NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 6e Jaai*gan§>. Dinsdag 12 Februari 1889. No. 1721. ADVERTENTIES: IN TIJGERKLAUWEN. HAARLEM'S DAGBLAD ABOISIMEITSPRIJS: Voor Haarlem, per 3 maanden1.20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65. Afzonderlijke nummers- 0.03. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Teleroamraininer 111. ▼an 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents Groote letters naar plaatsruimte. Bij groóte opgaven aanzienlijk rabat. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantiero. Dlrectenren-Ultgevers J. C. PEEREBOOW en J. B. AVI®. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Generale de Publieite Eirangère G. L. DATJBE Co., JOH. F. JONES, Suer., Parigt, 31bts Faubourg Montmartre. STADSNIEUWS. Haarlem, 11 Februari. Voor het jaar 1889 zijn benoemd tot voorzitter van de plaatselijke commissie van toezicht op het lager onderwijs alhier de heer mr. A. A. van der Merech en tot haren secre tarie de heer P. H. van der Ley. De uitslag van den kegelwedstrijd (corpsconcours) in het gebouw van het sportterrein ede Phoenix», Za terdagavond gehouden, is als volgt Corps wedstrijd le prijs(gouden med.) «De Volharding»; 2e prijs (verg. zilv. med.) «Het Smalle Pad»; 3e prijs (bronzen med.) «De Koekoek». Bij den onderlingen personeelen wedstrijd, daarna gehouden, werden de prijzen resp. behaald door de heeren Dijkstra, Droste en Broek- meijer, met 49, 48 en 48 punten. Door de heeren D. de Clercq, H. E, Aniens, W. J. H. Muiier, C. M. Pleyte Pz., C. J. Posthuma en Harry Wester- veld ia een plan tot oprichting eener cricketclub voer jongens uit den werken den stand hier ter stede ontworpen. Zij, die bekend zijn met engelsche toe standen, met het nationale spel der brit- sche bevolking, weten, dat een rechtgeaard zoon van Albion om zoo te zeggen geen vrij oogenblik heeft of hij speelt op een grasveld in een der parken (dit wordt door de besturen toegestaan) cricket, een spel dat hem niet alleen eene gezonde aangename afleiding van zijne dagelijksche bezigheden geeft, maar tevens het voor deel meebrengt hem van andere minder dienstige vermaken af te houden. Nu is het, naar wij vernemen, volstrekt niet de bedoeling der ontwerpers van hel plan om den engelscheu ideaal-toestand op dat gebied als door een tooverslag in het leveD te roepen, reen, zoo iets zou tot de onmogelijkheden behooren. Alleen is hun wensch om tot een dergelijkeu staat van naken te komen door geleidelijke stappen. Eén moet de eerste wezen; is de stoot eenmaal gegeven dan loopt de onderneming verder zeker wel gemakkelijk omdat zij bij veel steun onzes inziens geen tegenkanting bij weidenkenden zal kunuen vinden. De genoemde heeren wenschen voor de» aanstaandeu zomer een proef te nemeu door zestig jongens van 12 tot en met 17 jaren onder hunne leiding te nemen, mis schien op nader te bepalen avonden in de week, zeker op Zondag. Waar het mogelijk is zullen de jongens hunne vrijheid in doen en laten behouden, de commissie zorgt voor het financieele beheer en zal zich waar dat kan, bepalen tot het geven van raad. Ook houdt zy het recht aan zich, nieuwe jongens aan te nemen of om billijke redenen hen, die tegenstreven, te verwijderen. Verder ligt in het plan zoo veel mogelijk de benoodigdheden voor het spel door de jongens zeiven te laten maken en hen daartoe door geschikte middelen aan te moedigen. Dat niet meer dan 60 jongens worden aangenomen moet als voorloopige bepaling worden beschouwd. De commissie wil niet te veel hooi op de vork nemen. Blijkt later dat de taak niet te zwaar zal vallen dan kan het getal worden uitgebreid. Om den jongens niet den indruk te geven dat zij voor rekening van anderen spelen, zal eene contributie van vijf centen per week worden gevorderd. Intusschen zullen dona ties van belangstellende» natuurlijk zeer welkom zijn. De samenstelling der commissie uit een paar heereD, die gewoon zijn met werk lieden om te gaan en anderen die uitste kend bekend zijn met cricketzaken, is onzes inziens een reden om aan de onderneming voorspoed te voorspellen, indien tenminste waar dit noodig is, de medewerking van onze stadgenooten gevonden kan worden. Gaarne voldoen wij aan het verzoek te verwijzen naar de hierachter voorkomende advertentie. Een onzer stadgenooten schrijft ons het volgende Eergisteren (Zaterdag) moest ik voor zaken te Rotterdam zijn met een Eransch- man, die vroeger nooit in Holland was geweest. Na een zeer stormachtige reis per spoor van Amsterdam, die natuurlijk alles behalve aangenaam was, kwamen we ein delijk te Rotterdam. Velen der klanten die wij bezoeken zou den, en hun kantoor in een souterrain houden, hebben wij niet kunnen spreken omdat het hooge water hen genoodzaakt had hunne bureaux te sluiten. Sommigen hadden hun onderhuis afgedamd. In het laagste gedeelte der stad stond het water zoo Loog op de straat, dat van loopen geen sprake was, wij huurden dus een schuitje en gingen daarin zitten, terwijl ie mannen, met waterlaarzen tot hun midden, het voortduwden. De Eranschman zat diep in zijn jas gedoken te rillen van kou en riep: uMo» Dieu, quel pays 1 un paradis pour les canards!" Voorderamen van de huizen waar wij voorbijvoeren zagen wij tal van gezichten, die lachend op onzen zonderlingen gondeltocht neer zagen. Natuurlijk loonde het onder deze om standigheden de moeite niet, lang in dit nieuw-Venetië te vertoeven. Wij voeren dus naar ons hotel, maar daarin stond het water zoo hoog, dat een onzer gondeliers mij op zijn rug naar bin nen dragen moest. Daar zette hij mij op een tafeltje neer en kon ik van deze ver heven plaats afrekenen met dan kellner, wiens zooals altijd keurig gescheiden en geponamadeerd haar en witte das, een lach wekkend contrast maakte met de groote wa terlaarzen welke hij droeg. Een knecht, ook al in laarzen, (het artikel deed opgeld) ging mijn bagage halen. Toen mijn drager met mij op zijn rug de deur uitging, struikelde hij en liet raij vallen, zoodat ik in het schuitje gekomen, met mijn armen Eranschman om het hardst aan het rillen ging en wij beiden er niet rouwig om waren, toen wij in een drooggebleven café weer op ons verhaal konden komen. Ia ons verslag van hetNed.Too- neel moet in regel 16 van boven het woord die wegvallen en leze men voor Rooie Hannes (regel 31 en 32) Gekke Hannes. Door dijkgraaf en heemraden van den Haarlemmermeerpolder zijn op de voordracht voor secretaris van dezen polder geplaatst de heeren: mr. H. P. de Kanter, te Brielle; mr. G. C. Everwijn Lange, te Am sterdam, en mr. J. van Buttingha Wichers, te Leiden. Zaterdagmorgen is onder Haar- lemmerliede aan den straatweg ge vonden een oud man, die in bewus- teloozen toestand verkeerde en blijk baar daar den ganschen nacht had doorgebracht. In eene nabijzijnde woning gedragen overleed hij bin nen een half uur. Het lijk, dat naar de algemeene begraafplaats onder Haarlemmerliede is overge bracht, is herkend als dat van den 61-jarigen J. v. G., van Haarlem. Een knecht van den heer Zuurloo te Uitgeest was Zaterdag met een zijner kennissen naar IJmuiden ge gaan om de zee eens te zien bij den hevigen storm. Om dit iets beter te kunnen doen, waagden zij zich op een pier, toen er plotseling een stort zee kwam, die hen beiden er afsloeg en in zee wierp. Een tweede stort zee wierp laatstbedoelde weder op de pier en hij had de tegenwoor digheid van geest zich toen stevig vast te klemmen, zoodat hij eenige oogenblikken later met groote moeite het strand kon bereiken. Zijn met gezel kwam echter in de golven om. Eene zanguitvoering te Lhse ge. geven door de leerlingen der Open bare School bracht niet minder dan f100 op. Voor deze som zal eene uitdeeling van levensmiddelen en brandstoffen aan behoeftigen plaats hebben. 1 E WAS I). Aan de commandanten der dd. schutterijen is van regee- ringswege verzocht om, voor zoo ver bij hunne schutterijen des Zon dags oefeningen worden gehoudeD, aan de schutters, die verhinderd zijn of gemoedsbezwaren hebben om daaraan op dien dag deel te nemen, de gelegenheid te geven tot oefening op eenen anderen dag. Na eene openbare ver- kooping te Amsterdam kon de deur waarder zijne overjas en de afsla ger zijne parapluie niet vinden. Na lang zoeken bleek uit de stukken, dat zij, in hun ijver, de jas en de parapluie met het andere goed ver kocht hadden. D o n d e r d a g n a m i d d a g is de trein van den Oosterspoorweg, die te 4 uur 11 minuten uit Am sterdam moest aankomen, ongeveer een uur later binnengereden, tenge volge van de ontsporing nabij Bue- sum. Om de Schermeer wat van den last, dien de bedelaars den bewoners aandoen, te bevrijden, hebben eenige invloedrijke inge zetenen zich tot eene commissie vereenigd. Op eene eerstdaags te houden bijeenkomst van belangstel lenden zullen de middelen worden overwogen, die tot een gunstig re sultaat kunnen leiden. De heer Groen te Noord- wijk vond in zijn tuin een ijzeren kistje, gevuld met meer dan 500 zilveren zeeuwsehe, geldersche en hollandsche munten, alle uit het laatst der vorige eeuw. Het zijn meest schellingen, en zij schijnen in den revolutietijd daar verborgen te zijn. Het gewicht aan zilver be draagt pl. m. 2'A KG. Eenigen tijd geleden vervoegde zich een persoon, lang van gestalte, mager uiterlijk en met grijzenden puntbaard, burgelijk ge kleed, met phantasie-hoed, laDgs de huizen der ingezetenen te Leiden, zich voordoende als oud stuurman ter koopvaardij, eu thans, als zonder betrekking en hulpbehoevend, aan bevolen door een geschrift van den gezagvoerder Schaepel. Het is aan de politie gebleken, dat bedoeld geschrift niet is van de hand van genoemden gezagvoerder, die, in hst vaderland teruggekeerd, heeft verklaard, dat de onderteeke- ning niet de zijne, en alzoo valsch is. Lucifers-verAoop. On langs maakte een vreemdeling des avond een wandeliDg door Rotter dam en had 100 centen in den zak. Op weg gaf hij aan elk, die hem een doosje lucifers te koop presen teerde, een cent, en had bij zijn terugkomst in zijn hötel nog 9 centen over. Onder hen, die een cent kre gen, waren 2 mannen en 14 vrou wen, die een kind op den arm had den, en voorts eenige kinderen, naar zijne schatting beneden de 10 ja ren oud. Men meldt uit Putters- hoek van 8 Februari Hedennamiddag ten ongeveer 41/* uur woedde boven deze gemeente een verschrikkelijk onweder, ge paard met storm en hagelslagten half vijf ure sloeg de bliksem in den dorpstoren, die na verloop van ruim een half uur in volle vlam stondten 6 ure viel het kruis naar beneden, terwijl de toren steeds voortbranddeten half acht ure was de brand bij het uurwerk, dat nog steeds voortging, daar men de klok toch half acht hoorde slaan ten half elf was men, nadat het geheele torengebouw was uitge brand, den brand meester. Aan de goede werking der spuiten en der brandspuitlieden is het te danken, dat de kerk behouden bleef. Omtrent den doodslag, Vrijdagnacht in de geniekazerne te Utrecht gepleegd, verneemt het U.D. nog het volgende Naar het schijnt, speelt weder om het bovenmatig gebruik van sterken drank in deze treurige zaak eene groote rol. De koporaai F., thuis komende, was niet bepaald dronken, maar toch zoodanig opge- gewonden, dat de commandant van de wacht, bij wien hij zich voor thuiskomst meldde, zijnen toestand als licht beachonken aanduidde, en het dan ook diens voornemen was, hem daarvoor den volgenden mor gen te doen straffen. Hij was even- issr. Roman van Kabl Hbllmek. 6) VIERDE HOOFDSTUK. AlS zij het had kunnen voorzien I De oude heer Melleville en zijn nicht zaten in de kleine warande voor het huisje. Het meisje zat aan de voeten van den ouden man en leunde met haar arm op zijn knie. Zij had hem van haar onderhoud met Raven en van zijn hoffelijkheid en goedheid verteld en Melleville vroeg zien af, wie ter wereld anders dan barmhartig jegenB dit zachte, lieve meisje wezen kon. Het is ten minste een uitstel, Bprak Natalie terug- keerend tot de praktische beschouwing der dingen. Lang kunnen wij hier niet blijven, want het zou een misbruik van de goedheid van den baron schijnen, al vatte hij zelf dat ook niet zoo op! Neen, neen, gij hebt gelijk, Natalie. Lang mogen wij hier niet blijven. Zij zuchtte, wan het ontging haar niet hoe gretig hij zijn instemmiDg betuigde. Natalie zelf was op den duur met het landleven niet ingenomen, doch had haar oom hier gebracht om hem een tijdlang ver te houden van de speculatiën waarin hij onophoudelijk al het geld dat hem in de handen kwam, verspeelde. Met even weinig kennis van zaken toegerust als een kind, speculeerde Melleville het liefst in zaken waar hij hopen kon hooge intresten te behalen. De kaarten, de rou lette en alle andere hazardspelen oefenden vooral een groote aantrekkelijkheid op hem uit, wanneer hij niet genoeg geld had om zich met een of andere gewaagde beurs-onderne ming in te laten. Ook bij wedrennen wedde hij gaarne, zonder ook maar het geringste verstand van paarden te hebben. Ja, zeide Natalie langzaam, wij moeten van hier naar Londen gaan. Misschien zal ik daar wat kunnen verdienen, ofschoon dat moeilijk is, als men geen vrienden heeft en geen geld om in de dagbladen te adverteeren. Zeker is het moeilijk, Natalie, maar wij kunnen ons op allerlei manieren geld verschaffen. Ik weet niet hoe. Nu, door met mijn aandeelen te speculeeren bij voorbeeld. Om naderhand nog minder te bezitten dan nu, oom Arthur, zeide Natalie glimlachend. Men heeft mij vandaag gezegd.... Gezegd? viel Natalie hem verwonderd in de rede. Hier is toch niemand met wien gij over zulke dingen kunt spreken 1 Neen, neen, och ik heb vergeten je te zeggen of liever, we spraken over andere dingen en ik kwam er niet toe u te vertellen dat ik toen gij nog klein waart, in Aken een man heb ontmoet, die er de baden gebruikte. Het was een aangenaam, verstandig mensch, die mij aanraadde in de russische loterij te spelen en ik won toen een tamelijk groote som. Ja, ik herinner het mij, antwoordde Natalie wier herinneringsvermogen even scherp en helder was als dat van haar oom zwak en onvastmensehen en dingen die hij vergat, herinnerde zij zich met gemak. Hij was ook meer dan zeventig, zij echter pas twintig jaar oud. Ja, herhaalde zij, gij hebt mij verteld dat die man Carlingford heette. Hebt gij hem weer ontmoet Welbeschouwd is de we eld al zeer kleio, men ont moet er elkaar gedurig weer. Ja, Maurits Carlingford is plotseling in levenden lijve, zij het ook tien jaar ouder, voor mij verschennen. Ik herkende hem dadelijk. Terwijl gij weg waart stond ik aan de tuinpoort. Hij kwam op mij toe en zeide: Zijt gij het, mijnheer Melleville? Toen her kende ik hem dadelijk en wij praatten langen tijd te zamen. Het schijnt hem zeer goed te gaan en hij is nog altijd vrijgezel. Gij hebt dus alle kans om hem te veroveren, zeid hij lachend, haar de wang etreelend. Er is geen gevaar dat ik daar lust toe gevoelen zal, antwoordde Natalie kalm. Ik zou hem echter haten wanneer hij u weer tot spelen en speculeeren verleidde. Toch niet als er geld mee verdiend wordt, Nathalie Ik haat het dobbelen onder alle vormen. Heel mooi, maar het bezit van eene reeks van deftige voorouders geeft nog geen brood. Zij had wel kunnen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1889 | | pagina 1