NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
IEN GEBROKEN LEVEN.
Dinsdag 29 Januari 1889.
No. 1709.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIES:
STADSNIEUWS.
6p Jaar^anu-
AARLENS DAGBLAD
Voor Haarlem, per 3 maandenƒ1.20.
Franco door het geheele Kijk, per 3 maanden. -1.65.
Afzonderlijke nummer*- 0.03.
Dit bind verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
BureauKleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer *22.
▼an 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij groote opgaven aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantiers.
Directeuren-Uitgevers J. CJ. PEEREBOOII en B. AVIS.
Hoofdagente* voor het BuitenlandCompagnie Generale de FubUeite Etrangère Q. L. DATJBE J" Co., JOB.. I. JONES, Suer., Parigt, 3 Ibis Faubourg Montmartrc.
Haarlem, 28 Januari.
Den 18en Februari zal ter gele
genheid van den verjaardag van Z.
M. den Koning door de onderoffi
ciersver eeniging van het garnizoen
alhier een uitvoering, evenals het
vorige jaar, worden gegeven.
Vergadering van den Raad der
gemeente Haarlemop Woensdag den
10«M Jan. 1889, des namiddags
te één ure.
De volgende stukken en punten zullen aan
de orde gesteld worden
Geloofsbrieven nieuw inkomende leden. Goed
gekeurde besluiten. Voorstel B. en W. crediet-
onderzoekingen avantprojet gemeentelijke water
leiding. Adres Duinwstermaatachappy te Amster
dam. Voorstel B. en W. bebouwing open gronden
saa de Kleinen Houtweg. Idem idem verhuring
weiland Oude Brouwerskolk, met rapport Com
missie van Financiën. Idem idem beschikking
«onvoorziene uitgaven» dienst 1888, Burgerlijk
Armbestuur. Voorstel B. en W. instrumenten en
muziekstukken voormalig gemeentelijk muziek
korps. Adres ouderwijzer school B. om eervol
ontslbg. Idem ouderwijzeres Tweede Tusschen-
Echool. Benoeming onderwijzeres opleidingsschool
voor meisjes. Brief van B. cn W. verandering
Kraisbrug. Voorstel idem pomp N. Groenmarkt.
Idem idem schenking slop Rozenpriëel. Idem
idem verplaatsing standpijp Kenaustraat. Idem
idem bebouwing open grond Zijlweg. Idem idem
wijziging bouwplan groeiden bewesten de Leidsche
vaart. Idem idem herziening instruetiën ge
meente-ambtenaren. Rapport opzichter gasver
lichting over December.
Natr wij met genoegen vernemen
is de deelneming aan de opgerichte
weduwen- en weezenkaa van den
Algemeenen Nederl. Politiebond bier
ter stede tamelijk bevredigend. Be
halve vele giften voor eeDS en jaar-
lijksche bijdragen, treden ook meer
deren als donateurs (bijdrage f 25
f100) toe. Wij blijven het fond»,
waarvoor de algemeene agent, de
heer L. H. Ruben», dezer dagen
blijft voortgaan te collecteeren, in
de belangstelling van Haarlems in
gezetenen aanbevelen.
Wij ontvangen het eerste deel van
den «Beschrij venden Catalogus der
Gipsafgietsels, van het Museum van
Kunstnijverheid, betrekking hebben
de op de egyptische en westaziati-
eche kunstontwikkeling,» ten dienste
der bezoekers.
De andere deeltjes zullen in his
torische volgorde verschijnen.
In de gevangenis alhier werden
gedurende het jaar 1888 opgeno
men: 1117 mannen en 67 Trouwen.
Ontslagen: 1119 mannen en 66
vrouwen. Op 1 Januari 1888 bestond
de bevolking uit 58 mannen en 3
vrouwen. Op 1 Januari 1889 uit 51
mannen en 1 vrouw. De gemiddelde
bevolking bedroeg gedurende het
afgeloopen jaar 51 personen.
Aan het Zaterdag en Zondag te
Schiedam gehouden groot nationaal
schermconcours werd door drie leden
der haarlemsche schermvereeniging
«Ripperda» deelgenomen. Aan den
sergt. Fr. Weseelingh mocht het
gelukken den lsten prijs, zijnde een
zilveren medaille, als meester op den
korten stok te veroveren, zoodat we
èn den prijswinner èn «Ripperda»
wederom kunnen gelukwenschen
met deze onderscheiding.
Hollandsche Opera.
FAUST.
Onder de toonwerken der negentiende
eeuw, die in de twintigste nog geno
ten zullen worden behoort zeer zeker de
Fau»t van Gounod.
Mag zij deze toekomst voor een deel
danken aan de altijd nieuwe, altijd span
nende altijd boeiende tragedie, het
libretto zelf zouden wij een zoo lang
leven niet durven voorspellen zoo het niet ge
dragen werd door eene zoo schoone mu
ziek. Gouaod's opera is van het be
gin tot het einde een stroom van rijke,
hissche melodiën.
Nauw hebben wij genoten van het fraaie
eerste bedrijf, waarin Eaust zich aan Mefis-
tofeles verkoopt of in het kermis-tooneel
worden wij verrukt door de beroemde
wals, daarna door de liefelijke tuinscène,
den prachtigen marsch, den dood van
Talentijn, het tooneel in de gevangenis en
ten slotte de apotheose.
Daarbij heeft de opvoering van deze rijke
compositie door het Hollandsch Opera
gezelschap nog de niet geringe verdienste,
dat onze eigen taal gedongen wordt, wel
is waar niet in zoo zuiver hollandsch als
men wenachen zou, maar dat is met eene
metrische overzetting moeilijk anders te
verwachten.
Voor de executanten is deze opera zeer
moeilijk en vermoeiend. Faust en zijn
kwelgeest Meflstofeles wijken bijna niet van
voor het voetlicht. De heer E. van den Kerck-
hoveu zong eerstgenoemde partij met
smaak; zijn geluid ia niet zeer krachtig,
maar, vooral in da hooge registers van
een aangenaam timbre.
Het krachtige, forsche en toch melodi-
euse geluid van Orelio als Mefisto maakte
zyn optreden altijd welkom; van de ver
vulling dezer rol hangt voor een groot
deel het welslagen dezer opera af.
Met genoegen hoorden wij mevrouw
Orelio-van Zant als Margaretha. Sober
en bescheiden is haar voordracht, hare
stemmiddelen zijn alleszins voldoende om
eeue partij als deze uit te voeren zooals
behoort; ook haar"apel verdient alle lof.
Mevrouw Albers-Jahn heeft hare klei
nere rol vervuld met al de gratie, die
we van haar kennen. Haar symphatiek,
zuiver geluid leent zich uitmuntend tot
de aria in de tuinseène en het was eeu
welverdiende hulde, dat zij na die aria
teruggeroepen werd. Mevr. Albers heeft
bovendien dit in haar voordeel, dat zij, ook
zwijgende, eene bevallige, aangename ver
schijning is.
Pooh8 als Valentijn was vooral in het
begin en aan het einde zeer goed bij
stem, en in de stervonsscène verhoogde hij
den goeden indruk door een zeer tragisch
en treffend spel.
Mejuffrouw Verbruggen speelde de
Martha-partij voldoende.Derick* als Wagner
was allesbehalve fraai gegrimeerd. Het
koor was goed op een enkele uitzonde
ring na, toen het achter de coulissen den
toon kwijtraakte, terwijl het orkest, hoe
wel het natuurlijk in den kleinen schouw
burg niet geheel volledig kón zijn, onder
leiding van zijn talentvollen kapelmeester,
den heer C. van der Linden, zeer ver
dienstelijk mocht heeten.
De regie (geen kleinigheid in deze
opera) was goed verzorgd, het wisselen
van tooneel a toile ouverte had iets snel
ler kunnen geschieden.
De vereeniging //Haarlem's Zanggenot*
gaf Zaterdagavond in de groote zaal der
sociëteit //de Kroon* een feestconcert tot
herdenking van haar twintigjarig bestaan.
De avond werd geopend met het voor
lezen van eene rede van den heer C. D.
Bremer, die indertijd de eerste was die
als kunstlievend lid tot de vereeniging
toetrad en steeds getoond heeft een warm
hart voor haar te bezitten. In 1869 schonk
hij haar zelfs de tegenwoordige banier.
Door eene ernstige ziekte was genoemde
heer verhinderd tegenwoordig te zijn.
Uit deze rede bleek dat «H.arlem's
Zanggenot* zieh totnogtoe in een voor
spoedig bestaan had mogen verheugen.
Hartelijken dank bracht hij aan allen, die
deel van de vereeniging hadden uitgemaakt
en kaar hadden gesteund.
In warme bewoordingen bracht de heer D.
Bremer, president, hulde aan den afwezige
en sprak de hoop uit hem spoedig weder
hersteld te zien.
Na hem sprak de heer Hazevoet. Het
was voor hem een plechtig oogenblikbij
toch zou dezen avond, door omstandig
heden daartoe genoodzaakt, afscheid van de
vereeniging nemen als haar directeur
welke betrekking hij van haar ontstaan af
had vervuld.
Daar hij eene scheuring wilde vermij
den in de vereeniging, die hij zelf had
opgericht, had hij het zich tot plicht ge
rekend tot dien stap te besluiten. Een
plant die hij zelf gedurende twintig jaar
had gekweekt en gevormd, wilde hij niet
te loor doen gaan.
De president, de verdiensten van den
heer Haze voet op prijs stellende, bood
hem namens de vereeniging het lidmaat
schap vakverdienste aan en drukte de hoop
uit, dat de heer Hazeroet aan wZanggenot*
zou verbonden blijven en de vereeniging
met raad en daad bijstaan.
De heer Hazevoet wenschte deze eer
niet terstond te aanvaarden, doch eenige
dagen over zijn besluit na te deuken en
zieh dan schriftelijk te verklaren.
Met zeker ongeduld werd thans ver
langd naar de uitvoering der zangnum
mers en weldra weerklonken de tonen
van Verhulst's Lentelied door de zaal.
Als solist trad op de heer G. P. van
Iersel, uit Waalwijk. Deze bariton-zanger
onthaalde ons op Hinken krachtigen zang.
De zangers werden geleid door den
nieuwbenoemden directeur, den heer W.
Wiegant en gaven in 't algemeen blijk
van flinke studie. Vooral in Hol's com
positie, //In 't Woud", hadden de zangers
fraaie momentende heer van Iersel ver
vulde hier de solo-partij. De pianobege
leiding voldeed vooral in het begin van
het derde gedeelte: //Als de hoorns't hal-
lali schallen".
Vóór den ^Feestzang*, eene compositie
van den heer W. Wiegant, woorden van
J. A. de Hoog, had er eeae aardige ver
rassing plaats. Aan de vereeniging werd
namelijk doer een comité van jonge dames
een prachtige banier aangebo leneen
waarlijk vorstelijk geschenk.
Mej. Bremer deed het woord en deelde
de namen van hen mede, die hadden bij
gedragen tot de totstandkoming van het
geschenk, *dat het versleten doekje van 20
jaren nu zou vervangen*.
Zij noemde o. a. mej. Hulshof, te Pen-
ningsveer, als de vervaardigster van het
zeer fraaie doek, den heer J. van Vliet,
die het draaiwerk, en den heer J. B. Bon-
gers, die het beeldhouwwerk belangeloos
hebben geleverd.
Dat er aan de toejuichingen schier geen
einde kwam en de president onuitputtelijk
was in dank voor dit prachtige geschenk,
behoeft niet gezegd.
Na de pauze, die ons gelegenheid schonk
het nieuwe vaandel, een schoone aanwinst
voor //Zanggenot*, eeDS te bekijken, wer
den er nog eenige fraaie koor- en solo
nummers ten gehoore gebracht.
De heer Martin, eerelid der vereeniging,
voerde twee solo's uit voor dwarsfluit.
Reeds vroeger hadden wij het genoegen
met dezen begaafden fluitist kennis te
maken. Dat hij zijn instrument goed in
zijn macht heeft en het met virtuositeit
bespeelt, bleek ons ook nu weder.
In den loop van den avond werd den
heer Hazevoet als blijk van genegenheid
door eenige kunstlievende leden een prach
tige pendule aangeboden.
In de overtuigiug dat deze feestviering
bij allen een prettigen indruk zal hebben
nagelaten, uiten wij den welgemeenden
wensch, dat ket der vereeniging steeds zoo
moge ga8n als gedurende de twintig jaren
van haar eervol en opgewekt bestaan.
HET NED. TOONEEL.
Tristan, (de heer de Jong) de zoon van
den graaf de Lesneven, uit familietrots
door zijn vader (de heer Morin) en groot
moeder, de douairière de Lesneven (mevr.
S. de Vries) die hem willen uithuwelijken
aan zijn rijke nicht Bertha (mej. Marie
Lorjé), gedwarsboomd in zijn plan om als
advocaat op te treden, zoowel als in zijn
voornemen om Hélène (mevr. Pauwels-van
Biene) de arme //thuisgehaalde* nicht van
de gravin te huwen. Hélène, wier toe
stand op het kasteel van de oude
gravin onhoudbaar wordt en dia de
familie de Lesneven niet tegen Tristan in
't harnas wil jagen, gaat op eigen wie
ken drijven en tfaar brood verdienen als
modiste, terwijl Tristan uit baloorigheid
zijn ledigen tijd en zijn jong leven in het
kostbare parijzer leven slijt en verslijt.
De familie de Lesneven, die op zwart
zaad geraaktin 't geheim zijn bezit
tingen aanspreekt, die hij zelf intusschen
heeft verkwist, wordt ten slotte gedwon
gen de zedelijke en geldelijke hulp van
de vroeger verachte, maar intusschen door
arbeid tot rijkdom eH invloed gekomen
Hélène te aanvaarden en //bonne mine a
mauvais jeu* makende te berusten in het
huwelijk met Tristan.
Ziedaar het dorre geraamte van //Ar
beid adelt*, dat Zondagavond bij buiten
gewone voorstelling door het Ned. Too
neel werd opgevoerd. Het komt er maar
op aan, wie zulk een geraante bekleedt
om het schijn van leven te geven. Laat
een nederlander het doen maar neder-
landers schrijven geen tconeelstukkea.
Laat een duitscher het doen en ge krijgt
een werk, zwaar op de hand van geleerde
levensbeschouwingen, een droog studie
werk, met een paar kunstmatig aan
gebrachte would-be komieke rollen. Draag
dien taak op aan Legouvó, dien kenner
van het tooneel en Scribe, den onnavolg
baar handigen tooueelschrij ver en g« krijgt
een geheel, blozend van gezondheid en
tintelend van geest.
De artisten vaa het Ned. Tooneel deden
het voortreffelijke in dit tooneeistuk recht
wedervaren. Vooral aan Tristan (de heer
FEIUII.LHTO 3XT.
Oorspronkelijke Novelle dook
HASSELAER,
III.
De deur ging open en de heer des huizes, een man met
een kalm, tevreden uiterlijk en een gestalte die verried dat
hij voor de aardsehe ijdelheid van lekker eten en drinken
juist geen verachting koesterde, trad binnen. Toen hij Wil
lem herkende, deed hij den stereotypen bezoeks-glimlach,
die op zijn lippen zweefde, als overbodige luxe verdwij
nen en dit maakte de begroeting zoo stijf en gedwongen,
als die tusschen een oom en een neef maar kan wezen.
Wel? zeide de rijke man en hij haalde daarbij een
prachtig met paarlen omzet gouden horloge voor den dag,
Is om te kennen te geven dat zijne tijd beperkt was.
De korte uitnoodiging tot spreken zette Willem's gelaat
geheel in gloed. Tot dusverre had hij er niet over gedacht,
hoe hij zijn bezoek bij zijn oom zo'u inleiden en nu gevoelde
hij pa* hoe moeilijk het viel. Maar de gedachte aan het
bleeke meisje, dat daar zwak en ziek op de sofa lag, gaf
hem den moed terug en hoewel zijn stem aanvankelijk wat
schor klonk, sprak hij ten laatste vrijmoedig en duidelijk.
Oom, ik beu pas met eeu maand verlof van Parijs
gekomen, waar ik zooals u weet eene betrekking heb. Ik
verheugde mij daar natuurlijk zeer over, vooral ook omdat ik
zoo u weet, geëngageerd ben. Tot mijn verwondering was
mijn meisje niet aaD het station om mij af te halen.
Zoo en verder? vroeg oom Koo, die blijkbaar niet
recht wist, wat hij van dit verhaal denken moest.
Ze was ODgesteld, zeide men mij, en tosn ik haar
weerzag, bleek (hier trilde zijn stem) dat ze een bloed
spuwing had gehad.
Och, zei de rijke bloedverwant, met juist zoo wei
nig medelijden in zijn stem, als hij kon zonder onbeschoft
te wezen.
Oom, ging Willem voort en nu kon hij zich niet
meer goed houden, ze is ernstig ziek, daar ben ik zeker
van. De dokter heeft gezegd dat ze naar Davos moest om
te herstellen, maar dat kan haar vader niet bekostigen en
wij natuurlijk ook niet, en nu kwam ik u vragen
zijn stem stierf weg voor de koele, afwijzende uitdrukking
welke het gelaat van den rijken man nu reeds aannam,
terwijl hij nog niet eens uitgesproken had.
En nu zou je willen, dat ik dat bekostigde, zeide
hij met een stem zoo koud als ijs. Daar kan ik niet
aan beginnen. Als ik daaraan begon, konden al mijn ne
ven wel om geld ter leen komen vragen en
Maar ze sterft oom, als ze hier blijftl riep de jonge
man hartstochtelijk uit.
Kom, kom, dat zal zoo'n vaart niet loopen I Daarbij,
ik zal je eens herhalen wat ik tot je vader heb gezegd,
toen je dat meisje vroeg. Ik zeiWillem begaat een groote
dwaasheid door een meisje te trouwen zonder geld. In de
zen tijd moet een onbemiddeld jongmensch altijd uitzien
naar een vrouw met geld, anders blijft hij zijn leven lang
voortsukkelen op een mager inkomentje, en steekt zich
zich in een warnet van zorgen, je ondervindt het nu zelfl
Willem gevoelde weer zijn wangen gloeien, maar ditmaal
van toorn over deze ruwe vermaning. Maar hij moest zijn
kalmte bewaren en volhouden het was immers voor
haar I Zijn stem beefde dan ook slechts even toen hij zeide
Ik houd innig veel van haar, oom, en mijn hart
zegt mij....
't Spijt me, maar ik doe het niet, viel de heer des
huizes hem in de rede. Men moet altijd zijn gezond ver
stand laten zegevieren over zijn hart
Met deze woorden stond hij op om te kennen te geven
dat het onderhoud geëindigd was. Willem kookte van toorn
over de beleedigende wijze waarop de weigering plaats had
en zich in zijn geheele lengte verheffende, zeide hij lang
zaam maar scherp
Dat is gemakkelijk voor hen die geen hart hebben.
Ik zal niet weder uwe lessen aanhooren, oom I Vaarwel I
De rijke man wierp hem een grimmigen blik toe, maar
zeide niets. Willem opende de deur en ging heen, maar
vóór hij nog aan de voordeur was hoorde hij een luide
vrouwenstem gebiedend roepen
Kom je nu haast, Koo ik ben al een halfuur gekleed
en verkies niet langer op je te wachten