INGEZONDEN IIAIKLËUMEU HALLETJES. Burgerlijke Stand. BEURSBERICHTEN. GEMENGD NIEUWS. Industriiele en ciiele ondernemingen. FrstilaciaU en Stede lijke leeningen. Spoarwegleenlngen PrsHlelesnlngen. politiek der tegenstanders bont en blaauw voor de oogen en in hun politieke duize ligheid zien zij vrienden voor vijanden en tegenstanders voor partijgenooten aan. En een veelbeteektnde lach speelt om de lippen dier tegenstanders waar zij de bedrogen man nen der republiek in een wereldtentoonstel ling reklame zien maken voor een faillieten boedel. De moderne toren van Babel, dien Eiffel,bouwde, sobijnt alleen de republikein- sche spraakverwarring te moeten constatee- ren. Zoo is het dus te voorzien, dat in Frankrijk na veel weifelen en veel strijd de schaal naar monarchistische zijde zal overslaan. En wie de rust in ditfelbewo- gsn land wenscht teruggekeerd te zien, kan niet anders wenschen. De geschie denis leert, dat na elke kwarteeuw, de met gejuich ingehaalde en met bloed ge doopte regeeringsvorm wegzinkt met de kurk van staatkundige zonden, waarop zij zich drijvende zocht te houden. Het be gin van de twintigste eeuw zal dus naar alle waarschijnlijkheid den regeeringsvorm prijsgeven, die nu de uitgediende in *t lieht stellen, hoe Duitschland en In geland op den keper beschouwd de be waarders van den europeesehen vrede zijn, hee men het Duitschland niet kwalijk kan nemen, waar het onder den last van alle drukte, die het heeft met zijn reusachtige wapeningen en zijn minder reusachtige koloniën hoo nu en dan eens knorrig en onhandelbaar is. De engelsche radi cale pers grijpt haar oordeel niet uit de lucht, waar zij Salisbury voorstelt als den verknochten dienaar van de bis— marckiaansche politiek.'' De handdie Wilhelm uitstrekt om de vriendschap te bekrachtigen, bezweert meteen allo water- glasstormen van engelsche kranten en engelsche clubs. Voorden inhoud dezer rubriek stelt de Redactie zich niet aansprakelijk). M. de R.l republiek staat te vervangen Maar gedu rende dien tijd zou Frankrijk bewaard zijn voor den tweespalt, die nu het voor spel schijnt van een burgeroorlog. Mo narchen toch, van vele zijden en op vele wijzen uitgekreten als rustverstoorders, be wijzen in den laatsten tijd veeleer dat zij stormbezweerder8 zijn. De toestand van Europa werd uitgekreten als „spannend, over-spannend" bij den dood van keizer Frederik: de jonge keizer Wilhelm reist als commis-voyageur met het zoek schijnende artikel dat vrede heet, rond en brengt I het aan den man in Noord- en Zuid- Europa sedert dien tijd is alles rozengeur en maneschijn en alleen Frankrijk, de monarchenlooze eenling, staat verlaten en als met gebonden han den van den vredebond uitgesloten. In Pesth staan twee groote staatspar tijen vijandig tegenover elkander. Door de straten galmen oproerige kretende vroede vaderen worden door het volk in het parlementsgebouw gevangen gehouden Franz Josef komt en de rust komt met hem. Dat de vijandigheid zich na dien tijd opnieuw heeft geopenbaard, bewijst niet dat zijn invloed niet bestaal, maar dat deze niet sterk genoeg was. De verhouding tusschen Eugeland en Duitschland is zoo onhartelijk als zij tusschen twee gebrouil leerde familieleden maar zijn kan. Men gaat zeer amicaal met elkander naar Zanzibar, naar Samoa maar het hemd is nader dan de rok en Duitschland houdt voor zich de kastanjes, die het Engeland uit het vuur laat halen. Dat het zich zeiven eveneens brandt, ligt aan de haast, waarmede het zich van den buit zoekt meester te maken. De duitsche pers opent onder het opschrift„Dr. Mac kenzie" een venijnige polemiek tegen de engelsche staatslieden en engelsche staat kunde; de duitsche kanselier iaat zijn „reptilien" los op een der beate engelsche gezanten en het ligt niet aan hun gesar, dat Morier nog in St. Petersburg is. En waar de engelsche staatslieden het bij mokken laten, houden de engelsche bladen hun geraaktheid niet onder zich. Bij ge legenheid van de Morier-kwestie, sprak da „Standard" van „de beleediging, die de geheele engelsche natie in den persoon van haren gezant werd aangedaan." Eu zie, er loopeu pas eenige geruchten over een bezoek van keizer Wilhelm aan het engelsche hof, of dezelfde „Standard", gaat Een Zaterdagavondpraatje. LIX. Het is een verblijdend verschijnsel, dat in onze dagen meer dan vroeger, het oog van de meer met fortuin begunstigde bur gers is gevestigd op de behoeften en nooden der volksklasse. Dit ziet men overal, in het kleinste dorp, zoowel als in de grootste stadmen ziet het niet het minst in Haar lem. Tal van vereenigingen beijveren zich, naast de ve; schillende kerkbesturen, om de echte, oprechte armoede waar en zooveel dat mogelijk is, te bestrijden en te ver zachten. De oprichting van de vereenigiug „Weldadigheid naar Vermogen," eene ver- eeniging die thans reeds veel goeds tot stand brengt en die, bij voortdurenden steun van alle welmeenenden een machtig bestrijder der armoede worden kan, is daarvan een doorslaand bewijs. Naast deze vereeniging neemt men het optreden waar van eene andere, die op verschillende maar niet minder loffe lijke wijze, het hare er toe bijdraagt om tegemoet te komen aan de ontberingen en de armoedewelke helaas des winters het deel van talrijke huisgezinnen zijn. Het is de „Vereeniging voor kindervoe ding", die, zooals haar naam reeds aan wijst, de jeugd tracht te helpen, waar „Weldadigheid naar Vermogen" de oude ren steunt. De „Vereeniging voor Kindervoeding" bestaat reeds s dert drie jaar. Van den aanvang af werd zij door de ingezetenen met milde hand bedacht, zoodat zij allengs in staat was meer en meer kinderen des middags een warm maal te verschaffen. Op dit oogenblik heeft zij het zoover gebracht, dat zij per dag aan 435 kinderen voedsel verschaft, hetgeen voor vier dagen Door plaatsgebrek ko dit stukje in ona vorig nummer niet worden opgenomen. Vergun mij UwEd. zeer beleefd te ver zoeken, bij gelegenheid, liefst heden, aan onderstaande regelen een plaatsje te ver- leenen in uw zeer geachte courant „Haar lem's Dagblad"; het betreft het zoogen. „Leger des Heils". Seeds lang had ik daarover veel hooren spreken, meestal in afkeurenden, ja zelfs spottenden zin. Nieuwsgierig, misschien juist door die afkeurende beschouwingen, ging ik toch eens hooren en zien, wat daar toch wel in die bijeenkomsten van het „Leger des Heils" voorviel, gebouw Felix, Favore alhier, en wel gepasseerden Zondag en Donderdagavond 10 en 14 dezer. „Bij mijn komst in die zaal ontdekte ik al direct, dat ik hier niet in een gewoon gezelschap van Godsdienstviering opge komen wasalthans de stemming der aanwezigen miste voor een groot deel dien pleohtigen ernst -men praatte en lachte luid; een hoop opgeschoten jon gens, stonden om de kachel te stoeien, en schenen mij toe, uit- en inwendig ijskoud te zijn, en laDg niet warm van den gloed van den Godsdienst, waaraan ook zij zouden deelnemen, althans bij wonen, in deze vergadering. De Godsdienstoefening vond plaats door toespraken, gebeden en het zingen van liederen, wel iets afwijkende van de gewone wijze waarop wij dat hierin Ne derland in den regel doeD, maar werd door Je Voorgangers met zooveel eer bied en zich moeite gevende inspanning geleid, dat ik niet anders kon doen, dan hun met achting, bewonderen. Vele oogenblikken waren zielroerend, indruk wekkend, plechtig. Nu verschil ik te veel in opvatting met hunne leer, dan dat ik ooit zou ge- looven, direct- hun volgeling of „Heil soldaat" te kunnen worden, maar ik heb door mijne persoonlijke overtuiging eer bied gekregen voor het beginsel van hun straveD, en kan u verzekeren dat het verre van mij is, hen te bespotten of te verachten, integendeel zal ik hun veel achting toedragen, ook omdat iedero Godsdienst daar aanspraak op heelt. Dat er velen in de zaal van het tegen overgestelde gevoelen wareD, bleek uit dier ergerlijk gespot, vooral met het zin gen waartusschen zij vele en velerlei vuile, liederlijke woorden doorschreeuwden. Gedurende de rede hadden vele spitse, lachwekkende, zoogen. uiige, als dat woord in de week, (Woensdag en Zaterdag wordt geen eten verstrekt), een totaal van 1740 kinderen maakte. Toch, hoe groot dit aantal ook moge zijn, nog grooter is het aantal aanvragen van dezen winter geweest. Men heeft moeten schiften en scheiden en aan het oordeel der onderwijzers van de kostelooze scholen over gelaten, wie der aanvragers het gewenschte het meest noodig had. Kinderen van we duwen, of uit groote huisgezinnen, of van werkloozen gaan vóór, maar onder hen die niet konden worden toegelaten zijn er nog zoovelen, voor wie het geregeld ontvangen van een warm maal een weldaad wezen zou. Het hangt slechts van de ingezetenen af, of ook deze zullen genieten van het menschlievende werk der Vereeniging „Kindervoeding." Hoe ruimer de giften, des te verder ook kan de Vereeniging hare armen uitstrekken over de arme kleinen die hare hulp behoeven. Mogen wij dus hopen, dat de belang stelling der ingezetenen in deze nuttige vereeniging steeds zal toenemen, zoodat in den volgenden winter het getal der ge spijzigde kinderen nog meer in overeen stemming zal komen met het aantal van hen die zich hebben aangemeld. Het was even vóór twaalven. Ik wandelde in de Zijlstraat, toen mijn oog viel op een kinderen schaar, die twee aan twee kwam aanmarcheereo. Er waren er van allerlei ouderdom en grootte, ja, velen hunner waren zoo klein, dat ze door een oudere bij de hand werden gehouden. Aan allen kon men het zien, dat zij een tocht maakten die in hun smaak viel en onder luid en vroolijk praten stapten de kleine beenen voort. „Waar gaan die kinderen heen vroeg ik aan een voorbijkomenden agent, daar ik vermoedde dat de bewaker van rust en veiligheid dat wel weten zou. „Kindervoeding, meneer," zei de man lakoniek en wilde verder gaan. Dat maakte echter mijne rekening niet. „Wacht eens even. Waar is het lokaal kan, aanmerkingen daarop hunnerzijds plaats, luid gezwets, mimiceeren en stoeien. Gelukkig (als dit woord weder kan) wa ren die spotters allen opgeschoten kwa jongens, (een degelijk man toch spot in deze niet) die daardoor het bewijs lever den van minstens verregaande domheid en lafheid» waarvan de uiting op die wijze zeer afkeuringswaardig was op de plaats waar zij zich bevonden. Waarom zij eigen lijk spotten Mijnheer! och, vraag het hun hun antwoord zal even dom en laf zijn, als hun doen. Het deed mij dan ook genoegen dat de politie-agenten die spotters voor een groot deel flink verwijderden. Ik blijf u zeer dankbaar Mijnheer! voor uwe toegestane plaatsruimte, en spreek hier mijn beste wenschen uit voor het „Leger des Heils" opdat het volhardend en bemoedigend moge voortgaan, in de bearbeiding van het zoo moeielijk en on dankbaar veld van Godsdieustkweeking. Ik heb de eer te zijn een uwer trouwe lezers en abonnós. E. Haarlem 16 Februari 1889. woeitinfjen bij de onlmten van den 8en dezer te Rome aangericht, verre beneden het cijfer is, dat men aan vankelijk heeft opgegeven. Zij be draagt slechts 180,000 lire. GEBOORTEN 16 Febr. G. Heins-v. d. Lando 2. - M. J. M#lis- Sxait d. - J. Kenaelaar-Bertholee d. - C. C. G. 6#r» ritsen-Kelderman d. - H. C. Rompelman-Kerkhof d. - 18. E. Verreilberg-Gorlee z. E. Slag-Smit OVERLEDEN 16 Febr. D. de Mink 8 j. z. Amaterdarastr.- H. P. v. Omme en 5 m. z. Bakkeratr. - 17. P. Kral 7 m. z. Amaterdamstr. - P. A. Vester 8 j. z. Val- kensteeg. - J. Horio 21 j. Kinderhuiastraat. 18 Febr. 1888. In eene kolenmijn te Maurage bij Bergen ie Vrijdag door de onachtzaamheid van een machi nist, een droevig oDgeluk gebeurd. Toen de bak 16 man uit de mijn naar boven bracht, verzuimde de machinist dien ter hoogte van den grond vast te zetten, met het gevolg dat de bak met geweld tegen de zoldering sloeg en na het breken der kettingen 10 m^ter omlaag plofte. Een werkman, die uit den bak geslingerd werd, was onmiddellijk dood, en twaalf anderen zijn min of meer zwaar gewond. De machinist die, sedert 13 jaren in dezelfde be trekking werkzaam, het algemeen vertrouwen genoot, is, door den schrik bevangen, gevlucht, zonder dat iemand weet waarheeü. Afgerichte honden bij het leger in Oost Indië. Ook in At- jeh worden nu en dan honden ge- oruikt voor het overbrengen van berichten. In December werden, om de vernieling van de telephoonpa- len te bemoeielijken tusschen Kota Radja en Pakon Kroeng Tjoet de houten palen door ijzeren vervan gen, zoodat naar deze versterking gedurende eenige uren niet kon worden getelephoneerd. Er moest echter een bericht worden overge bracht, en nu werd tot dat doel een afgerichte posthond gebruikt, die met een brief aan den haleband naar Pakan Kroeng Tjoet gezonden werd. Binnen 10 minuten was het bericht over, zoodat de hond in de minuut ongeveer 600 M. had afge legd, daar de afstand tusschen Kota Radja en bovengenoemde versterking 4 paal of 6000 M. bedraagt. Uit een onderzoek is ge bleken, dat de schade door de ver waar zij heengaan?" „St. Vincentius a Paulo iD de Zoete- straat," was het antwoord, want wat men ook van onze politie-agenten zeggen moge, meerendeels zijn zij zeer beleefd. „Komaan," dacht ik, „ik zal eens kijken hoe dat daar eigenlijk in zijn werk gaat," ik ging de stoet, die zich inmiddels reeds verwijderd had, langzaam achterna. Spoedig had ik haar ingehaald en ik be hoefde niet te twijfelen of de agent mij wel goed had ingelicht, want bij de Zoete- straat gekomen werd de orde in den troep verbroken en liepen zij om het hardst naar het gebouw van St. Vincentius. Een portier hield bij de deur de wacht en nam de kaartjes in ontvangst, welke de kleinen hem met hunne verkleumde hand- toereikten. Toen ik kans zag hem te naderen, vroeg ik, of het geoorloofd was eens te gaan kijken en het onbevangen antwoord: „Zeker, meneer 1" bewees mij, dat ik even welkom zou zijn als de kleinen, al kwam ik ook met een ander doel. „Bom, bom, boml" dreunden deklom pen op de trappen en midden tusschen een hoopje van het jonge volkje ging ik naar boven. De geur van erwtensoep kwam mij al in den neus en de klauterende jeugd eveneens naar het scheen, want zij repte zich nog meer en stormde toen op een drafje een wijd geopende deur binnen. Ik kwam in een lange, goedverwarmde zaal. Aan weerskanten stonden lange tafels, met een breed looppad in het midden en waarop borden met dampende erwtensoep wachtten op hongerige magen. Ongeveer een tachtigtal kinderen, jongens en meis jes afzonderlijk, stonden zich ouder luid gebabbel en met getik van lepels reeds te goed te doen, terwijl er onophoudelijk nieuwe toevloed van eetlustigen de deur binnenstormde. Een der dames-bestuurderessen hield het toezicht in de zaal, vermaande de al te driftigen tot kalmte, zorgde voor eene ge regelde bezetting der tafels, waakte er voor dat kleintjes die ietwat hulpeloos waren, rt. N. W.SchuM.»1/, üto Üto üto 8 ito J'iO üto 8 V- Üto Obligaüiin 8'/i )blig. Amort. Synü 81/» 'rig. Inschrijving S T. Jbl. Lacnin/ 1867 5 üto in PapUrrent# -ondl««ning 5 iito 1881 4 Sèapïse- -niciirij7iEg 1861/81 5 ■io. Ct. kim. Lamaia 5 !0. io. Noltenin» 5 o. PauacL Leening I 'blig. in Pap. 1878 47» Genot, ïoora, 76 33 1087,. I0S'-Vn 1007, HaarlemV/t 6S —70 iito oude Leen. 87s 87'/s iito 1887 817V, Karik-Chark iito 4 99 —101 üto Aaow üto iito üto iito Zilver 5 iito iito iito 5 ito GouJ 4 Pol, So'hatk. 1844 4 Jbl. 3). 1858/54 8 üto 1881 5 iito 1888 5 ÜSs&gSasdS. >b Hop» 1798/18 5 'ito Ine. Se S. 1855 5 5 5 5 5 5 5 i i 5 5 *7s 4 l/i bi. 1889 iito 1864 4;to 1856 lite 1877 (ito 1877 le. Ooe». Üto iito ie Seri» iito iito 8e iito iito 1878 Gecon». tfto 1878 dito. ito 1834 iito Üto i860 2j Leen iito 1815 Gecon». ito 1880 dito 4 Jbl. Le»ningl867/6*4 üto GouiL 1888 )bl. Perp. Schuli 4 {ito buitl. 187» 3 iito binnenl. Amor. 4 (ito iito Perpet. 4 4#priv. ObL 5 üto Alg. Sch, 65 ger; iito 1868/65 ger. (ito 1869 -.ito gereg mmu »bl. 1851 üto 1864 SSnaai*. }bt Loni.it 1885 (ito L..&. 1875 iito iito 1888 (ito lïto 181» Uto «lo 1888 Ut. gooi 1878 8 8 8 i I »7, 100»/, 78 9«7. 84'/. 90'/, 887. 88 88"/, 697. 8SV. 68»/. 98'/, 867 «87. »4'/„ 1617s 101»/, S«7, 1017, 1017» 1017. 1017i. e* «47. 687, 1C0 V, 101'/, 10'»/, 877, 577. 85 887. 108 7C 497, 78 88 SS V, 18 15'/. 1027,, 10*7, 105'/, 1007, SS 7, 1007, 108 loiV, loiV. 101'/. loiV. 10S 1017. les 7, ïoiv, 1037, 10S'/, HBS 101 ïcov, 108 1057, 101 mi'/. 101 Amiteri. ObL 1861 87,1100 Reeep. 1886 81/, ÏOO1/» Rtttari. Ob 1886 8V.|l00 BfedJeirlssiré Am»t. Hy.bank Pbr. 4'/i iito iito Üto 4 Arno. Hy?.-B.Pbr 47, iito i o 4 Geir.aente-Crei. ObL 47» iito iito 4 'j-Grav. Hyp. Pibr. 4*/s iito iito 4 Ho1l.Hyp.-B.Pdb. 4 7» iito iito 4 Nat. Hyp.-B. Pibr. 5 dito Üto 47, Nederl. Bank. Aani. Rott. Hyp.-B.?nib. 47, iito iito 4 Stmv. «NoJ.« Aani. üto Üto ObL 5 dito iito 47, iito iito 4 Utr. Hyp.-Bk. Pibr. 47, iito iito 4 Z.-HolL Hyp. Pibr. 47, 103 Haari.-Zaniv. Aani, Holl. IJs. Spvr. dito dito Oblig. 1884 4 M t. Ex. v. St.Sp.Ai, dito ObL 1879/81 4 iito dito 188S 4 dito dito 1870 4 dito dito 1871 N. (Jentr. Sp. Aini. dito dito Oblig. dito gestemp. iito. iito do. Uit. Scbnii Ned. Ind. Sp.-Aani. dito Oblig. 1873 8 iito dito 1869 47, N.R-Sp-rolgeLAaoA. io. aiet-volg»/.Aani. dito dito iito dito Lecning 1886 87, iito iito 1875/78 5 Nei.-WcstL Aani. iito Obligation 47, Soaa«r^s. Theiea-Sp. Aani. 5 iito Obligation 5 I talig. Vict. Em. Obligation 5 West-Sicil.Spw. io. I Zmd.-Ital.Sprw. io. 8 ©est«BMPtpa; Fr.-Ooat. Sp. AaB<L Warach.-Brb. Aani 4 Wara.-Weene-n. io. iito iito Oblig. 5 Gr. Sp.-M. Aani. 5 lSD/g Hypotheek Oblig. 47, *8 dito dito 4 89 dito üto 7S7( Baltia. Spw. Aaji. 8 495/i. Charkow Axow üto 5 99:/« Iwang-Dombr. ObL 47» h* Jelei-GriasL üte. 5 36s/j Jelf-Orü iCl üto 6 iito S Monk.-Jaroalow ObL 5 Moskow-Kurnk ObL 6 Moak.-Smolensk. io. 5 Orel-Vitebak. Aani, rLoiow.-Sowaat io. 5 Potl-Tifli» Oblig. 5 0 Tranaeauca» do. 3 Z. W.Spw.-M. Aani. S Cantr. Pacific. Aani. Ohio. North. Weat. Üto. Ie Hyp. 7 iito JoTra Midi. io. 5 Üto Mai. Extensio.7 Üto Menomen#» do. 7 üto N. W. Un io. 7 üto Win. St. Pet. io. 7 üto South.-W. OH. 7 Illinois Lca» Cert 4 üto Contr. C. v. A. Kansas Pacific ObL f Louis r. Naeh v.C.v.A. iito Aijml. bonia, San Frano. ObL 8 iito Algejn. Hyp. io. 8 Miss. Kans, Tcx Aani. io. U. Pao, S. Br. ObL 8 Mie». Pac, South, do, 8 St.P.M.fcMsn.leHio.7 iito geo. 3e Hyp. io. 8 South.Paoif.Spw.do. 6 Union Paoifl Üto. 6 57 153 1.0»/,, 1977, H,»'L Tram. A.ui, N. k Z.-H. Stmt A. iito Oblig. Genot. ke.T, 1017, u 1687, 101'/, 101 9 4'/, 91'/. 101'/, 75 87 140'/. 189'/, ISO'/. IS.'/, 1U7, 15»'/, 185 i SS 9'*/. 118'/,, 114 101'/, 119'/, US'/. 18 «77. 81 118 118'/, 111'/, US'/, 98'/, 84'/, 95»/, 39'/, 14 U07, 100 1C0'/, 104 18'/, «0 100'/,, 5»'/, 107 58 16'/, 1017, Stai Amit. f 1000.8 üso 100.8 Amit.Kanaalin.C.v=A. Rotterdam 3 Gsm»ent»-CreÜot 8 Pal. y. Volkevl. 1887 üto 188» i fj.50 Stai Antw. 1874; 8 Üto Brnaiel 1887reo.»7, Staatoleening 1870 Thefas- Reg. Pr. ObL 4 Staataleening 1854 4 üto, 188Q üto 1864 Creüet Anst. 1858 Stai Weenen 1874 Th. 100 1855 87, BtanSa&fll. Staataleening 1864 fi üto 1866 5 Genève 5 ilïiSSEN, Ct.Yer.Am.Sp.leSer. üto üto 1887/4 üt Üto 2» io. o Üto 3e io. Vg.i, iJyp.Spw. ObL Pro Quebec, io. 5 Prolongatie 2 2 pT io»v, 118'/, 104'/. 107'/. 104'/, „9V. 88 87'/. 110 104'/, 111»/, U«"/„ 15X7, 153 119«/4 167 171 159 >4 15 129 7»7« 1037, 106 eveneens een plaatsje kregen en had met dit alles de handen meer dan vol. Op een tafel in het midden stonden twee reusachtige ketels met soep, en bij ieder eene helpster, verbonden aan de in- ichting St. Vincentius, die met een grooten lepel in de hand voortdurend de borden vol schepten, welke haar door andere help sters die de kinderen bedienden werden gebracht. De tafels waaraan de kinderen geplaatst werden, zijn juist zoo hoog, dat er zonder reiken gemakkelijk bij kun nen staan en alleen voor de kleinsten zijii aan de beide einden der zaal bankeu aangebraeht waarop zij kunnen gaan zitten. Ik begreep, dat zitplaatsen hier onnoodig waren, daar de kinderen vóór zij komen toch een paar uur op de schoolbanken ge zeten hebben en bovendien de ruimte van het lokaal niet toelaat bij al de tafels banken te plaatsen. Terwijl ik daar in het midden stond en rondkeek, maakte het tooneeltje op mij een zeer aangenamen indruk. Alles was leven en beweging, de dame die het toe zicht had vermaande, zeide de kinderen goedendag, wees hun plaatsen aan, gaf hun borden met soep, alles te gelijk, de help sters hadden zeer goed nóg een stel armen kunnen gebruiken om aan al de aanvra gen te voldoen en de kinderen zelf vorm den niet het minst drukke element. Pra tend en lachend hapten zij met smaak de geurigriekende soep op en men kon het hun aanzien, dat het hun smaakte na de koude wandeling, die zij van de school naar hier hadden gedaan. Van onordelijk heid, van ruzie, of dringen geen sprake, allen stonden met petten of mutsen onder den arm of op den grond bij hun voeten, behoorlijk naast elkaar en deden zich aan den verwarmenden winterkost le goed. Het was verbazend met welk een toover- achtige behendigheid die kleine eters den inhoud van het groote bord naar binnen wisten te werken en menige opgestoken vinger verzocht om een tweede bord, wat met de meeste vlugheid en bereidwillig heid werd verstrekt. Wie verzadigd was bleef niet langer staan, want de voortdurende toevloed van liefhebbers maakt dat onmogelijk. Zij ver lieten hun plaats met den lepel in do hand en wierpen dien in een grooten bak die bij de deur staat, om later afgewas- schen, weer voor anderen te dienen. Voor de vuile borden werden gevulde in de plaats gezet voor de nog altijd door toe- stroomeude nieuwe bezoekers. „Lekker Mie," zei een kleine dreumes tot een niet veel grooter meisje aan een dichtbijzijnde tafel en nadat hij met veel smaak een lepel soep verorberd had, warmde hij de kleine roodverkleumde knuistjes aan het bord. „Lust jij der nog eenP" fluistert een krullebol met een paar bruine oogen tot zijn makker. „Ik zou wel 'n halve willen," antwoordt de tweede. „Maar we magge niet klieken, zie je." „Eet jij dan de helft op, en ik de rest.f Aldus geschiedt. De vinger wordt opge stoken, een der helpsters geeft een vol bord en de inhoud wordt broederlijk ge deeld. Toen ik inlichtingen verzocht werd mg met de meeste bereidwilligheid een en an der medegedeeld, dat ik hierboven reeds vermeldde. Het eten dat den kinderen wordt voor gezet is meestal zoogenaamde stoofpot, erwtensoep en des Vrijdags meelkost, rijs- tenbrij, rijst met krenten of iets dergelijks. De dame die het toezicht had gaf mij, toen ik dank zeide voor de mij verschafte gelegenheid om dit aardig tooneeltje eens te zien, ten antwoord dat de Commissie niets liever wenscht dan dat belangstel lenden eens een kijkje komen nemeD, op dat zij zich kunnen overtuigen van het nut dat hunne bijdragen stichten. Dat velen zich hiertoe opgewekt mogen gevoelen Fidelio.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1889 | | pagina 3