GEMENGD NIEUWS.
POLITIEK OVERZICHT.
Door een aantal officieren
bij de dd. schutterij te Rotterdam is een
adres aan den min. van Binnenl. Zaken
gericht, waarin zij wijzen op de nood
zakelijkheid, dat er verbetering kome in
de wijze van aanstelling en promotie
der officieren bij genoemde schutterij.
In een der hotels te Rot
terdam werd de nachtwake Vrijdagnacht
door een nieuwen bediende gehouden.
Door den zwaren wind maakte de tele
foon veel beweging, zoodat de man, on
raad vermoedende, met een stok erop
los ging en in den blinde rondsloeg,
hetgeen het geraas niet weiuig ver
meerderde. Des morgens bleek hot, dat
de onbedreven waker een mooien spiegel
aan stukkeu had geslagen!
(Maasb.)
Te Kampen is proces-v er-
baal van bekeuring opgemaakt tegen den
heer M., predikant der luthersche ge
meente aldaar, wegens weigering om de
biljetten der volkstelling in te vullen.
Bij den kastelein P. Hof te
Langezwaag is in den nacht vau Don
derdag op Vrijdag, een geheel anker
jenever gestolen uit een kelder, gelegen
onder de kamer, waar de herbergier
sliep.
Uit Zevenaar wordt gemeld,
dat aldaar door een rijksveldwachter ge
arresteerd is zekere Saga, een Duitscher,
die door zijne uitgaven dc aandacht had
getrokken. Al spoedig bleek het, dat men
met een gevaarlijk persoon te doen had,
die volgens zijne bekentenis te Hamburg
diefstal met inbraak had gepleegd. Vele
gouden en zilveren voorwerpen, bene
vens kleederen, en eene som aan duitsch
geld waren in zijn bezit.
Als een bizonderheid kan
gemeld worden, dat in de gemeente
Voorst met de volkstelling een boeren
meid is aangetroffen, die haar naam,
noch voornaam, wist op te geven,en voel
minder dag en jaar, en zelfs de plaats
van geboorte niet.
Ben gezegende familie. Te
Oideboorn werd Woensdag jl. een 86-
jarig grijsaard naar het graf gebracht,
waarbij het lijk werd gevolgd door 17
zonen en dochters. In het geheel bevon
den zich in den lijkstoet GÖ kinderen en
kleiukinderen. ongerekend de schoonzoons
en schoondochters.
De oudste dezer breede kinderschaar
was 58, do jongste 25 jaar. De over
ledene was tweemaal gehuwd geweest,
en had in het geheel twintig kinderen
gehad.
Het 8 toomscLip G er mania,
nabij Vlissingen gezonken, zal van rijks
wege worden weggeruimd. Een deel
van het corp3 torpedisten zal met die
werkzaamheden worden belast.
Rechtszaken.
Als gevolg van de werkstaking te Rot
terdam en de daarbij gepleegde onge
regeldheden stond Zaterdag voor het
gerechtshof te 's-Hage terecht een los
werkman uit Rotterdam, dia door de
rechtbank aldaar wegens opruiing ver
oordeeld was tot cene gevangenisstraf
van zes maanden.
Hij zou ui. bij aankomst van de Liver
pool-boot, toen een menigte werkstakers
het werkvolk wilde beletten om te los
sen, geroepen hebben: „de agenten te
water dringen l"
Beklaagde beweerde er in het geheel
niet te zijn geweest en had een menigte
getuigen medegebracht om dit beweren
te staven.
Mr. W. A. Paap, uit Amsterdam, die
als verdediger voor bekl. optrad, meende
dat in liet getuigenverhoor wel degelijk
was opgesloten dat bckl. er niet geweest
kan zijn, en concludeerde tot vrijspraak.
Het O. M., waargenomen door mr.
Bijleveld, requireerde bevestiging van
het vonnis a quo.
Tengevolge van diezelfde gebeurtenis
stond nog een werkman terecht.
De officier van justitie had nl. geap
pelleerd van een vonnis der rechtbank
te Rotterdam, waarbij wel uitgemaakt
was dat bekl. do woorden: „zoo geeft
het toch niets, dan moet het maar met
geweld" en „wat donder, vooruit!" had
gebezigd, doch dat in die woorden niet
was te vinden opruiing.
De procureur-generaal kon, wat de
eerste uitdrukking betrof, zich wel met
het gevoelen der rechtbank vereenigen,
maar niet wat de tweede uitdrukking
betreft.
De woorden: „wat donder, vooruit,"
op dat oogenblik gebezigd en bij eene
plaats waarvan de toegang verboden was
en door de politie was afgezet, ruiden
wel degelijk op tot een strafbaar feit.
Mr. Paap, die ook hior als verdediger
het woord voerde, meende dat men de
woorden geen b8teekoni3 mag geveD, die
zij uit zichzelf niet hebben. Vooruitgaan
kan nooit een strafbaar foit opleveren.
Het O. M. requireerde ten deele ver
nietiging van het vonnis en overigens
veroordeeling van bekl.
Ten slotte stond nog voor den liove
terecht een man uit Scheveniugen, die,
bekeurd wegens het na bezetten tijd
verlaten van een koffiehuis, getracht
zou hebben door het geven van een som
gelds de polite om te koopen.
Mr. M. P. G. Kappeyne van de Cop-
pello, wees als verdediger op tegen
spraak in de verschillende getuigenver
klaringen, vroeg welk motief bekl. voor
die daad zou hebben gehad, trachtte aan
te toonen dat bekl. geen enkele reden
er voor had en concludeerde tot hel
opleggen van eene geringe geldboete.
Het O. M. requireerde bevestiging.
(N. R. C.)
De rechtbank te Zwolle heeft A.
v. E., oud 51 jaar, laatst verpleegde te
Ommerschans, die op 15 Oct. 1.1. aldaar
de 13-jarige Sientje Hogeuberk zoodanig
met een mes in de linkerborst heelt ge
stoken, dat zij bijna onmiddellijk daarop
is overleden, veroordeeld tot 12 jaren
gevangenisstraf. De eisch was 20 jaren
gevangenisstraf.
bevinden zich de weermiddelen in slech
ten toestand. Het Journal des Bébats
zegt, dat het 120.000 man, goed geor
ganiseerd en gedisciplineerd, in het veld
kan brengen met 242 kanonnen. Doch
de verdedigingsmiddelen ter zee schijnen
in slechten toestand. Portugal heeft slechts
zes 8chroef-8toorakorvettei), waarvan de
bewapening nog al wat te wenschen
moet overlateneen enkel pantserschip,
de Vasco de Gamaen vijftien kanon-
neerbooten. De vestingwerken van Lis
sabon zijn tegenover de moderne ver
nielingswerktuigen zonder cenige betee-
kenis.
De russi3che begrooting voor 1890 is
openbaar gemaakt. Zij heeft een batig
aaldo van millioen. Er is de opmer
king bijgevoegd, dat deze bcgrooting.
overeenkomstig des keizers beschikking,
zonder verhooging van belasting en zon
der vermeerderde lasten voor de bevol
king opgesteld, opnieuw het onverander
lijk besluit des keizers openbaart, steeds
voor het behoud van een voor Rusland
eervollen vrede te ijveren, opdat alle,
voor de productieve krachten en de ver
meerdering van de welvaart des vo'ks
door den keizer aangewezen, plannen on
belemmerd uitgevoerd kunnen worden.
huis gezonden, en hij alleen, begeleid
door twee eskadrons, volgde den lijkwa
gen naar Charlottenburg. Toen hier de
lijkkist in het Mausoleum naast die van
den ouden keizer geplaatst werd, kon hij
de lang onderdrukte aandoening niet
meer meester blijven, maar barste hij in
hevig weenen uit.
Onlangs is een engelsche
dame, die volstrekt onbekend wenscht te
blijven, naar het eilaud Molokai ver
trokken, om daar het zelopofferende lief
dewerk van pater Damien onder de me-
laatschen voort te zetten.
De begrafenis van Keizerin
AUGUSTA.
VISSËHESUi.
Nieuwediep. 11 Januari. Door
korders en beugers werden hed«a 6Ü
kabelj., 25 roggen, 20 kl. tongen en 15
mandjes kl. schol aangevoerd: kabelj.
gold 1,50, rog 90 cent, tong 40 cent
per stuk, en kl. schol f 1.80 per mandje.
De berichten omtrent den jongen spaan-
sclien koning blijven verward. Reeds
loopt het gerucht dat het kind overleden
zou zijn eu eenige bladen melden dit als
stellig. Het is niet onmogelijk dat men
met het oog op binnenlandsche verwik
kelingen het overlijden verborgen houdt,
om daardoor tijd te winnen om overal
de noodige voorzorgsmaatregelen te nemen.
De regeering is hiermede reeds druk
bezig. Zel's worden die voorzorgen om-
v attend genoemd. Het schijnt er dus nogal
te broeien. Ondanks de verdeeldheid in
de politieko kringen, schijnt men nu toch
eendrachtig te pogen om de eenheid zoo
veel mogelijk te bewaren, daarvoor moeten
zelfs de partijbelangen zwichten. Op uit
noodiging van den voorzitter van den
Senaat heeft de Kamer, die Vrijdag we
der zou vergaderen, wegens de ontslag-
aaobieding van het ministerie eri de
ziekte des konings, hare zittingen ge
schorst, totdat do koningin-regentes weer
geregeld den gang van zaken kan besturen.
De verwikkelingen die den dood
van den jeugdigen koning tengevolge
zouden kunnen hebben, zouden hoofdza
kelijk daaruit voortvloeien dat velen niet
ingenomen zijn met de wijze waarop het
regentschap wordt uitgeoefend: zij zouden
bij het aan 't bewind komen van de in
fante Mercedes, willen dat een regent-
schapsraad naast de regentes Maria Chris
tina zou worden geplaatst.
Het is voor Portugal van groot be
lang dat het niet in moeilijkheden worde
gewikkeld met Engeland. Zooals blijkt
Onder het luiden der klokken is Za
terdag de lijkstoet vau keizerin Augusta
op weg gegaan, na afloop der plechtigheid
in de slotkapel, alwaar dr. Kogel eene
toespraak heeft gehouden naar aanleiding
der zinspreuk van de overledene: „Ver
blijd u in de hope, wees geduldig in
treurigheid, houd aan in den gebede".
Hij schetste de overledene in hare deug
den, hare godsvrucht, toewijding, welda
digheid, hare innige liefde jegens gade
en vaderland. Alles ging verder over
eenkomstig het programma. Bij prachtig
weder stonden duizenden in dichte rijen
achter de langs den weg geschaarde vak
verenigingen, academische corporatiëc,
ou l-strijders enz. De weg genaamd Onder
de Linden, alwaar de huizen met rouw
doek waren behangen, was rijk met rouw
vlaggen bezot, terwijl in de gaslantaarns
die met floers waren overdekt, de elec-
trische lichten brandden. Op het kruis
punt van den Charlottenburger straatweg
en de Siegesallée werd de stoet ontbon
den. De keizer cn do andere vorstelijk-
personen gingen toen per rijtuig naar het
mausoleum, terwijl de lijkkoets door cava
lerie der garde werd begeleid.
Uitvoeriger wordt omtrent de plech
tigheid in de kerk het volgende gemeld
De plechtigheid in de kerk werd- in
geleid door den hofprediker Stöcker, die
bij de lijkkist verscheidene bijbelteksten
voorlas, waarbij het koor uit den Dom
zong. Verrol gons hield de „Oberhof-
geiatliche" Kögel eene predicatïe over
de spreuk „Wees vroolijk in hope, ge
duldig in droefheid en houdt aan in het
gebed." Hierbij deelde hij de volgende,
belangwekkende herinnering aan de over
ledene mede„Onvergetelijk blijve het,
hoe op den sterfdag van den ouden
keizer Wilhelm, de groot-hertogin van
Baden hare moeder Augusta toefluisterde
„kronen schutten voor tranen niet," en
hoe de moeder hierop volgen liet: „maar
zij verbergen ze." Onvergetelijk is het,
hoo zij in moeilijke uren gewoon was
zichzelve te herinneren hel woord van
Thomas a Kempis„Het kruis is de
koninklijke weg ten hemel," en hoe zij
eens, te midden der hoogste smart, mot
bevende stem getuigde: „Vier klassen
zijn er in de lijdeu3sehool van Jezus
Christus. De eerste, met onderwerping
„ik moet lijden de tweede, met bera
denheid, „ik wil lijden de derde, met
ervaring: „ik kan lijden;" de vierde,
met dankbaarheid„ik mag lijden."
God geef mij kracht, dat ik in de hoog
ste klasse kan komen."
Op de Brandenburgerpoort brandden
vier grooto offerschalen. De keizer steeg
onderweg, in den „Thiergarten", te paard;
i de geheele begeleidende stoet werd naar
Toestel om in den trein te
schrijven. Een practische vinding wordt
uit Londen vermeld, nl. om door een
even eenvoudig als vernuftig toestelletje
gemakkelijk te kunnen schrijven ondanks
het schudden, stooten of schommelen van
rijtuig, spoorweg of stoomboot.
"t Is een eenvoudig houten plankje, dat
als lessenaartje dienst doet, zoo klein,
dat men het in den zak van zijn over
jas kan bergen, en langwerpig van
vorm. Het smallere benedeneinde wordt
in den mouw geslopen of met een lus
aan den arm bevestigd en dient tot steun
voor den arm, en aan het andere einde
zijn twee touwtjes vastgemaakt, die zich
aan hun einden in een haak vereenigen.
Slaat men dat haakje in het net van den
waggon of in ern ot ander geschikt punt
van het rijtuig, dan kan men het plankje
willekeurig op eiken afstand van zich
zeiven brengen en het als lessenaartje
;ebruiken. De arm, het plankje, do hand
n het papier nemen allen gelijktij
dig aau de bewegingen deel en zoo
schrijft men even gemakkelijk als aan
zijn schrijftafel thuis. Vooral voor han
delsreizigers, industricelen, journalisten,
in een woord, voor ieder, die den tijd op
reis doorgebracht, nuttig kan besteden
en minder lang kan doen vallen door
dien te wijden aan correspondentie en
zaken, is het van groot belang. Dit toe
stelletje beantwoordt dus wel aan eene
behoefte en de constructie is zoo eenvou
dig, dat zij, die het zelf zouden willen
geen erfelijke wetgevers. Ze werden door
de kiezers afgevaardigd als nog volko
men kras en krachtig en in staat, hun
plicht als volksvertegenwoordigers te
doen.
De wetenschap heeft ook zijn „grand
old man." Sir George Airy, sterrekun-
dige 88; sir Edwin Chadwick, 89; sir
Richard Owen, 85sir Geore Paget,
professor Cambridge, 80; prof. Blackie,
80.
Dagelijks ongeveer, zitten nog als
rechters Justice Manisty 81, en sir Bar
nes Peacock, rechter van den Privycoun-
ceil. De onderkanselier, sir James Bacon
is op zijn 903te jaar afgetreden. Hij is
94, maar nog krachtig van geest.
De engelsche kerk heeft behalve de
bisschoppen, leden van het Hoogerhuis,
drie baronets, allen predikanten van
grooto gemeententhe rev. sir John
Warren Hayes, 90; the rev. sir Brook
George Bridges, 87the rev. sir John
Fludyer, 87 en vele meer.
De katholieke kerk bezit kardinaal
Newman, 88, en kardinaal-aartsbisschop
Manning, 81.
De vloot heeft o. a.: admiraal sir
Provo Wallis, admiraal sir Alexander
Milne, 83.
Er zijn 44 baronets, die boven de 80
zijn, met sir John Davis en sir George
Burns, elk 94, aan het hoofd.
maken, daarin zeer goed zullen slagen.
gezonde geest in een
gezond lichaam die wijze les der
ouden, welke in de tweede helft dezer
eeuw meer en meer hare toepassing
vindt, heeft bij geen volk zoo zeer in
gang gevonden als bij de engelsche
natie. Daaraan moet het worden toege-
Basroger, de kapitein van
de Emmadie zich zoo verdienstelijk
maakte bij de redding van de schipbreu
kelingen van de Leerdamzal het Legioen
van Eer krijgen.
Als bewijs der franse he
lichtgeloovigheid deelt le Matin mede,
dat twee oplichters, die in een parijsch
blad hadden geadverteerd, dat zij een
middel wisten om met 200 francs kapi
taal een wekelijkschen winst van 25
francs te maken, zich binnen drie maan
den tijds zes honderd duizend frs. zagen
toegezonden, waarmede zij zich ge
haast hebben zich uit de voeten te
maken.
De influenza neemt te Pa
rijs af, althans worden de dagelijksche
sterftecijfers minder. De eersie week van
1890 was overigens zeer ongunstig. Er
stierven 2683 personen, tegen 970 in de
eerste week van het vorige jaar.
Donato, de bekende magne
tiseur die in de rue Pigalle zijn hotel
heeft, waar hij drukbezochte séances
geeft, heeft onlangs een zijner sujetten
zóó gesuggereerd, dat hij op verzoek van
een der toeschouwers, een gouden beursje,
dat een dame van het gezelschap in de
hand hield, wegkaapte. Donato had hem
de gedachte om het beursje te stelen,
ingegeven, en het juiste tijdstip, Waarop
hij de daad moest volbrengen, bepaald.
Eerst bleef het sujet een poosje hec-1
bedaard met ons zitten praten, dcch
precies op de minuut stoud hij op en
ging de beurs wegnemen. Zonner verlof
van Donqto om haar terug te geven,
kon niemand hem ziju roof uit de hand
scheuren.
Ziet, mijnheeren en dames,
sprak de magnetiseur die man word t
door mij opgewonden als een pendule,
die op het bepaalde uur moet slaan. 13
de tijd daar, dan wordt het hamertje
opgelicht, de klok geeft geluid en de
gemagnetiseerde volvoert mijn bevel.
Het is verschrikkelijk!
Terecht vermaant dr. Foveau tot wet
telijke voorzorgen.
Vergiftiging door tab aki
rook. De heer Bourrier, keurmeester van
vleesch te Parys, heeft eenige proeven
genomen, om te onderzoeken, in hoe
schreven, dat de meerderheid van Albion's
zonen ook in hoogen ouderdom kloek
naar lichaam eu geest blijft. Een schit
terend voorbeeld, hoe men door gestadige
li«haamsbeweging en het verkeer ia open
lucht, lang zijne jeugd en kracht kan
behouden, levert de grand old man, Wil
liam Gladstone, die de vorige week zijn
81ste levensjaar intrad en nog spreekt,
schrijft, hout hakt en rusteloos ijvert
voor publieke belangen. Hij is echter
slechts één uit velen.
Het Huis der Lords b. v. telt vele
mannen van hoogen leeftijd, die allen
nog werkzaam en krachtig van geest en
lichaam zijn. Zoo is lord Cotlesloe 91;
graaf Albemarle, die als vaandrig mede-
streed op 't veld van Waterloo, 90 jaar
oudlord Grey, de bisschop van Chiches-
ter, lord Hammond, lord Winmarleigh
en lord Templetown zijn 87de hertog
van Cleveland en graat Essex 86graaf
ISyduey, Lovelace, lords Denman en Tol-
lemache 84; graat Mansfield, de bisschop
van Worcester en lord Cionbrock 82;
de hertog van Devonshire, de bisschop j verre tabaksrook schadelijk 13 voor
van Bath en Wells, lord Bram well, lord vleesch, cn om aan te toenen, dat
Dacre en de bisschop van St. Albans j sommige gevallen volkoman gezond
81; graaf Verulam, lord Congleton, vleesch aanleiding heeft gegeven tot
lord Heytesbury en lord Tenoyson 80. j vergiftiging. Bij de eerste proeven wer-
In het Lagerhuis zitten, behalve de den een paar stukjes roastbeef, met ta-
heer Gladstonegeneraal Sir George j bak3rook doortrokken, aan een honge-
Balfour, 80; sir Gilbert Greenall, 80;|rigen hond gegeven; deze wilde het niet
Isaac Holden, 82kolonel O' Gormanaannemen. Hetzelfde vleesch werd later
Mahon, 86; David Pugh, 83; Christo-lin stukjes gesneden, en tusschen sneed-
pher R. M. Talbot, 86, en Charles Pel-jes brood verborgende hond at het
ham Villiers, 87. I hem voorgezette voedsel op, doch werd
Deze mannen van 80 tot 87 jaar zijn 1 geen tien minuten later, ziek en stierf
HOOFDSTUK II.
Javotte gevoelde de verandering het meest. Wellicht trok zij
zich het verlies van het kasteel niet zoo sterk aan als de Mabillon
en zijne dochter, maar het leven te Parijs beviel haar volstrekt
niet. Zij had altijd op het platte land gewoond en gevoelde zich in eene
groote stad volstrekt niet tehuishet trappenklimmen bedierf haar
humeur, het geraas en gewoel op straat bezorgde haar hoofdpijn,
kortom zij was in den eersten tijd diep ongelukkig. Espérance
bemerkte dit ternauwernood, want de goede oude was niet zoo
zelfzuchtig om te klagen, en zij spande al hare krachten in, om
de familie de Mabillon in alles van dienst te zijn.
Do winter was voorbij, en het heldere lenteweer was wel in
staat om degenen, die buiten hebben geleefd met Parijs te ver
zoenen. Wanneer Espérance, bezig aan het een of andere handwerk
voor het open raam zat, dan kon zij aan het verledene terug-
denkon, zonder een enkelen zucht te slaken, zoo frisch en zacht
was de lucht, zoo helder wa3 de zonneschijn. Het vertrek, waarin
zij zat, sprak niet van weelde: een geboende vloer, een kachel,
en de noodige stoelen en tafeltjes; aan de plaating der meubelen
kon men echter zien, dat eene smaakvolle hand ze er had neer
gezet en alles had gerangschikt.
Espérance was in uiterlijk en manieren geheel eene Fransche.
Haar moeder was van engelsche afkomst, maar had op haar kind
weinig van haar volksaard overgedragen misschien wel eene
teleurstelling voor de Mabillonhet zou hem uiterst aangenaam
zijn geweest, wanneer Espérance in uiterlijk op zijne blonde tengere
vrouw zou geleken hebben, maar Espérance en Gaspard waren
beiden volbloed de Mabillons. Espérance was geen mooi meisje,
maar hare frissche gelaatskleur eu vriendelijke trekken gaven haar
een innemend uiterlijk.
Haar laag, effen voorhoofd en regelmatige trekken hadden niets
bizonders, maar het waren hare oogen, die uisdrukkiog aan haar
gelaat gaven. Zij waren, hoewei niet groot, zeer helder, donker
bruin van kleur, in de duisternis zacht en fluweelachtig, in het
zonlicht helder als amber. Ilaar donker haar en slanke taille
konden bij menige schoone afgunst verwekken.
Het was reeds laat in den namiddag, en Espérance liet haar
werk rusten en zette zich voor het raam, om de terugkomst van
haar broeder af te wachten. Gaspard studeerde in de rechten,
hoewel het met het oog op den slechten toestand van zijn vaders
financiën beter ware geweest, als hij niet zulk eene moeilijke, kost
bare studie had gekozen.
Hij had echter reeds geruimen tijd den wensch gekoesterd om
advocaat te worden. Ondanks zijne armoede wilde de Mabillon
hem zijn wensch niet ontzeggen, cn zelf3 ging bij zoo ver om werk
te zoekenom op die wijze de uitgaven te kunnen dekken.
Dit gelukte hem echter niet; hij was te veel een landedelman
eu te onbedreven in zaken om cene goede betrekking te kunnen
krijgen.
Van uit haar venster op de vierde verdieping, bemerkte Espé
rance weldra in de verte haar broeder, die echter tot hare groote
verbazing vergezeld was van een vreemdeling, iemand van eene
flinke gestalte en met lange beenen, en toen zij dichterbij kwamen,
bemerkte zij, dat het een Engelschman was. Er kwam zoo zeldGQ
bezoek, dat Espérance reeds door de gedachte zenuwachtig opge
wonden werd; zij luisterde aandachtig naar de voetstappen ja,
er viel niet aan te twijfelen, twee personen kwamen de trappen op.
Gaspard opende de deur.
„Ik heb een bezoeker meegenomen, liefste. Is vader niet thuis?"
Espérance maakte voor den vreemdeling eene buiging.
„Neen, neen, hij is onze neef. George Palgrave; gij moet hein
op engelsche wijze de hand drukken. Wij ontmoetten elkaar zeer
onverwachts bij Galignani, terwijl wij elkaar door onze namen
leerden kennen."
Espérance keek zeer verbaasd op, want de engelsche bloedver
wanten waren altijd in oen waas van geheimzinnigheid gehuld.
Wordt vervolgd.)