NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 6e Jaargang. Vrijdag 15 Februari 1889. No. 1724. ABOÏÏ ÏTEMEHTSPRIJS: ADVERTENTIEN: STADSNIEUWS. KINNENLAN I). IN TIJGERKLAUWEN. HAARLEMS DAGBLAD Voor Haarlem, per 3 maanden/1.20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65. Afzonderlijke nummers- 0.03. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 1X2. ▼an 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents Groote letters naar plaatsruimte. Bij groote opgaven aanzienlijk rabat. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantiers. Directeuren-Uitgevers J. C. PEEREBOOlll en «V. B. AVIS. Roof dagentan voor het Buitenland: Compagnie Generale de Publicite Etrangère G. L. DATJBE 4" Co., JOE. F. JONES, Suer., Faryt, Slit* Faubourg Montmartre. Haarlem, 14 Februari. Aan de parade op 's Konings ver jaardag zal alleen door het garni zoen worden deelgenomen. Er zal den 19en Februari a. s. op 'sKonings verjaardag zoomoge lijk aan honderd onzer oudatrijders, waarvan de meesten in hulpbehoe venden toestand verkeeren,weder een Gouden Willem worden uitgereikt van wege de «Vereeniging voor gepensioneerde onderofficieren en minderen van het nederlandgche leger», waarvan wij het doel in ons nummer van 9 dezer uitvoerig heb ben uiteengezet. Men verzoekt ons nog mede te deelen, dat men zich om als dona teur of donatriee toe te treden of voor giften als anderszins ook kan aan melden bij den heer H. M. J. van Lennep, Frederikepark 5 alhier, die de giften der burgerij in ontvangst neemt, terwijl men bijdragen van het leger gelieve te adresseeren aan den kapitein-kwartiermeester Mog- genstorm, cavalerie-kazerne alhier. Daar vele oudstrijders het vorige jaar moesten worden afgewezen, omdat hef wegens den toestand der kas niet mogelijk was hen allen te bedenken, hopen wij dat het ditmaal niet het geval moge zijn en nog vele geldelijke blijken van sympathie voor de oudstrijders en voor het doe' der vereeniging aan ge noemde heeren correspondenten zul len toevloeien. Men verzoekt ons eens te willen mededeelen, dat de verwarming der derde klasse wagens op de lijn Am sterdamRotterdam in den laatsten tijd zeer veel te wenschen overlaat. Zooals men weet, geschiedt die verwarming door briquetten, welke in een soort van ijzeren lade onder de banken worden gebracht. Vroe ger deed men twee zulke briquetten in elke lade, «tegenwoordig», zegt onze berichtgever «meent de maat schappij met slechts ééne te kunnen volstaan, en het gevolg is dat de verwarming in deze koude dagen niet voldoende is.» Arrondissements-Kechtbank TE HAARLEM, Zitting van Donderdag 14 Februari 1889, H. v. d. V., arbeider te Zandvoort, is beschuldigd van verduistering van vijf ko nijnen ten nadeele van de erven van den heer de Eavauge. Op den avond van 12 Januari n. 1. te halfvijf zag de duin-opziehter, tevens on bezoldigd rijks-veldwachter van der Mey iemand in de duinen achter het huis van den heer Boerlage, dien hij her kende als H. v. d. V. Deze wierp een aantal konijnen over zijn schouder en ver wijderde zich daarop naar het dorp. De opzichter vond 's mans aanwezigheid hier ter plaatse vreemd, daar hij op dat oogeublik elders bezig was met konijnen delven, een bezigheid die hij en zijn vader en broeder verrichten en waarvoor zij de helft der waarde ontvangen. Van der Mey zag een kuil en wachtte of de man ook terugkwam en toen hij een uur vergeefs gewacht had en heen gaan moest naar den poelier, onderzocht hij den kuil en vond er vijf konijnen in, die hij medenam. Te half acht was hij weer bij de plek ver scholen en zag toen een man naar den kuil gaan. Hij kwam voor den dag en de man liep zoo hard hij kon weg, toen hij den veldwachter zag. Deze herkende hem als Hendrik v. d. Y. Beklaagde ontkent en zegt den ganschen dag niet op de plek te zijn geweest. Te zoven uur is hij bij den barbier geweest en vóór half acht was hij bij den herbergier Spoelstra, terwijl hij daartusschen nog een paar maal het dorp zegt te hebben doorge- loopen. De barbier K. Drommel zegt, dat bekl. te 7 uur gekomen en een kwartier geble ven is. De herbergier Spoelstra deelt mede, dat bekl. ODgeveer half acht bij hem was; dat hij indertijd aan den veldwachter bij diens ondervraging negen uur als de tijd heeft genoemd waarop bekl. bij hem kwam, schrijft hij daaraan toe, dat hij van plan was naar bed te gaan en zich niet dade lijk alles goed herinnerde. Bekl., zegt get., had reeds een of twee partijen gespeeld, toen mijn klok acht uur sloeg en daar deze tien minuien voor was,leid ik hieruit af dat hij omstreeks half acht bij mij geko men is. Beklaagde's patroon, jhr. Quarles van Ufford, houdt het er voor dat van der Meij zich vergist heeft in den persoon. Hem is toch proefondervindelijk gebleken, dat het niet mogelijk is ook niet bij lichte maan, iemands gezicht te herkennen op 20 pas afstand, de distantie die van der M. van beklaagde verwijderd was. Overigens legt get. voor den bekl. een zeer gunstige getuigenis af wat zijn karak ter betreft. Er is een getuige k décharche, J. A. Kemp, die beklaagde op den bewuston avond te 10 minuten voor half acht in de Kerkstraat te Zandvoort heeft ontmoet. Get. wist het uur zoo precies omdat een ander hem juist gevraagd had hoe laat het was. Twee anderen, Paap enKerkman, hebben bekl. omstreeks hallacht in de herberg gezien. De subs. off. v. just. mr. E. M. Von Baumhauer acht zoowel het wettig als het overtuigend bewijs geleverd. Getuigen spreken allen van omstreeks zoo laat en men kan niet aannemen dat al de zandroortsche uurwerken chronometers zijn. Kwartier voor zeven ging hij bij den barbier weg en te half ncht was hij in de herberg. Daar de bewuste kuil niet ver der dan 7 a 8 minuten van het dorp ligt, kan hij er in dien tusschentijd zeer wel zijn geweest. De door hem gedolven konijnen moest hij afleveren aan Van der Mey. Hij heeft er vijf gesepareerd van de overigen en die onder het zand verborgen, met het voor nemen zich die toe te eigenen, hetgeen oplevert //poging tot verduistering, die alleen niet voltooid is door de komst van v. d. Meij. 4 maanden gevangenisstraf is de eisch. De verdediger van bekl. mr. K. E. H. van der Breggen van Amsterdam erlangt het woord. PI. doet opmerken, dat bekl. te 7.15 ure de herberg verliet, te 7.20 ure met Kemp ob een oogenblik later te half acht met Paap in de herberg gespro ken heeft, waar hij tot 9 uur heeft ver toefd. Hij kan dus in dien lusschentijd onmogelijk bij der. kuil ziju geweest. V. d. Meij heeft bovendien den persoon dien hij gezien heeft,noch den kuil zien delven, noch de konijnen er zien uilhalen. En aanne mende al, dat het v. d. V. is geweest dien hij gezien heeft, was het dan niet mogelijk dat v. d. V.die reeds van zes uur af had gewacht, vermoeid werd van het dragen der 21 ko nijnen, er daarom vijf neerlegde om zijne last te verlichten en die later terug te halen f Had bekl. konijnen willen stelen dan had hij ze eenvoudig naar hais kun nen medenemen. Wie bewijst bovendien, dat het juist konijnen zijn van de erven de Eavaage, die daar in den kuil verbor gen waren? PI. wijst ten slotte nog op de zeer gun stige getuigenis door jhr. Quarles van Ufford omtrent bekl. afgelegd, en conclu deert tot vrijspraak. Na re- en dupliek wordt de uitspraak bepaald op hedenmiddag. Deze uitspraak is: vrijspraak. Daarna kwam voor de rechtbank zekere V. die voor den veenboer de Rijk riet te verkoopen had, maar een groot deel van het geld dat hij daarvoor van de koopers, de heeren van Bteemen en Kersten, ont ving, ten eigen bate heeft aangewend. Bekl. zegt dat hij f 110.heeft afgedra gen van de f f37.die hij betalen moest aan de Rijk en beeft ook kwitantie van f 110.maar volgens get. de R. bevond zich onder dat bedrag een som van f 85. aan verschot en arbeidsloon, zoodat bekl. hem slechts f25.betaald heeft. De ambtenaar van het O. M. qualifi- ceert dit misdrijf als verduistering onder de verzwarende omstandigheid, dat het goed onder hem was wegens persoonlijke dienst betrekking of althans wegens geldelijke vergoeding en requireert zijne veroordee- lina tot 6 maanden gevangenisstraf. Uitspraak over 8 dagen. Den 15en dezer, des avonds ten 7 ure, zal de heer jhr. mr. J. W. G. Boreel van Hogelanden, lid van de Tweede Kamer der Staten-Gene- raal voor het kiesdistrict Beverwijk, in het hótel «Apeldoorn» te Velsen voor de kiezers optreden. LETTEREN EN KUNST. Den I7den Maart e. k. zullen vijftig jaren verstreken zijn sedert de groote violist Jozef Joachim, op achtjarigen leeftijd voor het eerst in het openbaar optrad. In Duitschland heeft een comité tot eerebe- toon zich gevormd. In aansluiting daaraan is thans ook een nederlandsch comité bijeengeko men, bestaande nit de heeren George Rosenthal, N. G. Pierson, J. A. Sillem, D. H. Joosten en H. J. Marez Oyens, dat aan de talrijke vrienden en vereerders van Joachim hier te lande een uitnoodiging heeft gericht, om ook aan dit hulde betoon deel te nemen. Men wil in Duitschland eensdeels een Joachimfonds stichten, waaruit de opleiding van veelbelovende kunstenaars zal be kostigd wo den, anderdeels wenscht men een voldoend bedrag hijoen te brengen om de toe komst van den grooten toonkunstenaar voor geldelijke zorgen te vrijwaren. De minister van Marine brengt ter kennis van belangheb benden, dat in dit jaar geen examen zal worden gehouden tot toelating van jongelieden voor adelborst 3e klasse met bestemming voor bet korps mariniers. (Stct.) Aan het departement van Koloniën is uit Suriname bet bericht ontvangen, dat de nieuwe goeveineur-generaal Jhr, mr. De Savornin Lohman met zijn gezin in goeden welstand aldaar is aan gekomen en bet bestuur over die kolonie beeft aanvaard. Uit Amsterdam wordt van 13 dezer gemeld In eene gisterenavond gehouden vergadering van de r. k. kiesver- eeniging «Recht en Orde» is, in strijd met het gevoelen van dr. Schaapman,besloten zich te verklaren tegen persoonlijken dienstplicht. Woensdagmiddag kwa men, onder voorzitterschap van mr. Bablmann, in besloten vergadering in bet «American Hotel» te Am sterdam bijeen de afgevaardigden van den Provincialen Noord- en Zuidhollandschen bond van katho lieke kiesvereenigingen, ten einde te booren uiteenzetten de houding, aan te nemen tegenover de in uit zicht gestelde voorstellen tot invoe ring van den persoonlijken dienst plicht. Na afloop der vergadering bad er een gemeenschappelijke maaltijd plaats. Wedstrijden. Woensdag te 2 uren beeft op de baan van de //Sportclub* te Amsterdam de aan gekondigde schaatsen wedstrijd plaats gebad tusscben beroepsrijders en amateurs. Tien beroepsrijders zijn opgekomen en aebt amateurs. Van de eersten maakte B. Kingma het kleinste recordnamelijk 7 minuut. Yan de amateurs reden nog maar alleen Jurjens en Pander. De eerst© viel waardoor hij den strijd moest opge ven. Pander sloeg echter alle beroepsrij ders door een record te maken van 6,49</t minuut. De baanlengte was 2 Eng. mijl of 8218 meter. Een scherpe en sterke wind uit het zuid-zuidwesten, had het publiek niet af geschrikt in groote getale op te komen. De vraag of de friesche beroepsrijders dan wei de amateurs het hardst rijden op de lange baan, is in het voordeel der amateurs beslist. De records der beroepsrijders waren op eene baan van 2 engelsche mijlen, gel. 3218 M., als volgt: Ari van den Berg 7 m. 5 sec. De Boer 7 min. 4'/s sec. K. Hanja 7 min. 26 sec. B Kingma 7 min. 7s sec. M. Kingma 7 min. 52 5 sec. C. Overwater 7 miD. 41 sec. E. A. de Hollander 8 min. 57 sec. Vrouwes 8 min. 15 sec. De records van de a m a t e u r s die daaroa reden, waren Pander 6 min. 494/6 sec. Couvée 6 m. 59 sec. Broekmeijer 7 miu. C. Venema 7 min. 24a s sec. 'T. Venema 7 m. 143 5 sec. De drie amateurs Pander, Couvée en Broekmeijer blekeu dus op de 2-mijlsbaan de meerderen te zijn der beroepsrijders. Thans kwam de wedstrijd, waarin de friesche beroepsrijders het bewijs zouden leveren, dat zij op de korte baan voor de amateurs niet behoeven onder te doen. F® UIÏjÏJSTO 3ST. Roman tan Kael Hellmrb. 9) ZEVENDE HOOFDSTUK. Een zoet lied. De gedachten van het meisje waren volstrekt niet van treurigen aard, ofschoon er in haar leven al zeer weinig was wat haar opgeruimd stemmen kon. Voor de jeugd evenwel bestaat er altijd een toekomst. Natalie was pas twintig jaar, was gezond en had meer dan eenig ander, vastheid van karakter en van wil. Hoe zou zij zich dan voortdurend hebben kunnen kwellen met haar ongelukken I Zij bouwde nu luchtkasteelen en verdiepte zich daarin met al de gretigheid van iemand, die het werkelijke geluk niet kent. Na een poosje hoorde zij beweging in hare nabijheid en opziende aanschouwde zij een fraaien jachthond, die met groote sprongen op haar toekwam en haar besnuffelde. Natalie streelde het dier den kop en legde er haarzachten wang tegen aan. Wat een prachtige hondl zeidezij bij zichzelve, gij zijt waarlijk een koninklijk dier! Kom hier en laat mij lezen, velke naam er op het plaatje staat! De hond, die anders niet licht te naderen was, onder wierp zich aan de zachte aanraking van Natalies hand. Op zijn halsband zag zij het wapen der Von Ravens en daar onder stond dnidelijk zijn naam te lezenLionel von Raven, slot Carlton. Hoe heet ge nu zelf echter, prachtig dier? zeide Natalie vroolijk. Op dit oogenblik klonk een schel gefluit. De hond sprong op en snelde weg en toen Natalie hem nakeek, zag zij over den heuvel een ruiter te voorschijn komen. Het meisje her kende hem onmiddellijk, hoewel hij nog tamelijk ver van haar verwijderd was. Het was Lionel von Raven en haar hart klopte luider, terwijl zij opstond. Ook hij had haar herkend en versnelde den galop van zijn paard. Toen hij bij haar was boog hij zich eerbiedig, sprong daarop uit den zadel en trad op haar toe. Mejuffrouw Milleville, sprak hij glimlachend, ter wijl zijn hart van vreugde sneller sloeg, ik ben zeer verheugd u weder te zien. Hektor schijnt u het eerst gezien te hebben Hij liep naar mij toe, toen ik aan de rivier zat, antwoordde Natalie, hare hand leggend in de zijne, die hij haar toestak, en weer was het of een electrische schok hem trof. Wat 'n mooie hond is dat! merkte zij op, om toch iets te zeggen, niet zonder eenige verlegenheid. Hektor kwispelde met zijn staart en keek beurtelings naar zijn meester en naar het jonge meisje, alsof hij er trotscb op was dme ontmoeting te Debben totstand gebracht. Hij is mijn bizondere lieveling, antwoordde Raven, terwijl hij hare hand eindelijk losliet. Tegenover vreem den is hij gewoonlijk onvriendelijk, maar u schijnt hij zeer genegen te zijn. Ik weet dit naar waarde te schatten, antwoordde zij lachend, het dier streelende. Toen von Raven kwam aanrijden had zij gedacht, dat zij zich verlegen tegenover hem gevoelen zou, door de her innering aan het pijnlijk onderhoud op het kasteel, maar tot haar verwondering was dat volstrekt niet het geval. Werkelijk? antwoordde de baron op hare laatste woorden. Het dier zou tegenover u toch waarlijk zijn gewoon wantrouwen niet aan den dag kunnen leggen. Natalie gaf zich niet het voorkomen alsof zij het com pliment, dat in die woorden opgesloten lag, niet begreep, daar zij aan dergelijke hoffelijkheden gewoon was. Met het vriendelijk lachje, dat Raven nog eens bij haar had gezien, hernam zij: Uw compliment is zeer beleefd, maar ik denk dat de goede gezindheid van uw hond jegens mij alleen voortspruit uit zijne instinct, dat hem zegt, wie hem goed en wie hem kwaad wil. Zie, ook uw paard driDgt zich tegen n ij aan. Hoe heet het? Roland. Het heeft bijna de geheele wereld met mij doorgereisd en duldt buiten mij niemand op zijn rug. Voor mij is het evenwel zoo zacht als een lam en ik behoef nooit de zweep te gebruiken. Het begrijpt mij uit blik en woord. Niet waar, vriend Roland? Gij begrijpt ook wel, dat ik thans van u spreek? Het paard wreef zijn mooien kop tegen den schouder van

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1889 | | pagina 1