zien tosschen de rails, waarover die' trein moest passeeren. Wat te doen. Nog enkele oogenblikken en het was te laat. Met de seinvlag in de hand nam zij ylings een sprong de rails over, strui kelde, enslechts haar seinvlag werd midden doorgereden, terwijl haar kind veilig zat te spelen op eenige schreden buiten het spoor. De sneltrein snorde voorbij, moed» r en kind waren ongedeerd, maar de vrouw was zoo ont steld, dat zij in de eerste oogenblikken sprakeloos was. Zeven militairen, allen Maastrichtenaren, zijn uit hunne garni zoensplaats 's-Bosch gedeserteerd. Twee hunner hebben zich reeds bij de militaire autoriteit te Maastricht vrijwillig aange meld. Men vermoedt, dat ook de vijf anderen zich in laatstgemelde stad op houden. Door de politie aldaar wordt ijverig naar hen gezocht. Op de lijn Maastricht Aken is door den trein nabij Simperveld de werkman Vleugelsuit Boekolz overreden en gedood. Een arbeider uit Vlodrop (Limburg) vertrok voor ongeveer H jaar naar Duitschland om daar als brikken bakker werkzaam te zijn, en liet zijn vrouw te Vlodrop achter. Hij had het ongeluk in dien tijd een oog te verliezen en toen hij nu Donderdag aau zijn huis terugkwam, weigerde de vrouw halsstar rig hem te ontvangen en in huis te la ten omdat zij hem wel met twee oogen, maar niet met één oog had ge trouwd Wegens landlooperij is dooi den brigadier der marechaussée te Ter Neuzen aldaar aangehouden en ter be schikking van den officier van justitie te Middelburg gesteld zekere Johannes Ja cobus Calander, oud 32 jaar, van beroep schrijver, geboren te Rotterdam, meer malen veroordeeld wegens diefstal en op lichterij, en die in Nederland, België, Duitschland en Engeland verschillende malen in een krankzinnigengesticht is verpleegd geworden, zonder echter wer kelijk krankzinnig te zijn. Thans zich bij dén brigadier aanmel dende, gaf hij op te hecten Brutel de. la Rivière, van beroep doctor in de medi cijnen en geboren te Marseille, zoomede vele onzinnige verhalen; doch daar het hem bleek dat de brigadier zeer goed met zijn verleden bekend was, was hij onmiddellijk van die ongelukkige ziekte hersteld. Hij had geen cent op zak en bekende dan ook krankzinnigheid voor gewend te hebben, om weder een goed onderkomen te hebben. Financieele Mededeelingen. In de Zaterdag, 25 Mei 1.1. gehouden gewone Algemeene Vergadering van Aan deelhouders der Nederlandsche Alge meene Maatschappij van Levensverzeke ring wConcordia" te Rotterdam werd uitvoerig verslag uitgebracht over het afgeloopen boekjaar en rekening en ver antwoording o ergelegd. Na aftrek van de wegens sterfgeval en roiement nfge- loopcn verzekeringen was uit. 1888 van kracht 314040 kapitaal met 12420.45 jaarlijksche premie en 154.48 koopsom. De gemiddelde leeftijd der verzekerden was 22 jaar en 31 dagen en de door snede van elke verzekering f 72.26 met 3.74 jaarlijksche premie per 100. kapitaal. De werkelijke sterfte was llr,u personen met 901.kapitaal lager dan de berekende sterfte deed verwach ten. De gezamenlijke bezittingen der Maatschappij bedragen 101456.69^ waarvan ƒ- 93184.69 uitstaande onder derden. Daar de overwinst zulks toeliet, werd op voorstel van Commissarissen be sloten tot uitkeering aan Aandeelhouders van 4 pCt. over hun storting. Na afloop der gewone Vergadering werd eene buitengewone Vergadering ge houden van Aandeelhouders, waarin, met het oog op de uitbreiding, met algemeene stemmen besloten werd tot vergrooting van het kapitaal en dit vastgesteld op één millioen gulden. K OLONIËN. (Uit eenige bataviasche bladen van 23—27 April jl. De vorige mail liep tot den 20sten.) BATAVIA, 27 April. Aan den Java-Bode wordt van Soera- baja dd. 24 April gemeld: Volgens eene onder reserve gedane mededeeling is de Koning der Nederlanden naar Macassar gezonden om op Boeton, een der Saleier-eilanden, een onbelangrijk rijk te gaan beschieten. Aan de schutterij te Soerabaija is eene subsidie van 1500 toegestaan, die ech ter onvoldoende is. Dit telegram merkt de J. B. op spreekt van eene tuchtiging op het eiland Boeton. Het is niet onmogelijk dat de sultan van Boeton zelf bestraft moet worden. Hij volgde onder den naam van Mahomed Omar Kajamoeddin IV zijn in 1885 overleden oom op en gedroeg zich in Mei 1887 zeer oneerbiedig tegen den goeverneur va« Celebes, toen deze bij hem kwam om eene kwestie over mari ne kolenloo lscn te regeleneerst toen de goeverneur twee maanden later zijn be zoek herhaalde, doch nu met drie oor logsschepen, werd hij handelbaarder, gaf hij dc verlangde voldoening en werd hij geïnstalleerd. Misschien is hij thans eene van de veertien, door hem bij akte van verband op zich genomen verplichtingen niet nagekomen. Volgens een gerucht door het Soer. Hand. vermeld, ging de Koning der Ne derlanden naar Macassar naar aanleiding van onlusten in de Molukken, waarbij een controleur het leven zou hebbeu ver loren; de Benfcoelendie in do wateren van Bali en Lombok kruist, zou zich bij genoemd ramtorenschip voegen. Aan het verslag der voornaamste ge beurtenissen in het goevernement Atjehen Onderhoorighedcn, loopende van 31 Maart jl. tot en met 14 dezer, wordt door de Jav. Cl. het volgende ontleend: Groot-Atjeh. Verscheiden posten in de linie werden nu en dan licht be schoten; ook werden er gedurende den verslagdjd wederom circa drie honderd strekkende meter telephoondraad geroofd en enkele isolatoren vernield. Overigens bleef het over geheel Groot-At jeh vrij rustig. In de XIII Moekims Toengkoeb keerden nagenoeg driehonderd personen, die tijdens den oorlog naar Pedir uitge weken waren, terug. Onderhoorigheden. In de On- derhoörigheden was het vrij rustig.De ver sterking te Segli werd gedurende den den verslagtijd slechts weinig, die te Melaboeh in het geheel niet beschoten. Naar aanleiding van den verbeterden politieken toestand werd de Westkust, die van Oleh-lch af tot aan Ketapang Patir (met uitzondering van Telok Kroetj voor den handel gesloten was, van den Ilea April af, met uitzondering van La gen, Kamoë en Rigas, wederom geopend, De weersgesteldheid was op Groot-At jeh en Noord- en Oostkust zeer droog en drukkend warm, terwijl er op de West kust nu en dan regen viel. In de boven streken heerschte pokziekte, overigens was de gezondheidstoestand zeer gunstig. Het gemiddeld aantal lijders, dagelijks opgenomen in het hospitaal te Pantei Perak, bedroeg 17, van welke gemiddeld 1 aan fieri-beri leed, zoodat de stand dier ziekte zeer gunstig is gebleven. Het ziekte-cijfer was laag, het sterfte-cijfer zeei laag. CIVIEL DEPARTEMENT VerleendEen tweejarig verlof naar Europa, wegens ziekte, aan den ads.-res. van Ngawi (Madioen), G. Arntzenïus en den ref. bij het dep. der burgerl. openb. werken, L. C. Agerbeekaan den contr. 2de kl. bij het binnenl bestuur C. E. T. van Kerckhoffwegens meer dan twaalf jaren onafgebroken dienst, aan den contr. Ie kl. bij het binnenl. bestuur W. M. van Schmid. MILITAIR DEPARTEMENT. Verleend: Een tweej. verlof naar Ne derland, wegens vijf tien jaren onafgebroken dienst, aan den kapt.-kwartierm. C. J Smitheen tweej. verlof naar Europa wegens ziekte, aan den off. van gez. 2e kl. dr. C. de Haan aan den le luit.- kwartierm. J. C. de Raadaan den 2e luit. der inf. P. R. de Rochemont; we gens twaalf jaren onafgebroken dienst aan den kapt. J. Hamming en aan den le luit. J. H. C. G. Angenent, beiden van de infanterie. Trouw-, Geboorte- en Doodberichten. (Uit de ind. bl. van 13 tot 20 April.) GEHUWD: L. P. Kerdijk en E. V. A. Lavalette, Batavia. (Bij volmacht) J. P. Michielsen en C. van Hattera, Batavia-Delft. L. R. Rhemrev met de inlandsche vrouw Raden Nganten Saki- nem, Semarang. J. Britt en A. Hale wijn, Riouw. J. Pietersz en C. C. Bell, Batavia. GEBOORTENH. F. v. d. Noort— Austerma i d. Bandjarnegara. H. E. VictorJansen d. Semarang. C. H. StenebomeDeRevecourt d.Soerabaia. E. HöselScholten z. Solo. C. Keij- nerRenau z. Semarang. C. J. E. van WaardenburgGosenson d. Sema rang. M. RoosElshout d. Soera baia. J. BauwensDoorenbosch d. Mr. Cornells. Mevr. DezentjeReijnhart z. Buitenzorg. M. J. I. Muller Verdooren z. Mr. Cornelis.A. Kessler z. Garoet. J. C. Burgemeestrevan Gumster d. Batavia. - A. M. van Weer den PoelmanWind z. Batavia. E. C. de WolffWagenaar z. Mr. Cornelis. OVERLEDEN C. A. A. Oestens van Waveren Pancras CliffordGraichen 27 j. Gemampir (Klatten). A van Dor ser 7 j. Djokja. L. Fredriksz 17 j. Se marang. C. Ogterop 35 j Semarang. J. A. Ravaux 51 j. Semarang. P. W. Lambert 14 j. Semarang. J. J. Deeleman Batavia. W. Klatt Ba tavia. H. A. P. HoogeveenPieter- maat Salatiga. P. W. J. van den Broek, Lawang. POLITIEK OVERZICHT. De expeditie Wissmann, die zich sinds eenige maanden in Afrika bevindt, heelt het daar zooals men uit de verschillende bericht n heeft kunnen opmaken, nogal zwaar te verantwoorden gehad. De Ara bieren, bijgestaan door eenige ma htigc negerstammen, verzetten zich met hand en tand tegen de vestiging der Duitscliers in hun gebied en bedrijven allerlei gru welen tegen hen, die de duitsche indrin gers bijstaan, al verzekeren dezen ook dat zij met de meest vriendschappelijke en vreedzame bedoelingen zijn gekomen. De Reiclisanze'uger bevat thans een be richt van kapitein Wissmann aan den rijkskanselier, gedagteekend van Bagandy van 1 Mei, waarin een beeld wordt ge geven van den toestand. Wissmann nam den door admiraal Deinhart en Busehiri gesloten wapenstilstand aan, totdat hij slagvaardig zou zijn. Busehiri verbrak dien spoedig en zond Wissmann een Salaam met afgehouwen handen. De be straffing van twee lieden door hangen bleef eerst achterwege op verzoek der ongelsche autoriteiten te Zanzibar, totdat de uitlevering zou gevolgd zijn van de in Buschiri's macht zijnde zendelingen van Mombase. Aan de fransche zende lingen is medegedeeld geworden, dat zij zich onder de bescherming der duitsche vestiging moeten stellen of naar Zanzibar moeten gaan, wanneer Busehiri ook te genover hen vijandelijk wordt. Aan de engelsche missionarissen heeft Wissmann den raad gegeven, den open weg door Massoï-land en Witie te riemen. Wissmann doet voorts mededeeling omtrent de aankomst van de troepen, welke dr. Peters voor eene maand tot zijne beschikking heeft gesteld, en die bestaan uit 550 Soedaneezen, 40 Somalia, 60 Askoris en 100 Lomalis. Deze troe pen zijn afkomstig van de Emin-expe- ditic. In Duitschland is tot Zondag het feest vieren in vollen gang gebleven. Den laatsten dag van koning Humberts ver blijf in de hoofdstad werd een diner ge geven ter eere van Crispi, waaraan door ongeveer 180 personen werd deelgeno men. Graaf Bismarck was Diet onder de aanzittenden. Een dronk van Crispi op den Keizer en den Rijksdag werd met stormachtigen bijval ontvangen, vooral zijne verzekering dat hij den vrede wilde en dat zijn droum wasde vrijheid der volken en de vorming van sterkere staten. Toen Crispi het gezelschap verliet, werd hij begroet met geestdriftvolle hoch's. Crispi zeide o. a. dat de geestdriftige, hartelijke ontvangst, den koning te Ber lijn ten deel gevallen, op gansch Italië indruk zal maken, als de uitdrukking van de sympathie tusschen de beide natiën en monarchen. Onze vijanden zeggen: wij willen den oorlog. Wij zijn ten allen tijde strijdvaardig, maar willen den vrede. Ik drink op het welzijn van den keizer en den Rijksdag, als de ware vertegen woordigers van het duitsche volk. Deze rede werd met warme evvivds begroet. Slimme beursspeculanten hebben het bericht uitgevonden dat koning Humbert en di keizer naar Straatsburg zouden gaan om er de parade bij te wonen. Dit wordt thans ten stelligste weersproken. Op het laatste oogenblik nog is koning Humberts vertrek uitgesteld en zou dit heden plaats hebbeo. GOIEXG1) MEliïïS. Gladstone werd Donder dagavond, onder het huiswaarts gaan, in Piccadilly door eene ucab'' aange reden en neergeworpen. Hij bezee de zich, doch schijnt overi en3 van het ongeval geen letsel te hebben gekregen Te Ron aan is thans een ver- giftigingszaak voor het hof van assises aanhangig. Een jongmensch, apothekers- leerling, genaamd Pastré-Becassier, is beschuldigd dertien personen, waarvan drie zijn overleden, te hebben vergiltigd. De zaak kwam aan het licht doordat de apotheker, bij wien Pastré leerling was, tegen zijn huisheer een vordering instelde tot ontbinding van huur, daar van de personen, die het huis gedurende twee jaar bewoond hadden, drie waren ge storven, terwijl zich bij verscheidene an deren dezelfde ziekteverschijnselen ver toonden. De rechtbank benoemde toen deskundigen, ora te onderzoeken of de ziekte der bewoners werkelijk het gevolg was van de ongezondheid van het huis. Een der deskundigen, dokter Brouardc, kwam tot de ontdekking dat bij alle slachtoffers vergiftiging door arsenicum had plaats gehad. Daar Pastré de eenige was, dio steeds gezond was gebleven, viel het vermoeden op hem, en reeds spoedig kwamen verscheidene bezwarende leiten aan het licht. Deze misdaad schijnt de uiting te zijn van haat, dien Pastré tegen zijn patroon koesterde, daar deze hem eenmaal op oneerlijkheid had be trapt en daarover onderhouden. 1 'e be klaagde ontkent alle schuld. Dat /Cocaïne", tegenwoor dig zoo veel, met nam1! in de tandheel kunde, gebruikt, lang geen onschuldig middel is, bewijst een stuk van Prot. Lépine van Lyon, in da Setnaine medicate, waarin hij de voornaamste gevallen van vergiftiging door cocaïne heeft bijeenge bracht. De vergiftigingsverschijnselen zijn verschillendmet name zijn bloedarme en zenuwachtige personen zeer vatbaar. Tot de meest voorkomende verschijnselen behooren bleekheidgevoel van kou, hartkloppingenkrampen in ernstige gevallen hevige hart- cn hersenverschijn selen, en de dood door ademhalingsver lamming. Verreweg de meeste vergifti- gingsgevallen kwamen voor bij toepas sing van het middel aan het hoofd, met name bij inspuitingendoch ook bij besproeiing van neus- en keelholte en van het tandvleesch bleven zij niet achterwege. Professor Kolorain heeft een patient verloren door toevoeging van slechts ruim één gram cocaïne bij een lavement. Op de vraa - of men dergelijke onge vallen kan voorkomen, antwoordt Lepine bevestigend. Met name spuite men ten minste aan het hoofd niet meer dan 20 milligram inen brenge men op een slijmvlies niet meer dan 40 of 50 milli gram. Met inachtneming van nog enkele andere voorzorgen kan de geneesheer met vrij grooten graad van veiligheid het in vele gevallen onschatbare middel toepassen. Een val om meikevers te van gen. De fransche fabrikant Cloux heeft een toestel bedacht tot het vangen van meikevers, en in verbinding met den heer Voitellier, te Nantes, in den handel gebracht. Het is gegrond op het bekende feit, dat alle insecten op het licht afkomen De toestel bestaat uit een sterk lichtgevende lantaarn door stevig helder glas omgeven, daaronder bevindt zich een wijde gladde blikken trechter waaraan een zak is vastgemaakt waarin de 10 k 15 cM. wijde beneden-opening van den trechter uitloopt. Als de sche mering of duisternis invalt, wanneer de meikevers gaan zwerven, dan ontsteekt men het licht in de lantaarn en han«t den to stel in een boom of op een andere plaats, waar zich de meikers in een groot aantal bewegen. Weldra komen zij in volle vaart op het licht aanvlie gen, bonzen tegen het glas terug, vallen in den trechter en glijden daaruit on- middelijk in den daaronder uigespannen zak. Is de zak bijna vol, dan vervangt men dien weer door een ledigen. Men zegt dat de met dezen toestel genomen proefnemingen de verwachting ver hebben overtroffen cn dat hij alle aanbeveling tot verdere verbreiding ver dient niet alleen meikevers maar ook vele schadelijke nachtvlinders enz., vangt men tegelijkertijd. Een be w ij 8, hoe vergeetach tig velen zijn, leverde de publieke ver- koóping van gevonden en niet opge vraagde voorwerpen, gehouden in de goederenloods van het station Keulen. Daar werden ie koop aangeboden, dik wijls voor zeer lage prijzen: parapluies, bij pakken van zes stuks te zamen ge bonden, wandelstokken, 'doeken, verre- kijker-, boeken, glacéhandschoenen, reis dekens en tasschenvan deze artikelen waren vooral parapluies en wandelstok ken grooten getale aanwezig; men zou er een magazijn mede kunnen vullen. Verder had mentrouwringen, brillanten van groote waarde, broches, echte en on echte armbanden, horloges, lorgnetten, dassen bij dozijnen, schildersbenoodigdhe- den, olie- en azijn kannen, zelfs laarzen knechten en vesten. Corsetten, tournures en dergelijke geheime voorwerpen van het vrouwelijk toilet had men bij de verkooping maar achterwege gelaten. Opvattend is het, dat do reizigers hunne eigendommen maar in den steek lieten, zonder zelfs navraag te doen; met eene eenvoudige opgave van het verlorene kreeg men het bteeds terug. Een ziekenhuis de bron van verspreiding eener besmettelijke ziekte, dit verschijnsel heeft zich, volgens dr. Barry te Sheffield voorgedaan bij de hevige pokkenepidemiedie aldaar in 1887 en 1888 heeft gewoed. Dr. Barry eeft onlangs over die epidemie ren rapport in 't licht gegeven. Ter verduide lijking van den loop der besmetting geeft hij op een drioen-twintigfal kaar- teD, voorstellende de meest bevolkte ge deelten der stad, met roode stippen de aangetaste woningen aan. Rondom het ziekenhuis als middelpunt heeft hij voorts een aantal cirkels getrokken, telkens met een duizend voet grooteren straal Wanneer men die kaarten beziet, dan blijkt dat in 't begin de roode stippen vrij wel geleidelijk over de geheelo stad. zijn verspreid. In Juni 1887 en vooral tegen het einde van Juli concentreerden zij zich rondom het ziekenhuis, waarin toen sedert eenigen tijd de eerste pok lijders werden verpleegd. Van daar heeft de besmetting zich allengs naar alle kanten verspreid. Gedurende de veertien weken van 21 Mei tot 27 Augustus was het getal hui zen, waai de ziekte heerschte, in een cirkel, met een straal van 4000 Eng. voeten rondom het hospitaal beschreven, zeven maal zoo groot als in het overig gedeelte der stad. Eene nadere vergelij king leert dat do verhouding van het getal aangetaste woningen binnen den eersten kring (niet verder dan 1000 voet van het ziekenhuis) driemaal zoo groot gedurende mijne afwezigheid, die langer duurde, dan ik voorzien had, want nadat ik den hoofdcommissaris alles verteld had, moest ik Gryce nog gaan opzoeken, om mij bij gelegenheid der gevangenneming van zijne hulp te ver zekeren. Ik vond hem thuis; en hij was verrukt over mijn verhaal. Bravo! zeide hij; de goden schijnen u in deze zaak gunstig te zijn; sedert ons laatste onderhoud bij mijn heer Blake heb ik echter nog geen spoor ontdekt. A propos, ik heb hem van morgen gesprokenalles wat ik u kan zeggen is dit dat wij, indien wij slagen, er zeker van kunnen zijn, dat hij ons op vorstelijke wijze zijne er kentelijk zal toonen Zooveel te heter! antwoordde ik. want niets zou ons zoo aangenaam zijn. nietwaar? Misschien zijn wij zoowat verplicht hem mede te deelen, dat zijne vrouw door ons bewaakt wordt maar ik ben van meening, dat wij hem niet moeten vertellen, dat zij tegenover hem woont, want dan zouden wij te strijden hebben met de onstuimigheid van een verliefd man. Hoe het ook zij, laat ons eerst de plannen voor den strijd vaststellen. Het is mogelijk, zelfs waarschijnlijk, dat wij de medewerking van mijnheer Blake noodig hebben, dientengevolge denk ik, dat wij goeddoen door een briefje machtig te worden, dat in 't fransch door juffrouw Daniels wordt geschreven en waarin zij de jong# vrouw van mijnheer Blake's liefde voor haar verzekert Zon der dat stukje papier zal Luttra ons niet vertrouwen, en zal zij niet begrijpen, dat zij ons in alles moet gehoorza men Er moeten in dit briefje geen namen genoemd wor den en men moet het niet onderteekenen; als juffrouw Daniels geen fransch kent, moet zij het door een ander laten opstellen, en het dan eigenhandig naschrijven Gryce keurde deze raadgeving* goed en beloofde dat hij mij den hriet den volgenden morgen om tien uur zou doen toekomen. Vervolgens deelde ik hem de verdere bizonder- heden van mijn plan mede, en tot mijne groote voldoening betuigde hij mij zijne tevredenheid, zoodat de wond, die hij aan mijne eigenliefde had toegebracht voor altijd ge heeld werd - Volvoer uw plan van het begin tot het einde en gij zult een succes behalen, dat ons met roem zal overladen. Wees echter voortdurend op uwe hoede, want op het laatste oogenblik komen er dikwijls nog zeer veel hinderpalen in den weg; ik weet er van mee te praten, zoolang ik in dienst ben. God geve dat alles goed gaat! Als ik nu niet slaagde, dan zou mijn hart er van breken. Alles zal wel goed gaan, dat zweer ik u. Ik zal overi gens zoo handelen, dat gij al het voordeel van de onder neming zult hebben. Ga nu heen vriend, en tot morgen. Aangespoord door deze 'woorden, haastte ik mij naar mijne woning Bij de trap vond ik mijne hospita trouw op haar postbezig met hare drieëntwintigste kous te stoppen. Ik moet ze stoppen voor twaalf mannen en dr e kleine jongens zeide zij, de laatste maken het mij het moei lijkst. Het is verschrikkelijk! Kijk nu eens hier, en zij liet mij eene kous zien, in den hiel waarvan een gat was zoo groot als een aardappel Na eenige woorden van belangstelling te hebben gemom peld, vroeg* ik haar nieuws van de tweede verdieping Volstrekt niets. Alles is rustig, sedert gij weg ge weest zijt. Ik pakte haar onder de kin, eene beweging die weinig paste bij mijn bevend en ziekelijk voorkomen, en ik begaf mij naar mijne kamer, terwijl mijne voeten achter mij aan sleepten. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1889 | | pagina 2