G. Dat heb ih niet gezegd. P. Ben je niet in de stad geloopen naar dr. Fyau om dien te halen en heb je over pijn geklaagd G. Ja, ik wist dat ik gewond w&9. P. Hoe wi9t je dat? G. Ik voelde pijn in den mg. P. Was het niet vlak naast den rug- gepraat G. Ja. P. De kogel zit er nog in, nietwaar G. Volgens alle waarschijnlijkheid ja. P. Na het 3e schot beu je doorgeloo- pen en toen met het vierde schot gewond. Heb je toen de revolver uit het foudraal gehaald G. Ja. P. En gespannen en geladen G. Ze was geladen. P. Wat heb je er toen mee gedaan G. Geschoten. P. Op wien G. Op Hoogerbeet9. P. Je hebt in het begin beweerd, dat het eerste schot geketst had. Later is ge bleken dat dit onmogelijk was omdat er nog twee gevulde patronen in de revolver aanwezig waren en de deskundige ver klaart, (lat het schot niet had geketst. Dat is dus eene vergissing. G. Ik geloof dat ik den laadstok eerst had laten zitten en toen uitgetrokken ik had eerst eenige belemmering. P. Heb je met het eerste schot bepaald gemikt op Hoogerbeets? G. Neen. P. Maar het 2e G. Ook niet. P. Het derde dan G. Dat wel. P. Waarom G. Omdat ik dacht dat hij wel weg zou gegaan zijn met de eerste schoten, maar toen hij bleef doorschieten heb ik gemikt. P. Hoever stond jelui van elkaar af? G. Ongeveer een pas of 15. P. Kou je goed zien G. Neen, mijnheer. P. En toen je dat laatste schot hebt afgevuurd, no. 3, toen kon je merken dat het raak was, daar Hooger beets begon te brullen. Waar was Rika toen G. Ik heb haar toen niet gezien. P. Hoeveel minuten heeft dat geduurd; het kan brast geen twee of drie minuten geduurd hebben, en stond zij nog voor het huis van julfr. Kuiper? lu dien tijd zijn drie schoten door u en twee door Hoogerbeets afgevuurd. G. Het ging zeer gauw. P. Dus je stond tegenover elkander G. Ja, mijnheer. P. Ben je eerst nog in huis van juf frouw Kuiper gegaan en naar boven ol ben je terstond naar dr. Fyan gegaan. G. Ik ben terstond naar dr. Fyan ge gaan, die na mij is gekomen. P. Ben je bij het onderzoek geweest Heb je gezien waar Rika getroffen was en heb je de kogels gezien en de won den in het dijbeen en den rug G. Neen, mijnheer. P. Toen je naar Fyan toeging, droeg je toen de revolver bij je G. Ja, mijnheer. P. Je hebt de revolver weder in het surtout gedaan en over de schutting ge worpen. Je dacht daar zal men hem niet vinden. Jij was bang omdat je geschoten had. P. Droeg je dien draagband altijd G. Ja. P. Ben je in het gasthuis geweest G. Nietlang. Ik ben naar huis gebracht. P. Zit de kogel er nog in G. Waarschijnlijk wel, althans volgens de verklaring van de doctoren. (De President gelast de kleeren van getuige te toonen, welke hij toen droeg, waarbij de draagbandalle vertoonen gaten door den kogel gemaakt). P. Je verklaring komt dus hier op neer: Je was nog op de Dreef toen het derde schot is gelost. Het vierde schot van Hoogerbeets is gelost in de Haze- paterslaan. Na het vierde schot heb je goed gemikt en toen heb je Hoogerbeets geraakt. Ge kunt dus blijven bij de vroe gere verklaring en pertinent blijven bij de verzekering, dat je niet hebt gescho ten op Hoogerbeets, dan nadat je zelf geraakt was. Daar hangt veel van die verklaring af. 't Hooft. Ge hebt dus niet gehoord, dat Hoogerbeets eene bedreiging zou heb ben gedaan, toen gij door het Be schot getroffen werd, nadat Rika door het 2e was getroffen. G. Neen, mijnheer. O. Rika heeft u dus geene mededee- ling van een bedreiging gedaan G. Neen mijnheer. O. Hoe lang is getuige verhinderd geweest zijne bezigheden te doen? P. Omstreeks 8 dagen. O. Dan wensch ik de dagvaarding in zooverre aangevuld te zien, //dat door de verwonding van Balabréga voor dezen 8 dagen verhindering is ontstaan om te werken" en het feit te qualificeeren als zware mishandeling. V. Heeft getuige verklaard dat hij herroept de woorden //dat hij op Hoo gerbeets heeft geschoten" In de verkla ring voor den rechter-commissaris toch luidt het, dat hij in de lucht heeft ge schoten, maar hebt gij bij het 3e schot bepaald op hem gemikt G. Ja. H. Ik heb heel veel aanmerking: de getuigenis is niet juist, maar ik laat het aan mijn verdediger over. M. J. Mees, 42 jaar, predikant te Haarlem. P. Herkent u dien man? G. Ja. P. U weet van vroeger niets van hem G. Pardon. P. Ook niet omtrent zijne verhouding tot Rika Meyland? G. Neen. P. U is gekomen van uw huis met mevrouw, gaande langs de Hazepaters- laan, daarop is u op het trottoir tegen gekomen eene juffrouw met een meneer. Is dat niet Balabréga en Rika Meyland? G. Ja, meneer. P. Liep achter hem niet een ander? G. Ja. P. Hoogerbeets? G. Ja. P. Toen is u doorgegaan en hebt ge hoord wat? G. Toen wij dien hoek omgingen had Balabréga aan zijn rechterhand het meisje en kwam naar ons toe. Ik zag dat de persoon die achter hen liep een pistool te voorschijn haalde en op den hals van het meisje richtte. Toen schoot hij en ik liep hem tegemoet en riepO God, man wat doe je? P. Op welke lijn stond u met het meisje G. Ik was haar nog niet voorbijgegaan. P. Hebt u nog meer hooren schieten G. Na het eerste schot zei mijn vrouw Ga mee en toen hebben we ons omge keerd en zijn de Hazepaterslaan inge gaan, toen hoorden we meer schieten en zijn in huis gegaan. Toen ik omkeek zag ik nog bij de brievenbus haar ach ter mij en iemand achter haar. P. U heeft vroeger verklaard daarop nog 2 schoten te hebben zien lossen. G. Ik herinner mij dat er meer werd geschoten, maar de latere schoten heb ik niet gezien. P. Kunt u zich nu nog herinneren dat u dien man nog 2 schoten hebt zien af schieten G. Op dit oogenblik staat mij dat niet helder voor den geest. Toen wij thuis kwamen 's avonds heb ik onmiddellijk opgeschreven wat er gebeurd was en dat mijn vrouw voorgelezen. Dus wat ik toen heb verklaard den volgenden dag 6 Sept. daar blijf ik bij, want dat is bij de waarheid. Y. Ik zou gaarne willen weten of ge tuige er bij blijft, dat hij den man heeft zien schieten op den hals van het meisje. G. Ja, daar blijf ik bij. O. Het was een afstand van ongeveer 2 M. nietwaar G. Ja. H. Bij de instructie werd gevraagd aan meneer Mees: //herkent u dien man en daarop antwoordde meneer Mees, ik geloof het wel. Mees. Mag ik er bijvoegen dat hij toen wat zwarter was, omdat hij in vijf dagen niet was geschoren 't Hooft. Zijn de tusschenpoozen tus- schen het le en 2e schot grooter dan tusschen het 2e en 3e G. Dat kan ik niet zeggen. Mevrouw M. J. M e e s, 38 jaar, Haarlem. P. Op den 5en Sept. is u toen niet met meneer Mees uitgegaan van uw huis naar den Dreef Is u toen niet tegengekomen een man en vrouw die u later weer gezien hebt, Balabréga en Rika Meyland G. Ja. P. Was daar niet achter deze persoon, Hoogerbeets. G. Ik kan hem niet herkennen, het was toen eenigszins donker. P. Hebt u gezien dat die man een revolver aanlei en hebt u toen hooren schieten G. Ja. P. Heeft u ook gezien dat hij aanlei op den hals van het meisje G. Neen. P. Heeft u gehoord dat het meisje zei //Stans, Stans, doe het niet?" G. Ja. P. Toen u op den Dreef was hebt u toen ook 2 schoten gehoord en hebt u denzelfden persoon 3 schoten zien doen Getuige antwoordt bevestigend en doet voorlezing van aanteekeningen die zij bij zich heeft. P. Hebt u verder nog hooren schieten? G. Ja, altijd door. P. Hebt u dat meisje nog gezien G. Neen, later heeft wel mijn man omgekeken, maar ik zei//kom ga mee in huis Zitting van Vrijdag 11 Januari. Jansje van der Laan, 15 jaar, dienstbode bij mevrouw van Meeteren, Haarlem. P. Heb je op 5 September iets gezien van schieten in de Hazepaterslaan? Waar was je? G. Midden op de groote steenen tus schen het huis van meneer Koopmans en Quarles. P. Wat heb je toen gezien? G. Ik zag Balabréga en een meisje en achter hem Hoogerbeets en die schoot. P. Liep Balabréga met Rika? G. Ja, op den hoek viel het eerste schot. P. Was Hoogerbeets toen ook al in de Hazepaterslaan? G. Dat heb ik niet gezien. P. Heeft toen Balabréga geschoten G. Neen. P. Zijn ze gezamenlijk doorgeloopen G. Het meisje is naar het hek ge loopen en heeft zich er aan vastgehou den. Balabréga ging even van haar af. Toen is Rika naar den anderen hoek geloopen en daar heb ik het 2e schot zien vallen van Hoogerbeets. Toen ben ik geloopen tot het huis van meneer Prins, aldoor omkijkende. P. Heb je toen Balabréga nog gezien? G. Neen, later wel, toen de schoten heen en weer vielen. P. Ben je toen terug geloopen? G. Ja. P. Hoe ver waren ze van elkaar af? G. Dat kan ik niet zeggen. P. Toen schoten ze over en weer niet waar? G. Ja. P. Heb je ds. Mees ook gezien G. Die is later gekomen, ik heb hem later gezien na het 2e schot. P. Heb je gezien, dat Hoogerbeets is weggegaan G. Die is den Dreef ingegaan. P. Weet je niet precies hoeveel scho ten er gevallen zijn G. Neen. 't Hooft. Ze spreekt van 2 schoten die gevallen zijn. Heb je vóór dien tijd ook schoten gehoord? G. Ja, twee. 't Hooft. Dus dat waren het 3e en 4e schot die je hebt gezien Heb je pre cies gezien of allebei de schoten op Rika gericht waren of ook een op Balabréga Del Court. Kan je ook zeggen hoe veel seconden tusschen de 2 schoten ver liepen G. Niet precies, maar ze volgden heel kort op elkaar. V. Blijft dit meisje pertinent verkla ren dat het 2 schoten waren G. Ja. P. Liep Balabréga gearmd met Rika G. Dat ik gezien heb ja, meneer. H. Een kleine opmerking. Het meisje verklaart dat zij meent dat Balabréga met Rika gearmd liep, maar ik kan niet onderstellen dat Balabréga, na een schot van mij te hebben gekregen, nog gearmd liep. P. R ij b r o e k, opperman, 18 jaar, Haarlem. P. Ben je den 5en Sept. op den Dreef geweest waar stond je toen G. Ik stond even op de helft van het paleis. P. Toen je de eerste keer iets hoorde, waar was je toen G. Over den ingang van het Florapark. P. Wat hoorde je G. Ik hoorde schoten lossen. P. Zag je iets G. Neen wij zijn dadelijk doorgeloopen toen wij een 2e schot hoorden. Bij de bank bij de paaltjes, daar heeft de baas zijn dochtertje neergezet. P. Kon je geen vuur zien G. Neen. P. Toen ben je alleen doorgegaan. Hoever G. Ik ben schuin overgestoken. P. Wat heb je toen gezien en gehoord G. Ik heb toen een schot gezien van Hoogi-rbeets, ik zag hem een schot op den Dreef lossen, dat was het derde schot. P. Kon je den man zien? G. Ik zag wel een schaduw. P. Zag je ook andere menschen G. Ja, die waren een eindje verder. P. Ben je er nog dichter bij gegaan G. Neen. P. Heb je nog meer schoten gehoord? G. Ja, van den anderen kant. P. Waar kwam het 4de schot van daan G. Uit schuine richting, van de Ha zepaterslaan. P. Heb je toen nog meer schoten gezien G. Ja, nog twee. P. Heb je menschen gezien met een revolver? G. Neen ik heb er wel een zien zwaaien. P. Heb je Hoogerbeets zien wegloo- pen G. Ja, langs den huizenkant op het zwarte pad. Ik ben hem schuins nage- loopen. Zag je toen al dat het Hoogerbeets was? G. Neen, dat heb ik eerst verderop gezien. P. Schreeuwde hij ook? G. Hij brulde. P. Heb je gezien dat hij werd aan gehouden G. Ja, op het Houtplein. P. Heb je gezien dat een politie-agent hem de revolver heeft afgenomen G. Ja. 't Hooft. In de instructie verklaart Rijbroek dat het 3e en 4e schot is ge lost op den Dreef en dat toen Hooger beets hen gevolgd is en schoot in de Hazepaterslaan. Y. Kan hij verklaren dat bij het 3e en 4e schot het vuurwapen naar hem toe was gekeerd of naar de Hazepaters laan Alleen dan heeft zijn verklaring stellige beteekenis. G. Ik heb alleen vuur gezien, ik kan er niet meer van zeggen. P. In de instructie staat dat hij in de Hazepaterslaan is geweest, die verklaring legde hij af op den 19en Sept., nu zegt hij dat hij er niet is geweest. V. Verklaart hij dat hij den indruk kreeg dat het vierde schot uit de Haze paterslaan werd geschoten G. Dat schot kwam uit de Hazepa terslaan. 't H o o f t. In de instructie heeft hij verklaard dat hij het 5e schot zag komen uit de Hazepaterslaan. O. Er staat ook, dat het 3e en 4e schot van den Dreef werden gelost. Heb je wel vaak een pistool zien afschieten G. Neen, niet vaak. O. Dan weet ik niet, hoe je zoo zeker kon zeggen in welke richting het schot viel. P. Hoeveel schoten heb je gehoord vóórdat je het schot uit de Hazepaters laan zag? G. Drie. P. Heb je Hoogerbeets ook gezien of Balabréga? G. Neen, ik heb wel personen gezien, maar wist toen niet wie het waren. H. Deze getuige is zoo goed met de situatie bekend als ik; kan ge tuige verklaren of het vierde schot kwam van den Wagenweg of daarnaartoe? P. Ja, dat heeft hij gezegd. V. Het proces-verbaal is niet goed, het is opgemaakt door den inspecteur Wybenga en gisteren is gebleken, dat een ander proces-verbaal van denzelfde ook niet deugde. 't Hooft. U zal dat toch wel niet zeggen van dat van den rechter-commis saris V. Meneer de rechter, het is een be kend feit dat processen-verbaal van po- litie-inspecteurs en rechter-commissaris sen altijd met elkander kloppen. Hier heb ben wij eene mondelinge verklaring, er is geen reden daaraan te twijfelen de man weet zelf niet eens, welke juridische waarde ik aan zijn verklaring hecht. Deze brief is door beklaagde in de ge vangenis geschreven en behoort tot die brieven, die, op last van den officier v. justitie zijn voorgelezen: Vriend Ducro U zal de berichten omtrent het voor gevallene in den avond van 5 Septem ber wel gelezen hebben. Deze plaatselijke kletsblaadjes gaan met hnnne berichten geheel bezijden de waarheid, door gebrek aan goede informatie. Ik ga u een omstandig verhaal doen. Op bovengemelden avond ontmoette ik Rika Meyland in de Gierstraat. Een blik op haar persoon geworpen, deed mij bijna stikken van woede, opgewekt door de gedachte dat alles in deze maatschappij zich verschachert zich verpatst aan den meestbiedende! En dan komen er revo- lutionnairen als die Toepoel die me gaat lasteren omdat ik gezegd heb, dat hij om der wille van een kliekje voor die meid partij kiest wat de waarheid is, maar dat hij natuurlijk niet verdragen kan. Wiens brood men eet diens woord men spreekt. Die man zijn praatjes heb ben er heel wat toe bijgedragen om mij tot het uiterste te drijven. Hij is door die meid overgehaald om als vrederech ter op te treden maar daarvoor is de man alles behalve de rechte man op de rechte plaats. Maar ik wil niet verder afwijken, ik zal voortgaan u het gebeurde te ver halen. Na wat heen en weer geloopen te hebben (het was al half duister) voegde zich Balabréga bij haar; ze liepen naast elkander, net alsof ze bij elkaar hoorden en kozen alweer den uitersten omweg om naar den Hout te komen. Ook daar gekomen kozen ze den stillen kant van den Dreef om toch maar zoo min moge lijk door het publiek te worden opge merkt. Is dit nu niet het bewijs, dat ze door hem verloochend wordt? En kijk, als ik dit nu zeg, dan heet ik een patser, een field. De gedachte dat die Balabréga weer van die meid ging profiteeren, en dit toch voor de wereld niet wil weten, maakte me razend van woede. Ik kwam tot het vast besluit om met lood te pro testeeren tegen de lafhartigheid de ge meenheid en de karakterloosheid van de menschen. Daar ze zeer langzaam voort gingen, kon ik door den pas te versnellen ze een dertig passen vóórkomen. Toen ik hen zooveel vooruit was draaide ik mij om en wilde haar in het front het licht uitblazen, omdat ik een afkeer van heb iemand van achteren aan te vallen. Maar de mensch wikt en de omstandigheden beschikken; of wel ze kunnen iemands plannen aanmerkelijk wijzigen. Als ik haar aanzag ontzonk mij de moed 'n mensch het leven te ontnemen warin ik zooveel belang stelde, de pistool verdween dus weer even spoedig als ik hem te voorschijn had gehaald. Doch toen ze gepasseerd waren maakte dezelfde hartstocht zich op nieuw van mij mees ter, en ik loste toen even als gemeld is geworden op zeer korten afstand mijn revolver op haar tot driemaal toe. Niet anders denkende dan dat het pleit be slecht zou zijn maakte ik aanstalte om mij zelve in donker te zetten, toen er een schot viel en gelijktijdig mij het lood in de borst voelde dringen. Ik draaide mij om en zag dat Balabréga op ongeveer 15 passen afstand van mij ver wijderd opnieuw zijn pistool spande waarop ik hetzelfde deed en er omtrent gelijktijdig twee schoten knalden. Dade lijk bragt ik het pistool weer in den aanslag en schoot. Balabréga had zich voor dit laatste schot viel half omge draaid, door welke verandering van po. sitie hem waarschijnlijk de kogel in de zijde gedrongen is. Nog een of twee schoten zijn er daarna van beide kanten gelost, waarna ik mjj terug trok omdat mijne patronen ver schoten waren. (Zie vervolg in het volgend num mer, Bijvoegsel 4K8YHBPAM, 12 Jan. Da prSïtn aer Aardappelen waren al» volgt; tMewhe Dokkumer Jaramsn e 3,20 a 8,40, dito .?raneker Jammen f2,90 a 3.20, do. En^elsch» 12,60 a 2,70, do. Muntersche f0.0, ieeuwsche Spuitohe Jammen f 4.50 - 5,10. Seid, -S.anwe f 2,80 a 2,60, Pru'sische Hamburgen iito Roode f2,20 a 8,20, Sakiiioh# f 3,50 a 4,80 Seeawsche Poters f 0,0,do. Flakkeeschi f 8,50 a 4,50, dito Blauwe f 2,20 a 2,40, Hille- gommer do. f 0,a 0,Haarlemmer id. f 0,— a 0,allen p6r Hl. A'inxave&rd 0 vatsch» ladingen. Suiker: Biet iets vaster, ufaraffine-rd kalm. Petroleum onveranderd. rr. i op «.«ciiiit hougger, Maart f209, Mei f211. Nlastring van de Commissie voor dan Graan- - nJct. Rogga op l»7eriny aanvankelijk lager, sluit hooger, Maart f 124, 125, Mei f 129, 128, Notering van Menae Sc Thol*. Aoouaad op «00 Kg. Olie stil. Lynzaad onveranderd. Raapolie flauw, vuegend per 100 Kg. 85lo. Mei f82, lo. Sept. Des. f 263/.- Lijnolie prijshoudend; vliegend per 100 Kg. f21, lo. Febr. f 20'/^, lo. Maart Mei f21 lo. Juni/Aug. f217/,, lo. Sept./Dec. f 21 s/8. Raapkoeken f 92 a 105 per 1040 stuks Lijnkoeken f9,50 a 12,50 per 104 stuks. Zwolle, 11 Jan. Boter, Prima Gras f29, a 31,50 afwijkende f27,a 28,2e soort f 22,— a 24.—. Leiden, 11 Jan. De aanvoer en prijzen ter Veemarkt van heden waren als volgt; 10 Stieren f 60 a 90, 84 vette Ossen en Koeien f 118 s 254 of f 0,56 a 0,68 per Kg., 80 Vare id. f 90 a 184, Graskalvereu f 0.a 42 vette id. f84 a 70 of f 0,65 a 0,80 per Kg., 17 nuchtere id. f4,a 8,375 >ette Schapen f 18 a 30, of t 0,45 a 0,50 per Kg., 45 weide do. 14, a 23,Lammeren f 0,a 0,12 magere Varkens f 12 a 17, 28 Biggen f 5,a 10,8 Paarden f 19 a 26, 90 Kalf- en Melkkoeien f 94 a 228. Predikbeurten der M. Hsrv. Kerken TE HAARLEM. Op Zondag 13 Januari 1889. Groote Kerk. Voorm. 10 ure, Smeding. Avondmaal. Nam. 2 ure, Knottenbelt. Dankzegging. s Avonds 6 ure, Brutel de la lti.ière. Dankz. Niewoe Kerk. Voorm. 10 ure, Moeton. Avondmaal. Jans-Kerk. Voorm. 10 ure, J. van Loenen Martinet, pred» te Sandpoort. Vryadgavond 8 ure, Hoog. Voorbereiding en bo- vestiging van nieuwe leden. Bakenesser Kerk. (Voor de Kinderen.) Voorm. 10 ure, Knottenbelt. Waalsche Kerk. Voorm. 10 ure, Debry. Christelijk Gereformeerde Gemeente Gedempte Oude Gracht. Voorm. 10 ure, 's Avonds 5 ure, Mulder. Klein Heiligland. Voorm. 10 ure, 's Avonds 5 ure, Schotel. Donderdagav. 8 ure, Schotel. Lutfiersche Kerk. Voorm. 10 ure, B. H. d'Auzon, beroepen pred. te Edam, 's Avonds 6 ure, Poolman. Kerk der Vereenitjde Doopsgezinden. Voorm. 10 ure, de Lanoy. 's Avonds 6 ure, do Vries. Remonstrante Kerk. Voorm. 10 ure, Tideman. Broedergemeente. Voorm. 10 ure, WeiBS. Donderdagav. 8 ure, Weiss. Noorderkerk Ridderstraat Nederd. Geref. Gem. (doleerende). Voorm. 10 ure, A. van Schelven, rustend pred. te Oude Wetering. Bevestiging van ds. J. Langhout. 'sAvonds 6 ure, A. van Schelven, rustend pred. te Oude Wetering. Intrede van ds. J. Langhout. Donderdagavond 7l/a are, A. van Veelo, pred. te Rotterdam. Chr. bewaarschool Lange üeerenvest. Maandagavond 8 ure, Moeton. Bijbellezing. Luk. 9 57 enz. Lokaal in de Oranjestraat. _j Dinsdagavond 8 ure, Snethlage. Bijbellezing. Ds. Tideman zal Dinsdagavond geen les geven. Nederd. Herv. Kerk, llennebroek. Voorm. 10 ure, G. van Herwaaiden. Doopsbediening. Nam. 4!/j are, G. van Herwaarden. - Beverwijk. Voorm. 10 ure, C. J. Brutel de la Rivière, pred. te Hiarlem. Evang. Luthersche Kerk. Voorm. 10 ure, K. A. Gonlag. Doopsgezinde Kerk. Voorm. 10 ure, J. Sepp. Bloeinendaal. Voorm. 10 ure, J. D. van ArkeL Nam. 2ure, J. D. van Arkel. Heemstede. Voorm. 10 ure, O. Schriecke, pred. te Zandvoort. Hillegom. Voorm. 10 ure, M. Buchli Fcst. Houtrijk en Polanen. Voorm. 9l/s are, W. Beekhuis,; pred. tej Uitgeest. Santpoort. Voorm. 10 ure, geen dienst. Nam. 2 ure, J. van Loenen Martenet. üpaarndam. Voorm. 10 ure, II. J. Bergsma. Donderdagav. 7 ure, H. J. Bergsma. Velgen, Voorm. O'/j ure, J. C. Boon, pred. te Beverwijk, 's Avonds, geen dienst. Zandvoort. Voorm. 10 ure, G. Verrijn Stuart, Theol. cand. te Amsterdam. Nam. 2 ure, O. Schriecke. Voorbereiding en Doopsbediening.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1889 | | pagina 6