NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
BERICHT.
Maandag 13 Januari 1890. No. 2002.
7e Jaargang.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIE!:
Dit Nummer tataat uit twee Waden,
S i A 0 S X i E H V, S.
IS W li IV 1, A i\ 11
FEUiLLETO N.
IN DEN VREEMDE.
DAGBLAD
Directouren-üitgevers J. C. PSSïüEBOOjSS en J. B. AVIS.
Voor Haarlem per 3 maanden1.20.
Franco door liet geLeele Rijk, per 3 maanden. - 1.65.
Afzonderlijke nummers- 0-03.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Dit blsd verschynt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine|Houtstraat No» 9, Haarlem. TTeleïooBiEmaaaaey ilSS.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantiers.
Hoofdagenten voor het Buitenland; Compagnie Générale de Fublicite Mrangere G. L. i)AVBS §r Co.t JOHN J0NJE8, SuccjParijs 31 bis Faubourg Montmartre.
EERSTE BLAD.
Eenigen der zetters die door influenza
waren aangetast, zijn thans weder her
steld. Toch moeten we nog een gedeelte
van ons personeel missen.
Onder de nog ongestelden zijn er ook,
die rondbrengers der courant waren,
terwijl van de overige rondbrengers ook
enkelen ongesteld zijn.
Wij blijven onder deze omstandigheden
de welwillendheid onzer geachte Geabon-
neerden inroepen
Directeuren- Uitgevers.
Haarlem, 11 Jan. 1890.
Zondag 12 Januari en volgende dagen
zullen in het Museum van Kunstnijver
heid alhier, tentoongesteld zijn eene ver
zameling gekleurde platen, het werk van
Racinet,rOrnement Polychrome, voorstel
lende de pr ducten der kunstnijverheid
uit de meest verschillende landen en
tijdperken. Vooral voor de geschiedenis
der ornemeatiek, is deze verzameling zeer
merkwaardig. Zondag is de toegang vrij.
De uitslag der examens in boekhouden
en handelscorrespondentie voor de prak
tijk vanwege de vereeniging van leeraren
in het boekhouden te Amsterdam, is
aldus
Boekhouden 27 candidaten, geslaagd
11, nl., de heeren E. A. van Oven te Zaan
dam en J. Ganderheijden, van Haarlem,
en de heeren H. Richmond, H. L. Welc
ken Jr., J. J. Grewer, E. P. Raket, C.
Verweij Jzn. en E Wplaak, van Am
sterdam, J. A. Bode, van Weesp, L.
Engel, van Koog a/d Zaan en F. J.
Rietveld, van Utrecht.
Handelscorrespondentie: Fransche taal
2 candidatengeslaagd L. Engel te
Koog a/d. Zaan. Engelsche taal 3 can
didaten: geslaagd A. F. van Amstel te
Amsterdam.
De commissie van toezicht dezer ver
eeniging bestaat uit de heeren H. J.
Middendorp Jr A. D. de Marez Oyens,
mr. W. H. R. Mouthaan, mr. F. S. van
Nierop en E. J. L. Plate.
De heer A. J. Dijkstra alhier, heeft
die kinderpakjes, welke hij bij de oprui
ming in zijne winkels in de Spekstraat
en op de Oude Gracht, eenigszins be
schadigd vond, naar eene der kostelooze
scholen alhier gestuurd, opdat de onder
wijzers de meest behoeftige kinderen er
gelukkig mee konden maken.
Bij het vele, dat in onze stad voor de
armen gedaan wordt, wenschen wij toch
op bovenstaande te wijzen, opdat ook
andere winkeliers het goede voorbeeld
van den heer Dijkstra mogen volgen.
Bij den meubelmaker firma Vogelpoel
8c Zoon, in de Spekstraat alhier, is een
door dezen gerestaureerd antiek kastje
geëtaleerd, dat gediend heeft tot berging
der hostie in eene oud-roomsche gemeente.
Het voorwerp is van ebbenhout met
massief koper, en ingelegd met schildpad.
Aan weerszijden is in een der kleine nissen
een massief zilveren beeldje geplaatst, van
een toepasselijk karakter. Voor liefheb
bers van oudheden is het de moeite
waard, dit voorwerp eens te gaan zien.
Volgens achterstaande advertentie zal
de aangekondigde voordracht van den
heer A. L. W. Seyffardt, lid van de
Tweede Kamer, over „Nedrlands Weer
krachten", in de kiesvereeniging //Voor
uitgang" alhier gehouden worden op
Woensdag 15 Januari, des avonds ten
acht uur, in de bovenzaal der sociëteit
//Vereeniging", voor de leden, met vrije
introductie a 25 cent per persoon.
S V A V A.
De jeugdige keurbende van den //Sa
lon des Variétë3" te Amsterdam, met
Aleida Roelofsen aan de spits en verder
gevormd door den heer en mevrouw
Poolman en de heeren Van Sprinkhuijzen
en Roijaards, gaan voort op het pad door
hen het eerst betreden met Ibsens „Nora."
Bjornstjerne Bjornsons tooneelspel ffSva-
va" dat Vrijdagavond door hen in onzen
schouwburg werd opgevoerd behoort,
evenals //Nora", tot de naturalistische
richting en, zooals een der personen in
het stuk zegt, //die moderne noorsche
boeken zijn ook niet voor de poes."
Hier wordt ten tooneele gevoerd een
jongmensch, die een liaison heeft gehad
en een oude heer, die er een op na heeft
gehouden. De laatste is getrouwd en men
zou derhalve kunnen zeggen, dat de in
houd zoo tamelijk wel gelijk is aan dien
der fransche tooneelproducten, ware het
niet dat in de bewerking der stof een
essentieel verschil bestaat. In de fransche
stukken wordt de ondeugd als met een
rose gaas overtrokken en dan ziet ze er
niet onaardig uit; in „Svava" daarente
gen wordt ze aan de kaak gesteld, naakt
en bloot. In de fransche stukken doet
de auteur zijn best om de lastige toe
standen, veroorzaakt door echtbreuk en
ontrouw, te plooien en te passen, en in
orde te brengen, zcodat per slot ieder
een tevreden is. Maar in dit voortbreng
sel uit het noorden schijnt de schrij
ver het publiek in den schouwburg bij
elk tooneeltje toe te roepen: Daar ziet
gij de ondeugd! Smijt steenen opbaar!
Spuwt haar in het aangezicht!"
In weinig woorden kan de intrigue van
het stuk worden gezegd. Svava erlangt
van haar aanstaanden echtgenoot, dat hij
„rein" zij, zooals hij verlangt dat zij het
is. Als zij bemerkt dat haar Alf aan dat
vereischte lang niet voldoet, verbreekt
zij het engagement en slaat hem in
aangezicht. Tegelijkertijd ontdekt zij, dat
ook haar vader sedert lang de belofte van
trouw, aan hare moeder gedaan, heeft
geschonden.
Uit deze stof ziju zeer zeker vele
treilende scènes te knippen en de schrij
ver heeft van zijn schaar een goed ge
bruik gemaakt. Men behoeft evenwol nog
geen voorstander of vergoelijker van on
deugd te zijn, om te betwijfelen, of het
stuk wel in allen deele mooi kan heeten.
De ironische opmerking van Svava, dat
volgens de moderne begrippen, het huwe
lijk ween waschtob'oe is, waarin de vrouw
ie rol vervult van de zeep, die den man
moet 8choonwasschen," is onvergefelijk
plat. Bovendien imponeeren zulke ver
gelijkingen niet, zij wekken den lachlust
van het publiek maar op. En het ant
woord dat Svava hare moeder geeft wan
neer deze haar opmerkt, dat zij de wereld
toch niet hervormen kan, is waarlijk
niet vrij van egöisme. «Ik wil ook niet
hervormeD, moeder, ik wil alleen mij-
zelve beveiligen."
Wat evenwel de opvoering betreft,
hebben wij niets dan lof. Mejuffrouw
Roelofsen (Svava) is eene actrice die
reeds thans veel geeft, en zeer zeker
voor de toekomst nog meer belooft. Haar
spel is eenvoudig, zonder pretentie, eene
eigenschap, die in stukken als //Nora"
en /Svava" vereischt wordt. De heer
Henri Poolman, dien wij in //Nora" niet
zoo heel verdienstelijk konden vinden,
was hier veel beter op zija plaats, als de
lichtzinnige vader, die meent dat alles
wel zal losloopen en wiens hartstocht
zich voor een groot deel richt op mooie
jassen en sierlijke hoedjes en japonnetjes.
De wel wat eentonige rol van mevr.
Rie3, Srava's moeder, gaf mevrouw Pool
man zeer verdienstelijk weer. De heer
Royaards, Alf, was zeer goed, al achten
wij hem in het samenspel met mejuf
frouw Roelofsen, niet altijd tegen haar
opgewassen. Zijn grime was niet heel
mooi, een jeune premier mag zich wel
wat meer adoniaeeren dan hij doet. De
heer van Sprinkhuijsen en mevr. de
Boervan Rijk waren als Christensen
en zijn vrouw beiden zeer verdienstelijk.
In het nastukje „de Schoolrijdster"
was de heer Poolman geheel in zijn
genre. Een woord van hulde komt hem
hier rechtens toe.
De bevolking van Haarlemmermeer
bedroeg op 31 Dec. 1889 15302 inwo
ners, zijnde 8042 m. en 7260 vr.
De campagne aan de suikerfabriek
//Holland" te Houtrijk en Polanen, waar
30,200,000 KG. bieten werden verwerkt,
is thans geëindigd.
Letteren en Kunst.
Men schrijft uit Arnhem dd. 6 Jan
Het is thans bepaald, zoo vernemen
wij, dat het XVIIIde Nederlandsch Na
tionaal Zangersfeest alhier zal gehouden
worden op 8, 9, 10 en 11 Augustus,
in het dan geheel voltooide //Musis
Sacrum." De Arnhemsche Orkestver-
eeniging, onder directie van den heer
Kwast, zal als begeleidend muziekkorps
optreden. Omtrent de solisten sehijnt
nog niets te zijn bepaald. Een waar
borgkapitaal van f 6000 wordt bijeen
gebracht.
Iuhoud ,/Sempervirens" 19e jaar
gang no. 2 Da heer C. de Vos over
een Rijks-Tuinbouwschool. Theeroos.
Alba-rosea, met eene afbeelding.
Hoe men de Orchideeöa in haar natuur
staat aantreft. Uit de bergstreken van
Indië. Verslag van de Algemeene
Vergadering der Pomologiscbe Vereeni
ging, te Boskoop. Antwoord op het
Vraagbord.
Naar wij vernemen, is door
de heeren A. VolkerLz, te Sliedrecht en P.
A. Bos, te Gorinchem,aan de Maatschappij
Ijzergieterij „de Prins van OraDje", te
's-Hage, opgedragen het vervaardigen,
leveren en stellen van den ijzeren bouw
van een steenkolenmagazijn aan den
loordelijken oever van het Noordzee
kanaal, welk werk door het ministerie
van Marine aan bovengenoemde heeren
aannemers is uitbesteed.
Dit steenkolenmagazijn, geheel van
ijzer en rustende op een steenen voeting,
heeft een lengte van 165 M., bij een
breedte van 21.40 Meter, terwijl de
hoogte 9.60 M. bedraagt.
Te Amsterdam is overleden
de heer H, Binger, lid der bekende
uitgeversfirma Gebr. Binger.
Donderdag vond te Amster
dam eene dienstbode een ongeveer twee
jarig meisje op de stoep van het Stads-
bestedelingenhuis zitten. Het kind was
daar door de ouders achtergelaten. Het
is thans in het geslicht opgenomen.
De griep werd te Amsterdam
reeds gebruikt door eene oplichtster, om
haar handwerk uit te oefenen. Zij schelt
aan, de meid doet open en vraagt wat
er is. „Och meisje, ik voel me zoo dood
ziek. Ik loop zoo heel gezond langs de
straat en meteen kan ik mijn beenen
niet meer gebruikeD, waarachtig ik kan
niet staan, mag ik in de keuken even
uitrusten
De meid stemt toe, en de zieke rust
eenigen tijd uit in het voorhuis of in de
keuken. Na haar vertrek echter komt
men spoedig tot de ontdekking, dat zij
het een en ander medegepakt heeft., wat
van hare gading was. Van deze oplich
terij werden reeds velen het slachtoffer.
Te Kampen is het dak van
een drietal woningen ingestort. Niemand
bekwam letsel.
Woensdag is bij de werken
tot aanleg van den spoorweg van den
Bosch naar Kromvoort een man tusschen
de buffers van twee zandwagens be
klemd geraakt. De ongelukkige is Don
derdag in het gasthuis te 's-Bosch aan
de gevolgen bezweken.
Ten bewijze dat sommige
personen alles voor goede munt aanne
men. kan dienen, dat te Gennep on
onlangs als middel tegen ziekte bij paar
den een oud doorgerookt stompje goud-
sehe pijp verhandeld werd voor 3.20.
Naar men uit Goes aan de
M. C. meldt, heeft een ingesteld onder
zoek aan het licht gebracht, dat het
trichineuse varken, dat in het begin van
NovemVer te Biezelinge geslacht en te
Goes rondgevent werd, eigenlijk te Goes
zelve is gekweekt en wel op een mest
put van een slager en vilder. Op bedoel
den mestput werd veel afval van gc
slachte dieren verzameld, en daar heeft
zeker de besmetting plaats gehad.
Wijl het varken te Goes nog jongen
geworpen heeft, die naar onderscheiden
dorpen zijn vervoerd, is naar de houders
er van een onderzoek ingesteld en zijn
zij aangezegd dat, wanneer zij de dieren
slachten, keuring noodig is.
Naar het engelsch
VAN
EDNA LYALL.
1)
HOOFDSTUK I.
Het kasteel van Mabillon stoud boven op een lagen maar steilen
heuvel, en vandaar had men het uitzicht op een van de schoonste
dalen van Frankrijk. Van buiten gezien, zou men het voor on
bewoond houden, want tijdens de Revolutie was het gebouw zeer
geteisterd, en ofschoon na verloop van tijd een overvloedig klimop
de sporen der verwoesting door een feilen brand had bedekt,
was het kasteel niets meer dan eene ruïne, met uitzondering van
eenige weinige vertrekken, die gespaard waren gebleven, en die
nu nog door de familie de Mabillon bewoond werden.
Deze familie was in de laatste jaren zoowel in afstammelingen
als in uiterlijke welvaart sterk achteruitgegaan. Alphonse de Ma
billon was op vijf-en-veertig jarigen leeftijd de eenige overblij
vende van zijn geslacht zijne broeders en zusters waren allen
dood, sommigen zijner bloedverwanten het land uitgegaan om el
ders hun geluk te beproeven en waren hem dus ontvallen
zijne teedere echtgenoot, eene Engelsche, was hem reeds lang ge
leden door den dood ontrukt. Hij bleef nu, uitgezonderd^zijne twee
kinderen, geheel alleen over.
De dorpsbewoners en de pastoor verwonderden zich steeds over
zijne somberen ernst en droevig gelaat, maar zij hielden allen veel
van hem, want hij was altijd de vriendelijkheid zelve en gaf veel
meer aan aalmoezen weg, dan menig welgesteld raensch, die het
veel beter missen kon.
Rondom het kasteel liep een breed terras, waar men op zekeren
namiddag in het najaar de Mabillon had kunnen zien, terwijl hij
heen en weer wandelde. Diepe ernst zetelde op zijn gelaat, hij
had het hoofd gebogen, alsof angstige gedachten hem kweldenhij
was zoo diep in gepeins verzonken, dat hij zelfs het gebengel van
de vesperklok van het klooster in het dal niet hoorde, ofschoon
dit voor hem het sein was, dat zijne dochter zou komen.
Espérance was zeer verbaasd, toen zij van Javotte, de bejaarde
dienstmeid, vergezeld, den steilen heuvel beklom. Hare lesuren in
het klooster waren voorbij, en nu haastte zij zich, om weer spoedig
bij haar vader te zijn. Waarom wachtte hij haar niet, zooals ge
woonlijk? Waarom wa3 zijn blik zoo ernstig en angstig? Byna
buiten adem bereikte zij het terra3, en met gullen lach snelde zij
haar vader te gemoet.
„Gij hebt mij geheel en al vergeten, vader, cn nu verras ik u."
„Ik was in gedachten verzonken, lief kind," antwoordde haar
vader, glimlachend, terwijl hij zich tot haar over boog, en haar
hartelijk kuste.
Espérance scheen zeer verwonderd.
„Waarover kunt gij u nu ongerust maken, nu de wijnoogst
voorbij is, en Gaspard, die goede Gaspard, zijn examen heeft af
gelegd; vertel het mij toch vader wat u zoo somber stemt."
De Mabillon bewaarde voor een oogenblik het stilzwijgen, en zeide
toen, in plaats van op hare vraag te antwoorden: „Gaspard moet
nu, zooals gij weet te Parijs wonenhoe zoudt gij het vinden, als
wij daar ook gingen wonen?"
„Te Parijs!" riep Esperance op verbaasden toon uit, „en het
kasteel verlaten? O neen, vader, wij zouden niet in zulk eeno
groote stad kunnen leven, waar wij onze boomen en bloemen
missen. Bovendien heb ik alle nonnen lief gekregen, uitgezonderd
zuster Thérèse, die altijd uit haar humeur is, neen ik zou van
haar allen niet kunnen scheiden."
„Zoudt gij het niet willen beproeven, als gij het ter wille van
mij deedt?" vroeg haar vader.
Espérance werd zeer bleek.
„Gij wilt dus zeggen, dat wij werkelijk ons huis alles moeten
verlaten?"
„Lief kind, het is waar; ik heb het zoolang mogelijk voor u
verborgen willen houden, maar ik heb in den laatsten tyd groote
verliezen geledende wijnoogst was, zooals gij weet, zeer slecht
en Gaspards opvoeding kost veel geldwij kunnen hier niet langer
blijven, want het kasteel en de landerijen moeten verkocht worden
en dan moeten wij met uw broeder in Parijs zoo eenvoudig mo
gelijk gaan leven.
Wordt vervolgd