NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 6e Jaargang. Woensdag 16 Januari 1889. No. 1698. ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENT1EN: S 1 1> S X 1 E U W S. SARAH BLÖNDEL. Voor Haarlem, per 3 maanden1.20. Franco door het geheele Kijk, per 3 maanden. -1.65. Afzonderlijke nummers- 0.03. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. BnreanKleine Houtstraat No. 9, Haarlem. ?eEefoonnnmmer 132. ?an 16 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 een Groote letters naar plaatsruimte. Bij groote opgaven aanzienlijk rabat. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en conrantiera. ©örecseïareBB-l'fle^evers <3. C. PEES&KSHBOilB e«a .9. AWËS. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Generale de Publieite Etrangère QL. BATJBE <f Co., JOHF. JOH ES, Suer., Parijs, 3 Ibis Faubourg Montmartrt. Haarlem, 15 Januari. De loting voor de nationale mili tie voor de ingeschrevenen in deze gemeente zal worden gehouden op Vrijdag 8 eu Zaterdag 9Febr. e. k A rB'omdlssemeiïSs-HeeBïifettHafli TE HAARLEM Zitting van Zaterdag IS Januari. (Vervolg). Is er iemand, die bij dezen persoon durft spreken van verbrecherischen Willen? Bevor das Subjekt handelnd in die Auszenwelt eingreift geht es innerlich mit sich zu Rathe, denn nur vom Den ken kan das Wollen und Handeln aus- gehen. Diese innere Berathung schliesst ab durch den Beschlusz. Der Beschlusz aber kommt zur Ausliibrung indem sicb der Wille energisch gegen die Auszen welt aufschlieszt, d. h. durch dem Ent- schlusz. Auch das R. G. B. nimmt bei seiner Definition des Versuches dem Ausdruek „Entsehlusz" ioi Sinne des tbat'ertigem Willens. Ik herhaal het: des thatfertigen Willens. Je nachdem nun der Fortgang vor der inneren Berathung zum Beschlusse und zt m Entschlusse ein ruhiger oder ein durch hinzugetretenen Affekt übereilter warnennt manden Vorsatz Prameditation (Vorbedacht.) oder Impetus (Affektwille) en nu maak ik den geëerden ambtenaar opmerkzaam, dat de voorbedachte raad moet worden bewezen e i deze door den beklaagde is ontkend en door mij als zijn verdediger verder wordt ontkend. Het is niet bewezen dat hij 's avonds kalm was, en dat kon niet bewezen worden. Berner gaat voort I. Zur Prameditation ist nicht erfor- derlich, dasz der Beschlusz schön langere Zeit vor der Ausführung gefaszt wurde. Nur ein besonnenes Wollen ist nöthig, Die Lange der Zeit, welche zwischen dem Au keimen des bösen Willens und der Aus ührung verstrichen ist, kann zwar allerdings als ein Anzeichen des Vorbedachtes gelten; sie ist aber keines- weges immer der wahre Maszstab für die ïie'e des bösen Willens. Und na- mentlich ist auch dann Vorbedacht anzu- nelimen, wenn der Gedanke des Verbre- chens und das ruhige, kaltblütige Aus- fiiliren desselben unmittelbar auf einan- der folgen dan volgen opmerkingen over impetus: II. Der Impetus hört auf eine Schuld- form zu sein, sobald der eingetretene Afiekt die innere Berathung und Be- schlusznahme nicht blosz iiberstürzt, sondern ganz aufgehoben und unmöglich gemacht hat. Nicht das Fehlen jener Momente bildet die Eigenthümlichkeit des Affekt willensdiese liegt viel mehr darin, dasz Berathung, Beschlusz und der aus'ührende Entsehlusz wie mit einem Schlage da sind. In manchen Fallen wird die Grenze von Prameditation und Impetus zweifel- haft. Alsdann ist nach folgendenTlegeln zu entscheiden: a. Wurde das Verbre- chen im Afiekte beschlossen, die Aus führung aber mit Besonnenheit unter- nommen, so ist Prameditation vorhanden. Denn die Besonnenheit bei der Ausfüh rung hebt den vorangegangenen Affekt auf. b. Wurde das Verbrechen mit Be sonnenheit beschlossenaber im unternommenso ist Impetu Denn der Afiekt ist hier der Anstosz der Ausführung gewesen. c. Dagegen hört die mit Besonnenheit beschlossene That nicht unbedingt auf eine prameditirte zu sein, wenn der Affekt erst nach begon- nener Aus ührung und im Verlaufeder- j selben eintritt. ik las daar voorwerd het besluit ge nomen kalm, maar was de persoon bij de uitvoering niet kalm maar in impetus, dan is het niet „voorbedachte raad".1 Nu kom ik geleidelijk op de beteekenis die de Officier hecht aan de bedreigingen. Allereerst verklaar ik de beklaagde ont kent geen van die brieven. In die brie- ven het is waar, er staat herhaaldelijk in, dat hij zal maatregelen nemen om de persoon naar het leven te staan, primo ik zeg het staat er wel eens in, want uit dat lange tijdsverloop van vier jaar I zijn er zeer weinig br even. Wij hebben I gehoord van de moeder van Rika dat zij de brieven bewaarde waar bedrei gingen instonden, wij kunnen dus aan- I nemen dat de niet bewaarde brieven geen 1 bedreigingen bevatten. Die kunnen bevat I hebben voorbeelden van zachtere aan- doeningen dan deze. Zoo nu en dan in I een tijdsverloop van 6 jaar heeft deze I beklaagde Rika Meyland bedreigd, zoo nu en dan was hij in een gemoedstoe- stand die alweer voorbedachten raad uit- simt. Hij schreef die brieven natuurlijk in abnormale stemming. De normale i stemming van iemand is dat hij van zulk een meisje dat hem niet wil hebben egt: „het spijt me", maar daarmee is I het afgedaan. Het kan zijn dat er een 1 onaangename stemming blijft, maar dat is een stemming van zachtheid niet van j bedreiging. Daarom was zijn toestand abnormaal, aangenome n eens dat de be dreigingen normaal werden geschreven I met het opzet Rika Meyland te dooden, als dat zoo is hebben we gehoord de woorden van Ben er, die als homogeen kunnen beschouwd worden met de opvat- I ting van den nederlandschen rechter. I lk zou verder willen zeggenals die brieven eenige beteekenis hadden, hoe is het dan te verklaren, dat het feit niet spoediger gebeurd is Voor iemand, die een goed schutter is en sinds 3 jaar een revolver heeft was het niet moeilijk iemand naar het leven te staan. Als de ambtenaar van het O. M. aanneemt, dat die bedreigingen eenige beteekenis, eenig belang hebb n moet hij verklaren: hoe is het mogelijk dat het zoo lang heeft geduurd? mijn verklaring zegthet waren telkens opwellin gen die onmiddellijk plaats maakten voor het verstand van beklaagde. Wat de officier in de brieven heeft ten zeg dat kan ik mis hebben, zoo over tuigd ben ik als mensch dat het de waarheid is en dat kan ik voldingend bewijzen. H. lei aan op het achterhoofd, hij is een goed schutter. Hoe ter wereld is te verklaren dat men als men aanlegt op het achterhoofd, een ondenkbaar oogenblik daarna raakt in den schouder Hoe anders dan door zijn opgeven: op het laatste moment had ik zelfbeheer- sching genoeg de revolver naar beneden te drukken, niet om heelemaal niet te schieten. Dat is van zeer groot gewicht, als iemand van u nog mocht aannemen, dat hij inderdaad die erkentenis heeft verzonnen, hoe ter wereld is dan dat te verklaren op 2 passen afstands legt hij gelezen, ik heb geen enkele reden aan op het hoofd en raakt in het schou- daartegen op te komen. Ik erken dat er bedreigingen zijn, al erken ik niet do beteekenis, die de officier aan die brie ven hecht, van wraakgierigheid. Hoo- gerbeets is een ontwikkeld persoon, hij styleert goed, dus kunnen wij zijn woorden aannemen als ze daar staan; het woord wraakgierig legt hij Rika in den mond, met a. w., hij zegt op dat mo ment zelf: ik ben het niet. derblad. Ik heb aangevoerd als bewij zen de getuigenissen van meneer en mevr. Mees. Die revolver, daar heeft bekl. meer mee ged-an dan hij zelf gezegd heeft, hij heeft voortdurend naar beneden ge drukt. Het eerste schot trof Rika Mey land in den schouder, het tweede Bala bréga in den rug en het derde Rika in dij. Met die revolver heeft hij, toen hij dacht doodschieten doe ik niet, in éen Dat begreep hij op dat moment en had rits naar beneden gedrukt in éen rits hij zoo vaak als toen den toestand hel- d:rie schoten gedaan, als dat eenigszins der overzien, hij was nooit hier gekomen, spitsvondig mocht lijken, het is het niet Ik zou eene kinderach ige opmerking het klopt met deomst ndigheden, met de kunnen maken en zeggen: in den briet twee getuigende meest geloofwaardige die waarin voorkomt: //heil bereid" staat niet er geweest zijn. Zij zeiden hij lei aan van vuurwapen in; ik wil dat niet doen. j 0p het achterhoofd. Wat het 2e feit betreft, de brief waarin Wanneer ge nadenkt over de zaak, staat„dan is alles wat aan u üeparen-hoe ter wereld is dat te verklaren dan teerd is mij lood waard," dat was dus eene met de verklaring die ik hier geef? bedreiging voor het geval, dat Rika J Drie schoten zijn gelost na de impetus Meylanu hem met de Justitie in aanra- om te dooden, daarmede is weg het king zou brengen over de belee igingen. lastige van het schot op Balabréga in Zoodoende blijven uit een tijdsverloop den rug. van 6 jaren maar een paar bed eigingen Bij het vierde schot is geschoten van de over, waarvan is aan te temen dat ze Hazepaterslaan naar den Dreef. Toen zijn gedaan in impetus. i is Hoogerbeets aangevallen. Ten aanzien van dit schieten is mijn Toen was Hoogerbeets in eene verschrik— opvatting anders dan die van den olfi kelijke gemoedsstemming, zijn kogels heb- cier Heel gaarne zeg ik als hij: het is ben niet meer geraakt, een is afgedwaald verschrikkelijk moeilijk en ik ben i iet naar Rika Meyland. Ik zeg geen spits- overtuigd dat mijn opvatt ng de juiste voudigheid, ik geef de beschouwing, die is, maar ik houd die toch voor waar- voor de hand ligt. Alleen voor ik bewijs schijxdijker. De officier heeft gezegd: er dat het vierde schot kwam uit de Haze- waren eerst drie schoten gelost en toen paterslaan wil ik een paar vragen be nog een, alleen op Rika, en een op antwoorden gedaan door den president Balabréga, dat <'e twee eerste hebben en den officier. geraakt Rika, het derde Balabréga en h t Waarom, als het waar is dat je het viarde Rika. Ik zou liever deze opvat- opzet om te dooden hebt verloren, niet ting zijn toegedaan. H. stond achter Rika om niet meer te schieten waarom scheidde en balabréga,had de revolv r in de hand n je toen niet dadelijk uit? lei aan op het hoofd van Rika, dat Meneeren, bedenkt in welke gemoeds- is bewezen door getuige Mees en vrouw stemming men verkeert vóór men aan en de bekentenis van beklaagde. Toen, legt op een meisje. In dien exorbitanten zoo gaat de bekentenis voort, drukte ik toestand kreeg hij den lialven wil om de revolver naar beneden en schoot nog niet te dooden en drukte de revolver twee schoten en als ik nu bedenk dat er naar beneden. In die roezemoes van getwijfeld wordt aan de waarheid daar- gedachten schiet hij verder or niet, en van voeg ik er dit aan toe zoo gaarne er mag geen vraag op volgenwaarom als ik van mijne o vatting van het schie- schoot je niet verder? Niets pleit meer voor_; de waarheids liefde van beklaagde, dan', dat hij dat niet kon opgeven, „Maar", zegt meneer de officier, „waarom 3choot je je dan toen niet dood zooals je zegt dat je plan was?" Mag men die vraag in gemoede doen? Dat zijn geen gewone dingen, dat is van zoo ingrijpenden aard in het gemoeds leven, da', die vraag niet te pas komt. Hij had het misschien nooit gedaan, misschien ook wel, als Balabréga niet gekomen was. Hij kun alleen antwoorden: als ik in uw plaats was, vroeg ik dat misschien ook, maar een antwoord kan ik niet geven." Ziedaar de quintessence van wat ik te zeggen heb. De erkentenis van beklaagde, dat hij de revolver op het 'aatste oogenblik naar beneden heeft gedrukt, is bewezen door getuige M es en de plaats waar de kogels hebb n geraakt. En als de officier zoekt naar aanwijzingen om de schuld te bewijzen, dan leg ik het volle gewicht op het niet best an van het opzet om te dooden op d a t moment Ik heb eene verklaring gegeven van het schieten. Het vierde schot kwam uit de Hazepaterslaan, een a'dwalende kogel hee t Rika getroffen. Klopt dat niet met de feiten of moet men aannemen, dat het vierde schot ook door Hoogerbeets is ge daan Het verwondert mij dat de officier na het getuigenverhoor nog die meening had. Het verhoor heeft ra. i. duidelijk aangetoond dat het vierde schot niet is ge daan door Hoogerbeets. Om zijn meening duidelijk te maken, heeft de geëerde ambtenaar zich beroepen op de getuigenis van Saartje de Breuk en Jansje v. d. Laan en gezegd dat door deze twee knallen waren gehoord vóór het eerst schot. Ik moet dit instantelijk onder het oog bren gen, dat na de herhaalde vragen van den president is gerelateerdeen of twee keer voor den tijd heb ik hooren schie ten. Dat heeft Jansje van der Laan ge zegd en Saartje de Kreuk heeft het gezegd. Yan beide getuigen staat onomstootelijk vast, dat zij niet twee knallen maar een of twee hebben gtboord. Het spreekt v n- zelf, dat elk beroep op die getuigen ver- vervalt en dan heb ik ten aanzien v n de vraag of het vierde scho uit de Ha zepaterslaan kwam of niet, de verklarin gen van Rijbroek, de Blazer en van Duinen, welke laatste men ik weet niet waarom verward vindt. Ik begin met Rijbroek: Ik zag drie schoten en het vierde van uit deliazepaters- laan en van de Blazer: hij zag Hooger beets het derde schot schieten, het vierde kwam van de Hazepaterslaan, hij hoorde het en zag het aan het vuur. Hij is er bij gebleven en heeft de explicatie zelf vervolgens gegeven. Plet was deze, dat hij het vijfde schot weer door Hooger beets zag doen. im -J V X* 'r, .B.* *3? O» 3SSm Naar hel fransch van Louis Gallet. 44) XVI. Aan zijne zijde stond de dokter en beschouwde hem naar het scheen met groote bezorgdheid. Hij ging zoo geheel op in zijn angstige gedachten, dat hij Sarah niet had hooren naderen. Met de hand op het hart naderde zij hem en sprak zijn naam op fluisterenden toon u't. Hij keerde zich verrast om. Ongelukkige I onvoorzichtige 1 Hij nam haar bij de hand en geleidde haar buiten de deur. Daar vertelde hij haar alles, maar niet zonder haar ver weten te hebben, dat zij toonde weinig vertrouwen in hem te stellen. Waarom was zij tegen zijn raad teruggekomen Waarom stelde zij zich aan nieuwe, vervolgingen bloot, nu zij lat g- zamerhand tot rust kwam en Jacques, die het huis in de duinen ternauwernood meer verliet, in zijn lot ecueeu te berusten? Wel sprak men er van dat hij somber, oploopend eu ongenaakbaar maar hij had niet-gedaan om Sarah te.ug te vinden en de hulp vaa den heer Hubert niet op nieuw ingeroepen. Waarom was zij teruggekomen? Sarah stelde tegenover deze vraag, die de ookter niet afliet telkens te herhalen deze - Wat is George overkomen? De dokter gaf Sarah de verklaringen, die zij verlangde. In een stormachtigen nacht was er een schip in nood geraakt en George had de bemanning van de reddingsboot de be hulpzame hand geleend. Bij de nadering van het tot wrak verbrijzelde vaartuig, had een neervallende ra heat aan het voorhoofd eeu diepe en gevaarlijke wonde toegebracht; en zijn arm gebroken. De arm was opnieuw gezet en bijua hersteld. De voorhoofdwonde bleef mtusscben groote zorg wekken en bracht het leven van den lijder in gevaar. George was nog niet bij kennis gekomen en mocht het blijken, dat het hersenvlies aaDgedaan wa».... De dokter eindigde i.iet. Hij gaf haar het overige te raden. Sarah plaatste zich aan het hoofdeinde van het ziekbed en verliet den geliefden lijder dag noch nacht. Hoe groot was de dankbaarheid, die haar hart vervulde, toen hij eindelijk tot bewustzijn kwam en haar herkende. De ongerustheid vau den dokter verdween langzamer hand. Nu de beterschap eenmaal was ingetreden bestond er uitzicht op een spoedige genezing van de wonde. Tien dagen na Sarah's terugkomst kon George het bed verlaten. Nu kon hij eiken dag onder de hoede van den dokter eene kie ne wandeling maken in h oosch.ü k wijls vergezelde hem daa-iij Lucenne f mevrouw Sylvain Sarah evenwel was altijd aan zijne zijde op haar po»!. Het kwam slechts zelden voor, da! zij alleen met hem was. Als bij stilzwijgende overeenkom»! roerden ::ij in deze vluchtige oogenblikken het verleden niet aan. Zij bewaar den hun liefde en hunne smarten als eea dierbare maar treurige herinnering in hun binnenste. Zij onderhielden zich op eenvondige wijze met elkander als broeder en zuster. Hunne blikken evenwel waren te welsprekender eu dik wijls verzonken zij tegenover elkander in stilzwijgei.de aau- fcbouwiDg. Zoo verl epen er zes weken, nadat Sarah het huis in d de duinen ontvlucht was. Gedurende dien tijd bad Jacques Gerbier zich zeer zelden in het dorp laieuzien. Sedert hij in 't bezit gekomen wa« der e-fems van Paul Blondel had bij de zaken aan kant gedaan. Hij had dus in Boulogne niets vaD noode en mocht hij er zich somiijds vertoornen, dan schenen zijne kennissen hem als bij afspraak te mijdeD. Deze verlatenheid deed hem weer smaak krijgen in de genoegens zijner jeugd. Met het geweer op schouder trok hij 's morgeus vroeg uit en volgde het strand tot aan Am- bleteuse om zeemeeuwen onder schot te krijgen. Hij ging evenwel nooit de brug over die de Slack ovtrspai.de. Hij naderde nooit de plek, waar de Albany gestrand was. De terugkomst van Sarah kon voor Jacques niet verbor gen blijven, hoeveel moeite da bewoners van Honvaux de den haar geheim te houden. Op het platteland doen nieuwtjes snel de ronde. En zoo-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1889 | | pagina 1