NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD. 6e Jaargang. Vrydag 22 Maart 1889. No. 1754. ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIES: IN TIJGERKLAUWEN. TWEEDE GEDEELTE. Sine nieuwe schoonheid. HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem, per 3 maanden1.20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65. Afzonderlijke nummers- 0.03. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer £23. ▼an 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents Groote letters naar plaatsruimte. Bij groote opgaven aanzienlijk rabat. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en conrantiers. ilrectenren-Ulftgevers dJ. C. PEEKKISftSHtl en J). B. AVUS. Eoofdagentait voer hat Buitenland: Compagnie Generale de Publieite Etranghe G. L. DAUB JE Co., JOE. F. JONES, Suer., Pariet, 3 Ibis Faubourg Montmartre. S i A I) S N i U H S. Haarlem, 21 Maart. Het contingent in de lichting der nationale militie, voor dit jaar door deze gemeente te leveren, bedraagt 105 man. In het belang van den goeden gang van het onderwijs aan de Militaire Schooi alhier, is het noo- dig geoordeeld, de eischen voor de toelating tot die inrichting nader te omschrijven. Daartoe is het bepaalde bij kon. besluit van 7 Juli 1886, artikel 5 punt b III luidende«Ieder Neder lander kan in aanmerking komen tot toelating, indien hij in het jaar van indiensttreding of in het daaraan onmiddellijk voorafgaaude in het be zit is gekomen van het getuigschrift voor het goed afgelegd eindexamen der gymnasia met öjarigen cursus, bedoeld bij art. 11 en 12 der wet op het hooger onderwijs» als volgt gewij zigd: «Ieder Nederlander kan in aan merking komen tot toelating, indien hij in net, jaar van indiensttreding, of in het daaraan onmiddellijk voor afgaande, in het bezit is gekomen van het getuigschrift, bedoeld bij art. 11 en 12 der wet op het hoo ger onderwijs, hetwelk voor het goed afgelegd eindexamen der gym nasia met èjarigen cursus, voor de faculteit der geneeskunde of der wis- en natuurkunde wordt uitge reikt. Aan het hoekhuis van de Gedemp te Voldersgracht en de Keizerstraat is een zeer aantrekkelijk reclame bord opgehangen van den beer J. W. Boerée, hoeden- en pettenma- gazijn, Riviervischmarkt, alhier. Op geestige wijze heeft de heer W. K. Petri Jr., decoratie-schilder alhier, in beeld geb acht, dat Boeróe's hoed, ondanks alle «duivelsche» (men zie de plaat) concurrentie de wereld in moet. De uitvoering van deze schilderij strekt den vervaardiger tot alle eer. De heer S. Rippe, van Rotterdam, hield Woensdagavond in de boven zaal der sociëteit «Vereeniging» de aangekondigde voordrachten, en be vestigde daarmede de goede mee ning, die wij reeds vroeger over zijne talenten als declamator hebben ge uit. Bizonder schoon was de vertol king van het welbekende gedicht «de Werkstaking», door Weriheim bewerkt naar Coppée's «La Grève des Forgerons». Het hoogst drama tische dat dit stuk kenmerkt fewam door des heeren Rippe's voor dracht volkomen tot haar recht. De hartstochtelijke taal en de zielroe rende passages in dit gedicht hebben wij zelden zoo welbegrepen hooren teruggeven. Ook in de overige num mers toonde de heer Rippe zich meester op het gebied der voordracht. Het was inderdaad zeer jammer dat de opkomst van het publiek niet grooter was. Hst verslag over 1888 van de Afdee- ling „Haarlem" van den „Volksbond" luidt als volgt: Gedurende het afgeloopen jaar was er weder eone vermeerderiug van het leden tal. Op 1 Januari 1888 bedroeg hun aan tal 281, terwijl dit op 1 Januari 1889 gestegen was tot 311, eene vermeerdering, die met het oog op het reeds groote cij fer, vrij belangrijk mag genoemd worden. De fioantieele toestand onzer vereeni ging is gunstig, immers de balans sluit dit jaar met een batig saldo van f83.176. Het geheel der ontvangsten bedroeg eeue som van f 1261.66s en die der uitgaven eene van f 1178.49. Dank zij de steeds welwillend verleende medewerking van verschillende personen en vereenigingen, was de feestcommissie in staat vier feestelijke bijeenkomsten te organiseeren, en wel op 24 Februari, 27 April, 27 September, en 30 November. Bij de laatste, welke plaats vond naar aan leiding van de vijf-en-zeventig-jarige on afhankelijkheid van ons land, verkreeg de Commissie door vrijwillige bijdragen, tot een bedrag van f 82.25, de middelen om de muziekzaal der srciteit „Vereeniging" door bloemen, groen en vlaggen een fees telijk en bij deze gelegenheid passend aan zien te geven. Het lid van uw bestuur, de heer de Wilde, trad dien avond, als Voorzitter der Commissie voor feestelijke bijeenkomsten op, om den aanwezigen in welsprekende woorden de beteekenis van dit herinneringsfeest uiteen te zetten. De daverende toejuichingen waarmede de woorden van dezen spreker herhaaldelijk werden afgebroken en toegejuicht, be wezen meer dan uw verslaggever kan weergeven, hoe hier het juiste woord en de juiste toon waren vereenigd. Hoewel de voor het publiek beschik baar gestelde toegangsbewijzen steeds gretig j koopers vonden, kunnen de daardoor ont vangen gelden toch slechts strekken tot eene gedeeltelijke dekking der kos ten, immers de eerste feestavond vorderde eene toelage uit de kas van f S4.296, de tweede van f 58.42, de derde van f 61-045, en de laatste van f 27.38. Bij deze bijeen komsten verleenden de volgende vereeni gingen hunne zeer gewaardeerde mede werking: de zaugvereeniging „Crescendo", het kwartet „Loreley", de Liedertafel „Zang en Vriendschap", de dames en heeren leerlingen van de Rijks Normaal school, „Haarlems Zanggenot", de Letter lievende vereeniging „J. J. Cremer", de Gymnastiekvareeniging „Sparta" en de onderofficiers-vereeuiging 4e bataillon 4e regiment infanterie „Concordia", terwijl nog muzikale voordrachten werden gege ven door mej. Landré en door mej. en twee heeren van Maas, en de heer L. Jansen Fr.z., een humoristische schets voordroeg. Een hartelijk woord van dank vinde hier zijn plaats aan hen allen, die steeds zoo belangeloos bereid zijn hunne krachten ter beschikking van de Commis sie te stellen, waardoor alleen het moge lijk wordt deze bijeenkomsten te doen plaats vinden en aan zoovelen een genot vollen avond te bezorgen In de bijeenkomst van 27 April 1888 werd aan de vereeniging „Cremer" door onze Afdeeling eene zilveren medaille aan geboden en aan het vaandel gehecht, als dank van onze vereeniging en als hulde voor hare te Utrecht behaalde lauweren. Gedurende de laatste bijeenkomsten was, dank zij de medewerking van het Bestuur der „Vereeniging", geen sterke drank in de zaal verkrijgbaar. Omtrent de Stuivers-Spaarbank door onze Afdeeling iu 1880 in het leven ge roepen, kan het volgende worden vermeld: in 1888 zijn iugebracht 5532 posten, te zamen tot een bedrag van f 10.176.505; terugbetaald is een bedrag van f 10.870.28' in 511 posten. Het gemiddelde bedrag der inbrengpo8ten was pl.m. f 1.84 tegen pl.m. f 1.96 in 1887- Over dit jaar is aan de deelhebbers eene rente toegekend van twee percent. Het kapitaal bedroeg op 31 December 1888: f 12.121.05, ver schuldigd aan 866 deelhebbers, Het bestuur der Spaarbank bestaat uit een Voorzitter, een Ondervoorzitter, een Peaningmeester, een Secretaris en 22 Commissarissen. Ten bewijze dat onze Spaarbank ook naast de Rijks-PostBpaarbank en die van het Nut eene welkome gelegenheid voor velen is om de gespaarde penningen te beleggen dienen d® volgende cijfers: in 1880 werd ingebracht f 8600in 1881 f 6228.57; in 1882 f 6850.98; in 1883 f 7409.79; in 1884 f 7129.17; in 1885 f 7779.90; iu 1886 f 18.520,88in 1887 f 11.187.67; in 1888 f 10.176.50s. Het aantal ingebrachte posten bedroeg in 1886 een cijfer van 783, in 1887 een van 837 en in 1888 een vaa 866. Wy meenen dat deze cijfers voldoende spreken. Deze stichting verdient dus voorzeker ons aller belangstelling en het Bestuur, de Commissarissen en in de eerste plaats de Penningmeester daarvan, hebben aan spraak op grooteu dank voor den ijver en de toewijding waarmede zij hunne taak vervullen. Ten slotte zij nog vermeld dat in dit jaar eenige wijzigingen gebracht werden in de Statuten onzer Afdeeling, welke na goedkeuring door het Hoofdbestuur ook de Koninklijke goedkeuring verkregen hebben. Het bestuur der Afdeeling: Mr. TH. DE HAAN HUGENHOLTZ, Voorzitter. Mr. A. J. VAN THIEL, Secretaris. A. C. DE KOCK, Penniugmeester. C. J. M. DE WILDE. A. VAN DER VOORT Az. Arrondlssements-Rechtbank te haarlem Zitting van Donderdag 21 Maart 1889. Het eerst staat terecht D. O. W. te Haarlem, oud 21 jaar, voorheen bediende van den ontvan ger der directe helastiBgeD, beschuldigd van het plegen van 17 vaïsGhheden in geschriften en het deshewnst gebruik maken daarvan. Zooals wij reeds vroeger meldden heeft bekl., door hekenden belast met het betalen van geld op het belastingkantoor, die gelden ten eigen bate aangewend en de handteekening van den toenmaligen ontvanger jhr. J. van Boresteyn, op die biljetten nagemaakt. In 1884 was hij in dienst gekomen en kort geleden door den tegenwoordige ontvanger Bou- ricius ontslagen, omdat deze ontdekt had dat hij belastinggelden een poos had achtergehouden. Als eerste getuige komt voor jhr. J. van Be- resteyn, thans woonachtig te Hage. Deze ver klaart, dat bekl. belast was met het invullen in letters van het betaalde op het belastingbiljet, terwijl hy ook soms posten boekte in het kohier. Ik heb hem altijd ten volle vertrouwd. Het te kort, ruim f 200, weid ontdekt toen ik ben weg gegaan, waarop de boeken werden gecollationneerd. Dit leverde echter geene resultaten op, zoodat ik het bedrag zelf hebt aangezuiverd. Later kreeg ik een brief van den voogd van bekl., waarin deze mij meldde dat zijn pupil bekend had de dader te zijn en aanbood het verduisterde bedrag te vergoeden, in de hoop dat er geen gerechte- lyke vervolging zou plaats vinden. Het geld is toen ook betaald en ik heb aan den controleur Van Delden geschreven wat er van de zaak was.» Wy vermeldden reed9, dat by het collation- neeren der hoeken de fraude niet werd ontdekt, daardoor dat bekl. de postcD alleen in het kohier had geboekt en men alleen de posten boven f 25 naging en bekl. slechts twee posten hoven dat cijfer had verduisterd, welke hij uit het hoofd kende en dus kon oplezen, hoewel ze werkelijk niet in het journaal stonden. Van de valschelijk geteekende biljetten herkende de ontvanger slechts twee als niet door hem te zijn geteekend, de valschheid der anderen kon hij alleen constatee- ren, toen die uit de bekentenis van bekl. en uit het niet-kloppen met het journaal gebleken was. De handteekening bestaat geheel uit streepjes, waarvan het aantal varieert van 7 tot 11, het namaken wa9 derhalve gemakkelijk genoeg. De president merkt op, dat het collationneeren niet veel te beteekenen had, daar men alleen de posten hoven f25 naging. Hadde moa al de posten vergeleken, dan zou de fraude onmiddel lijk zyn geble-en. Het blijkt voorts, dat, hoewel het aan d« be dienden (uitgezonderd den kassier natuurlijk) verboden is geld aan te nemen, hieraan de hand niet gehouden wordt en verder dat bekl. toen hij vijf jaar geleden op het kantoor kwam, f85 verdiende, welk cijfer later werd verhoogd tot f 120, zegge een honderd en twintig gulden. De heer Wijdoogen, bediende ten kantore van den ontvanger, verklaart o. a. dat men daarom alleen de posten hoven f 25 heeft gecollation neerd omdat het ontvreemde een hoog bedrag was en men dacht dat het niet in de kleine postjes zitten zou. Thans leggen getuigenis af do vyf personen die bekl. geld hebben toevertrouwd om voor hen te betalen. Bekl. heeft zijn misdrijf volmondig bekend. Het deelnemen aan concoursen (hy was lid eener gymnastiekvereniging alhier) heeft hem naar hy zegt er toe gebracht. Behalve zijn salaris had hy f 130 rente van een kapitaaltje dat hij van zijn vader had geërfd. Vroeger iB hij nog een tijdlang op de normaal school alhier geweest. De sub3. off. v. just., requisitoir nemende, zegt dat het hier een persoon geldt van goede afkomst, die geen weerstand heeft kunnen bieden aan de verzoeking die er ligt in het omgaan met veel geld. Hij heeft eene berouwvolle bekentenis ge daan, hy wilde elke smet opheffen, die er zou kunnen rusten op de andere bedienden van het belastingkantoor. Dit zal in aanmerking genomen moeten worden hij de toemeting der straf. Spre ker qualiticeert de misdrijven door bekl. begaan als 14 misdrijven van verduistering en 8 voort gezette misdrijven van verduistering. De wijze waarop de heer van Bercsteyn zijne handteekening zette, maakte het gemakkelijk die na te maken en het is zeker, dat vooral ambte naren, die met eeue financieelo verantwoordelijk heid zijn belast, voor een duidelijke naamteeke- ning moeten zorgdragen. Deze handteekening is niets dan eene verzameling streepjes en de heer van B. weet zelf niet, welke der handteekenin- gen echt zijn en welke niet. Het is een fantasie- handteekening. Bekl. heeft hekend dat zyn misdryven het ge volg zgn geweest van de groote kosten, die hij te betalen had hij het deelnemen aan concoursen. Dit geval is een bewys te meer, hoe afkeurens waardig alle excessen op het gebied van sport mogen genoemd worden. Spreker hoopt, dat bekl., wiens vader vroeger een rijke boer te Hoorn was, in do gevangenis zijn toestand dien hij aan zichzelf te wijten heeft, vergelijke met dien van voorheen en daaruit de kracht putte zich aan te gorden tot het scheppen eener nieuwe toekomst, al ia dat dan ook niet in Nederland en requireert zijne veroordeeling tot 1 jaar gevangenisstraf. De ambtshalve toegevoegde verdediger, mr. Th. de Haan Ilugenholtz, brengt het O. M. zijn dank voor de humane wijze waarop het deze zaak beschouwt. Ongetwijfeld is het bewij9 ge leverd voor bekl.'s schuld, maar als hy zelf niet bekend had zou het moeilyk zijn geweest het van al de feiten te doen. Het is reeds meer ge bleken, dat iemand met een gering salaris (zegge honderdtwintig gulden) zich op andere wijze geld verschafte. Het toezicht op het belastingkantoor was gebrekkig. Het was wel verboden betalingen te doen aan een ander dan aan den kassier, maar daaraan werd de hand niet gehouden. Wat de gemakkelijkheid betreft, waarmede het misdrijf kon worden gepleegd, men moet al zeer euphe- mislisch gestemd zyn om die hanepooten eene handteekening ts noemen. Het eenige dnhinm F I L L H T O Jö«. Roman van Karl Hblluer. 38) AOHT-EN-TWINTIGSTE HOOFDSTUK. Een brief van gravin Thebese. Ja, de spreekster had gelijk; zoo lang Natalie leefde zou hij zich nooit gerust gevoeld hebben. Met het cynisme van een man, die geen belofte bindend acht, vertrouwde hij nooit de eerlijkheid van een ander, en zijn geweten zeide hem, hoe weinig aanleiding er voor Natalie was om hem te ontzien. Auguste Lovell was niet de vrouw, om zich gras onder de voeten te laten groeien. Zij voelde zich altijd het ge lukkigst, wanneer zij een of ander plan smeden of iets ontdekken moest. Met genoegen zag zij de komst der grieksche gravin tegemoetde vreemdelinge zou zeker groot opzien verwekken, zij moest zeer schoon zijn en aan mevrouw Van Lovell zou wellicht de taak ten deel vallen, haar in de deftige kringen in te leiden. Deze taak viel zeer in haar smaak zoo zij vermoed had wat er het gevolg van zijn zou, had zij zich nog wel eens bedacht. EERSTE HOOFDSTUK. Wie is toch die nieuwe verschijning? vroeg Ra vens nicht, Cecilia, toen zij met hem en met hare vriendin, Viola Forrester, in den schouwburg zat. Welke nieuwe verschijning? vroeg Viola, terwijl zij haar binocle op de loges der overzijde richtte. Wie, die scboone vreemdelinge, over wie zelfs de couranten gesproken hebben. Maar de goidijn gaat omhoog, ik zal het aanstond» wel verder vertellen. In den loop des avonds deelde Cecilia mede, dat er te Londen eene vreemdelinge was aangekomen, die reeds bij hare eerste verschijning eene groote opmerkzaamheid tot zich getrokken had. Zij had in het elegantste deel der stad een klein huis met een tuin gehuurd en dit zeer smaakvol doen inrichten. Zij was jong, weduwen, gravin, en stamde af uit Griekenland. Gravin Therese Carida, zoo heette zij, beschikte, naar men zeide, over fabelachtige rijkdommen en stamde van eene oude, aanzienlijke familie af. Een Griekin, dat was zoo iets bizonders en men was zeer ver langend te zien, of het haar werkelijk zou gelukken, de toongevende schoonheden in de schaduw te stellen. Raven leunde in zijn fauteuil. Therese Carida, dat was Natalie's niehtje, die zooveel op haar gelijken moest. Was het gerucht dat zij zich hier bevond, waar en zoo dit het geval was, zou Natalie zich bij haar bevinden? Zijn hart klopte geweldig en hij had al zijn zelfbeheersohing noodig, om Cecilia niet te laten bemerken wat er in zijn hart omging. Het betreft stellig eeue avonturierster, meende Viola met een verachtelijken glimlach, het einde der zaak zal zijn dat zij op den loop gaat en een geheel pak onbetaalde rekeningen achterlaat. Lionel von Raven gaf heden weinig aeht op de voor stelling en evenmin op de dames met wie hij zich in ge zelschap bevond. Hij dacht aan niets anders dan aan de mogelijkheid van een weerzien van Natalie. Waarom echter had zij, als zij het plan koesterde met haar nicht naar Enge land te komen, hem verboden haar te schrijven? Waarom liet zij niets van zich hooren Hij wist eehter, dat er een goede reden voor bestaan moest en twijfelde geen oogenblik aan Natalie, maar alleen verbaasde hij zich en kon maar niet bedenken hoe dat alles afioopen zou. Zij had geschreven dat zij elkander spoedig zouden terugzien en nu verwachtte hij vau uur tot uur de boodschap, dat het wederzien spoe dig nabij was. Toen hij echter des avonds naar huis terugkeerde vond hij geen brief en ook de volgende morgen bracht hem nog geenerlei tijding over zijne geliefde. Hij wachtte een, twee dagen, zonder iets te vernemen, en informeerde toen welk huis in Kensington door eene grieksche gravin was gehuurd geworden. Zij zelve zou hoorde hij was reeds meerdere dagen op reis, maar werd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1889 | | pagina 1