NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 6e Jaargang. Maandag 8 April 1889. No. 1768. ABONNEMENTSPRIJS: AD VERTENT1ËN: Dit nommer bestaat uit twee bladen. STADSNIEUWS. BINNENLAND. Zaak Verstege--De Rochemont. POLITIEK OVERZICHT. BURGERLIJKE STAND. FEUILLETON. IN TIJGERKLAUWEN. HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem, per 3 maanden1.20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65. Afzonderlijke nummer»- 0.03. l)it blad verschijnt dagelijks,[behalve op Zon- en Feestdagen, oureanjüeine Houtstraat No. 9, Haarlem, Velefoonaumnaer 1X3. ran 15 regel» 50 Cents; iedere regel meer 10 cent» Groote letter» naar plaatsruimte. Bij groote opgaven aanzienlijk rabat. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekbandelaren, postkantoren en eourantisrs. Directeuren-Uitgevers J C. PEEREBOIMI en J B. AVI». Roofiagtnttn .oor kit Buieonlani: Compagnit Gentralt it Buöiieito l.ranyèri tj. L. OAVBE jr Co., JOB. t. JOtiEk, oucr., oren OottOuury SSonfontrtn Haarlem, 6 April 1889. Het Museum van Kunstnijverheid al hier is gedurende de maand Maart laatst leden door 1027 personen bezocht. Zondag 7 April zal in het Museum van Kunstnijverheid alhier de reeks van afbeeldingen, betrekking hebbende op de schoone bouwkundige fragmentenpoor ten, afsluitingen, koorstoelen enz., der vlaamsehe en nederlandsche ranaissance nog tentoongesteld zijn. Dien dag is de toegang vrij. Het examen voor onderwijzer is Vrij dag met goed gevolg afgelegd o. a. door de heeren C. Klerk en A. H. van der Hoeve, alhier. Dezen morgen kwam, in de Groote Houtstraat tegenover de Spekstraat, de inhoud van een met turf beladen wagen, door het breken van een der assen, voor een groot deel op de trambaan terecht, waar.Ioor de dienst een oogenblik ver traging onderging. Persoonlijke ongeluk ken kwamen niet voorde voerman wist zich door een behendigen sprong intijds van den wagen te verwijderen. Aan de Israëlitische mili- tairen, die het Paaschfeest ten hunnent wenschen te vieren, wordt daartoe de gelegenheid gegeven, door aan hen, wier ouders of betrekkingen in de garnizoens plaatsen wonen, op de feestdagen vrij van dienst te verleenen en aan de overi gen een verlof van 15 tot 24 April toe te kennen. Men meldt ons uit Hilver sum Een boer uit Eemnes, die alhier ter botermarkt was gegaan, wilde met de tram om half twaalf huiswaarts keeren. In het drukke van 't gesprek had zich de goede man echter een weinigje verlaat. Geen nood, hij zou geduldig wachten tot de volgende gelegenheid, zijnde om half vier. Ongelukkig was die ongedul dige tram andermaal juist vertrokken toen de man inderhaast kwam aangeloopen. De boer keerde weer naar een nabu rige herberg terug en nam nog maar een paar borreltjes op. Om zes uur zou hy nu beter oppassen. Alsof het geval sprak kwam hij evenwel om zes uur weer een paar minuten te laat. Toen hij eindelyk om negen uur op tijd was, verkeerde ons boterboertje in een alles behalven nuchteren toestand. Men schrijft ons uitNaarden: Inspectie maken is voor militairen een zeer gewone zaak, maar niet alledaagsch kan eene inspectie genoemd worden, zooals er Vrijdag een plaats had over de soldaten van het 5de bataljon 7de regi ment infanterie te Naarden. Daar stapte een niet onaardige 19 ja rige jonge dochter, met een schaamrood blosje op de wangen, als een generaal langs het front van het Bataljon, om een soldaat op te zoeken, die zoover zijn ridderplicht vergeten had, dat hij haar op den openbaren weg op zeer ruwe wyze had bejegend. Dat onze schoone, niettegenstaande hare /,oogjes enkel gloed en wangen vurig blozend" (N. Beets) toch goed uit haar oogen keek, bleek wel hieruit, dat zij al spoedig den schuldige gevonden had, die zich zeker later wel eens zal bedenken, alvorens een lid der schoone sekse lastig te vallen. Vrouw L.wonendein de Middenlaan te Bredais na ruim vijf dagen achtereen geslapen te hebben, al slapende gestorven. Rechtszaken. (Slot). De geschorste terechtzitting werd Vrij dag voortgezet. De vertegenwoordiger van het O. M.. mr. Ortt, trad in eene uitvoerige juri- dieke beschouwing, wees er op dat de verdediger heeft voorbijgezien bet ver schil tusschen wil en oogmerk om te beleedigen en meende dat zelfs al werd de beschouwing van den verdediger over den animus injuriandi aangenomen, be klaagde nog strafbaar is. Kan beklaagde zich nu al beroepen op do laatste alinea van art. 261, waarbij bepaald wordt, dat noch smaad, noch smaadschrift bestaat voor zoover de dader klaarblijkelijk in het algemeen belang handelde, goed, maar in de bro chure zijn tal van uitdrukkingen, die met het algemeen belang niets te maken hebben en daarvoor behoort beklaagde te worden gestraft. Daarna ging zijn ZEd. Achtb. de fei ten nog eens na, waarop de vervolging berustte en besprak het algemeen gedrag en de houding van den heer De Roche mont, en betoogde dat niet alleen diens openbaar leven, maar ook het privaat karakter werd besproken. Vooral stond spreker er op dat hetgeen gebleken is omtrent de notulen van de beri-beri-com- missie, geen invloed zal uitoefenen op de vraag of bekl. gehandeld heeft in het algemeen belang. Ten slotte handhaafde mr. Ortt het Donderdag door hem genomen requisitoir. De verdediger, mr. W. van Rossem, trad nogmaals in eene uitvoerige uiteen zetting der, ten deele Donderdag reeds aangevoerde, juridische argumenten. Wat de houding en het gedrag van den heer De Rochemont betreft, her haalde pleiter dat een geheel koor, om zoo te zeggende onbetrouwbaarheid van dien persoon heeft uitgebazuind. Naar sprekers meening mist het O. M. het recht om de brochure te splitsen in twee deeleneen in het algemeen belang en een dienende om alleen te beleedigende brochure is ééne daad, die in zijn geheel moet worden geappre cieerd. En de vraagwas die in het algemeen belang of niet Spreker meent dat door den complex van handelingen het eerste wordt be vestigd. Pleiter persisteerde bij zijne Donderdag genomen conclusie. Zelf be sprak bekl. nog in den breede de hou ding van den minister in deze, waaruit, naar zijne meening, voor hem (bekl.) de plicht voortsproot om het publick in te lichten omtrent den persoon van den heer De Rochemont. De uitspraak der rechtbank werd be paald op Donderdag 18 April a. s. Na Boulangers vlucht hebben eenige invloedrijke aanhanger^ zij«_e partij ver laten. De eersten die den aftocht bliezen waren Thiebauld en Michelin en volgens de National is nu ook Déroulède voor nemens, zyn ontslag te nemen als lid van het boulangistisch comité, daar hij de vlucht van den generaal niet kan goed keuren. Eenige andere leden van het nationale republikeinsche comité hebben eene ver gadering ten huize van Laguerre belegd eii daar verklaard dat zij als leden van het comité zich ontheven achten van de verplichting tot geheimhouding en be kennen dat zij het zijn geweest, die met bijna algemeene stemmen de wenschelijk- heid hebben uitgesproken, dat generaal Boulanger, in zijn vrijheid en zijn leven bedreigd door een parlement, dat tot al les besloten is om zijn macht te hand haven, uit Frankrijk zou vertrekken. Zooals wy reeds hebben gemeld, heeft de Kamer tot de vervolging van Bou langer besloten. De procureur der Repu bliek heeft in zijn rekest de gronden aangevoerd waarop de beschuldiging be rust van een aanslag tegen de veiligheid van den Staat. Daarin wordt een boekje geopend van alle daden des generaals, van de Commune tot op heden. Over de feiten waarop deze beschuldiging berust doen de zonderlingste geruchten de ronde. Volgens sommige bladen zou men de bewijzen in handen hebben van de medeplichtigheid des generaals aan de vroeger zo geruchtmakends zaak-Auba- nel. Het betrof de openbaarmaking van het plan van den generaal tot mobilisatie van het leger op het oogenblik waarop men er een eerste gedeeltelijke proef mede deed in de zuidelijke provinciën. Volgens andere moet de regeering in 't bezit zijn van stukken welke de poging bewijzen om het leger afvallig te maken en zelfs van pogingen om geheime be trekkingen met vreemde mogendheden aan te knoopen. Alleen op het voorlaatste punt is de aanvrage tot vervolging gegrond. De voorlezing van het rekest in de Kamer heeft het rumoerige tooneel veroorzaakt, dat wij in ons vorig overzicht vermeldden. De Senaat zal over Boulanger recht spreken ingevolge art. 12 der grondwet van 16 Juli 1875. Er zijn zeer zonderlinge geruchten in omloop betreffende de gebeurtenissen die de vlucht voorafgiugen. De National en andere bladen zeggen dat het tengevolge is van een onderhoud met den ex-procureur Bouchez, waarin deze den generaal de grondslagen der beschuldiging zou hebben medegedeeld en hij het toen geraden achtte zoo spoe dig mogelijk het land te verlaten. Dit is echter moeilijk aan te nemen, van een der gelijke onbescheidenheid kan men Bouchez niet verdenkenwat de reden is dat hij de stukken niet wilde teekenen, deelden wij reeds vroeger mede. In Italië is men niet weinig ingeno men met de nederlaag van den Negus van Abessinië. Men beschouwt den dood van den vorst als een wraakneming op de vroegere verliezen die hij den Italianen heeft toegebracht, toen zij streden voor de handhaving hunner stellingen aan de kust der Roode Zee. Zelfs wil men van den nieuwen toe stand voordeel trekken, want, redeneert men, de nederlaag en de dood van den Negus zijn op den langen weg een der gevolgen van de bezetting van Massowah door Italië. Crispi heeft in den Senaat op een desbetreffende vraag geantwoord dat de Kamer en het volk tegen het verlaten van Massowah zijn, daar het voor Italië noodig is een station te heb ben in de Roode Zee. Uit Zanzibar wordt melding gemaakt van het eerste krijgsbedrijf van de expe- peditie onder luitenant Wissmann. De Köln. Zeitung ontvangt van daar een telegram, dat op bevel van Wissmann op het vastelandnaast die van het Sultanaat, de duitsche vlag geheschen is in de plaats van die der ffOst-Africani- sche Gesellschaft." Tevens moet hij in eene vergadering van britsch-indische handelaren verklaard hebben dat hij vol gens de hem vanwege zijne regeering gegeven bizondere voorschriften verplicht is al het mogelijke te doen tot bescher ming hunner belangen in Zanzibar. nifest tot zijn kiezers, waarin hij o. a. zegt //Uw gezond verstand heeft reeds recht laten wedervaren aan het weefsel van leugens, waaruit het, in de Kamer voor gelezen, requisitoir bestaat. Al mijne da den en mijn geheele leven, voordat ik minister werd en mijn intrede deed in de politieke wereld, waren bekend. In dien deze daden verkeerd waren, dan zijn ook de staatslieden, die mij tot het ministerie riepen en mijn ambtgenooten waren, aan dezelfde misdrijven schuldig. «Als soldaat heb ik er mijn le ven aan gewijd om het land te die nen en als minister van Oorlog heb ik er toe bijgedragen de landsverdediging te bevestigen. Als patriot en burger koester ik het volkomen wettige verlangen om de rep ibliek te ontrukken aan de handen van hen, die Frankrijk te gronde richten. wGij wilt met mij een republiek, be staande uit alle goede Franschen, een eerlijke republiek. Over een paar maan den zal het algemeen stemrecht uwe be slissing bevestigen en zal het door zijn souvereine uitspraak het land rust en vrede teruggeven.' Telegrammen. PARIJS, 6 April {Reuter.) Generaal BoulaDger richtte hedenochtend een ma FAMILIEBERICHTEN UIT DE VOORNAAMSTE DAGBLADEN. GEBOORTEN: 4 April. M. M. v. d. Wouden-Verloove z. Rott. - E. P. Thiel-Meirink z. Amst. - Kliemand-Kautmann z. Amst. OVERLEDEN: 31 Maart. Wed. J. Goldberg—Rosenthal 74 j. Arnsberg. - 2 April. N. G. van Zeg- waart 78 j. Amst. - C. P. Berckenkamp 43 j. Amst. - J. B. Hert 69 j. Amst. - Wed. M. H. v. Lan8chot-Oomen 79 j. 's-Bosch. - J. Wolbers-de Man 63 j. Heemstede. - 3. A. Koot 64 j. Moordrecht. - C. C. Schepp 80 j. Charlois. - D. J. Anes 60 j. Rott. - A. van Aalst-Verhoe ven 73 j. 's-Hage. - J. Th. Clementz, Lochem. - 4. W. A. Stutier- heim 34 j. Rott. - Wed. J. G. Deerns-Kips 's-Hage. - J. P. H. Jorissen, Amst. - 5. W. van Gulden 69 j. 's-Hage. - E. van Praag 12 m. z. Amst. GEBOORTEN: 5 April. H. Plantjé-Langevoort d. - J. Mok-Nopol z. - 6. A. M. Lourenburg— de Nijs z. OVERLEDEN: 4 April. C. Wijkhuizen 8 m. z. Groen- alsteeg. - 5. C. M. Rooyers 1 m. d. Nieuwe Kruisstraat. Slotkoersen van de Bears yan Amsterdam. Per Telegraaf. Metaliek Januari 70% 70%; Warschau Weenen '31% 2% 2%; Action* 185; Bforen actions 72%; Grajcwo Reichamark 95; Ch'ratgo jircf. 135; Ei- «lif Milwaukee common. 62%; Southern 11326; VVastern tweede 38% 39; Brussel 88 88%. Kom as van Kahl Hbllmer. 51) TWAALFDE HOOFDSTUK. OP HET LAND. Eindelijk vind ik u dan, gij wresde! riep hij op gewonden, waarom bescheidt gij mij bij het paviljoen als het uw plan niet is om daarheen te gaan? Waart gij het, die een wreedaardig spel met mij hebt gedreven, die inplaats van in mijn armen, aan mijn hart te rusten, daar huiten in het woud eene raadselachtige samenkomst had ■iet een bediende, den dienaar mijner zuster, een afstoote- lijksn kerel, dien ik niet begrijp dat mijne zuster in hare nabijheid dulden kan. Waart gij het? Spreek! Hij stiet deze woorden uit op een toon, dien een russisch slotvoogd zou hebben gebruikt tegenover zijne lijfeigenen. Therese Carida zag hem met bevreemding en met trots in de oogen. Wat deert u? vroeg zij fier. -Weet gij met wie gij spreekt en spreekt men zoo tot mij? Zij maakte eene beweging als om op te staan en naar liet huis terug- te keeren, maar hij trad liaar in den weg. Blijf! Gij moet naar mij luisteren, mij antwoordenik ben het moede mij aan uw leiband te laten voeren, de onzekerheid gruwt mij, ik wil weten wat mijne positie is. Hebt gij uwe kamenier al dan niet de boodschap gegeven, dat gij naar het paviljoen gingt, hebt gij dat gezegd in de overtuiging dat ik u zou volgen? Waart gij bezield van den wensch met mij alleen te zijn en mij de gelegenheid te geven de woorden uit te spreken, die moeten heslissen over uw en mijn leven? Een heldere lach stuitte zijne in de hoogste mate harts tochtelijke woorden. Mijn God, welk een theatrale vertooning! Wat wilt gij eigenlijkWat is nu de korte beteekenis van deze lange redevoering Gij denkt te goed over mij als gij meent, dat ik uwe fantasie kan volgen. Gij denkt, dat ik u een rendez vous heb gegeven? dat is mij volstrekt niet in den zin ge komen. Ik heb mijne kamenier volstrekt geen boodschap voor u achtergelaten en zoo zij die gegeven heeft, heeft zij dat eigenmachtig gedaan en daarvoor kunt gij mij niet verantwoordelijk stellen. Gij drijft een coquet spel met mij, Theresa ik waar schuw u daarvoor ik hen niet de man die dat geduldig verdraagt en gij zijt geen vrouw om u éaartoe te verne deren. Neen, het is hier niet de vraag of gij het doel hadt eene samenkomst te hebben met mij, maar of gij mijne vrouw wilt worden. Zijne oogen hingen met een uitdrukking van verterenden hartstocht aan hare lippen; de woorden welke deze zouden spreken waren voor hem leven of dood. Hoe slecht en bedor ven Maurits Carlingford ook was, de hartstocht dien The rese Carida in zijn ziel had doen ontwaken, was het eenige echte en diepe gevoel waartoe hij ooit in staat was ge weest; zij wist dat en hare verachting voor hem was zoo groot, dat het haar een genot was hem te pijnigen en hem hare macht te doen gevoelen. Tegenover haar dacht hij niet meer aan haar geld, hare schoonheid lokte hem aan en al was zij eene bedelares geweest, dan had hij de hetoovering die in hare oogen lag, niet kunnen weerstaan. En als ik neen zeg, wat dan? vroeg zij eenigszins spottend. Dan beneem ik mijzelven het leven, ik kan en wil niet leven zonder u Mijn God, dat is eene echte tooneelvertooning, die niets beters verdiende dan spot. Maar ik wil edelmoedig zijn en u herhalen wat ik reeds eenmaal gezegd heb: ik wil niets overhaasten. Als wij hier eenigen tijd gebleven zijn, kunt gij uwe vraag herhalen, het verdere zal zieh vinden. {Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1889 | | pagina 1