1819.-12 iei- NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD. LUTTRA, BERICHT. 6e Jaargang. Maandag 13 Mei 1889. No. 1797. ABOHHEMEHTSPRIJS: AD VERTENTIËN: Dit Nasflier bestaat uit twee bladen. J. C. PEEREBOOM eu J. B. AVIS. SI A 1) S I E li W S. lie Vlaggen uit! F li U I L L E T O N. HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maandenƒ1.20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65. Afzonderlijke nummers- 0.03. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen, ureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122, Directeuren-Uitgevers J. C. PEEREBOOM en J. B. AVIS. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantiers. Hoofdagenten voor let Buitenland: Compagnie Generale de Pullicite Btrangère G. L. HAVBE Co., JOHH P. JOXES, Svcc., Parijs 3Uk Faulourg Montmartrc. ESESTE BLAD. Wij hebben het genoegen aan onze lezers te berichten dat er in ons blad een serie brieven zal verschijnen over de parij- sohe Tentoonstelling,waarvoor wij een ervaren kundigen jour nalist in de fransehe hoofdstad hebben aangesteld. Directeuren- Uitgevers Veertig jaren geleden werd te Am sterdam op plechtige wijze bekrachtigd, wat onze Grondwet omtrent de erfopvol ging voorschrijft. Gold reeds dadelijk n het overlijden van Z. M. Koning Wil lem II (17 Maart 1849) het //Vive le roi" voor diens opvolger, de wisseling der beloften van „houw en trouw" tus- schen vorst en volk had plaats den 12den Mei 1849. Een tijdperk van veertig jaren geeft zeker wel gelegenheid tot oordeelen over de wijze, waarop vorst en volk heb ben saamgewerkt tot heil des lands. Nu het onzen geëerbiedigden Koning gegeven is gedurende zoo langen tijd aan het hoofd van den Staat te staan, mogen wij ons gelukkig achten, dat dit tijdperk van vrede zich ook kenmerkte door het tot stand komen van belangrijke „werken des vredes." De grondwet van 1848, welks hand having de nieuwe Koning bezworen had en welke hij dan ook steeds, als een toonbeeld van een constitutioneel vorst heeft nageleefd en doen eerbiedigen, riep verscheidene organieke wetten in het leven, welke op verschillend gebied aan gevoelde behoeften voldeden. ajQ uitbreiding van de verkeerswegen deden handel en nijverheid hooger vlucht nemen. Wij denken b. v. aan het Am sterdam van vóór 48 en aan de vlucht, die het door den aanleg van het Noord zeekanaal nam. Wij kunnen ons moeilijk meer voorstellen, hoe de rotterdamsche handel het zoo lang heeft kunnen stellen met zijne langs-een-om weg-verbinding met de zee. Ziedaar twee groote werken, die niet zullen ophouden een invloed ten goede op onze volkswelvaart te oefenen. Reeds in 1852 werd het „reuzenwerk" de drooglegging van de Haarlemmermeer, tot een g ed einde gebracht en aan het einde van dit veertigjarig tijdvak kunnen wij wijzen op de grondslagen van een nog grooter werk, nl. de oprichting en den aanvankelijken arbeid der Zuiderzee- vereeDiging. Op nog meerdere bewijzen van toenemende ontwikkeling te wijzen, zou ons te ver voeren. Keeren wij nog even tot het wetgevend gebied terug en wijzen wij op het eerst kortelings inge voerde Strafwetboek, dat om zijn milden geest en deugdelijke inrichting de be wondering van het buitenland uitlokt, Waar zooveel goeds, onder de vreedzame regeering van een Vorst uit ons geliefd Stamhuis tot stand gekomen, is aan te wijzen, bestaat reden tot dankbaarheid en zeker opgewektheid tot feestviere Te betreuren zeker was het, dat de volksvertegenwoordiging, aan het einde van zulk eeno regeering, zich in de droe vige noodzakelijkheid zag, het koninklijk gezag aan andere handen toe te vertrou wen; maar met met des te grooter blijd schap werd daarna ongetwijfeld vernomen de tijding: De Koning betert. Toen die beterschap bestendig bleek, gingen aller wegen stemmen op, het veertigjarig kroningsfeest te vieren. Mag de vierin, al minder schitterend wezen, dan wanneer het feest meer voorbereid was geweest, het spontane van de uiting der gehecht heid aan Oranje vergoedt ruimschoots den minderen glans. Die gehechtheid dagteekent reeds van eeuwen en onze Koning heeft daarvan in zijne langdurige regeering ook voor zijn persoon meer malen de ondubbelzinnigste blijken ont vangen. Trouwens zijne daden verzekerden hem de liefde zijner onderdanen. Waar rampen het volk getroffen hadden, gin; hij voor met ze te lenigen. Zijn terug keer in de residentie van een bezoek aan de door overstrooming geteisterde Be tuwe (1861) geleek een zegetocht. Met geestdrift werd hij in 1874 bij zijn be zoek aan de voornaamste plaatsen des lands begroet. Het nationaal huldeblijk hem in die dagen aangeboden, werd be stemd tot in stand houden der inrichting Bronbeek, een „Te Huis" voor hen, die in den dienst voor Vaderland en Vorst in het verre Oosten verminkt werden. Gaven de laatste jaren al geene aan leiding tot zulke luidklinkend daden van liefde voor het volk en van werkzaam heid voor volkswelvaart en volksgeluk, wij willen deze korte schets besluiten met te wijzen op den aanzienlijken steun welke de onlangs opgerichte Heide-Maat- schappij, zich ten doel stellende heide- ontginning, van Z. M. mocht ondervin den. Hoewel aan het ziekbed gekluisterd, bleef onze Koning, zoolang zijn toestand zulks toeliet, zich bezighouden niet alleen met staatszaken, maar ook met alles, wat tot verhooging van 's volks welzijn kon strekken. Waar op zoovele lichtpunten te wijzen valt, waar de ziekte van den geliefden Vorst zulk eene verrassend gunstige wen ding genomen heeft, is het te verklaren, dat het Nederlaudsche Volk uiting wil geven aan zijne gevoelens van ver knochtheid. De feestvreugde zal weer spoedig plaats maken v or de eischen van het maat schappelijk leven; wij hopen echter, dat het Nederlandsche Volk nog lang met zijn herstelden Vorst de herinnering er aan zal mogen bewaren en dat het n og lang daarna zijn wensch, door Tollens uitge drukt in de volgende dichtregels, ver vuld zie Dring' luid van uit ons feestgedruisch, Die beê uw Hemel in: Bewaar den Vorst, bewaar zijn Huis, En ons, zijn Huisgezin! Doe nog ons laatst, ons jongst gezang, Dien eigen wensch gestand: Bewaar, o God' den Koning lang En 't lieve Vaderland Haarlem, 11 Mei 1889. Had men tot het laatste oogenblik verwacht, dat de parade van garnizoen en schutterij alhier morgen, Zondag, zou plaats hebben, het is thans bepaald dat zij Maandag a. s. te half twaalf op het terrein voor de kazerne aaD den Schoterweg zal worden gehouden. Na afloop zullen de troepen door de stad marcheeren begeleid door de muziek van het gemeentelijk muziekkorps onder den heer Kricn3 en defileeren voor de weningen van ZExc. den Commissaris des Konings en den Ed. Achtb. heer Burgemeester. Nederland viert een groot, hartverhef fend feest. In iedere gemeente, groot of klein, heerscht eene ongekende bedrijvig heid, een zeldzame opgewektheid, want niemand wil achterblijven om het feest van Z. M. onzen Konings 40-jarig Re geeringsjubileuin te herdenken. Het is bizonder op de stad onzer in woning, de doorluchtige, roemrijke Spaar- nestad, dat wij thans het oog hebben. Nog slechts weinige uren en een zee van vlaggen, met de vaderlandsche kleuren, doormengd met het geliefd Oranje, geeft aan haar een eenig, zeldzaam, heerlijk, feestelijk aanzien En er zijn veelvuldige redenen om feest te vieren. Niet alleen toch het feit van de 40-jarigo regeering van Z. M. den koning op zich zelf, maar ook de omstan digheid dat Z. M. in krachten hersteld, als een verjongde persoonlijkheid uit een tijd van zware beproeving is te voor schijn getreden. Ieder, die het Oranje huis en het Vaderland lief heeft, gevoelt wat dat zeggen wil. Veertig jaren van voorspoed en zelf standig volksbestaan werden ons onder Zijne regeering geschonken! Heeft dus dit feest geen honderdvou dige reden van bestaan? Tot antwoord behoeven wij slechts te wijzen op hetgeen ons morgen te wachten staat! Morgen zullen de fraaie hoofdstraten or.zer stad wedijveren in rierlijken dos en des avonds zal een prachtige illumi natie ons van alle zijden tegenstralen. Drie van de beste muziekkorpsen van ons land zullen de duizenden wandelaars waarvan er zeker wel geene zal zijn, die niet met oranje getooid is, eenige aan gename uren verschaffen. Onze prachtige, statige Hout zal een heerlijke verkwik king aanbieden aan hen, die onder zijn verrukkelijk lommer komen verwijlen. Zóó zal de dag van morgen voor de ingezetenen een onvergetelijke feestdag zijn te meer omdat ieder, van welken rang of stand, er volop van kan genie ten. Reeds vroeg zullen velen uit de Omstreken hunne weelderig groene woon plaatsen verlaten om aan de feestelijk heden alhier deel te nemen, en zoo zullen de straten een onbeschrijflijk levendigen aanblik opleveren. Zou het met het oog op de groote drukte van morgen geen aanbeveling ver dienen dat de talrijke wandelaars in de straten, die zich van de Groote Markt naar den Hout en omgekeerd begeven rechts of links hielden; daardoor toch zal veel gedrang vermeden worden en zal men zich vrijer en gemakkelijker be wegen. Ter gelegenheid van het Koninsfeest zal Zondag en Maandag in het magazijn in de Zijlstraat van de broodfabriek „De Volharding" alhier, een toepasselijke smaakvolle étalage te zien zijn, bestaande in een crayon-buste van Z. M. den Ko ning, waaronder een gekroonde W ge flankeerd door de jaartallen 18491889 en daarondep „12 Mei." Deze letters en cijfers zijn van „pain de luxe" gebakken en het geheel wordt omgeven door vlaggen, bloemen en groen. Het belooft een waar kunstwerk te zijn. Het Stedelijk Museum van schilderijen en oudheden op het Stadhuis alhier werd heden bezocht door de navolgende heeren: Baron d'Anethan, gezant van België te i 's-Hage, Baron Jules d'Anethan, secre taris van legatie van België, Mgr. Rinal- dini, pauselijk internuntius en Haron d'Erp, raad van legatie van België. Zondag den 12en Mei zal in het mu seum van Kunstnijverheid alhier, nog tentoongesteld zijn eene merkwaardige verzameling platen, betrekking hebbende op de bouwkunst in Spanjede meest merkwaardige monumenten in gothischen arabischen en renaissance stijl zij hierbij vertegenwoordigd. Zondag is de toe gang vrij. Onlangs is aan de maatschappij tot ploitatie van meteorologische en annon- cenklokken te Amsterdam (directeur de heer Aug. Büehenbaclier Hz door den gemeenteraad alhier vergunning gegeven voor het plaatsen van vier klokken. Vermoedelijk zullen nu in de volgende week twee der klokken worden opge richt, een op de Groote Markt en een aan Zijlbrug. In het panorama kan men van mor gen af eene interessante wandeling door Rome maken. Eenige panorama's der stad met de Tiber, Tibereilanden en Engelen burg, St. Pieter, St. Paul, Pantheon en andere Kerken, Quirinaal, Capitool, Va- ticaan (met zijne onmetelijke kunstschat ten bevattende galerijen), Trajanuszuil, ruïnen van het Colosseum en oude tem pels, triomfbogen van Titus en Constan- tijn, Monte Pincio en andere pleinen en ten slotte eenige gezichten van Rome's omstreken, maken in kort den inhoud van het veelbelovend programma uit. De heer Hielke Brugts, die onlangs zijn honderdsten verjaardag vierde, is Vrijdag alhier in den namiddag kalm en zacht ontslapen. Plaatsgebrek noodzaakt ons het slot van het verslag der Raadszitting van Vrijdag tot het volgend nimmer uit fe stellen. Ous wordt medegedeeld dat het te Heemstede te bouwen post- en telephoon- kantoor mede telephonisch zal worden verbonden met Hillegom en dus ook met Lisse. Men meldt ons uit Spaarndam: De alhier zich gevormd hebbende feestcommissie besloot Vrijdagavond het koningsfeest a. s. Zondagavond met mu ziek en vuurwerk te vieren. Door de heeren T. Sanders, jhr. Jb. Hartsen en Js. Reynvaan is bij den minister van WaterstaatHandel en Nijverheid eene concessie-aanvraag inge diend voor een locaal-spoorweg van Amsterdam en Nieuwer-Amstel over Sloten en Haarlemmermeer naar Haarlem. Aan het plan, dat reeds sedert jaren bestond, is eerst nu openbaarheid gegeven, uit hel engelsch, van Anna Katharina Green. 17) X. HET GkHBIM IN HET KABINET TAN BLAKE. Inderdaad, ik heb de eer gehad, in dit huis een on derhoud met u te hebben aangeknoopt. Blake's herinneringsvermogen scheen uit zijn slaap te worden opgewektnaar ouder gewoonte haalde hij de schouders op en zeide: O, ja ik herinner het mij nu. Gij doet naar ik meen onderzoek naar een dienstmeisje dat eenige dagen geleden uit mijn huis is verdwenen. Hebt gij haar teruggevonden? Wij denken van wel, antwoordde Gryce ernstig Ja mijnheer de rivier geeft somtijds haar prooi terug'. Waarlijk, zeide Blake zoo natuurlijk mogelijk; wilt gij daarmee zeggen, dat zij zich verdronken heelt? Het spijt mij, dat een jong meisje uit mijn huis vandaan tot zulk een wanhopige daad is overgegaan Wat zouden de beweegredenen daartoe geweest zijn? Gryce deed een stap voorwaarts. Juist om die beweegredenen te leeren kennen, mijn heer, zijn wij hier gekomen, zeide hij op krachtigen maar eerbiedigen toon. Daar gij haar vroeger gezien hebt kunt g'ij ongetwijfeld wel wat licht werpen in deze duistere zaak? Ik vraag wel excuus mijnheer Gryce, maar ik meen u reeds gezegd te hebben, dat ik mij dit jonge meisje vol strekt niet herinner, dat ik zelfs niet met hare aanwezig heid in dit huis bekend was, en dat alle vragen, mij ten haren opzichte g-edaau. te vergeefs zijn Gryce boog- opnieuw. Ik herinner mij dat alles zeer goed, zeide hij, ik zinspeel hier nu echter niet op de betrekking-, die er tusschen u en miss Emily tijdens hare aanwezigheid hier, bestond maar wel op het onderhoud, dat gij drie dagen geleden met haar bij de Broome-street hebt gehad. Dit onderhoud heeft plaats gevonden, niet waar? Het bloed steeg- naar het anders zoo kalme gelaat van den heer des huizes. Pas opGij overschrijdt alle grenzen, riep hij uit. Toen hield hij eensklaps op. Hij was iemand die zeer veel eigenliefde bezat en naar men zeide had hij g-een heftig- karakter, hoe het ook zij, hij was terstond bedaard Het is waar, vervolgde hij kalm, aan den hoek van de Broome-street heb ik een arm meisje aangesproken maar toen wist ik nog niet dat zij in mijn huis gewoond had en niet dan na onomstootelijke bewijzen zou ik het nu gelooven willen. Toen vroeg hij met eene luide en heldere stem: Het gerecht heeft zich dus veroorloofd mij te laten bespieden, zoodat de eenvoudige daad van een ongelukkig verlaten meisje op straat aan te spreken als een bedenke lijk feit wordt beschouwd? Mijnheer, viel mijn chef hem in de rede, iemand moet er zich niet over verwonderen, vervolgd te worden,' als hij door zijne eigen onvoorzichtigheid achterdocht verwekt Wilt u daarmee zeggen, dat ik bespied ben? zeide Blake, en klemde de vuisten op elkaar, terwijl hij Gryce en toen mij strak aankeek. Dat was onvermijdelijk, zeide de detective zacht. Blake wierp op hem een woedenden blik. In New-York en daar buiten? - vroeg hij. Ik liet mijn chef antwoorden. Wij weten dat gij onlangs de Schoenmakers hebt wil len opzoeken. Blake slaakte een diepen zucht, beschouwde met droef heid het portret van zijn vader en liet zich in een fauteuil neervallen. Bewijs mij uw reden tot achterdocht; ik verzoek er u om, zeide hij na een oogenblik van stilte. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1889 | | pagina 1