.
P. Heeft u gehoord dat het meisje zei
//Stans, Stans, doe het niet?"
G. Ja.
P. Toen u op den Dreef was hebt u
toen ook 2 schoten gehoord en hebt u
denzelfden persoon 3 schoten zien doen
Getuige antwoordt bevestigend en doet
voorlezing van aanteekeningen die zij bij
zich heeft.
P. Hebt u verder nog hooren schieten?
G. Ja, altijd door.
P. Hebt u dat meisje nog gezien
G. Neen, later heeft wel mijn man
omgekeken, maar ik zei//kom ga mee
in huis
Zitting van Vrijdag 11 Januari.
Jansje van der Laan, 15 jaar,
dienstbode bij mevrouw van Meeteren,
Haarlem.
P. Heb je op 5 September iets gezien
van schieten in de Hazepaterslaan?
Waar was je?
G. Midden op de groote steenen tus
schen het huis van meneer Koopmans
en Quarles.
P. Wat heb je toen gezien?
G. Ik zag Balabréga en een meisje en
achter hem Hoogerbeets en die schoot.
P. Liep Balabréga met Rika?
G. Ja, op den hoek viel het eerste
schot.
P. Was Hoogerbeets toen ook al in
de Hazepaterslaan?
G. Dat heb ik niet gezien.
P. Heeft toen Balabréga geschoten
G. Neen.
P. Zijn ze gezamenlijk doorgeloopen
G. Het meisje is naar het hek ge
loopen en heeft zich er aan vastgehou
den. Balabréga ging even van haar af.
Toen is Rika naar den anderen hoek
geloopen en daar heb ik het 2e schot
zien vallen van Hoogerbeets. Toen ben
ik geloopen tot het huis van meneer
Prins, aldoor omkijkende.
P. Heb je toen Balabréga nog gezien?
G. Neen, later wel, toen de schoten
heen en weer vielen.
P. Ben je toen terug geloopen?
G. Ja.
P. Hoe ver waren ze van elkaar af?
G. Dat kan ik niet zeggen.
P. Toen schoten ze over en weer niet
waar?
G. Ja.
P. Heb je ds. Mees ook gezien
G. Die is later gekomen, ik heb hem
later gezien na het 2e schot.
P. Heb je gezien, dat Hoogerbeets is
weggegaan
G. Die is den Dreef ingegaan.
P. Weet je niet precies hoeveel scho
ten er gevallen zijn
G. Neen.
't Hooft. Ze spreekt van 2 schoten
die gevallen zijn. Heb je vóór dien tijd
ook schoten gehoord?
G. Ja, twee.
't Hooft. Dus dat waren het 3e en
4e schot die je hebt gezien Heb je pre
cies gezien of allebei de schoten op Rika
gericht waren of ook een op Balabréga
Del Court. Kan je ook zeggen hoe
veel seconden tusschen de 2 schoten ver
liepen
G. Niet precies, maar ze volgden heel
kort op elkaar.
V. Blijft dit meisje pertinent verkla
ren dat het 2 schoten waren
G. Ja.
P. Liep Balabréga gearmd met Rika
G. Dat ik gezien heb ja, meneer.
H. Een kleine opmerking. Het meisje
verklaart dat zij meent dat Balabréga
met Rika gearmd liep, maar ik kan
niet onderstellen dat Balabréga, na een
schot van mij te hebben gekregen, nog
gearmd liep.
P. R ij b r o e k, opperman, 18 jaar,
Haarlem.
P. Ben je den 5en Sept. op den Dreef
geweest waar stond je toen
G. Ik stond even op de helft van het
paleis.
P. Toen je de eerste keer iets hoorde,
waar was je toen
G. Over den ingang van het Florapark.
P. Wat hoorde je
G. Ik hoorde schoten lossen.
P. Zag je iets
G. Neen wij zijn dadelijk doorgeloopen
toen wij een 2e schot hoorden. Bij de
bank bij de paaltjes, daar heeft de baas
zijn dochtertje neergezet.
P. Kon je geen vuur zien
G. Neen.
P. Toen ben je alleen doorgegaan.
Hoever
G. Ik ben schuin overgestoken.
P. Wat heb je toen gezien en gehoord
G. Ik heb toen een schot gezien van
Hoogi-rbeets, ik zag hem een schot op
den Dreef lossen, dat was het derde schot.
P. Kon je den man zien?
G. Ik zag wel een schaduw.
P. Zag je ook andere menschen
G. Ja, die waren een eindje verder.
P. Ben je er nog dichter bij gegaan
G. Neen.
P. Heb je nog meer schoten gehoord?
G. Ja, van den anderen kant.
P. Waar kwam het 4de schot van
daan
G. Uit schuine richting, van de Ha
zepaterslaan.
P. Heb je toen nog meer schoten
gezien
G. Ja, nog twee.
P. Heb je menschen gezien met een
revolver?
G. Neen ik heb er wel een zien
zwaaien.
P. Heb je Hoogerbeets zien wegloo-
pen
G. Ja, langs den huizenkant op het
zwarte pad. Ik ben hem schuins nage-
loopen.
Zag je toen al dat het Hoogerbeets was?
G. Neen, dat heb ik eerst verderop
gezien.
P. Schreeuwde hij ook?
G. Hij brulde.
P. Heb je gezien dat hij werd aan
gehouden
G. Ja, op het Houtplein.
P. Heb je gezien dat een politie-agent
hem de revolver heeft afgenomen
G. Ja.
't Hooft. In de instructie verklaart
Rijbroek dat het 3e en 4e schot is ge
lost op den Dreef en dat toen Hooger
beets hen gevolgd is en schoot in de
Hazepaterslaan.
Y. Kan hij verklaren dat bij het 3e
en 4e schot het vuurwapen naar hem
toe was gekeerd of naar de Hazepaters
laan Alleen dan heeft zijn verklaring
stellige beteekenis.
G. Ik heb alleen vuur gezien, ik kan
er niet meer van zeggen.
P. In de instructie staat dat hij in de
Hazepaterslaan is geweest, die verklaring
legde hij af op den 19en Sept., nu zegt
hij dat hij er niet is geweest.
V. Verklaart hij dat hij den indruk
kreeg dat het vierde schot uit de Haze
paterslaan werd geschoten
G. Dat schot kwam uit de Hazepa
terslaan.
't H o o f t. In de instructie heeft hij
verklaard dat hij het 5e schot zag komen
uit de Hazepaterslaan.
O. Er staat ook, dat het 3e en 4e
schot van den Dreef werden gelost. Heb
je wel vaak een pistool zien afschieten
G. Neen, niet vaak.
O. Dan weet ik niet, hoe je zoo zeker
kon zeggen in welke richting het schot
viel.
P. Hoeveel schoten heb je gehoord
vóórdat je het schot uit de Hazepaters
laan zag?
G. Drie.
P. Heb je Hoogerbeets ook gezien of
Balabréga?
G. Neen, ik heb wel personen gezien,
maar wist toen niet wie het waren.
H. Deze getuige is zoo goed
met de situatie bekend als ik; kan ge
tuige verklaren of het vierde schot kwam
van den Wagenweg of daarnaartoe?
P. Ja, dat heeft hij gezegd.
V. Het proces-verbaal is niet goed,
het is opgemaakt door den inspecteur
Wybenga en gisteren is gebleken, dat
een ander proces-verbaal van denzelfde
ook niet deugde.
't Hooft. U zal dat toch wel niet
zeggen van dat van den rechter-commis
saris
V. Meneer de rechter, het is een be
kend feit dat processen-verbaal van po-
litie-inspecteurs en rechter-commissaris
sen altijd met elkander kloppen. Hier heb
ben wij eene mondelinge verklaring, er
is geen reden daaraan te twijfelen de
man weet zelf niet eens, welke juridische
waarde ik aan zijn verklaring hecht.
Deze brief is door beklaagde in de ge
vangenis geschreven en behoort tot die
brieven, die, op last van den officier v.
justitie zijn voorgelezen:
Vriend Ducro
U zal de berichten omtrent het voor
gevallene in den avond van 5 Septem
ber wel gelezen hebben. Deze plaatselijke
kletsblaadjes gaan met hnnne berichten
geheel bezijden de waarheid, door gebrek
aan goede informatie.
Ik ga u een omstandig verhaal doen.
Op bovengemelden avond ontmoette
ik Rika Meyland in de Gierstraat. Een
blik op haar persoon geworpen, deed mij
bijna stikken van woede, opgewekt door
de gedachte dat alles in deze maatschappij
zich verschachert zich verpatst aan den
meestbiedende! En dan komen er revo-
lutionnairen als die Toepoel die me gaat
lasteren omdat ik gezegd heb, dat hij om
der wille van een kliekje voor die meid
partij kiest wat de waarheid is, maar
dat hij natuurlijk niet verdragen kan.
Wiens brood men eet diens woord
men spreekt. Die man zijn praatjes heb
ben er heel wat toe bijgedragen om mij
tot het uiterste te drijven. Hij is door
die meid overgehaald om als vrederech
ter op te treden maar daarvoor is de man
alles behalve de rechte man op de rechte
plaats.
Maar ik wil niet verder afwijken, ik
zal voortgaan u het gebeurde te ver
halen.
Na wat heen en weer geloopen te
hebben (het was al half duister) voegde
zich Balabréga bij haar; ze liepen naast
elkander, net alsof ze bij elkaar hoorden
en kozen alweer den uitersten omweg
om naar den Hout te komen. Ook daar
gekomen kozen ze den stillen kant van
den Dreef om toch maar zoo min moge
lijk door het publiek te worden opge
merkt.
Is dit nu niet het bewijs, dat ze door
hem verloochend wordt?
En kijk, als ik dit nu zeg, dan heet
ik een patser, een field.
De gedachte dat die Balabréga weer
van die meid ging profiteeren, en dit
toch voor de wereld niet wil weten,
maakte me razend van woede. Ik kwam
tot het vast besluit om met lood te pro
testeeren tegen de lafhartigheid de ge
meenheid en de karakterloosheid van de
menschen. Daar ze zeer langzaam voort
gingen, kon ik door den pas te versnellen
ze een dertig passen vóórkomen. Toen
ik hen zooveel vooruit was draaide ik
mij om en wilde haar in het front het licht
uitblazen, omdat ik een afkeer van heb
iemand van achteren aan te vallen. Maar
de mensch wikt en de omstandigheden
beschikken; of wel ze kunnen iemands
plannen aanmerkelijk wijzigen.
Als ik haar aanzag ontzonk mij de
moed 'n mensch het leven te ontnemen
warin ik zooveel belang stelde, de pistool
verdween dus weer even spoedig als ik
hem te voorschijn had gehaald. Doch
toen ze gepasseerd waren maakte dezelfde
hartstocht zich op nieuw van mij mees
ter, en ik loste toen even als gemeld is
geworden op zeer korten afstand mijn
revolver op haar tot driemaal toe. Niet
anders denkende dan dat het pleit be
slecht zou zijn maakte ik aanstalte om
mij zelve in donker te zetten, toen er
een schot viel en gelijktijdig mij het
lood in de borst voelde dringen. Ik
draaide mij om en zag dat Balabréga op
ongeveer 15 passen afstand van mij ver
wijderd opnieuw zijn pistool spande
waarop ik hetzelfde deed en er omtrent
gelijktijdig twee schoten knalden. Dade
lijk bragt ik het pistool weer in den
aanslag en schoot. Balabréga had zich
voor dit laatste schot viel half omge
draaid, door welke verandering van po.
sitie hem waarschijnlijk de kogel in de
zijde gedrongen is.
Nog een of twee schoten zijn er daarna
van beide kanten gelost, waarna ik mjj
terug trok omdat mijne patronen ver
schoten waren.
(Zie vervolg in het volgend num
mer, Bijvoegsel
4K8YHBPAM, 12 Jan.
Da prSïtn aer Aardappelen waren al» volgt;
tMewhe Dokkumer Jaramsn e 3,20 a 8,40, dito
.?raneker Jammen f2,90 a 3.20, do. En^elsch»
12,60 a 2,70, do. Muntersche f0.0,
ieeuwsche Spuitohe Jammen f 4.50 - 5,10. Seid,
-S.anwe f 2,80 a 2,60, Pru'sische Hamburgen
iito Roode f2,20 a 8,20, Sakiiioh# f 3,50 a 4,80
Seeawsche Poters f 0,0,do. Flakkeeschi
f 8,50 a 4,50, dito Blauwe f 2,20 a 2,40, Hille-
gommer do. f 0,a 0,Haarlemmer id. f 0,—
a 0,allen p6r Hl.
A'inxave&rd 0 vatsch» ladingen.
Suiker: Biet iets vaster, ufaraffine-rd kalm.
Petroleum onveranderd.
rr. i op «.«ciiiit hougger, Maart f209, Mei
f211.
Nlastring van de Commissie voor dan Graan-
- nJct. Rogga op l»7eriny aanvankelijk lager,
sluit hooger, Maart f 124, 125, Mei f 129, 128,
Notering van Menae Sc Thol*. Aoouaad op
«00 Kg. Olie stil.
Lynzaad onveranderd.
Raapolie flauw, vuegend per 100 Kg.
85lo. Mei f82, lo. Sept. Des. f 263/.-
Lijnolie prijshoudend; vliegend per 100 Kg.
f21, lo. Febr. f 20'/^, lo. Maart Mei f21
lo. Juni/Aug. f217/,, lo. Sept./Dec. f 21 s/8.
Raapkoeken f 92 a 105 per 1040 stuks
Lijnkoeken f9,50 a 12,50 per 104 stuks.
Zwolle, 11 Jan. Boter, Prima Gras f29,
a 31,50 afwijkende f27,a 28,2e soort
f 22,— a 24.—.
Leiden, 11 Jan. De aanvoer en prijzen ter
Veemarkt van heden waren als volgt; 10 Stieren
f 60 a 90, 84 vette Ossen en Koeien f 118 s
254 of f 0,56 a 0,68 per Kg., 80 Vare id. f 90
a 184, Graskalvereu f 0.a 42 vette id.
f84 a 70 of f 0,65 a 0,80 per Kg., 17 nuchtere
id. f4,a 8,375 >ette Schapen f 18 a 30,
of t 0,45 a 0,50 per Kg., 45 weide do. 14,
a 23,Lammeren f 0,a 0,12
magere Varkens f 12 a 17, 28 Biggen f 5,a
10,8 Paarden f 19 a 26, 90 Kalf- en
Melkkoeien f 94 a 228.
Predikbeurten der M. Hsrv. Kerken
TE HAARLEM.
Op Zondag 13 Januari 1889.
Groote Kerk.
Voorm. 10 ure, Smeding. Avondmaal.
Nam. 2 ure, Knottenbelt. Dankzegging.
s Avonds 6 ure, Brutel de la lti.ière. Dankz.
Niewoe Kerk.
Voorm. 10 ure, Moeton. Avondmaal.
Jans-Kerk.
Voorm. 10 ure, J. van Loenen Martinet,
pred» te Sandpoort.
Vryadgavond 8 ure, Hoog. Voorbereiding en bo-
vestiging van nieuwe leden.
Bakenesser Kerk.
(Voor de Kinderen.)
Voorm. 10 ure, Knottenbelt.
Waalsche Kerk.
Voorm. 10 ure, Debry.
Christelijk Gereformeerde Gemeente
Gedempte Oude Gracht.
Voorm. 10 ure, 's Avonds 5 ure, Mulder.
Klein Heiligland.
Voorm. 10 ure, 's Avonds 5 ure, Schotel.
Donderdagav. 8 ure, Schotel.
Lutfiersche Kerk.
Voorm. 10 ure, B. H. d'Auzon,
beroepen pred. te Edam,
's Avonds 6 ure, Poolman.
Kerk der Vereenitjde Doopsgezinden.
Voorm. 10 ure, de Lanoy.
's Avonds 6 ure, do Vries.
Remonstrante Kerk.
Voorm. 10 ure, Tideman.
Broedergemeente.
Voorm. 10 ure, WeiBS.
Donderdagav. 8 ure, Weiss.
Noorderkerk Ridderstraat
Nederd. Geref. Gem. (doleerende).
Voorm. 10 ure, A. van Schelven,
rustend pred. te Oude Wetering.
Bevestiging van ds. J. Langhout.
'sAvonds 6 ure, A. van Schelven,
rustend pred. te Oude Wetering.
Intrede van ds. J. Langhout.
Donderdagavond 7l/a are, A. van Veelo,
pred. te Rotterdam.
Chr. bewaarschool Lange üeerenvest.
Maandagavond 8 ure, Moeton. Bijbellezing.
Luk. 9 57 enz.
Lokaal in de Oranjestraat. _j
Dinsdagavond 8 ure, Snethlage. Bijbellezing.
Ds. Tideman zal Dinsdagavond geen les geven.
Nederd. Herv. Kerk,
llennebroek.
Voorm. 10 ure, G. van Herwaaiden.
Doopsbediening.
Nam. 4!/j are, G. van Herwaarden. -
Beverwijk.
Voorm. 10 ure, C. J. Brutel de la Rivière,
pred. te Hiarlem.
Evang. Luthersche Kerk.
Voorm. 10 ure, K. A. Gonlag.
Doopsgezinde Kerk.
Voorm. 10 ure, J. Sepp.
Bloeinendaal.
Voorm. 10 ure, J. D. van ArkeL
Nam. 2ure, J. D. van Arkel.
Heemstede.
Voorm. 10 ure, O. Schriecke,
pred. te Zandvoort.
Hillegom.
Voorm. 10 ure, M. Buchli Fcst.
Houtrijk en Polanen.
Voorm. 9l/s are, W. Beekhuis,;
pred. tej Uitgeest.
Santpoort.
Voorm. 10 ure, geen dienst.
Nam. 2 ure, J. van Loenen Martenet.
üpaarndam.
Voorm. 10 ure, II. J. Bergsma.
Donderdagav. 7 ure, H. J. Bergsma.
Velgen,
Voorm. O'/j ure, J. C. Boon, pred. te Beverwijk,
's Avonds, geen dienst.
Zandvoort.
Voorm. 10 ure, G. Verrijn Stuart,
Theol. cand. te Amsterdam.
Nam. 2 ure, O. Schriecke.
Voorbereiding en Doopsbediening.