van den ruiter daarbij op pi. m. 70 kilo rekenende. Gedurende de manoeuvres dragen zij dit gewicht dikwijls dagelijks 12 uur zonder eenige bizondere ver moeienis te toonenzouden volbloed paarden ditzelfde gewicht nu niet eenige minuten kunnen dragen? (N. R. O.) De heer ra r. S. Katz, advo caat te Amsterdam, is Vrijdagavond aan eene longontsteking, waaraan hij sinds eenige dagen lijdende was, overleden. In de Vr ij dagavond gehou- den vergadering der ,/Amsterdamsehe Sportclub", is in plaats van den heer G. D. baron de Salis tot secretaris be noemd de heer C. A. A. Dudok de Wit, te Amsterdam. Een jufirouw, die Zaterdag avond in de Hemonystraat te Amsterdam uit de tram stapte, werd plotseling staande gehouden door een man, die haar vroeg hoe laat het was. Daar er redenen wa ren om te gelooven, dat zy met een straatroover te doen had, haalde de juf frouw voor den schijn haar horloge voor den dag, maar bracht metterdaad een krachtigen muilpeer te jvoorschijn, waaruit de vrager kon opmaken, dat het voor hem nog te vroeg was, al draaiden de sterretjes voor zijn oogeD. In 1868 kwam K. Ris, ambte naar ter gemeentesecretarie van Amster dam, op tegen een bericht in de dag bladen, dat hij gesproken had in eene vergadering in de Zwaan. Het was een andere K. Ris, dien hij niet kende. Thans komt in R. v. A. die andere K. Ris op tegen het bericht in de dag bladen, dat hij zou zijn overleden; de doode K. Ris is hij die in 1868 niet in de Zwaan had gesprokeu(Arnh. Ct.) Op voorschrift van dr. Van Wezel ontvangt tegenwoordig iedere politieagent te Amsterdam, die nacht dienst heeft, *s avonds om tien uur bij aanvang der straatwacht een kop bouil lon. Aan ieder is een hoeveelheid ex tract uitgereikt, om in de wachtkamer zelf met heet water bouillon te kunnen maken. Vr ij dag-middag ontspoord op de tramlijn Amsterdam E.lam de trein die 2.35 uit Edam vertrokken was. tusschen Schouw en Zunderdorp. Onge lukken hadden niet plaats. De dienst ondervond eenige vertraging. Te Hilversum is overleden de heer L. van der Heijden, tapijtfa- brikant en sedert jaren lid van den gemeenteraad. Dc overledene was alge meen geacht en bemind als mensch en als patroon. BI ij kens een in Den Haag ontvangen telegram is de luitenant tor zee 2e klasse jhr. Van Spengler bij Atjeh door een schot ernstig verwond. Uit Den Haag wordt gemeld, dat wel is waar het aantal ziektegevallen daar ter stede nog niet vee' vermindert, maar dat de aanvallen van influenza veel minder hevig zijn dan in den beginne. Te Zutfen is, na eene korte ongesteldheid, overleden de heer S. A. Schroevers, sedert bijna 27 jaren com missaris van politie aldaar. Vrijdag nacht z ij n te Zaa in slag bij den landbouwer Edial Dekker van tien paarden de staarten afgesneden. Zondag werd per Holland sche Spoor van 7 u. 11 m. het stofïelij k overschot van eene dame, die te Scheve' ningen in eene villa woonde, naar Gotha overgebracht om in het crematorium al daar te worden verbrand. Het is de eer ste nederlandsche vrouw, wier lijk het crematie-proces zal ondergaan. Hen le el ij Ice vergis in ff. D vrouw van zekeren v. Z., herbergier in de Harpstraat te Utrecht, nam een der kruiken, die op de toonbank stonden en meende zich daaruit een glaasje licht bier ia te schenken. Nadat zij een teug en verloor het bewustzyn. Haar man liep dadelijk naar een geneesheer, die in de buurt woonde en gelukkig te huis was. Zijne vrouw had bij vergissing de kruik met loog genomen. Zy is tenge volge daarvan ernstig ongesteld. Zaterdagmorgen overleed de buurtschap Hertme, onder Borne, ten huize van den heer Barendtszen, de dienstbode Aleida Meijer, in den ouder dom van 95 jaren. Zij was de oudste ingezetene dezer gemeente en heeft van haar 14de jaar gediend, zoodat zij ruim 81 dienstjaren telde. Al dien tijd is zij bij de familie Barendtzen geweest, waar van zij vijf geslachten mocht beleven. In den laatsten tijd was zij sukkelende, en werd zij met de meeste zorg en liefde ten huize van haren meester ver pleegd. Het nabij Oldenzaal gevon den lijk aan de spoorlijn is gebleken .e zijn dat van Jan Lammers van Zutfen. De ongelukkige schijnt op de spoorbaan te hebben geloopen en door de locomo tief van de baan in de gracht te zijn geworpen, ten minste op den rug was hij deerlijk gekwetst. Gerard Keller vertelt ergens het volgende drama om eon eindje si gaar De laatste omnibus reed te Parijs van het Luxembourg naar de Place de la Bastille. Er waren slechts drie pas sagiers: een heer en twee dames. In de rue Dauphine hield hij even op; een heer steeg er in. Hij had zijn sigaar in de hand, die hoogsien nog tien minu ten te leven had. Men rookt hier niet, zeide de heer van de twee dames. Ik rook niet, merkte de heer op, die ingestegen was. Uw sigaar brandt tocb. Dat is niet verboden. Het rooken hindert. Als er niet gerookt wordt, kan het niet hinderen. Ik gelast u die sigaar weg te gooien. Ik neem geen bevelen aan. 't Is onbeschoft om in tegenwoor digheid van dames te rooken. Onbeschofter nog om op die wijze iemand toe te spreken. Als ik niet met dames was Dat is uw geluk; ik zou u anders behandeld hebben zooals ge verdient. Mijnheer Mijnheer! Daar is mijn kaartje, mijnheer, als gij eens zonder dames zijt, kunt gij mij vinden. Hier is het mijne, mijnheer. De passagier die het laatst was inge stegen, wierp nu zijn sigaar weg beide lieeren zwegen. Twee maanden later wandelde de heer, die met een brandende sigaar in den omnibus was gekomen, langzaam door den tuin van het Luxembourg. Hij was veel bleker en magerder dan dien avond en miste zijn linkerarm. Als hij het gemis daarvan ondervond, kwam de gedachte wel eens bij hem op, dat hij toch maar beter gedaan zou hebben, zijn eindje sigaar weg te gooien. Maar dat bedacht hij zich wat te laat. per stuk, kl. schol ƒ1.85 a ƒ2.20 per mandje en schar /la ƒ1.15 per mand. POLITIEK OVERZICHT. VIS S C H E R iJ. IJ m uiden, 17/18 Jan. Van de kord- visscherij kwamen binnen de smack L T 320, met besomming van 160 en van de beugvisscherij P R 8, met 80 levende kabelj., 300 doode id., 1 heilbot, 400 8chelv., en M A 27 met 25 lev. kabelj., 8 doode id., 800 schelv. De prijzen wa ren ten afslag als volgt: lev. kabelj. /2.80 a 2.90, doode id. ƒ1.20 a 1.45, heilbot ƒ26 per stuk, schelv. (sloepen) 24.50 a 32 per gr. honderd. Nieuwediep, 16 Januari. Door 34 korders en beugers werden heden 10 tot 30 sekelv., 5 tot 1 kabelj., 20 rog gen, 50 tongen, 3 tot 20 mandjes kl. schol en 3 tot 7 manden schar aange voerd; schelv. gold 43 het honderd, genomen had, zakte zij plotseling ineen kabelj. ƒ1.50, rog ƒ1 a 1.10, tong 1 De London Gazette bevat de diploma tieke briefwisseling met Portugal, waar in echter weinig voorkomt dat niet reeds bekend is. Het laatste stuk der verza meling is eene dépêche van lord Salis bury aan den gezant te Lissabon, waarin de britsche regeering de hoop uitspreekt dat de bevelen van het portugecsche ministerie aan de portugeesche ambtena ren in Oo8t-Afrika zóó duidelijk zullen zijn, dat de betreurenswaardige verwik kelingen er een einde door zullen nemen. Dit laatste wordt echter te Lissabon juist betwijfeld. De correspondent vau de Daily News heefc zelfs vernomen dat de autoriteiten te Mozambique stellig wei geren Nyassa-land te ontruimen. Intus- 8cken hebben er in Portugal voortdurend groote betoogingen tegen Engeland plaats. lederen avond worden er volks optochten gehouden, gepaard met opge wonden toespraken. Ook de taal der bladen is hevig. Uit alle winkels worden de engelsche vlaggen weggehaald om ze te verbranden, verscheidene engelsche handelshuizen hebben zich genoopt ge zien tot sluiting, andere vreezen dat zij daartoe zullen moeten overgaan, dewijl de Portugeezen weigeren zaken met Engelschen te doen en hunne bestellin gen overdragen aan andere buitenlanders. Zoo hebben de eigenaars der machinefa briek Saintamaro hunne contracten voor de leveriBg van steenkolen aan eene belgische firma opgedragen. Alle engel schen in portugeeschen staatsdienst zijn geplaatst tusschen de keuze om zich te laten naturaliseeren of hun ontslag te krijgen. Lissabon gelijkt op eene stad in staat van beleg. Vele telegrammen wor den in beslag genomen en op het post kantoor is het geheim der brieven niet langer verzekerd. Volgens de Standard weigeren portugeesche firma's te Lissa bon zelfs hare bestaande contracten met Engelschen uit te voerenzoo heeft een huis geweigerd eene bestelde lading engelsche kolen in ontvangst te nemen, waarover door de afzenders eene rechter lijke beslissing is ingeroepen. Allen^ komen er meer bizonderheden aan het licht omtrent de eigenlijke toedracht der zaak. Een ding van gewicht is het dat de aanspraken, die Portugal op het be twiste gebied doet gelden, berusten op zeer verouderde rechten. Nog vóór Engeland er aan dacht in Afrika te koloniseeren, meer dan twee honderd jaar geleden, dreven de Portugeezen reeds handel in de betwiste landstreken en waren zij daar oppermachtig. Niet altijd is dat gezag op geschikte wijze staande gehouden; vooral in de laatste vijftig jaar lieten zij zich weinig aan hun heerschappij aldaar gelegen liggen. Nu eerst, nu tal van natiën zich beijve ren om in Afrika koloniën te verwer ven, zijn zij weder met meer energie opgetreden, er werden ambtenaren aan gesteld en factorijen gesticht voor den handel met de daar woonachtige neger stammen. Het Journal des Débats, aan welks oordeel veel wordt gehecht, merkt op dat art. 12 der Congo-akte aan Engeland de verplichting oplegde om de bemidde ling van een of meer bevriende mogend heden in te roepen, voordat de britsche regeering tot geweld de toevlucht nam of een ultimatum stelde. Dat is nog iets anders, gaat het blad voort, dan het vragen van een scheidsrechterlijke be slissing; dit laatste is bij die akte facul tatief gesteld, de bemiddeling echter is obligatoir; het artikel bepaalt een en ander voor die gewesten in Afrika, welke ten noorden van een grenslijn zijn gelegen, die juist door het betwiste gebied loopthet gevolg daarvan is, dat Matabele en Massoaland niet onder arii kei 12 der Congo-akte vallen, maar wel het gebied aan de Raeo, Chiri en het Njassameer, waarop Engeland aanspraak maakt; daardoor had lord Salisbury de bedoelde bemiddeling moeten inroepen of op Portugals aanvraag haar moeten toe staan. Engeland, zoo besluit het blad had geen recht met dat artikel der Con go-akte geeu rekening te houden. Naar men wil weten heeft de portu- esche minister-president Serpa Pimen- tel zich persoonlijk tot Bismarck ge wend om hem in zijne hoedanigheid van ontwerper en voorzitter van de berlijn- sche conferentie, te verzoeken de daarin genomen besluiten te doen eerbiedigen door Engeland tot een scheidsrechterlijke uitspraak te noodzaken. Het zal alsdan zwaar vallen om in deze moeilyke kwestie eene beslissing te verkrygen, die beide partyen bevredigt. Men vergete toch niet dat het betwiste grondgebied zelve nog niet eens is afge bakend. De uitspraak van een scheids gerecht zou dus slechts principieel kun nen zijn en daarmede is men weinig gebaat. In geval lord Salisbury in zijn eenmaal aangenomen houding blyft vol harden zou dit aanleiding kunnen zijn om het londensche kabinet met wapen geweld te dwingen de artikelen van het tractaat te eerbiedigen. Waarschijnlijk zal echter wel geene mogendheid lust hebben de hand in dit wespennest te steken, en zal het dus wel bij onder handelingen blijven, totdat de gemoede ren gekalmeerd zijn, waartoe de pacifieke houding van het portugeesche kabinet veel zal medewerken. Alsdan zullen de zaken nog wel eens door een andere bril worden bekeken. In de Zaterdag gehouden zitting van den duitschen Rijksdag heeft het ont werp betreffende een te subsidieeren stoomvaartlijn op Oost-Afrika, zijn be slag gekregen. Het ontwerp is aange nomen. Levendig debat lokte de vraag uit welke haven de schepen dezer lijn on derweg zouden binneuloopen, Rotterdam of Antwerpen. Op aandrang van dc hee- ren Stephan en Woerraann, heeft de commissie besloten geen bepaalde haven in de wet voor te schrijven en alleen gezegd dat het öf eene belgische öf een nederlandsche zou zijn. De hamburgsche reeders zouden liever het eerste willen, terwijl daarentegen bij de zuidduitsche exporteurs meer sympathie voor Rotter dam bestaat. De regeering wil echter de definitieve aanwijzing overlaten aan de reederij, aan welke de hier bedoelde ge subsidieerde stoomvaartdienst zal worden opgedragen. Volgens de laatste berichten gaat de jonge Alfonso XIII goed vooruit en mag thans alle gevaar geweken worden be schouwd. Uit Rome komt de tijding dat Mariani, fransch gezant bij de italiaansche regee ring, is overleden. Ook de hertog van Aosta, gehuwd met prinses Letizia Bonaparte, broeder van koning Humbert heeft Zaterdag te Turijn het tijdige met het eeuwige ver wisseld. GEMENGD MEI US. come y dokter Roe de vorst van D zich vermaakt. Kort geleden Bayol, goeverneur van Senegal, van een zending naar het koninkrijk Dahomey teruggekeerd. Op zijn terugreis vernam dokter Bayol den dood van koning Glegé van Daho mey en de troonsbestijging van diens zoon, prins Kondo. De reisindrukken van den goeverneur getuigen nu juist niet van een groote mate van beschaving in het koninkrijk Dahomey. Hij is er getuige geweest van de afgrijselijkste tooneelenhet aange naamste tijdverdrijf van den koning be stond in het laten onthoofden van zijn onderdanen; gedurende zijn verblijf was dokter Bayol gedwongen de onthoofding van 200 ongelnkkigen bij te wonen. Een ongesteldheid van dokter Bayol en zijn reisgezellen was het gevolg van dit bloedbad. En nu moet de jonge koning nog wreeder dan zijn vader zijn! In de maand Juli van het vorige jaar beklom zekere Malcom Mac- millan, een jong engelsch toerist, een der bergen van den Balkan, in gezel schap van een attaché der ambassade te Constantinopel, Hardinge genaamd. Hal verwege den berg gekomen scheidden de twee vrienden om elk een verschil lenden top te beklimmen en van dat oogen- blik af heeft men Maemillan niet weer gezien, noch zijn lijk gevonden, hoewel er druk naar hem gezocht is, dank zij een belooning van zezduizend gulden, welke door de familie was uitgeloofd. Thans meldt een Reuter telegram uit Constantinopel, dat men het spoor van den heer Maemillan heeft gevonden. Meer zegt het bericht niet, waarschijn lijk uit vrees van de nasporingen der politie te zullen bemoeilijken. Of de ver miste levend of dood is, kan dus nog niet worden gezegd. Zoodra van deze geheimzinnige historie nadere berichten openbaar worden, zul len wij die mededeelen. Hen schat. De heer Lucien R., eigenaar van een oud huis met tuin de rue Pixéréceurt, te Parijs, laat aan zijn eigendom vele herstellingen doen, met het oog op eene inrichting voor electrisch licht. In eene der kamers van de verdieping gelijkvloers, waar men een nieuw behangsel zou aanbrengen, scheurde men het oude papier af, en toen de muur naakt was, ontdekte men eene vrij ruime kast, zoo goed mogelijk aan het oog onttrokken, waarin gevonden werd een ijzeren kistje, inhoudende pa pieren, wilsbeschikkingen en gerechtelijke stukken, dateerende van 1684, benevens vreemde geldstukken, waaronder drie - honderd gouden van de afmeting der tegenwoordige 40-francsstukken. Den volgenden morgen, bij het graven in den tuin ten dienste der electrische geleiding, vond men eene lange doos, vrij goed bewaard, welke daar langen tijd moet zijn begraven geweest. Deze doos bevatte bijna veertienhonderd gouden en zilveren geldstukken, gelijk aan de andere gevondene. Wat een buitenkansjet De prijs van ƒ240,000 by de laatste trekking van de Panama-lo terij is getrokken door den heer Ephrussi, den schatrijken schoonzoon van baron Rothschild te Parys. In den ochtend van dtn dag der trekking kocht Ephrussi een loterijbriefje voor 80 franken, en daarop vielen eenige uren later de hoogste prijs. In het Hotel Drouot is eene verzameling van autographen verkocht, onder welke een brief van Georges Sand, waarin zij bizonderheden uit haar leven mededeelt, ten einde daar omtrent inlichtingen te verschaffen, Zij geeft daarin te kennen, dat zij hoopt na haren dood op eene planeet te be landen, waar men noch lezen, noch schrijven kandaar zal men volmaakt genoeg zijn, om noch het een, noch het ander ncodig hebben. Deze brief van de vermaarde romanschrijfster heeft een kooper gevonden voor 85 fr. Een brief van Emile Zola aan Louis Ulbaeb, waarin hij hem voorstelt eene reeks artikelen te schrijven, getiteld: Let'.rés de Labienus en verder bizonderheden behelzende over Zola's-romanla Curcebracht 55 fr. op. Het tienjarig dochtertje van een boer te Brive (Frankrijk) ging twee koeien drenken bij een moeras. Met haar ging haar zesjarig zusje. De oudste der twee, die zich verveelde, naar zij later zeide, bond voor de aardigheid haar zusje aan den staart van een der koeien vast en joeg het dier toen den weg op, het slaande, zoodat het eindelijk in galop naar den stal terugrende, ver schrikt en beangstigd door het lichaam van het kleine kind, dat hem telkens tegen de achterpooten sloeg. Het was een eenzame streek. Niemand merkte de gruweldaad op. Toen de koe stilhield voor de boerderij,- vonden de ouders hun kind dood, afschuwelijk ver minkt. Men houdt de bedrijfster van de daad voor krankzinnig! Een contra-bassist van h e t theater to Marseille hing zich op, omdat het voorwerp zijner min hem niet heb_ Gaspard, uitgeput door de vermoeienissen van de laatste dagen, en verzwakt door bloedverlies en door het gemis van goed voed sel, begon zich onwel te gevoelen. Zijne knieën knikten en nu en dan dreigde hij zelfs te vallen, terwijl Espérance te zeer door smart was overstelpt, om hierop te letten. Eindelijk bereikten zij het hui3 en begaven zij zich langs de eindelooze trappen naar boven. Javotte had hen hooren naderen en kwam hen te gemoet, maar Espérance belette haar alle vragen, door haar snikkende om den hals te vallen, Gaspard begaf zich dadelijk naar het sa lon, en viel daar op de sofa neer, terwijl hij nog in zooverre bij sijn bewustzijn was om te weten, dat niets hem op het oogen- blik tegenhield om vergetelheid voor zijn grievend leed te zoeken. Toen Javotte een oogenblik daarna de kamer binnentrad, slaakte zij een gil. //Goede Hemelwij zullen mijnheer Gaspard toch ook niet verliezen-!" Espérance was verstijfd van schrik. Was dit bleek gelaat niet van een doode? Door hare smart overweldigd zonk zij voor hem neer. wO, Javotte, ik ben zoo zelfzuchtigik heb volstrekt niet aan zijne vermoeidheid gedacht, en hij heeft er mij met geen woord van gesproken." z/Hij is slechts bewusteloos, mijn kind, ik zal wat wijn voor hem halen; kijk, hij komt reeds bij. Hij gelijkt op zijn braven vader, die nooit klaagde." In angstige apanning hield Espérance hare blikken op Gaspard gevestigd, die langzamerhand herleefde. Toen hij eindelijk in zoo verre zijn bewustzijn had herkregen, dat hij zijne oogen kon openen, zag hij het gelaat van Espérance met hare rood gekreten oogen; hij herinnerde zich nu weer alles cn barstte in tranen uit. Het was voor Espérance een troost, die tranen te zien, zij had haar broeder meer lief, nu hij aan zijne ontroering en smart lucht gaf, dan toen hij zich gedurende de wandeling ter wille van haar had ingehouden. Zij klemde zich aan hem vast, en zij voelde zich minder ongelukkig, toen hij zijn arm om haar heen sloeg en zijne koude hand de bare drukte. Niets verbindt de menschen zoo nauw aan elkaar als gezamenlijk leed; Gaspard en Espérance hadden elkaar nog nooit zoo innig lief gehad. De waarheid is, dat Gaspard vroeger tamelijk veel zelfstan digheid bezat; de oorzaak daarvan was, dat hij zijne moeder zoo vroeg had verloren, en hij door zijne opvoeding zoo spoedig reeds zelfstandigheid had leeren beoefenende armoede van zijn vader, de smart en de zware verantwoording, die op hem rustten, lou terden zijn karakter. De liefde van Espérance voor haar broeder beloofde veel inni ger te worden, zij had zich altijd te veel aan haar vader blijven hechten, om dikwijls aan Gaspard te denken, maar nu eerstge noemde haar liefde niet meer noodig had, kon zij die geheel op haar broeder overdragen. Dit gebeurde natuurlijk niet eensklaps? maar van af dien verschrikkelijken avond, toen zij eerst begonnen te beseffen, dat zij weezen waren, werd de verhouding tusschen broeder en zuster steeds inniger. Wie heeft nooit die rampzalige oogenblikken doorleefd wanneer men des morgens ontwaakt, als een zware slag ons den vorigen dag heeft getroffen, en men in den slaap vergetelheid had gezocht? om dan weer te midden van onze smart te moeten leven? Dan eerst stellen wij de vergetelheid van den slaap op prijs. Hetzelfde ondervond Espérance, toen zij, op den morgen van den Isten December ontwaakte. Alles herinnerde haar aan hare smartmen was nog voortdurend aan het schieten, maar één van de Nationale Garde zou zijn vadeiland nooit weer dienen; zij hoorde soldaten onder de vensters voorbijmarcheereD, maar nooit weer zou zij van uit net raam haar vader een vaarwel toewui ven, zij hoorde dat Javotte bezig was koffie te zetten, slechts twee kopjes zouden er dien morgen noodig zijn. En in tranen uitbar stende deed Espérance zichzelf de vraag, die wij ons zoo dikwijls stellen, en die ons in onze smart bitter maaki //Waarom Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 2