met tit. rang van maj., J. Gruys, belast
met de mandateering van traktementen
en verdere vergoedingen te '3-Graven-
hage, met bepaling, dat hij in zijnen
nieuwen rang met zijne tegenwoordige
functiën zal belast blijven; bij liet 6e reg.
inf., tot maj.-kwartiermeester, den kap.-
kwartiermeester J. T. I. De Jong, van
het 3Je reg. vest.-art., gedet. bij het
kol.-werfdepottot tweede-luit.-kwartier-
meester, den serg. F. vau der Steen, van
het 1ste reg. inf.; bij het 7de reg. inf.,
tot 2de-luit.-kwartiermeester den serg.
W. E. de Hart, van het 4de reg. inf.;
bij het 2de reg. huz., tot lste-luit.-kwar
tiermeester, den 2den-luit.-kwartiermees-
ter J. C. Hamerslag, van het korpsbij
het 2de reg., vest.-art., tot kapt.-kwar-
tiermeester, dun Isten luit.-kwartiermees-
ter J. W. Altink, van het 7de reg. inf.
tot lste-luit.-kwartierineester, den 2de-
luit.-kwariïermeester H. Wijs, van het
korps; bij het korps genietroepen tot
kapt.-kwartierineester den lsten-iuit.-
kwartiermeester W. J. J. C. De liech-
teren van Hernert, van het korps rijdende
art.; bij de adm. van kleeding, tol kapt.
den lsten-lut, D. 13. De Geest, van het
3de reg. huz., belast met het beheer over
het garniz.-kleediogmagazijn te Amster
dam.
De haagsche briefschrijver
der Midd. Ct. verhaalt het volgende,
dat onlangs op de Witte Sociëteit in de
residentie geschiedde:
Een van de leden miste op zekeren
dag zijn nieuwe overjas uit de jassen
kamer en vond een oude in de plaats
hangen. De met een uitgebreide jassen-
kennis begaafde jassen knecht lette weken
achtereen op, of de verlorene niet weder
eens aan een kapstok kwam hangen,
doch steeds tevergeefs, tot 11a verloop
van twee maand n de gestolen jas werd
herkend. De knecht waarschuwde den
eigenaar, cn toen de gebruiker zich
weder met zijn nieuwe jas wilde ver
wijderen, stond hij eensklaps tegenover
iemand «van den gerechte," die zijn
eigendom ópeischte. De man, nog wel
een ambtenaar aan een der ministeriën,
was niet zoo goed of hij moest zijn jas
weer uittrekken, en ging met beschaamde
kaken heen. Dat hij nu ook juist het
kleedingstuk van een lid van de staande
magistratuur had u.tgekozen!
Men meldt van Tessel van
22 Januari:
Op ongeveer een halfuur van den wal
dreef heden, tijdens stormachtig weer en
holle zee, eene vlet met drie personen.
De afgetobde mannen poogden vruchte
loos het land te bereiken. De blazer-
schipper Pieter Zegel, die vau den zee
dijk den nood der mannen zag, maakte
zeil en stevende, in weerwil van storm
en holle zee, naar buiten.
Het koene waagstuk werd met geluk
kig gevolg volbracht. Een uur later was
Zegel met volk
haven terug.
Don derda,
IJselmonde een
stoomhoutzagerij
in boot in behouden
ochtend had te
ongeluk plaats in de
van den heer C. Olie
mans. De machinist, een oppassend
jonkman, wilde eenige werkzaamheden
aan de machine verrichten toen hij
plotseling gegrepen werd en met het
been beklemd raakte tusschen de ma
chine, hetgeen ten gevolge zal hebben
dat het moet worden afgezet.
In den Grooten Schouwburg
te Rotterdam ging het Donderdagavond
bij de opvoering van //Falka" door het
engelsche opera-gezel :chap van mr. Char
les Wibrow vrij rumoerig toe. Eenige
personen, blijkbaar opgehitst, hadden
het er op gezet de opvoering onmogelijk
te maken. Zoodra Lay Brother Pelican,
de portier van een klooster, op het too-
neel verscheen, werd er van verschillende
kanten gefloten en getierd, zoodat het
voor den acteur, die deze aardige type
voorstelde, niet doenlijk wa3 zich ver
staanbaar te maken, tot groote veront
waardiging van het publiek, dat geko
men was om zich te vermaken.
Eerst nadat achtereenvolgens verschei
dene levenmakers, deels door toeschouwers,
deels door de politie, uit de zaal waren
verwijderd, kon de voorstelling onge
stoord voortgaan, NJR. C)
Dezer dagen kreegBaarn een
bedoek van zekeren H. W. R., uit
Didam, volgens opgaaf reiziger voor
den heer G. Weimer, te Heisingen. In
een der hotels nam hij zijn intrek, lo-
;eerde, dineerde en soupeerde er goed.
n is na eenige dagen verblijf met de
noorderzon vertrokken. Hij wist ook het
vertrouwen te winnen van een paar
ingezetenen, en heeft van een hunner
eene zijden parapluie medegenomen,
liet is wel te voorzien dat hij zijne
practijken op andere plaatsen zal voort
zetten. In het blad Floralia is tegen
dezen persoon, kenbaar aan eene in het
oog loopendo lange gestalte, gewaar
schuwd.
Donderdagmiddag half drie
onlaste zich boven Vucht eene zware
donderbui. Felle bliksemstralen, onmid
dellijk gevolgd door hevige donderslagen,
doorkliefden de lucht. Even buiten het
dorp is do bliksem iu een boom gesla
gen. Gedurende het onweer viel er een
plasregen.
Welke eiselieu in sommige
streken van Friesland aan eene mea-
schelijke woning worden gesteld is in
deze week te Oudehaske gebleken. Het
land van K. IJ. aldaar was Dinsdap
avond nog land en niets voorspelde de
metamorphose, die bet- in een enkelen
nacht zou ondergaan. En toch
Woensdagmorgen stond er een huis,
kant en klaar, en recht huiselijk steeg
de rook uit den schoorsteen naar boven.
Een kwestie over eigendomsrecht was
de reden van dezen nachtelijken arbeid
en de duizend-kunstenaar, die aan dit
wouder van bouwkunst het aanzijn gaf.
was een timmerman uit Wirdum. Ove
rigens heeft men in de heidestreken de
voorbeelden voor het grijpen van wo
ningen, die binnen den tijd van enkele
uren worden opgetrokken. Treedt een
paar in het huwelijk, dan wordt door
de gezamenlijke bloedverwanten eene
woning van plaggen en riet opgetrokken,
die nog denzeltden avond door de jong
gehuwden wordt bewoond, lioe roman
tisch
Dinsdagavond had in de
Voorburg, gemeente AmbtOmmen, eene
vechtpartij plaats, waarbij de rijksveld
wachter (opziener der jacht en vischerij)
Langen hot van zijne revolver gebruik
maakte en een persoon eene belangrijke
wonde in de nabijheid van het oog
toebracht, zoodat geneeskundige hulp
noodig was.
Van een en ander is procesverbaal
opgemaakt.
Van //Volkstellers" in Twen
te ontving de Tu>. Ct. voor en na ettelijke
^ervaringen", welke hieronder tot een
tuiltje ziju vereenigd.
1. In een huisgezin, bestaande uit drie
gezusters, had men op alle drie de bruine
kaarten achter vraag 3 ten antwoord
geschreven „Als hoofd."
2. In een ander gezin leefden drie
mannen, bij wie een //man" van vier
maanden oud, die denzelfden naam Jo
hannes droegen. Om ze te onderscheiden,
had men, evenals in de spreektaal, in
gevuld: Jannes, Jennes en Jennesken.
3. Op eene witte kaart was achter
vraag 11b: waar was hij toen? met dui
delijke letters geschreven: „In bedde."
5. Een echt brekespel had in elki
rubriek een woord geschreven, die samen
den volgenden zin uitmaakten
gek kan meer vragen dan
wiezen kunnen antwoorden; het is mij
kleeden van orgeltrapper wat een
collega van hem had aangeduid met het
woord: windmaker!
Algemeen zyn onze berichtgevers van
gevoelen, dat de telbaarten voor den
boerenstand veel te geleerd (te inge
wikkeld) waren ingericht en tot noode-
loozen omslag voerden.
Met het //bedrijf" en: //hoeveel per
sonen zijn onder hem werkzaam?", als
mede: „in wiens dienst is hij?" is wat
omgehaspeld. Hier werden knechten en
meiden alleen als dienstbaren aange
merkt, daar ook de kinderen die helpen
werken, ja elders zelfs de gansche familie
tot de echtgenoote incluis!
Rechtszaken.
Voor de rechtbank te Zutfen werd
Woensdag de zaak behandeld tegen A.
D., gewezen beambte aan het post
kantoor te Winterswijk, beschuldigd van
vervalsebing, verduistering van gelden
het stellen van valsche handteeke-
uing. Do eisch van het O. M. tegen
den beschuldigde, die reeds 8 maanden
voorloopige hechtenis heelt doorge
bracht, is gevangenisstraf gedurende 3
jaren; 15 getuigen waren door den offi
cier gedagvaard. De heer mr. Penninck
stond den beschuldigde als verdediger
ter zijde. Een zeer talrijk publiek woonde
de terechtzitting bij.
De behandeling der zaak voor de
arrond.-rechtbank te Maastricht tegen
F. J. Lamine, oud 23 jaar, kleermaker
te Stein, thans in hechtenis, beschuldigd
van in den avond van 10 Nov. jl. zeke
ren Driessen met voorbedachten rade
opzettelijk van het leven te hebben be
roofd, is bepaald op Dinsdag 4 Fobr.
In deze zaak zullen 27 getuigen worden
gehoord.
De verdediging zal door mr. Von
Gousau worden voorgedragen.
KOLONIËN.
(Uit de bataviasche bladen van 19 en
20, en de Sumatra, Ct. van 1021 Dec.)
BATAVIA, 20 December.
Aan eenen brief uit Atjeh in d<
Jaoabodegedagteekend 10 Dec., is het
volgende ontleend
Maakte ik uwe lezers in mijne vorige
correspondentie bekend, dat het blokhuis
Lamsajoen tot de geschiedenis behoorde,
het gevolg hiervan was, dat niets de
Atjehers verhinderde op korteren afstand
Lambaroe te naderen, ja zelfs op den
spoordijk te gaan staan, en van daar
ons huune kogels toe te zenden. Dit
hield Lambaroe niet lang vol en daarom
vroeg het zijn blokhuis al spoedig weder
terug. De goeverneur willigde dien eisch
in, doch het werd slechts op pl. m. 300
M. afstand van Lambaroe op den spoor
dijk geplaatst. Tot zoover waren ook
weder de spoorrails gelegd, waardoor de
optrekkende wacht van uit Lambaroe
per tram naar het blokhuis kon worden
gebracht, In de officieele verslagen zult
u nu telkens kunnen terugvinden, dat
de aflossing van dat blokhuis dagelijks
meer of min beschoten werd. Hetzelfde
liedje dus als met Lamara (blokhuis) bij
Ketapau Doea. Daar het blokhuis te
voren in den kraton reeds pasklaar was
gemaakt, kostte het opzetten er van
slechts een paar dagen.
De cholera laat in den laatsten tijd
z/Eéngelukkig niets meer van zich hooren,
honderddoch de indertijd uitgegeven zooge
naamde choleraoraers blijven met de
vleesch zonder eenig leedwezen ziet ver
minderen. Het gezouten vleesch behoort
nu eenmaal niet tot zijn lievelingskostjes.
Wat de braziliaansche bemanning be
treft, deze munt niet uit door eene
streoge discipline. Als bewijs hiervoor
diene, dat ongeveer den 3en dag van
hun verblijf de bemanning weigerde met
het laden van kolen door te gaan, en
men genoodzaakt was chineesche koelies
in te huren, ten einde geen vertraging
in den arbeid te ondervinden. De jantjes
hadden er genoeg vau en gingen het
dien dag er eens vau nemen.
Wat de nachtelijke patrouilles of wel
korpsen vrijbuiters betreft, dezen hebben
zeer met de zware regens en de onder
water staande sawah's te kampen. Een
jeheelen nacht tot den buik in het water
te mouten staan of loopen, blijft voor
velen niet zonder gevolgen, en een groot
gedeelte is dan ook wegens koortsen af
gelost moeten worden. Bucces hebben zij
zooverre dat zij er bij den Atjeher
den schrik in hebben gebracht, en deze
geen spoorbaan durft te naderen wan
neer eene patrouille in de nabijheid is.
Een dezer patrouilles is op geruimen ai-
stand van Lamreng buiten de linie ge
weest bij het oude Tjot Goöo, waar de
Atjehers thans eene vrij sterke benting
met telephoondraad omgeven hebben
aangelegd. Op eeuigen afstand (ongeveer
250 meter) gekomen, ging de comman
dant, de le luitenant Van den Ende,
slechts door enkele manschappen verge
zeld, vooruit tot aan de benting, waar
de vlag was neergehaald en de schild
wachten in diepe rust verkeerden. Wat
het lot van patrouille en commandant
zoude zijn geweest bij eventueele ont
dekking door den vijand, ligt voor de
hand. Zeer te betwijfelen is het dan
ook, dat het buiten de linie gaan in de
instructiën dier patrouillecommandanten
staat.
De marine werd op Sint. Nicolaas
verrast door een bevel van den goever
neur waarbij de blokkade weder wordt
uitgebreid. Tot dusver strekte de blok
kade zich uit van Batoe Poetih tot
Teiok Semawedoch aangezien de
meeste vuurwapens door Merdoe werden
binnengesmokkeldkreeg de Samarang
last om daar te blokkeeren. De blokkade
strekt zich thans uit van Oedjong
Batoeh Poetih tot Oleh, zoodat hiermede
de geheele noordelijke kust geblok
keerd is.
De aanvulling met deze boot gekomen,
groot 540 man, is over de verschillende
bataljons en posten verdeeld.
Nu nog een paar honderd man, waar
onder de helft Amboneozen, en dan ge
loof ik wel dat het atjesch leger weder
zijn goede sterkte heelt, mits maar tel
kens de vertrekkenden per keerende boot
worden aangevuld. Kan dit niet, dan
hebben wy na eene maand weer aan
pl. rn. 500 man gebrek.
door de oplettendheid van den gezag
voerder eene poging verijdeld om 480
pond buskruit klaudestien naar Atjebjjte
verschepen. Het kruit werd verbeurd
verklaard en de smokkelaar tot 2000
doll, boete, of zes - maanden [gevangenis
straf veroordeeld.
Als wij van onzen kant ook het
noodige doen, om alle contrabande van
de atje8ehe kust te wereD, dan zal het
tijdstip spoedig aanbreken, dat in het
Kemalakamp gebrek aan oorlogsbehoef
ten en aan vechtlust bestaat, 's Vijands
munitie-voorraad moet echter, naar het
onbekrompen gebruik, dat hij daarvan
maakt, nog aanzienlijk wezen, dank zij
den onbelemmerden uitvoer van peper
en boachproducten van Atjeh naar de
Straits-Settlements.
Aan het op 8 tot en met 19
November jl. afgenomen eindexamen aan
de kweekschool voor inlandsehe onder
wijzers te Bandoeng (Preanger Regent
schappen) namen twaalf kweekelingen
dier inrichting deel, waarvan tien aan
de eischen voldeden.
De opgravingen te Prambanen,
onder leiding van dr. Groneman, heb
ben, naar de Loc. verneemt, schitterende
resultaten gehad voor de oudheid- en
volkenkundige wetenschap. Verscheidene
photo's van het opgegravene zijn door
dr. G. gezonden naar het Bataviaaseh
Genootschap en hebben daar zeer veel
belangstelling gewest.
Volgens de Loc. gaat dr. Grone
man van Djokdja over Ceylon en Britseh-
Indië naar Europa. Hij is door de hee-
ren mr. N. P. vau den Berg en W. P.
Groeneveldt warm aanbevolen aan den
goeverneur van Bombay, en heeft van
dezen een brief ontvangen met verzeke
ring van het noodige hulpbetoon.
De Soer. Ct. zegt uit goede bron
te vernemen dat de minister van Kolo
niën het daarheen zal richten dat de pas
in Nederland aangenomen schoolwet,
met inachtneming van locale omstandig
heden en daaraan verbondenen wijzigin
gen, ook in Ned.-Indië ingevoerd zal
worden.
ten minste veel te geleerd ofToen de meeste gestrengheid gehandhaafd.
teller sprak
stelde deze
van overtreding en boete,Den 30en November kwam hier ter
/wieze" wijsneus voor omreede het braziliaansche oorlogsschip
het af te maken vooreen lekkeren Almirante Barrozo.
kriuteuweggeuj Na de gebruikelijke bezoeken van den
5. Een teller te plattenlande deelt ons j commandant bij den goeverneur en om-
mede, dat hij van de 854 kaarten ergekeerd, werd de postenlinie door hen
zelf 851 had moeten invullen. Het wa3 j bezocht, benevens verschillende inrich-
hem bij vele //jonge" meisjes voorge-tingen, waaronder ook het militaire
komen, dat zij zich veel te jong hadden hospitaal, waarbij opnieuw deze inrich-
opgegeven. Een van 36 zomers oud, die tiug luide werd geprezen. Van hun ver-
er niet om durfde jokken, had hem blijf is tevens door hen gebruik gemaakt
vriendelijk verzocht het niet verderom hun mondvoorraad aan te vullen, en
te vertellen
6. Iemand schreef achter de vraag of1
Aan een Atjeh-correspondentie van
de Sumatra-Ct. dd. 10 dezer, is het vol
gende ontleend
Den Sen dezer is het oorlogsschip
Van SpeycJc ter reede Olehïeh aangeko
men en worden de Koning der Neder-
landende Merapide Sindorode Batavia
en de BenJcoelen alhier verwacht om het
noordoostelijk kustgebied te sluiten.
Thans is de kuststrook tot Kroeng Raja
POLITIEK OVSKZICIir.
't Liep er in den duitschen Rijksdag
Donderdag nogal vlot van stapel. Aan
de orde was de socialisten-wet. Tot en
met paragraaf 10 werd alles vrij vlug
afgehamerd, maar bij de drie volgende,
ja, „da standen die Ochsen am Berge."
Er werd eerst heel wat gepraat over de
bepaling van den kleinen 3taat van beleg,
die toegepast wordt wanneer socialistische
woelingen of andere wanordelijkheden
ontstaan, 't Was vooral de pruisische
minister Herfurt, die aan 't debat deel
nam. Volgens hem was de kleine staat
van beleg onmisbaar, evenzoo vond hij
het dringend noodzakelijk, dat elke tijds
bepaling omtrent den duur der wet weg
viel want betoogde hij de ver
bonden regeuringen kunnen alleen in
eene duurzame wet een afdoend middel
tot bestrijding der sociaal-democratie zien.
Deze richt zich tegen de bestaande maat
schappelijke instellingen en daarom geldt
het voor ieder, die er belang bij beeft
deze te handhavenTua re3 agitur
Het geldt u
Op deze zinspreuk van Horatius volgde
een luid applaus en de paragraaf kv/am
en Merdoe reed gesloten ten spijt van j er met glans en glorie door. Toen kwam
de kuststaatje3, wier vorsten tegenover 1 (je gewichtige kwestie omtrent den duur
immer eene zeer dubbelzinnige rol J der wet. Daarbij kwamen de troepen der
I i l f 1 /"4 lïnKKrtrt A Ir. rl rv .-tl lïI
gespeeld hebben. Als de sluiting effectief
is, kan de zoozeer gewenschte pacificatie j
verwacht worden. Bij dien maatregel is I er waren
tegenstanders voor de eerste maal in het
vuur, maar alleen om te toonen dat zij
Met echt duitschen Gleichmuth
door het bestuur het verbod gevoegd toch werd door den afgevaardigde Buhl,
aan den Atjeher om zich biunen de linie namens zijne partij, de nation aal-liberale,
andere zaken verklaard, dat zij bereid is de tijdsbe-
i paling omtrent den duur der wet prijs
j te geven maar tevens voegde bij er aan
toe dat zij omtrent de uitzetting, tot
leedwezen het standpunt der
niet kon deelen. In zooverre
van levensbehoeften
te voorzien, tenzij hij in het bezit is
van een pas, welk stuk echter del
Atjehers elkander leenen zoodat het ver
bod nu en dan illusoir zal blijken. Nu'haar
ook op den Atjeher biunen
de linie j regeering
geenerlei staat te maken is en hij met j was zij met de opvatting der regeering
ziJ'n landgenoot daarbuiten heult, wareop dit punt homogeen, dat zij met haar
hun is uit de militaire magazijnen voor I het te wenschen, dat Kota-Radja en1 doordrongen is van het gevaar dat de
f jruim /6Uv)0 aan eetwaren verstrekt, Olehleh voor lederen Atjeher gesloten z«j,! sociaal-democratie oplevert en zij is vast
hij voor eigen rekening de zaken dreefwaaronder eene groote hoeveelheid ge- totaat de pacificatie haar volledig beslag besloten, den staat tegen dat gevaar te
Een verzet (hvDOtlieek) van 2oü0 erldJ zouten vleeaeh. tnt errnnt o-nnnpo-or» wn hpVnmon hI, 0 0
Een verzet (hypotheek) van 2500 gld. zouten vleesch, tot groot genoegen vau bekomen heeft.
n t v T - - - beschermen, maar ten aanzien van deze
7. In dienst van een kerkgenootschap den soldaat, die op dergerlijko inaoier Aan boord van de Watii, die geregeld zaak moet zij haar standpunt handhaven.
had iemand opgegeven het ambt te be- 1 den hier aanwezigen voorraad gezouten tusschen Atjeh en Po. Pinang vaart, is j Nu, op dat punt was de regeering
„Hier is hij niet. Moed gehouden, mejuffrouw, wij zullen hem
wel spoedig vinden. Nu naar het amerikaansche hospitaal."
Ondanks de smartelijke herinneringen aan die inrichting ver
bonden, was Espérance gaarne in het amerikaansche hospitaal
sedert den dood van baar vader, had zij het dikwijls bezocht, ter
wijl zij dan pluksel of verbandlinnen had meegenomenzij was
dus verheugd bij de gedachte, dat zij zich daarheen zouden be
geven en zij die vriendelijke dames zou weerzienzij hoopte dan
ook vurig, dat zij Gaspard daar zou vinden. Deze hoop moedigde
haar aan. Maar helaas, zij zag zich spoedig bedrogeD. Het was
zeer frisch in de vertrekken, de netjes gekleede amerikaanschen
waren juist zooals zij ze zich had voorgesteld, maar Gaspard was
onder de lange rijen van gewonden niet te vinden.
De namen van verscheidene andere hospitalen werden hun opge
noemd en zij vervolgden hun weg, maar nu Espérance zich zoo
in hare hoop teleurgesteld zag, scheen de moed haar te ontzinken.
Zij begon zeer vermoeid te worden, en toen Lemercier haar doods
bleek gelaat zag, nadat zij eene vergeefschen zwerftocht van drie
uur lang hadden gemaakt, ontstelde hij.
„Mejuffrouw, gij zijt ziek. Ik zal naar een rijtuig uitzien, wan
neer ik er tenminste een kan krijgen, hetgeen ik zeer betwijfel,
na al het paardenvleeseh, dat wij gegeten hebben. Laat ons terug-
keeren en bij daglicht onze nasporingen voortzetten."
Hoe vermoeid zij ook was, hiervan wilde Espérance niets hooren.
„Neen, mijnheer, waarlijk ik ben niet ziek," antwoordde zij haastig,
„laten wij alles doen, wat wij kunnen. Waar moc>ten wij nu heen?"
„Naar het Grand-Hotel" hier zijn wij er reeds, blijf nu maar
bij den ingang wachten, dan zal ik eens gaan hooren.
Espérance was nu zoo afgemat, dat zij wel gedwongen was te
blijven wachtenzij zonk op een bank neer en wachtte, ofschoon
de hoop, dat zij haar broeder zou vinden, hoe langer hoe zwakker
werd. Zij meende reeds meer dan een uur daar gezeten te hebben,
toen haar metgezel terugkeerde, en weer moest zij hetzelfde ant
woord hooren: „het helpt niets, bij is hier niet."
Zij waren nu wel gedwongen naar huis terug te keeren, want
Espérance bezat de kracht niet meer om het onderzoek voort te
zetten. Toen Lemercier echter een koetsier wilde roepen, scheen
zij al haar moed en geestkracht weer bijeen te rapen. Het vurig
verlangen om betreffende Gaspard uit die pijnlijke onzekerheid te
geraken, overwon hare vermoeienis.
//Waarlijk mijnheer, ik zou liever willen loopen," zeide zij met
zulk eene beslistheid, dat Lemercier er zich over verwonderde
„wij moeten nu zeker naar het Théatre Frar^ais."
„Ja, dat is waar ook," zeide Lemercier. „Mejuffrouw gij zijt
eene ware heldingen wanneer gij werkelijk nog in staat zijt om
te loopen, laat ons dan verder gaan. „„Neen burger,"" zeide hij
tot den huurkoetsier, „gedurende het beleg is het maar beter, dat
men te voet gaat. Neem mijn raad ter harte en eet uw paard op.
nu het u nog toebehoort."
De koetsier mompelde iets, maar zij waren reeds zoover van
hem verwijderd, dat zij hem niet konden verstaan. Espérance ver
wonderde zich zeer over dat op vriendelijk en toon uitgesproken
„burger", waarmee Lemercier den koetsier had aangesproken. Zij
was nog niet gewend aan de uitingen van een republikeinschen
geest, en gedurende de verdere wandeling hield deze onbeduidende
gebeurtenis haar geest bezig.
Zij was geheel uitgeput, toen zij het Theatre Fran^.ais bereikten,
en afgemat naar lichaam en geest wachtte zij in het voorportaal,
zonder eenige opmerkzaamheid te schenken aan den komenden en
gaanden man half versuft van smart, koude en vermoeienis,
terwijl in haar brein verwarde beelden van slagvelden, ambu
lances en burger-huurkoetsiers ronddwarrelden. Alvorens Lemercier
was teruggekeerd, had zij haar bewustzijn verloren en bleef zij
daar in dien donkeren hoek eenigen tijd liggen, door niemand,
opgemerkt.
Wordt vervolgd