NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
BERICHT.
li- Jaargang.
Vrijdag 24 Januari 1890.
No. 2012,
ABOKKEHEHTSrRIJS:
ABVEETEUTIËH:
In den Vreemde.
S T A I? S X 1 E Ij' S.
Justus van Maurik Jr.
i N Ai lï i\' I A \i.
F E U 1 L L E T O N.
IN DEN VREEMDE.
DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf1.20
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65.
Afzonderlijke nummers-0.03.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. TeBefn^nnnmiuier 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantiers.
Directeuren-Uitgevers J. C. PEEREBOOM ©n J. B. AVIS.
hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Fullicite Etrangere G. L. EAU BE Co., JOHN F. JONES, Succ., Fary: 'iilit Faubourg Montmartre.
Zij, die ttieli vóór 1
ari a. s. abonneeren
op
Febru-
hebb> n
recllt op het thans loopende moeien met vakken van kunsthandwerk
feuilleton, van no. 1
schoons roman van
Lyall
Directeuren- Uitgevers.
Haarlem, 23 Jan. 1810.
Binnenkort zal de tentoonstelling plaats
zeer goed gepaard gaan.
Er is zeker wel geen letterkundige in
ons land, die meer populair is dau de
heer
zijne
hij
van Maurik. Dat ligt zoowel in
geschriften, als in de manier waarop
e voordraagt. Vooral de komische
hebben van het werk der werkende leden j 8tukje3 zijn eene attractie voor een pu-
van de vereeniging /Kunst zij ons doel7' j bliek uit alle rangen der maatschappij,
alhier. Aan deze kunstbeschouwing
tusschen werklieden, en bestemd om door
gewestelijke of plaatselijke vereenigingeu
of commission daarvoor desverkiezend te
worden gebezigd.
In dezen wedstrijd heeft ook medege
dongen onze stadgenoet de heer J. Kuij-
per, leeraar aan de Teekenschool voor
Kunstnijverheid en zijn door hem teekenin-
gen ingezonden.
In het geheel waren er 244 inzendin
gen, waaronder 14 bekroonden, dus niet
veel. Van deze 14 vielen hem drie be
kroningen ten deel.
Door hem waren ingezonden twee ont
werpen voor een koper karaerkroontje,
Het eerste ontwerp verwierf den prijs, het
tweede ontwerp een eervolle vermelding
en aankoop der teekening.
Vau twee ontwerpen voor een zilveren
gedreven prijsbeker, ontving hij premie,
ingezonden waren negen ontwerpen.
In het timmervak bekwam hij no. 4
van de 36 inzenden.
Deze wedstryd op 't gebied van kunst
nijverheid was bizonder belangrijk. Zoo
wel door kwantiteit der inzendingen als
wel kwaliteit. Het was de eerste op dat Na een rit per oliewagentje arriveert
gebied en is bizonder geslaagd door de spreker met eene jeugdige reisgenoote,
ruime deelname. j welke hij onderweg heeft opgenomen,
Nog meer zulke wedstrijden en het in bet logement te Boschwijk. Hier ziet
lijdt geen twijfel of de nederlandsche hij te vergeefs uit naar hot Nuts-bestuur,
kunstenaars zullen zich wat meer be-j dat hem dan toch wel complimenteeren
zal, maar niemand neemt notitie van hem
(if (le en ve^en zullen er een genot in vinden, en als hij daarover zijne verbazing te
hun schoonheidszin toe te passen op voor- kennen geelt aan den kastelein, bekent
JLClHCl werpen 7an dagelijkseh gebruik en van nut deze na veel aarzeling: jao, 'k zal 'roe
Nut, eenvoud en schoonheid kunnen maor zeggen, maor je mot niet boos
worden, 't Is zooveul as 'n partekliere
onderr èming van miendat je hier
binne
Nn blijkt, dat do secretaris van het
reeiteercollege «Nut en genoegen", niet
wetende hoe anders den bekenden spre
ker op Bosch wijk te krijgen, den Griet
waarin hij dezen uitnoodigde, heeft on
derteekend: Secretaris van //Nut"; de
woorden //en Genoegen" stonden aan de
andere zijde en waren door den geadres
seerde niet opgemerkt. /,Zie je," zei de
herbergier, /;we wisten wel asdat je niet
bie kasteleins kwame."
Treffend heeft spreker de boerenma
nieren nagebootst. Het lakonische «gaot
er ia van den kastelein deed het gan-
sche publiek in een grooten lach uit
barsten. Even typisch was zijn royali
teit in het aanbieden van alles wat hij
kon schenken. De vrouw des huizes ver
zoekt hem toch vooral wat vroolijks voor
te dragen, want naar hare ondervinding
wordt er na een vroolijken avond veel
meer verteerd, dan wanneer zij droevige
dingen hebben hooren lezen. Meneer
Maurik mot ook om 't buffet denken
Maar de grappigste scènes zijn die,
waarbij de eenvoudige lieden den spre
ker en het jonge meisje, dat hij in zija
rijtuig heeft opgenomen, willen doen lo
geeree» in één vertrek, zij het dan ook
de een in een bedstede, de ander in een
ledikant daarover. Per slot gebeurt het
niet, maar de verbazing van den her
bergier en zijn vrouw over die//Stadsche
minsen" is kenschetsend. Niet minder
kluchtig klinkt het in onze ooren, dat
een boerenmeid, die in het logement
dient, den spreker een warm kruikje
komt brengen als hij op het punt is in
zijn bed te stappen.
Met deze leuke, echt typische schets
voorspellen wij den heer Yan Maurik
veel succes, ze is vol van prettigen, ge
zonden humor.
eene verloting verbonden van werkstuk
ken, die door de leden daarvoor beschik
baar zijn gesteld. Ia het volgend num
mer komen we op een en ander terug.
Door de Centrale Commissie ter bevor
dering van wedstrijden voor Handwerks
lieden iu Nederland, is een tentoonstelling
geopend van eene verzameling schetsen
en teekeningen, die gedurende eenige
dagen werd gehouden in het gebouw der
maatschappij tot bevordering der bouw
kunst, in de Marnixstraat te Amsterdam.
Deze verzameling bezit de ingekomenniet alleen, maar ook zijn hart lacht
antwoorden op een reeks prijsvragen door j mee. Hij lacht friach en rond en opge-
de commissie uitgeschreven, ter bekoming ruimd, hij lacht in a.
van ontwerpen van werkstukken, ge- Gewoonlijk hoort men vóór de pauze
schikt om te dienen voor prijskampeneen groot
Men zou niet gezegd hebben dat de
influenza iu ons midden is, toen Van
Maurik gisterenavond op uitnoodiging
der Vereeniging Cremerin onzen
schouwburg optrad, want het was er
flink bezet.
Er zijn wel meer sprekers in ons land,
die goed voordragen en toch niet half
zoo geliefd zijn als deze amsterdamsche
letterkundige. En wanneer men zich de
vraag stelt, hoe dat komt, dan kan men
geen ander antwoord vinden dan dit
Van Maurik is door en door optimist;
als hij een grap debiteert lacht zijn mond
stuk in ernstigen eu daarna
een klein stukje in luimigen toon. Dins
dagavond evenwel bleef de ernst weg en
heersebte de luim onverdeeld, een ver
andering waarover het publiek zich niet
kan beklaagd hebben, want 's heeren
Van Maurik kracht schuilt meer in den
lach dan in de traan.
Het eerste stukje was getiteld //Een
Verkoudheid", een schetsje waarin vooral
goede voordracht vereisoht werd. Na de
pauze kreeg men //Een Lezing op Bosch-
wijk", een nieuwe pennevrucht van den
spreker, waarvan men de primeur mocht
genieten.
Dit stuk is een soort van combinatie
van alle merkwaardigheden, die de heer
Van Maurik zoo hier eu daar op zijne
lezingen ondervond, en het komt ons
voor, dat het in kracht door weinige
zijner vroegere geschriften word over
troffen.
Op gevaar af van ons den toorn van
den spreker op den hals te halen, om
dat het nieuwtje er dan zoo gauw af
raakt, willen wij eenige ponten uit de
„Lezing te Boschwijk" aanstippen.
gelkoopsteeg. c. omtrent den toestand in
het Buitenhuis.
3. Bespreking der ingezonden stukken
in Iiaarlemsch Volksblad no. 2 en 3, te-
treffende het Prostitutie-vraagstuk.
4. Bespreking der politie-verordening.
De Afd. //Haarlem" der Nederl. Ver
eeniging tegen de Prostitutie zal Vrij
dag 24 Januari des avonds half negen
in de bovenzaal van //Weten en Wer
ken" weder vergaderen.
De punten van de agenda zijn
1. Notulen.
2. a. Mededeelingen omtrent de oprich
ting van een Milit. Tehuis b. omtrent
het rekest tegen het danshuis in de Vo-
Irrondlssesicnis JSeclii^HnSi
TE HAARLEM,
Zitting van Donderdag 23 Januari 1890.
Beverwijk geeft tegenwoordig de Recht
bank veel te doen. Een zekere Jobs. de
R, oud 16 jaar, wien de toegang tot de
bijeenkomsten in het //Leger des Heils"
voor goed is oatzegd, heeft een soldaat
van het «Leger des Heils", tevens sol
daat van Z. M. den KoDing (de man is
artillerist in het fort te IJmuiden) be-
leedigd, toen deze hem den toegang tot
het lokaal ontzeide. Merkwaardig is het
dat deze artillerist op zyn uniformkraag
de twee //gouden" S. draagt, die het
kenmerk van het «Leger des Heils" zijn,
een buitenmodel-weelde die, naar wy
meenen, niet geoorloofd is.
De subs. off. van just, requireert voor
den beklaagde veroordeeling tot 5 dagen
gevangenisstraf.
Uitspraak over 8 dagen.
Thans staat een oude bekende terecht,
J. A. B., oud 17 jaar, die vroeger
reeds twee straffen van een jaar
en een half jaar heeft ondergaan
en thans terecht staat wegens dief
stal van een jongensjas uit den gang
van het huis van mevr. S., Ripperda-
straat 7 en een heerenjas uit het huis
van don heer M. B., Frans Halsstraat.
Hij gaf aan de deur een brief af,
waarop hij antwoord verzocht. Terwijl
men naar boven ging, nam hij de jas
mee.
In de enveloppe zat slechts een stuk
wit papier.
De uitdrager van II. heeft het jasje
van den jongenheer S dat bijna nieuw
was en 17 kostte, voor 90 ets. van
den bekl. gekocht.
Hij krijgt een scherpe berisping van
den voorzitter en van den rechter mr.
't Hooft, maar beweert dat er een agent
van politie bijstond. Diens nummer of
naam is hem natuurlijk niet bekend.
Als ambtshalve toegevoegde verdediger
treedt op mr. C. Joh. Prins.
Het requisitoir luidt 3 jaar gevange
nisstraf.
Beklaagde was den morgen van den
diefstal juist uit de gevangenis te Rot
terdam ontslagen. Den nacht bracht hij
wegens dronkenschap op het politie
bureau door.
Pleiter vestigt de aandacht op de
omstandigheid, dat beklaagde in den
winter is vrijgekomen. Zijn vader trekt
zich zijner niet aan, het geld dat hij
bezat (ƒ8) is hem ontstolen, terwijl hij
in dronkenschap verkeerde.
Pleiter acht bekl. nog niet zoo be
dorven, dat een zoo langdurige straf
noodig is. Mitsdien concludeert pl. tot
een lichtere straf, liefst 6 maanden,
omdat hij dan in den zomer vrijkomt.
Na repliek wordt de uitspraak be
paald op heden over 8 dagen.
M. J. L. te Haarlem heelt op den
2den Dec. te Haarlemmermeer uit den
slagerswinkel van D. Sieraal stukken
vleesch weggenomen.
Bekl. ontkent, maar daar hij op hee-
terdaad betrapt is, en getuigen hem de
daad hebben zien bedrijven, helpt hem
ontkennen niet veel, en wordt een straf
tegen hem geëischt van 6 maanden gev.
Uitspraak over 8 dagen.
De Commissie van rappor
teurs voor de bij de Tweede Kamer
aanhangige pensioenwetten heeft, alvo
rens eindverslag uit te brengen, aan den
minister van Financiën nog nadere inlich
tingen en gegevens gevraagd.
De tentoonstelling van
voorwerpen tot beveiliging en bescher
ming van het leven van arbeiders in
fabrieken en werkplaatsen zal te Am
sterdam den 16en Juni worden geopend.
Het bestuur der H. IJ. S. M.
heeft besloten, het daggeld van het ar
beidend personeel, gestationneerd te Am
sterdam, in verband met de hooge huis
huren daar ter stede, hooger te stellen
dan dat van het personeel op andere
stations.
Aan het Handelsblad wordt
door een koopman uit Lissabon het vol
gende geschreven
«Ik acht mij verplicht u op den afkeer
der Portugeezen om voortaan engelsch
goed te koopen, te wijzen, opdat de ne
derlandsche handel daarmede zijn voor
deel doe. Bijv. de boterhandel. Geeft men
hier eenmaal de voorkeur voor boter van
Cork op, dan staat niets in den weg
waarom niet maandelijks duizenden vaat
jes uit Holland zouden komen.
«Ook voor andere vakken van handel
biedt zich eene gunstige gelegenheid aan.
Portugal voert b.v. groote hoeveelheden
ordinaire katoenen goederen in, voorna
melijk voor Afrika. Vroeger een mono
polie van Manchester, worden zulke goe
deren ook in Holland vervaardigd, b.v.
voor Indië en ook voor de Nieuwe Afri-
kaansche Handelmaatschappij. Twee
stoombootlijnen van Liverpool vinden
haar bestaan in het vervoer van katoe
nen goederen.
«Ook aardewerk. De groote fabrieken
in Maastricht en Delft kunnen niet spoe_
Naar het engelsch
YAN
EDNA LYALL.
11)
HOOFDSTUK VI.
Mevrouw Lemercier begon zich ongerust te maken, en haar
echtgenootdie kort daarna thuis kwamging een dokter
halen. Er werd bij de brandende kachel een soort veldbed opge
richt, terwijl de beide angstige vrouwen haar op het bed neer
legden, diep bewogen, toen zij bemerkten, hoe licht deze last was.
De vrouw des huizes maakte wat warme brij gereed, terwijl Es-
pérance met een kommervol gelaat, hare blikken voortdurend op
het beweginglooze lichaam hield gevestigd.
Eindelijk bewogen zich hare lippen en Espérance boog zich over
haar heen, om de met zwakke, fluisterende stem gesproken woorden
op te vangen.
«Lief kind, wie zal naar de markt gaan, wanneer ik gestorven
ben? Gij mocgt zonder geleide niet uitgaan."
«O, arme Javotte, spreek zoo niet. Gij moogt niet sterven,
waarlijk gij moogt niet sterven."
«Wel, lieveling, ik zou nog gaarne willen blijven leven, ik heb
dikwijls gebeden om het einde van het beleg te mogen beleven
en ik zoolang nog voor u zou kunnen zorgenmaar dat mag zoo
niet zijn, want ik gevoel mij zeer afgemat."
«Lieve, dierbare Javotte! gij hebt zooveel voor ons gedaan.
Mevrouw heeft reeds wat brij voor u gereed gemaaktik zal het
u wel geven
Javotte ontstelde hevighare zwarte oogen wendden zich vol
angst naar den dampenden schotel.
«Mevrouw heeft daarvoor toch dat beste havermeel niet ge
bruikt? O, wat jammer, ik had het voor mijnheer Gaspard be
waard; en dan zulk een volle schotel. Neen, neen, dat wil ik
niet gebruiken."
Zelfs mevrouw Lemercier kon hare tranen niet bedwingen. Met
een jammerkreet wierp Espérance zich voor het bed neer.
«O, Javotte, Javottegij hebt, terwiile van ons, gebrek geleden
en nu is het te laat! te laat!"
Alvorens zij weer eenigszins tot kalmte gekomen was, trad mijn
heer Lemercier de kamer binnen, door den geneesheer vergezeld.
Maar helaas! deze kon hier niets uitrichten, de arme oude vrouw
lag op sterven de koude, de honger en haar zelfverloochening
hadden langzaam maar zeker hun werk verricht.
Onder eene pijnlijke stilte wachtte Espérance het einde. Op
verzoek van Javotte, gaf zij haar den rozenkrans van zwarte
kralen in de magere handen, waarbij do arme oude bijna zonder
adem te halen een gebed prevelde, terwijl zij toen met bevende
vingeren Espérance don rozenkrans om den hals hing.
«Als eene nagedachtenis van uwe arme Javotte," fluisterde zij.
Mevrouw Lemercier vroeg haar, of zij ook een priester bij zich
wen8chte, maar alvorens deze gekomen was, was de ziel van de
oude, trouwe dienstbode aan het lichaam ontvloden. Haar laatste
blik gold Espérance. Het arme kind, radeloos van smart en zelf
verwijt, bukte zich en kuste het kille gelaat, terwijl zij fluisterde
«Lieve Javotte, uw leven hebt gij voor ons opgeofferd!" En
Javotto had toen met een hemelsehen glimlach tot haar opgezien
en gestameld:
«Maar lief kind, wat had ik dan moeten doen? ik had u lief."
Toen stierf de glimlach weg en zij was den eeuwigen slaap
ingegaan.
Men had Javotte altijd voor eene onwetende vrouw van boeren
afkomst gehoudenhare nagedachtenis werd echter in herinnering
gehouden als die van eene heilige.
Terwijl zij rondom het sterfbed stonden, trad de priester binnen.
Mevrouw Lemercier haastte zich om hem te vertellen, dat het
reeds voorbij was en deelde hem de geschiedenis van Javotte mede,
en Espérance voelde eene vreemde snaar in haar hart trillen, toen
zij hem het volgende hoorde antwoorden:
«En Hy zal antwoorden en tot u zeggen: ««Waarlijk, ik zeg
u, wat gy aan den minste uwer broederen gedaan hebt, hebt gij
aan mij