NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 6e Jaargang. Maandag 11 Februari 1889. No. 1720. ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIES: STADSN1BD U' S. B INN E N l 4 N l). TN TIJGERKLAUWEN. HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem, per 3 maanden1.20. Franco door het geheele Kijk, per 3 maanden. -1.65. Afzonderlijke nummers- 0.03. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. HnreanKleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Teleroemiusfiamer 132. ▼an 15 reg-els 50 Cents; iedere regel meer 10 cents Groote letters naar plaatsruimte. Bij groote opgaven aanzienlijk rabat. Abonnementen en Adrertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en eoHrantiers. Directeuren-Uitgevers «F. C. PEKRESttOM en J. B. AVIS. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Generale de Pubiieite Etrangère G. L. J) A XI BE Co., JOH. F. JONES, Stier., Parijs, Slbts Faubourg Montmartre. Haarlem, 9 Februari. Zondag, den lOden Februari, en volgende dagen zullen in het Museum van Kunijverheid alhier de plaat werken betreffende de prachtige figurale en ornementale versieringen van de Loggia's in het Vaticaan tentoongesteld zijn. Zondag is de toegang vrij. Door Z. M. den Koning is o. a. bij de dd. Schutterij alhier ontslag verleend aan H. F. Proot, als kapi tein en zijn benoemd tot kapitein jbr. P. Quarles van Ufford, thans le luitenanttot le luitenant jhr. B. de Jonge, thans 2de luitenant tot 2de luitenant P. C. E. von He rbert, thans 2de luitenant k la suite tot 2e luitenant h la suite J. B. Avis, thans schutter. De bazaar te 's-Hage, gehouden ten voordeeie van de Chr. vereeni- giüg ter verplegiüg van lijders aan vallende ziekten alhier, heeft de be langrijke som van f7600 opgebracht. Tal van fraaie zaken, die nog zijn overgebleven, zullen als prijztn in eene loterij, die het comité nu zal houden, het goede doel verder helpen bereiken. Gedurende de laatste 24 uur woedt een felle Btorm, gepaard met regen, hagel en sneeuwvlagen over een groot gedeelte van Europa. Van heinde en ver komen berichten over de schade, welke daardoor is aan gericht. Boven deze gemeente woedde hij in den afgeloopen nacht en heden zeer zwaar. Op verschillende plaatsen waaiden schoorsteenen en dakpannen af, o. a. aau de Ged. Oudegracht, Spaarne, Gasthuissingal, Houtplein, Jansstraat enz. Van de Groote Kerk zijn eenige leien afgewaaid en op geruimen afstand van het gebouw neergekomen. Van de zinken dak bedekking van het station is een gedeelte losgerukt. Van persoonlijke ongelukken vernamen wij tot heden niets. In de Vrijdagavond gehouden ver gadering van bet departement Haar lem der «Maatschappij van Nijver heid», welke ook werd bijgewoond door eenige bestuurs- en gewoDe leden der Vereeniging voorFabrieks- en Handwerknijverheid en de Kamer van Koophandel, werd door den heer D. de Clercq de bespreking ingeleid van het onderwerp«Staats inmenging op sociaal gebied», in verband met het wetsontwerp «tot het tegengaan van overmatigen ar beid van jeugdige personen en van vrouwen». Na in breede trekken te hebben gewezen op de wanverhouding tus- schen productie en consumptie, ar- beidsgever en arbeid, deelde hij op uitvoerige wijze mede wat in ver schillende laDden van Europa en Amerika op het gebied der sociale wetgeving was gedaan, inzonderheid wat betreft de arbeidsregeling van jeugdige arbeiders en vrouwen en de bescherming van deu arbeider. Het kwam hem voor dat de beste stelsels het duitsc'ue en het engel- sche warenhet eerste onderwerpt terstond allen arbeid aan een wet telijke regeling, het tweede schept alleen wetten en bepalingen, wan neer die noodig blijken te zijn. Het meest zou spreker echter eene sa mensmelting van beide aanbevelen. Met de verschillende door spr. aan gehaalde voorbeelden betoogde hij dat waar de loonen en de prijzen der artikelen dalen de comsumptie vermindert, tot nadeel van den arbeider. Dit was een zijner grieven tegen de Manchester-school, die zoolang is gehuldigd eu welke alleen het voordeel van den fabrikant op het oog heeft ten koste van het moreel en pbysirch leven van den werk man. Jonge arbeiders werden jaren lang in Engeland op de onmensche- lijkste wijze geëxploiteerd en de win sten waaraan het bloed kleefde van die jeugdige beklagenswaardige wezens vloeiden alleen in de zakken der fabrikanten. Goddank was in de laatste jaren veel met dat stelsel gebroken en traden wij nu eene nieuwe en gelukkiger aëra voor den arbeider in, dank zij de arbeids wetgeving welke overal veld wiet. Overgaande tot het bovengenoemd wetsontwerp zou spreker in de eerste plaats wenschen dat in het ar tikel, inhoudende het verbod om een kind beneden 12 jaar arbeid te doen verrichten het getal in 14 werd ver anderd. Een vrijheid van 14 jaar was toch waarlijk niet te veel voor die personen, welke hun geheele leven tot haast onafgebroken arbeid zijn gedoemd. Kinderen van 12 tot 14 jaar zou hij niet langer dan 6 uur daags willen laten werken om hun tijd te geven voor het zoo noo- dige onderwijs, arbeiders van 14 tot 18 jaar moeten in de 24 uur 8V» uur vrijhebbenennietlanger dan 12' «uur werken 8 uur slaap is tot instand houding der krachten niet te veel. Art. 8 zou hij zoodanig gewij zigd wiileu zieu, dat vrouwen 2 weken vóór eu 6 weken nh de be valling geen arbeid mochten ver richten, bij art. 10 zou hij wenschen toe te voegen eeu signalement van den arbeider, terwijl hij bij de in diensttreding van kinderen overleg ging zou verlangen van een bewijs dat zij het lager onderwijs hebben ge volgd. Ten slotte moest nog worden voorgeschreven dat alle werkplaat sen aan alle eischen der Ir, g éne voldeden. Eenige heeren hadden bedenkin gen tegen het door den inleider ge sprokene en tegen het ontwerp zelf. In hoofdzaak werd gewezen op de moeilijkheid om voor den schaft tijd een vast uur te stellen. Het komt toch vaak voor dat iu dezen tijd dringende werkzaamheden moe ten worden verricht, welke voor een juisten gang van zaken noodig zijn, verder de arbeid in de overuren welke bij belangrijke bestellingen enz. noodig wordt. Het gaat niet aan om dan maar meer arbeiders aan 't werk te stellen. Deze wet grijpt diep in de belangen onzer industrie en dient dus goed geregeld te worden en dat is zij blijkbaar niet. De inleider brengt in 't mid den dat in Zwitserland, waar de wet zulke goede vruchten afwerpt, de plaatselijke autoriteiten voor korten duur uitzonderingen mogen maken iu dergelijke gevallendat zou ook hier kunnen. Een der spre kers vond het doel dat men met de wet wilde bereiken te veel gegene raliseerd. Hij wenrchte iederen tak van industrie beurtelings te behan delen omdat aau iederen eigenaardig heden kleven, die men niet kan terzijde stellen. Een land dat grond stoffen levert, verkeert in andera condities, dan een land waar ze al leen worden verwerkt. Verder gaf hij het engelsche stelsel de voorkeur. Bovendien zouden bij een dusdanige regeling, als door den inleider be doeld, vakscholen en voortgezet la ger onderwijs moeten worden in gevoerd, wilde men geen leegloo- pers kweeken. Alleen in het vak van den tuin bouw zou door de artt. 4, 5, 6 en 11 der wet zulk een schromelijke ver warring ontstaan, als men maar kon denken. Het blijkt hem ook hier weer duidelijk, dat de wet is gemaakt voor de ambtenaren met het toe zicht op de uitvoering belast, dit moet niet zijn, de industriëelen moe ten voorgaan. Bezwaren worden nog uitgebracht tegen de geringheid der straffen die op de schending der geheimhouding zijn gesteld, tegen de kaart die de jongelieden bij het aanvaarden van den arbeid moeten toonen en tegen de overige contróle. Ten slotte brak een der leden een lans voor den vrouwenarbeid, deze is niet in moreel, getuige de gunstige resultaten van dien arbeid voor de vrouwen zelf. Bovendien is er veel arbeid die niet voor mannen maar wel voor vrouwen ;past. Gedwon gen schaft- en rustuur zou haar niet bevallen en ten haren nadeele zijn. De inleider merkte op dat hij niet bedoelde dat vrouwen geen arbeid zouden mogen verrichten, maaralleen geen arbeid, die nadeelig op hun lichaam en geest werkte. Hiermede werd de discussie over het ontwerp-wet besloten, ofschoon zij zooals de voorzitter zeide, nog zeer voor uitbreiding vatbaar was. In ieder geval was ook nu weer ge bleken dat men bij het nemen van dergelijke ingrijpende maatregelen zeer voorzichtig moet zijn. HET NED. TOONEEL. Bij buitengewone voorstelling voerde het gezelschap van het Ned. Tooneel Vrij dagavond in onzen schouwburg „Rooie Hannes" van E. heypgens op. De heer Seyp- gens heeft ons in zijne gunstig be kende novellen reeds menigen blik in het rijden en zeilen zijner limburgsche mede burgers doen slaan. Ook in „Rooie Hannes" geeft hij in dramatisohen vorm een stuk volksleven .Niet alleen door den karakteristie ken klompendans is het eerste of de schut- ters-optocht in het tweede bedrijf, maar door de karakters van zijn personen geeft hij meer dan een opliggend lokaal tintje, hij geeft een stuk lintburger natuur, verzin- lijkt iu zijn personen en hunne gebruiken. Of Mevr.FrenkelBouwmeester dit in haar spel soms uiet een weinig uit het oog verloor is een vraag, die wij de talrijke schouwburgbezoekers in overweging geven. Ook komt het melodrama met tooneei- Iflch hier en (laar en niet het minst in de laatste bedrijven, waar het karakteristiek limburgsche op den achtergrond wijkt bij de worsteling van algemeen meuschelijke passies die wel een weinig den draak Bleken met dit stuk natuur. Of de grime van „Rooie Hannes" (de Hr. Schulze) hier niet toe medehielp? Zijn spel zeker niet, hoe moeilijk de ingehouden hartstocht hier daar te vertolkeu viel. Zeer sohoou en treffend was het spel van Regine (Mevr. FrenkelBouwmeester) vooral in het derde bedrijf, waarin het zwaartepunt vau dit stuk ligt en waarin zij den strijd tusschen angst en liefde in de fijnste schakeeringen deed gevoelen. Zij toonde haar hoogc kuust opnieuw in het zooveel mogelijk verzachten van do soms oversterke over gangen in het karakter der hoofdpersone. Bouwmeester gaf de figuur van „Rooie Hannes" weer met de virtuositeit die men steeds in hom te bewonderen vindt in het weergeven van ingewikkelde karakters. Mevr. Stoetz als oude dienstmaagd vol deed uitstekend. Ook do heer van Schoon hoven droeg als Kasper Karaten het zijne bij tot het succes van den avond, dat groot was en zich vooral deed kennen in het luide ap plaus na het vierde hodrijf(de scène in de ge rechtszaal.) En het kwam ons voor, dat de her r Spoor zichzelven overtrof in de voorstelling van den in gierigheid zich verschrompelende, in boereche ijdelheid zich uitzettende, in geldtrots opzwellende schepen Lamers van Lamershof. Donderdag jl. deed do Reohtbank de volgende uitspraken G. K-, Haarlem, bedelarij, 3 d. hecht.; D. B., metsel., Haarlem, dronkensch. eu weersp., 3 d. gev.; J. de G., smid, Castri- cum, mish., 8 d. gev.; J. de L., horloge maker, Westzaau, verduist., 2 m. gev.; J. W., venter, Beverwijk, dierenmish., f 3 boete of 2 d. hecht.; J. G. B., landloo- perij, 12 d. hecht, en 4 m. een Rijks-werkinrichting. Wij' namen dezer dagen uit de Arnh. Ct. een verhaal over omtrent een grootkruis der orde van Karei III, dat de minister van buitenl. zaken jhr. Hartsen zich op FSITJIIUZjEITO N. Roman van Kabl Hellmer. 5) DERDE HOOFDSTUK. De eigenaar van Carlïon. Ja mijnheer de baron. Gravin Cecilia heeft de boodschap achtergelaten dat men de richting naar Bracken in zou slaan. Goed. Zend dadelijk een boodschap aan Luscom, hij moet onmiddellijk hier komen. Als hij niet te huis is moet hij zoo spoedig als hij teruggekeerd is, bij mij verschijnen 1 Tot uw dienst, mijnheer de baron 1 Luscom was over deze boodschap niets minder dan ver heugd. Hij vond er iets vreemds in. Zou dat zwartoogige meisje den landheer betooverd hebben? Hij vertrouwde Natalie niet recht, zij was te schoon om niet gevaarlijk te zijn. Natuurlijk echter gehoorzaamde hij dadelijk het bevel en werd, op het kasteel aangekomen, naar de bibliotheek verwezen. Ravens toorn was nog niets bedaard. Hij was een hartstochtelijk man, die zich niet door kleinigheden hoos maken liet, maar wiens toorn langdurig was zoo die eenmaal was opgewekt. De rentmeester zag alras aan den donkeren blik van zijn heer, en zijn koelen groet, dat er een onweer in aan tocht was. Gij hebt u alzoo belast met voor deurwaarder te spelen bij eeu mijner huurders I begon de baron. Den rentmeester vloog het bloed naar het hoofd, maar op een nederigen toon, die zeer afstak bij dien waarop hij tot Melleville gesproken had, antwoordde hijIk heb slechts mijn plicht gedaan, mijnheer de baron. Uw plicht? Bij God, Luscom, als gij mij niet lang en trouw hadt gediend, zoudt gij vau dit oogenblik af ontslagen zijn. Hoe durtdet gij het wagen, huurders van mij, wie het ook mogen zijn, ruw en hard te behandelen. Gij wist zeer goed, dat ik liever duizenden zou verliezen dan gedoogen dat men een menschelijk wezen, man of vrouw, wiens eenige misdaad daarin bestaat dat het arm is, op straat zet 1 Het doet mij leed, mijnheer de baron, maar Melle ville had mij een maand geleden reeds betaling toegezegd en daar hij dit nog niet gedaan had, dacht ik dat het hem geen ernst was. Als hij zegt dat ik ruw en hard tegen hem geweest ben Gij had in elk geval hij mij moeten komen, zeide Raven streng, denk er aan dat gij u in dergelijke aan gelegenheden tot mij hebt te wenden en niet op eigen gezag te werk gaat. Nog een handeling als deze en gij raakt uw betrekking kwijt. De heer Melleville of beter ge zegd zijne nicht, die tot mij kwam om het uitstel te ver zoeken dat gij haar geweigerd hebt, heeft geen klacht over u geuit. Integendeel vond zij voor uw gedrag eene verontschuldiging, welke het niet verdient. Ik zeg u, dat gij uw bevoegdheid hebt overschreden en dat weet gij ook zeer goed. Overigens heb ik met den heer Melleville een nieuw contract aangegaan en hebt gij u niet meer met de betaling zijner huur te bemoeien. Zie na of het huis repa ratie behoeft en zorg dat alles behoorlijk geschiedt. En nu nog ditGij zijt de eenige door wien praatjes over dit geval onder de menschen kunnen geraken. Als ik daarvan hoor, weet ik dadelijk wien ik die ten laste leggen moet en zal daarnaar handelen. Luscom behoefde niet te vragen wat de baron dan doen zou, hij begreep dat zeer goed. Vernederd ging hij heen in stilte toornig op Natalie Melleville en toch zeer goed inziende dat zijn heer geheel eveneens zou gehandeld heb ben wanneer het geval ware gebeurd met een zijner on aangenaamste en minst belangwekkende huurders. Dat zijn heer in staat was hem met de rijzweep te tuch tigen voor elke onbescheidenheid die hij b ging, daarvan was hij volkomen overtuigd, en zoo verwijderde hij zich een weinig verstandiger en beter dan hij gekomen was, hoezeer dan ook in het eerste oogenblik een weinig grom mend en ontstemd. Wordt nervolgd.\

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1889 | | pagina 1