NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. EEN GEBROKEN LEVEN. 6e Jaargang. Maandag 28 Januari 1889. No. 1708. ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIES: Dit Nummer tataatiit twee Mei, STADSNIEUWS. HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem, per 3 maanden1.20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65. Afzonderlijke nummer»- 0.03. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen, daraauKleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 1*2. ran 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents Groote letters naar plaatsruimte. Bij groote opgaren aanzienlijk rabat. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en conrantiera. Directeuren-Uitgevers J. C. FKKRKHOiin en .1 B. AVI*. Hoofdagente* voor het Buitenland: Compagnie Generale de Publieite Eirangère O. L. DAVBE §T Co., JOH. F. JON BS, Suer., Parigt, 31bu Faubourg Montmartre. EERSTE BLAD. Haarlem, 27 Januari. Zondag, den 27öten dezer, en vol gende dagen zal op het Museum van Kunstnijverheid alhier, eene be langrijke verzameling sitsen mon sters van oud-nederlaiidsch fabrikaat, met eenige voor het drukken uoo- dige stempels tentoongesteld zijn. De groote rijkdom van ornemen- tale motievendie deze monsters bevaiten, is zeker de algemeene be langstelling waard. Zondag is de toegaüg vrij. Bij kon. besl. van 24 dezer is J. Stamperius, te Amsterdam, met ingang van 1 Februari, benoemd tot onderwy- zer in plant-, dier-, tuinbouw- en land bouwkunde aan de rijkskweekschool voor onderwijzers te Haarlem, met machtiging, deze betrekking gelijktijdig te bekleeden met die van hoofd eener openbare lagere school te Amsterdam. Y rij (1 ag voor middag is hier ter stede een flink medeburger door den dood aan de maatschappij en aan zijne betrekkingen ontvallen, met name de heer J. F. Wall- brink, deurwaarder bij de arrondisse mentsrechtbank, lid van het luthersche kerkbestuur en lste luitenant-kwartier- meester bij de dienstdoende schutterij dezer gemeente, tot welke laatste be trekking hij door Z. M. den Koning werd benoemd bij besluit van 6 April 1876. De ontslapene heeft zich in die hoedanigheden doen kennen als een vol- ij erig man, die zijne taak ernstig op vatte en haar met toewijding vervulde. By het korps officieren der schutterij Btond hij in hoog aanzien, terwijl zijne welwillendheid jegens de inferieuren der schutterij hem bij velen had bemind ges maakt. Eene hevige ziekte maakte een einde aan zijn bijna veertigjarig leven. De begrafenis zal Dinsdag a. 8. plaats hebben. Verder sprak de heer Van Houten: Ieder die de landelijke bevolking kent, weet dat het algemeen haar wenach ia grond in bezit te hebben. Bij toeneming der bevolking van zulk een gebied in de onmiddellijke nabijheid der dorpen wordt wensc-h in den weg gestaan door het feit dat er slechts één landeigenaar is. Het eevolg van deze omstandigheid is Zie vorig nummer. een verhuizing van het platteland naar de steden. Is het nu recht dat in dit geval geene onteigening kan plaats hebben evenala bij den aanleg van spoorwegen, dat toch ook in 't algemeen belang geschiedt P Ala voor beeld van dezen onbillijken toestand noemde spreker het geval dat de graaf Van Rech- teren een deel van zijn grond om Almelo, en wel het woeste gedeelte, verkocht voor f 50.000, zijnde f5 per bunder! Hetzelfde geval doet zich voor wanneer men van extensieve tot intensieve cultuur wil overgaan, zoo b. v. in het Westland, waar door te duurte van den grond, deze aan de handen der nijvere landbouwers wordt onttrokken. Het ware te wenschen dat deze grond ten behoeve der laudelijke gemeenten tegen kostenden prijs onteigend kon worden. De omgeving der steden moet zich door den toevloed van het platteland uitbreiden. Hoe geschiedt dat? Bouwspeculanten komen bij de eigenaars van den omliggenden bouwgrond, want dat is nu bouwterrein geworden door uit breiding van de stad, en nu ziet men die eigenaars op gemakkelijke wijze in 't bezit gesteld van groote vermogens, maar nu ziet men tevens dat de huizen groote buren moeten opbrengen. Onteigening van dien grond zou ook hier op haar plaats zijn. Er wordt toch op die wijze veel ge bouwd dat in 't nadeel is der gezondheid. Licht, lucht en ruimte worden daar vaak ten offer gebracht aan de geldzucht der bouw-ondernemer8. Dat euvel is met een eenvoudige wet uit den weg te ruimen en ook dit is de taak der liberalen. Het door hem gespro kene resumeerende wenscht spreker dat twee hoofdbeginselen worden vastgehouden, lo. Dat de staat geen voogdij uitoefene over de zeden, de gedachten en de nijver heid. to. Dat de burgerlijke wetgeving worde in overeenstemming gebracht met de behoeften van onzen tijd. Na de pauze volgde het debat. De heer 't Hooft geeft als zijne mee- ning te kennen, daar waar spreker heeft gewaagd van de echtscheiding, dat wan neer echtscheiding kon plaats hebben met onderling goedvinden en er geene kinde ren zijn, het aangaan van onberaden hu welijken in de hand zou worden gewerkt. De heer 't Hooft meent ook dat er nu nog vele gelukkige echtparen zijn die dit niet meer zouden z^n, wanneer zij in een booze luim van die bevoegdheid zouden gebruik hebben gemaakt. De heer L u y t e n msrkt op dat spre ker heeft gezegd dat de katholieke kerk niet kan goedvinden dat om welke reden ook een huwelijk worde ontbonden en vraagt of het niet verschrikkelijk is dat de kerk in deze grooter invloed uitoefent dan de staat. De heer C. V. Gerritsen van Am sterdam beschouwt het als eene eer hier te mogen spreken. In Haarlem zegt hij is meer politiek leven dan in Amsterdam. Ondanks de ne gen afgevaardigden die wij in de Tweede Kamer mogen tellen, kunnen wij daar onze gedachten over de politiek niet wis selen. Met vreugde heeft hij dus de gele genheid aangevat om met eenige vrienden naar hier te komen. In vele opzichten had hem de rede van deu heer Van Houten onbevredigd gelaten. Vele punten waren er onaangeroerd in gebleven. De toekomst hem nu geschilderd stelde hem niet gerust. De bewering der liberalen dat de beslis- eiug bij de verkiezingen in het vorige jaar gevallen zou zijn door de medewer king van radicalen met de volkspartij en de socialisten loochende hij. Wij radicalen kunnen zeer geed medegaan met de libe ralen, maar wij werden voor eene keuze geplaatst, om of eene schakeering van li beralen te krijgen, eene voorhoede en achterhoede die elkaar by de hervormin gen zou tegenwerken of candidaten te steunen die met een duidelijk programma voor den dag zouden komen. De liberalen nu, hebben geen programma en hij tart den spreker van den avond om er een te geven. Hij zou wenschen te vragen of de libe rale partij kan geren leerplicht, scheiding van kerk en staat en vooral goede rege ling der belastingen. Hoe kon men met zulk een troep bijeengeraapte menschen hervormingen tot stuud brengenals er geen eenheid is iu de liberale partij en de eene liberaal den ander het hervormen onmogelijk maakt, komt er niets tot stand. Hoe hebben de liberalen zich bij de Bank- kwestie gehouden Zij hebben eene par tijkwestie gemaakt van de kwestie der winstverdeeling. Hij kan zich niet voor stellen eene liberale partij die scheiding van kerk en staat voorstaat. Eene liberale partij die zelf geen hervorming durft aan pakken is in zijne oogen niets. Mr. C a 1 i 8 c h, van Amsterdam,spreekt in denzelfdeu geest. De heer van Houten heeft gezegd het verleden moet vergeten, maar kan dat? Is er iets te verwachten van de tegenwoordige liberale partij P Zelfs tot de Grondwetsherziening brachten zij niets bij, alleen Heemskerks werk is dit, die wanneer zij niet met hem wilden gaan, de Kabinets-kwestie stelde. Welken eerbied moeten wij die partij toedragen Het kiesrecht voldoet niet; er bestaat eene dis tricten-verdeeling, die politiek is, maar niet eerlijk; de Eerste Kamer is niet ont bonden. In den gemeenteraad is hetzelfde ge beurd het onderwijs is niet geregeldook is niet verkregen de scheiding van kerk staat. Is het nu te verwonderen dat er eene radicale partij is opgestaau, die geleerd heeft van denzelfden meester, die het kamp verlaten heeft en zijne leerlin gen in den steek liet, die wenschen uit te voeren wat mr. S. van Houten in 1883 hun geleerd heeft? De heer F o r t u y n, van Amsterdam zegt dat waar beide vorige sprekers zich hebben verwonderd niets te hebben ge hoord van den politieken toestand, hem dat niets heeft verwonderd. Hoe zal men dat van de liberale school verwachten, wier beginsel beginselloosheid is. Het is waar wat de heer van Houten zegt, wij mogen niet doordringen ia het verleden, want de liberale partij zou met beschaamde kuken staan. Wat hebben wij van den spreker van hedenavond gehoord Woor den, niets dan woorden. De heer van Houten heeft zelf een boek geschreven over God, eigendom en familie en dus is hij voor scheiding van kerk en staat, maar toch durft men het niet aan kan spr. aantoonen dat hef niet de schuld der li berale partij is, dat er zoo weinig is ge daan? De liberale partij moet kloek in grijpen, zegt spreker, maar hoe is dat overeen te brengen: liberaal en kloek Ia de liberale partij heb ik evenmin ver trouwen. De heer Yan Houten beantwoordt de amsterdamsche sprekers. Hij wijst er op dat hier geen bestrijding of verde diging van radicalisme of socialisme aan de orde is. Indien zij zeggen dat zij niet veel verwachten van de liberale partij is dat hun zaak, maar zij verliezen uit het oog dat zij, die ouder liberale vlag geko zen zijn, toch altijd voorstanders van her vorming zijn geweest. De liberalen zullen meer hervormingen tot stand brengen dan de radicalen, die alles in eens willen.Wan- neer de heeren van hem hebben geleerd, zooals zij zeggen, wat behoeven zij hem dan hier te copiëeren Met leedwezen mist hij den steun der radicalen, die een voortstuwende kracht der liberalen kon zijn. Zegt men dat de liberalen zoo weinig hebben gedaan, van de clericaleu kan gezegd worden dat zij alles hebben tegengewerkt. Elke grief tegen de liberalen geslingerd kan iu tiendubbele mate tegen de clerica- len worden geslingerd. Wij, mijne heeren, hebben hier een staalkaart geleverd van den toestand. In plaats van gezamenlijk krachtig te werken, bestoken wij elkander; van recriminaties heb ik echter in de politiek nimmer vruch ten gezien. De heer Meyer vraagt opheldering: Spreker heeft in het begin zijner rede het streveu laten blijken van te strijden voor de vrijheid, terwijl hij eindigt met staatsbe moeiing voortestaan. Hoe dit te rijmen Mr. T r e u b, van Amsterdam, wil het verleden der liberale partij laten rusten, maar een waarborg hebben dat de gemaakte fouten bij haar weder optreden vermeden zullen worden. Hij is op dit punt echter niet optimistisch gestemd. Hij betoogt het onbillijke in de besteding van een groot deel der belastingpenningen aan de neutrale school. De heer D. de Clercq wenscht nog even van gedachten te wisselen over de grondnationalisatie, in hoofdzaak over het onbillijke dat de toeneming der grond waarde enkel ten bate komt van den eige naar en niet van de gemeenschap, welke die toename doet ontstaan. Een voorbeeld van nationalisatie op kleine schaal geeft Londen, waar men op sommige plaatsen zelfs goedkooper woont dan in Haarlem. De heer van Houten beantwoordt de verschillende sprekers in 't kort. Zij die de vergadering reeds verlaten hadden, wilde hij geen schot achternszenden. Al leen wilde hij den indruk wegnemen alsof de Grondwetsherziening van 1888 zulk een klein werk was geweest. Het kies recht is aanzienlijk uitgebreid. De admi nistratieve rechtspraak kan nu ook vol gens de nieuwe Grondwet worden geregeld. De wetsuitlegging ligt aan den minister. Het past echter niet, den spreker, een der zeven, er een verwijt van te maken dat art. 194 en andere belangrijke zakea nog onafgedaan zijn gebleven. Den heer Luyten beantwoordt spreker met te zeggen dat men alleen katholiek blijft door zija eigen wil en men dus in zake echtscheiding zijn eigen weg kan volgen. Hij wil het huwelijk niet maken tot een kerkelijke zaak, die door den staat moet bekrachtigd worden. Met den heer 't Hooft kan spreker medegaan in de be schouwing van de echtscheiding als een ernstige rechtshandelinghij zou echter willen dat alle huwelijken ontbindbaar waren. Op de vraag van den heer Meyer geeft spreker te kennen dat hij vrijheid in zake de techniek der nijverheid maar staatsbe moeiing in de uitoefening wenscht. Hij heeft stappen daartoe gedaan. Verder is het zijn gedachte dat men om een berg te beklimmen niet in eens den top moet trachten te bereiken maar voetje voor voetje gaan. Voorvarendheid is goed, maar met oordeel en omzichtigheid. De nationalisatie van den bodem noemde spreker in de praktijk onuitvoerbaar. Het zou veel gelijken op de herziening van grondbelasting. Wat zou de grondrente zijn in het geval dat iemand duingrond door omwerking, afgraving en bemesting tot bollenland maakte en de opbrengst verkocht? Tegenwoordig komt de grond rente in den zak vau dengene die specu leert op de waardevermeerdering van den grond Ook hier zal eigenbelang wel steeds het beste richtsnoer blijven. Er is zooveel verkeerds in onze maat schappij dat hervormingen zich niet iu eens over &lle3 kunnen uitstrekken, maar men FEUILLHTO N. Oorspronkelijke Novelle door HASSELAER. 71 III. Ik ben niet langer gebleven dan de dokter gezegd heeft, mevrouw, antwoordde Beek bedaard, hoewel bet onrechtvaardig verwijt hem diep griefde. O ja, ik heb natuurlijk weer ongelijk. Iedereen weet bet beter dan ik, dat spreekt vanzelf. Willem antwoordde niet, maar nam zwijgend den boed af en ging met een droevig hart heen. Het was half twee in den namiddag en de drukte in de Kalverstraat was dus juist begonnen. Tal van beursbezoe kers gingen den joDgen man met haastigen tred voorbij, pratend en lachend, dames in fraaie toiletten bewonderden de prachtige étalages der elegante magazijnen en gedurig klonk het hé, hé! van mannen met handkarren, die vol gens het voorschrift hunne wagens achter zich voorttrok ken. Willem gevoelde zich eenzaam te midden van deze drukte, eenzaam met de angst die hem benauwde. Naar buis gaan? hij wilde het niet, men zou hem over Lize spreken en hij wilde ongestoord aan baar denken, alleen zijn gemoed zou weten wat er in dat gf moed omging. Thuis zou men hem troosten en dat zou zijn angst nog maar grooter maken of men zou er over spreken alsof het niets te beduiden had en dat, hij gevoelde het, was onwaar. Hij sloeg linksaf en ging naar het Rokin. Daar koos hij de stilie zijde en wandelde langzaam voort langs den Am- stel, peinzende en droomende. Er hing een grijze grauwe regenlucht die een somberen tint gaf aan het bijna stil staande water en een donker waas legde over de hooge gebouwen die zich aan weerszijden verhieven in hunne doodsche onbeweeglijkheid. Meer en meer voelde de jonge man die grauwe, droeve toon, welke alles om hem heen bezat, in zijn hart dringen en ten slotte liep hij verder met matten tred, zonder scherp afgeteekende gedachten, maar zijn ziel vervuld van een groote, grauwe droefheid. Lang was hij reeds de stad uit eu wandelde langs de Weesperzijde van den Amsteloever, toen de zon eindelijk kwam schijnen tusschen de wolken en deze weldra geheel verjoeg. Toen klaarde ook zijn stemming op en seheen de zon der hoop in zijn hart tusschen de wolken van den angst. Hij kwam zijn somberheid weer te hoven, toen hij zich het gesprek herinnerde dat hij dien morgen met den dokter had gehad. Naar Davos moet zei Zou dat dan onmogelijk wezen? Haar vader zou het evenmin kannen betalen als de mijne, maar oom Koo? Die is met een rijke vrouw getrouwd en zou het heel goed kuDnen missen. Kunnen ja, maar of hij het zou w i 11 e n I Werktuigelijk keerde hij zich om en ging naar de stad terug, nog vóór hij zich bewust was van zijn voornemen om het althans te gaan probeeren. Zou zoo'n winter te Davos veel geld kosten Zou éen winter wel genoeg wezen Nu had hij zijn tred versneld, terwijl hij zichzelven tal van vragen stelde, die hij niet beantwoorden kon. Zijn ge wone opgewektheid kwam weer terug nu hij gevoelde dat hij iets voor haar kon doen. Niettemin beefde zijn hand toen hij op de Btoep stond van het groote huis op den Singel en de bel zachtjes overhaalde. Oom Koo had zich in den laatsten tijd niet veel met de familie bemoeid, want zijn Trouw was ef niet bizonder op gesteld en daardoor was er een verwijdering tusschen den rijken oom en zijn vader ontstaan. Meneer is thuis, zei de meid, en zij liet hem in den salon om een oogenblik te wachten. Willem zette zich op een der gebeeldhouwde stoeien en keek de prachtig ge meubileerde kamer rond. Met wat deze kamer gekost heeft aan meubileeren zou Lize naar Davos kunnen gaan, dacht hij, en een bitterheid kwam in zijn gemoed dat hij niet genoeg geld bezat om zelf voor haar herstel te kunnen zorgen. Wordt vervolgd.1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1889 | | pagina 1