Aan de Tweede Kamer i»
een adres gericht van den volgen-
den inhoud:
Geeft met verschuldigden eerbied te
kennen
Het Centraal-beetuur ren bet „Algemeen
Nederiandsch Werklieden-verbond",
dat het met groote belangetelling de
schriftelijke gedaobtenwiaaeling heeft ge
volgd, tueachen de regeering en uwe Kamer
geroerd, over het wetsontwerp houdende
„bepalingen tot het tegengaan
van overmatigen en gevaarlij-
ken arbeid van jeugdige per
sonen en vrouwen",
dat de belangstelling van genoemd ver
bond in dit onderwerp van wetgeving uwe
vergadering trouwens bekend kan zijn uit
de talrijke verzoekschriften, reeds voor de
behandeling der wet van 19 September
1874 („Staatsblad" no. 130) en daarna,
aan de regeering en uwe Kamer gericht,
o. a. ook uit bet adres dd. 99 Mei 1887
toegezonden aan de commissie van enquête;
dat die belangstelling evenwel niet mag
beschouwd worden als volkomen tevreden
heid met de strekking van het thanr aan
hangige wetsvoorstel;
dat integendeel, in zooverre voor ons
verbond slechts sprake kan zijn van een
„dankbaar maar onvoldaan;"
dat bet te dien opziehte slechts behoeft
te verwijzen naar het reeds genoemde aan
de commissie vau enquête toegezonden
adres, dat in zijne algemeene vergadering
van 29 Mei 1887 is behandeld en vast
gesteld, en waarin het zijne naar het meent
hoogst bescheiden wenschen ten opzichte
van arbeidswetgeving heeft blootgesteld;
dat het onder verwijzing naar meerge
noemd adres overbodig sehijnt thans aan
te stippen, in welke opzichten het thans
ter openbare behandeling gereed liggend
wetsontwerp onbevredigd laat,
dat het bovendien ook zijne wenschen
ten opzichte eener dadelijke, eenigszins
volledige arbeidswetgeving meeut te moeten
beperken, omdat lo. de arbeids-enquête
nog niet over het geheels land en alle
takken van industrie heeft plaats gehad,
en 2o. onze nijverheid al te groote spron
gen opeens misschien te gevoelig zouden
kunnen treffen,
dat echter ook niet mag worden voor
bijgezien, dat de wetgever sedert 1874 op
dit gebied volstrekt niets heeft gedaan,
en het daarom niet aangaat even geleide
lijk op den eenmaal betreden weg voort
te schrijden, als in andere landen misschien
het geval is geweest;
dat het, dit een en ander in het oog
en daarmede rekening houdende bij de
beoordeeliug van het thans voorgesteld
ontwerp en de daarop voorgestelde amen
dementen, Uwe Kamer beleefd doch drin
gend verzoekt, in het thans bij haar aan
hangige wetsontwerp
1 o. den leeftijd beneden welken het ver
boden is een kind arbeid te doen verrich
ten, uit te breiden tot dertien jaar;
2o. dat verbod als regel eveneens toe
te passen op den veldarbeid;
8o. in geen geval uit te sluiten de werk
zaamheden voor het bedrijf van den vader,
de moeder of den voogd, indien deze dat
bedrijf uitoefenen zonder andere hulp dan
huisgenooten
4o. te handhaven het verbod van nacht
arbeid, de beperking van deu arbeidsdag
en de verplichting van ééa rustdag per
week, voor jongelieden beneden 18 jaar en
voor vrouwen van eiken leeftijd;
5o. te handhaven eveneens dat de arbeid
van jongelieden en vrouwen in ieder geval
des avonds minstens te 7 uur eindige;
6o. den werktijd van jongelieden van
18 tot 15 jaar te beperken tot acht uur
per dag;
7o. te handhaven het verbod van arbeid
van vrouwen in fabrieken en werkplaatsen,
viei weken na hare bevalling;
8o. te handhaven in ieder geval de in
stelling van inspecteurs, doch aan de re
geering zoodanige wenken te geven, dat
de taak dier ambtenaren worde, niet alleen
om het toezicht en het opsporen van over
tredingen te leiden, maar ook om de hoof
den en bestuurders van bedrijven en on
dernemingen van raad te dienen en de
regeering te rapporteeren en te adviseeren,
ten opzichte van uitbreiding en aanvulling
der wetgeving, mede ter bescherming en
ter verzekering rai de gezondheid, het
leren en de toekomst der werklieden.
Hetwelk doende, enz.
In da laatste helft der
maand Mei a. s. zal te 's Hage het
examen plaats hebben van poetamb
tenaren in den telegraafdienst.
Op kosten der Begeering
zal het 9jarig zoontje van Lamber-
tus Sollet te Maastricht, dat Zondag
10 dezer door een van dolheid ver
dachten hond is gebeten, naar Pa
rijs worden gezonden, om zich on
der behandeling van Pasteur te
stellen. Ook de kosten voor den
vader, die den knaap derwaarts
vergezelt, worden door het Rijk
vergoed.
Het Ril. meldt:
Het bekende plan van den inge
nieur A. L. van Gendt alhier, (Am
sterdam) om eene nieuwe beurs te
bouwen aan de Heerengracht tegen
over de Warmoesgracht, een plan,
dat in 1879 bij de beurscommisBie
uit den Raad veel bijval vond,
schijnt thans weder ter sprake te
komen, nu de raadscommissie voor
de nieuwe tramlijnen haar eindver
slag heeft uit te brengen.
Mocht dat plan tot uitvoering
komen, wat natuurlijk zeer onzeker
dan wordt daardoor vanzelf de
weg geopend, waarlangs de tram
van den Dam naar de Marnixstraat
de Westermarkt kan bereiken. De
toegang tot de Beurs moet dan door
de verbreeding der Huiszittenstegen
en de demping der Warmoesgracht
worden gemakkelijk gemaakt, en de
afbraak der huizen aan de Heeren
en Keizersgrachten, voor het Beurs
gebouw en de aan weerszijden ge-
leg§p wegen noodig, versehaft ruimte
Voor tramaanleg.
Er is dus zeker samenhang tus-
schen beide vraagstukken, en daar
om is het niet te verwonderen, dat
genoemd beursplan weder aan de
orde komt.
Door de politie te Am-
sterdam is aangehouden zekere L.
F., een oude bekende der justitie,
die zich nu weder te Groningen
had schuldig gemaakt aan diefstal
van goederen uit eene loods van
de Maatschappij tot exploitatie van
staatsspoorwegen. Hij werd op ver
zoek van den commissaris van po
litie te Groningen naar die plaats
getransporteerd.
Men schrijft ons uitWor-
merveer
De vorige week ontving een der
onderwijzers te Krommenie bezoek
van een hem onbekend heer, zich
noemende Van Sandwijk en zich
uitgevende voor een collega, 't Ge
wone praatje van tijdelijke ongele
genheid, voorbijgaand geldgebrek
als anderszins deed ook hier weder
met goed gevolg dienst. De bezoeker
vertelde o. a. van zijne werkzaam
heid te Mettray. De geldersche lo
cale bladen hebben dan ook reeds
vroeger gewaarschuwd, van daar
zeker, dat nu Noord-Holland in.t
een bezoek vereerd wordt. Daar de
man niet zoo buitengewoon veel-
eischend is, loopt hij weinig in den
kijker. Hij denkt waarschijnlijk Een
klein winstje, een zoet winstje.
Voor de betrekking van
hoofd der bizondere school in de
Purmer hebben zich 45 sollicitanten
aangemeld.
Aan den werkman le
klasse (smid) bij den instructiewin
kel te Delft J. Th. Meiwesen is de
gouden medaille voor 36 jaren
ijverigen en trouwen dienst, met de
daaraan verbonden gratificatie van
1100, toegekend.
Zondagavond had in het
lokaal der werklieden schaakver-
eeniging te Utrecht de aangekon
digde simultaanpartij plaats. Jonk
heer A. B. van Foreest, van Am
sterdam, speelde 36 partijen tegelijk,
waarvan hij er 34 won en 9 ver
loor; van deze laatsten één tegen
den voorzitter der Vereeniging en
één tegen een der jongste leden,
den 14-jarigen Nijenliuis.
Deze schitterende uitslag is een
bewijs van de buitengewone schaak
talenten van den simultaanspeler.
Als eene andere bizonderheid mag
vermeld worden, dat de heer Van
Foreest verleden jaar in eene schaak
club te Utrecht, bestaande uit de
sterkste spelers der stad, 15 partijen
tegelijk speelde, waarvan hij er 14
won en slechts 1 verloor. (U.D.)
Een conducteur op de 1 ij n
RoermondAntwerpen werd testa-
tion-Hamont door de belgische amb
tenaren betrapt op frauduleusen in
voer van 40 liter spiritus.
De goederenwagen werd in beslag
genomen. De conducteur kreeg ter
stond zijn ontslag.
Al is de toenemende be
schaving door het drukkere verkeer
ook tot in de meest afgelegen plaat
sen doorgedrongen, toch zijn er nog
altijd lieden, die, al reizende, het
rechte van de zaak niet snappen.
Zoo kwam eenige dagen geleden
een kereltje aan het loket van het
station te MeerlooVenraai en vroeg
een kaartje. Op de vraag van den
chef: «Waar naartoe?i antwoordde
de snuggere: (Dat gaat je niet aan.
Hij ontving dus geen kaartje en
stapte zonder bewijs de coupé bin
nen, doch moest nu tot de treurige,
maar voor hem zeer leerzame erva
ring komen, in eene flinke boete
vervallen te zijn.
Men meldt uit Middel-
burg, dat de drie poklijders aldaar
gelukkig herstellende zijn en zich
geen nieuwe gevallen hebben voor
gedaan.
Te Vlissingen echter breidt zich
de pokziekte langzaam uit.
Te Tilburg is in de wijk Heikant
weder een geval van pokken voor
gekomen.
Uit Goes wordt gemeld:
Door den burgemeester dezer ge
meente is, onder mededeeliDg dat bij
een onlangs gevangen en onderzochte
rat in één stukje vleesch van enkele
millimeters, ruim zestig trichinen
zijn aangetroffen, tot de ingezetenen
de uitnoodiging gericht, om ratten,
bunsings of mollen, die zich op hunne
erven of terreinen mochten vertoo-
nen, te vangen en onmiddellijk ter
hand te stellen aan den buitenge-
wonen districts-veearts E. L. van
Mervennee, die bereid is ze op tri
chinen te onderzoeken en te ver
nietigen. De burgemeester wijst er
op, dat het alleen door algemeene
medewerking mogelijk zal zijn, die
voor den mei.sch zoo hoogst gevaar
lijke ziekte in haren vcortgang te
bestrijden en eene herhaling van
ziektegevallen te voorkomen.
Uit Zieriksee wordt van
17 Maart gemeld
Heden heeft zich het geval voor
gedaan, dat een jongmenseh, die
Vrijdag voor de rechtbank had
terechtgestaan wegens meineed, zich,
na in de gevangenis teruggebracht
te zijndoor ophanging om het
leven heeft gebracht. Naar men
zegt, had vrees voor de wraak van
dengenen, in wier belang hij de
valsche verklaring aflegde, hem
daartoe gebracht, en kwam hij later
uit wanhoop wegens de gevange
nisstraf van 10 maanden, die tegen
hem giëischt werd, tot den zelf
moord.
De dienstbode van den
heer B. te Harderwijk, die Zondag
ochtend de kachel met petroleum
aanmaakte, had het ongeluk dat
hare kleeren met het vuur in aan
raking kwamen en daardoor vlam
vatten. Ofschoon op haar geroep
zeer spoedig hulp verleend werd,
kon toch niet voorkomen worden,
dat zij vrij belangrijke brandwon
den bekwam.
LETTEREN EN KUNST.
Do heer Conrad Behrens doet ons weten, dat
hy voor het volgende winterseizoen een contract
gesloten heeft tot het vervullen van het emplooi
van eersten bassist bij de duitsohe opera te New-
York. (N. R. C.)
- «Trui van de Noordermarkt», dat de heer
Prot te Amsterdam Vrijdag geefl tot viering van
zijn 127,-jarig diecteurschap, is naar het fransch
bewerkt; de muziek is van Serpette. Het stak
speelt te Amsterdam in Jan. 1688. De intrige
loopt over eenige brieven, die in een oude japon
zijn gebleven, welke bij een uitdrager op de
Noordermarkt verkocht is. Met het opsporen van
den oudek'eerkoop vangt de handeling aan, die
eindigt met een ovatie aan Vondel, na de eerste
opvoering van zijn Gijsbrecht. Trui is het vrou
welijke van eau straatjongen; bij on9 ontbreekt
een woord voor wat de fran3chen «gamine»
noemen.
Het Philharm. Orkest van Berlyn gaat in
het begin van Juni voor o dagen naar Görlitz,
waar het driedaagsch «Schlesiaches Musikfest»
wordt gegeven, zal dan nog concerten geven te
Dresden en Leipzig en kan 12 Juni in ons
land, 15 Juni te Scheveningen worden verwacht.
Gnstav Kogel zal wederom voor eenige belang
rijke noviteiten zorgen. De uitgever Peters droeg
aan Kogel op van eenige opera's, o. a. die van
Marschner, een nieuwe editie te bezorgen.
KOLONIËN.
(Uit bataviasche bladen van 1113 en de
•Deli Ct.* tot den 16en Februari aangebracht).
BATAVIA, 13 Februari.
Naar het //Soer. Hand.# verneemt is
door de regeering f 150,000 toegestaan tot
leniging van den nood der bevolking van
de Bengawan djerostreek.
Generaal-majoor Yan Teijn zal den
20en Februari weer naar Atjeh teruggaan.
De regent van Probolingo, Baden
Toemenggoeng Widjojo Koesoemo, die
volgen» een particulier telegram is over
leden, werd eerst in December van het
vorige jaar tot die waardigheid verheven:
hij was vroeger patih van Poerworedjo
(Bagelen). De omstandigheid, dat hij uit
een ander gewest kwam en een regent
opvolgde, die ontslagen werd, zal aanlei
ding hebben gegeven tot het gerucht vnn
zijne vergiftiging, zonder dat daarvoor
grond behoeft te bestaan.
Het //Advertentieblad voor Tegal"
bericht, dat door het bestuur krachtige
maatregelen worden genomen om in Tand-
joeng hongersnood te voorkomen.
De //Nieuwe Vorstenlanden" maakt
melding van een Javaan Sosrowidjoijo, die
indertijd om zijn heiligdoen door het eu-
ropeesch en inlandsch bestuur van Solo
gevaarlijk werd geacht voor de rust, doeh
dien de regeeriug niet politiek wilde ver
bannen; hij werd toen door den rechter
tot 5 jaar dwangarbeid veroordeeld, kreeg
Batavia als strafplaats, ontvluchtte, hield
zich 2 jaar schuil, en zit nu weer te Solo
gevangen. Het blad hoopt dat de tegen
woordige regeering hem thans zal verban
nen en hem niet meer te Batavia zal
plaatsen, waar hij vroeger politie-oppasser
was en zich thuis gevoelt.
Te Banjoewangie is eene sloep aan
gekomen met twee matrozen, die het ita-
liaansche schip //Marcella" hadden verla
ten, na den kapitein met messteken ver
wond en het sehip in brand gestoken te
hebben.
De heer C. J. F. le Cocq d'Armand-
ville, onderpastoor te Msumeri op Flores,
is door de bevolking in beide armen ge
schoten, omdat zij aan hem de langdurige
droogte weet.
Naar aanleiding van hetgeen in het
laatste Mail-overzicht van den #Javabode'
ia gezegd over de terechtstelling van de
tjilegonache muiters, wordt van geachte
zijde gewezen op betgeen Sir William
Milbourne James, een Britsch-Indiich
rechter, in 1882 schreef in zijn boek:
fTha British in India', ovor de wraak
zuchtige gevoelens, die na de demping
van den opstand in 1858 in Hindostan
bij de Eugelschen heerschten. De goever-
neur-generaal lord Canning kreeg den
bijnaam van //Clemency Canning", omdat
hij weerstand bood aan de woedende kre
ten rondom hem om meer wraak en meer
bloed; maar later werd die spot hem tot
eere, toen men inzag voor welke schande
hij den engelschen naam had bewaard
door aan die kreten geen gehoor te ge
ven. De schrijver zegt dat lieden, die door
een paniek zijn bevangen geweest, zich
gewoonlijk wreed toonea de groote angst
wordt gevolgd door de grootste wreedheid;
men maakt zich dan zoo gemakkelijk wijs
dat de beleedigde menschelijkheid slacht
offers eischt, dat het bloed, waarmede
de majesteit van het gezag en van de wet
bevlekt is, alleen door het bloed der mis
dadigers kan worden uitgewisebt, en dat
het prestige enkel door vreeselijke straffen
kan worden hersteld. Maar in gevallen
van opstand is het noch rechtvaardig noch
noodzakelijk de muiters bij geheele troe
pen ter dood te brengen. Het is duidelijk
dat op die wijze de straf dient als een
middel van wraakoefening, niet van af
schrikking. Men stelle zich tevreden met
den dood van hen, die bij het dempen
van het oproer zijn gevallen, en levere
daarna alleen de allerergste wreedaards
aan de beul over. Verontwaardiging over
gepleegde gruwelen behoeft zich niet in
bloeddorst te openbaren.
Iemand die te Scheveningen woont,
zich ffeen trouw lezer uit Nederland'
noemt en uit de indische bladen heeft
gezien, dat in het eerste tjilegonsche straf
proces niet alle beklaagden ter dood zijn
veroordeeld, zou willen zoo schrijft hij
aan den tfJavabode" dat aan degenen,
met wie dat niet het geval was, honderd
slagen op de bloote voetzolen werden toe-
geteld, opdat aan Tjilegon en ook aan de
kleinkinderen werd ingeprent, dat hadjies
de slechtste raadgevers zijn, die men ter
wereld bedenken kan. De briefschrijver
is zeker een Rus, zegt de #Javabode',
hoewel men het aan zijnen naam niet zon
zeggen.
Zondag 8 Februari tusschen 28
uur had in de chineesche kamp te Deli
eene koelie vecht-partij plaats, die nogal
van eenigen omvang was.
Eenige adsistenten van eene onderne»
ming, waarvan koelies waren weggeloopen
om te Medan nieuwjaar te vieren, waren
in de kamp gaan zoeken en vonden een
paar dier pretmakers in de Macaobuurt.
Daar zij niet goedschiks wilden medegaan,
ontstond er eerst krakeel en daarna eene
algemeene kloppartij tusschen de ijlings
van alle zijden toeschietende chineesche
koelies en de europeesche adsistenten, die
wederom door andere europeanen, uit het
hotel Medan aangeloopen, werden onder
steund.
Men sloeg elkander met stokken bont
en blauw, en uit de bovenvensters der
chineesche //gedehs" werd met steenes
geworpen. Toen eindelijk de gewapende
politie aankwam, was het noodig een
salvo scherp naar boven te richteD, wat
een einde maakte aan het gevecht.
Daarna zijn een 30-tal koelies gearres
teerd als medeplichtigen aan de vecht
partij.
Dooden zijn er, voor zooverre bekend,
niet gevallen.
CIVIEL DEPARTEMENT.
Verleend- een tweej. verlof naar Nederland,
wegens eiekte, aan den onderwijzer 2e kl. M. H.
Burger; aan de onderwijzeres 2de klasse O. H.
MILITAIR DEPARTEMEN1.
Verleend: Een tweej. verlof naar Europa, we
gens vijftien jaren onafgebroken dienst in Ned*
Indië aan den kaptein der infanterie G. H. Slot.;
wegens ziekte aan den le luit. der art. H. W,
A. S. Loke.
Vergunning verleend om te repatrieerenAan
kapt.-luit. t/z. W. J. H. de Kanter, luit. t/z. 2e
kl., M. E. B. J. Klait, officier van adm. 2e kl.,
A. M„ Post Uiterweer, id. W. Baerts.
Trouw-, Geboorte- en Doodberichten.
(Uit de indisohe bladen van 10 tot 13 Febr.)
Gehuwd: J. A. Zijp en A. H. A. Slotboom,
Singapore. - D. Burger en M. van Emmerik, Blitar
minste inlichting geven. Allengs geraakte het geheele voor
val in vergetelheid en alleen de politie hield zich nog
daarmede bezig, zonder resultaat evenwel.
Raven en Carlingford ontmoetten elkander nu en dan
in gezelschappen, maar schenen wederkeerig zich niet tot
elkaar aangetrokken te gevoelen, ofschoon geen hunner
vermoedde dat de liefde voor dezelfde vrouw tusschen hen
stond. Carlingford gevoelde zich niet weinig beleedigd door
het feit dat Raven hem ontweek en beklaagde zich in de
club vaak over den hoogmoed van den aristocraat. Geheel
rustig gevoelde Carlingford zich echter niet. Schuldbewust
zijn is een vijand die iemand den ganschen dag, ook vaak
des nachts bijblijft en Carlingford had te veel op zijn ge
weten om dien vijand te kunnen verjagen.
ACHT-EN-TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
Een brief van oravin Thbbese.
Het is nu zes weken dat gij Engeland verlaten
hebt, schreef Lionel von Raven aan Natalie, wan
neer zal ik u weerzien
Vergeef mij mijn ongeduld, uw brieven zijn mijn eenige
troost, maar niettemin snak ik naar het oogenblik waarin
ik weer uw lief gelaat aanschouwen zal. Ieder uur schijnt
mij een dag, iedere dag een week toe.
Het antwoord op dezen brief liet lang op zich wachten
en toen het eindelijk kwam was het bizonder kort.
Vergeef mij, schreef Natalie, dat ik u thans eerst ant
woord maar het kon niet vroeger. Ik hoop u spoedig weer
te zien, Lionel. Schrijven kan ik u echter niet meer. Gij
moogt u daarover niet beangst maken en mij ook volstrekt
niet meer Bchrijven. Als wij elkander wederzien zal ik u
alles ophelderen, wat u thans nog raadselachtig toeschijnt.
Met deze geheimzinnige mededeeling moest Raven zich
vooreerst vergenoegen.
Maurits Carlingford had weken lang volstrekt niet ge
weten dat Melleville dood was en dus ook niet dat Nata
lie was vertrokken. Het kwam hen plotseling in de ge
dachte, dat het toch goed zou zijn te weten wat het meisje
deed. Als zij missehien naar het buitenland ging om daar
een ander te huwen, zou hare geheime verbintenis met hem
(Carlingford) een goed middel zijn om haar geld af te
persen.
Na deze overdenkingen begaf hij zich op zekeren dag
naar de Karelstraat om oom en nicht een bezoek te brengen.
Er is geen van beiden meer hier, zeide hem het
dienstmeisje, dat ook hij de nieuwe huurders in dienst ge
bleven was. Mijnheer Melleville is al weken geleden ge
storven en de juffrouw is naar het buitenland gereisd. Dat
is alles wat ik u zeggen kan I
Van de bezoeken van baron von Raven sprak het meisjs
niet. Zij voelde afkeer voor Carlingford en had een instinkt-
matig idee, dat ook Natalie niet met hem ingenomen was.
De baron evenwel stond om de groote fooien, die hij haar
gat en om zijne vriendelijke manieren hoog bij haar aange
schreven. Zij had zich in het hoofd gezet, dat Lionel juf
frouw Natalie zou trouwen en Carlingford een afgewezen
vrijer was die zich wilde wreken, en daar zij op hare
wijze haar voormalige jonge meesteres genegen was, besloot
zij haar op geenerlei wijze iets kwaadB te laten toevoegen
en niets verder te vertellen, dan dat de jonge dame naar het
vasteland was gereisd.
Carlingford zag wel dat hij niets meer te weten komen
zou en ging ontstemd heen, zonder het meisje een cent fooi
te geven waardoor hij niet hooger steeg in hare achting.
Drie weken later ontving Carlingford op een morgen een
brief met het opschrift«dringend».
Wordt vervolgd.)