met tit. rang van maj., J. Gruys, belast met de mandateering van traktementen en verdere vergoedingen te '3-Graven- hage, met bepaling, dat hij in zijnen nieuwen rang met zijne tegenwoordige functiën zal belast blijven; bij liet 6e reg. inf., tot maj.-kwartiermeester, den kap.- kwartiermeester J. T. I. De Jong, van het 3Je reg. vest.-art., gedet. bij het kol.-werfdepottot tweede-luit.-kwartier- meester, den serg. F. vau der Steen, van het 1ste reg. inf.; bij het 7de reg. inf., tot 2de-luit.-kwartiermeester den serg. W. E. de Hart, van het 4de reg. inf.; bij het 2de reg. huz., tot lste-luit.-kwar tiermeester, den 2den-luit.-kwartiermees- ter J. C. Hamerslag, van het korpsbij het 2de reg., vest.-art., tot kapt.-kwar- tiermeester, dun Isten luit.-kwartiermees- ter J. W. Altink, van het 7de reg. inf. tot lste-luit.-kwartierineester, den 2de- luit.-kwariïermeester H. Wijs, van het korps; bij het korps genietroepen tot kapt.-kwartierineester den lsten-iuit.- kwartiermeester W. J. J. C. De liech- teren van Hernert, van het korps rijdende art.; bij de adm. van kleeding, tol kapt. den lsten-lut, D. 13. De Geest, van het 3de reg. huz., belast met het beheer over het garniz.-kleediogmagazijn te Amster dam. De haagsche briefschrijver der Midd. Ct. verhaalt het volgende, dat onlangs op de Witte Sociëteit in de residentie geschiedde: Een van de leden miste op zekeren dag zijn nieuwe overjas uit de jassen kamer en vond een oude in de plaats hangen. De met een uitgebreide jassen- kennis begaafde jassen knecht lette weken achtereen op, of de verlorene niet weder eens aan een kapstok kwam hangen, doch steeds tevergeefs, tot 11a verloop van twee maand n de gestolen jas werd herkend. De knecht waarschuwde den eigenaar, cn toen de gebruiker zich weder met zijn nieuwe jas wilde ver wijderen, stond hij eensklaps tegenover iemand «van den gerechte," die zijn eigendom ópeischte. De man, nog wel een ambtenaar aan een der ministeriën, was niet zoo goed of hij moest zijn jas weer uittrekken, en ging met beschaamde kaken heen. Dat hij nu ook juist het kleedingstuk van een lid van de staande magistratuur had u.tgekozen! Men meldt van Tessel van 22 Januari: Op ongeveer een halfuur van den wal dreef heden, tijdens stormachtig weer en holle zee, eene vlet met drie personen. De afgetobde mannen poogden vruchte loos het land te bereiken. De blazer- schipper Pieter Zegel, die vau den zee dijk den nood der mannen zag, maakte zeil en stevende, in weerwil van storm en holle zee, naar buiten. Het koene waagstuk werd met geluk kig gevolg volbracht. Een uur later was Zegel met volk haven terug. Don derda, IJselmonde een stoomhoutzagerij in boot in behouden ochtend had te ongeluk plaats in de van den heer C. Olie mans. De machinist, een oppassend jonkman, wilde eenige werkzaamheden aan de machine verrichten toen hij plotseling gegrepen werd en met het been beklemd raakte tusschen de ma chine, hetgeen ten gevolge zal hebben dat het moet worden afgezet. In den Grooten Schouwburg te Rotterdam ging het Donderdagavond bij de opvoering van //Falka" door het engelsche opera-gezel :chap van mr. Char les Wibrow vrij rumoerig toe. Eenige personen, blijkbaar opgehitst, hadden het er op gezet de opvoering onmogelijk te maken. Zoodra Lay Brother Pelican, de portier van een klooster, op het too- neel verscheen, werd er van verschillende kanten gefloten en getierd, zoodat het voor den acteur, die deze aardige type voorstelde, niet doenlijk wa3 zich ver staanbaar te maken, tot groote veront waardiging van het publiek, dat geko men was om zich te vermaken. Eerst nadat achtereenvolgens verschei dene levenmakers, deels door toeschouwers, deels door de politie, uit de zaal waren verwijderd, kon de voorstelling onge stoord voortgaan, NJR. C) Dezer dagen kreegBaarn een bedoek van zekeren H. W. R., uit Didam, volgens opgaaf reiziger voor den heer G. Weimer, te Heisingen. In een der hotels nam hij zijn intrek, lo- ;eerde, dineerde en soupeerde er goed. n is na eenige dagen verblijf met de noorderzon vertrokken. Hij wist ook het vertrouwen te winnen van een paar ingezetenen, en heeft van een hunner eene zijden parapluie medegenomen, liet is wel te voorzien dat hij zijne practijken op andere plaatsen zal voort zetten. In het blad Floralia is tegen dezen persoon, kenbaar aan eene in het oog loopendo lange gestalte, gewaar schuwd. Donderdagmiddag half drie onlaste zich boven Vucht eene zware donderbui. Felle bliksemstralen, onmid dellijk gevolgd door hevige donderslagen, doorkliefden de lucht. Even buiten het dorp is do bliksem iu een boom gesla gen. Gedurende het onweer viel er een plasregen. Welke eiselieu in sommige streken van Friesland aan eene mea- schelijke woning worden gesteld is in deze week te Oudehaske gebleken. Het land van K. IJ. aldaar was Dinsdap avond nog land en niets voorspelde de metamorphose, die bet- in een enkelen nacht zou ondergaan. En toch Woensdagmorgen stond er een huis, kant en klaar, en recht huiselijk steeg de rook uit den schoorsteen naar boven. Een kwestie over eigendomsrecht was de reden van dezen nachtelijken arbeid en de duizend-kunstenaar, die aan dit wouder van bouwkunst het aanzijn gaf. was een timmerman uit Wirdum. Ove rigens heeft men in de heidestreken de voorbeelden voor het grijpen van wo ningen, die binnen den tijd van enkele uren worden opgetrokken. Treedt een paar in het huwelijk, dan wordt door de gezamenlijke bloedverwanten eene woning van plaggen en riet opgetrokken, die nog denzeltden avond door de jong gehuwden wordt bewoond, lioe roman tisch Dinsdagavond had in de Voorburg, gemeente AmbtOmmen, eene vechtpartij plaats, waarbij de rijksveld wachter (opziener der jacht en vischerij) Langen hot van zijne revolver gebruik maakte en een persoon eene belangrijke wonde in de nabijheid van het oog toebracht, zoodat geneeskundige hulp noodig was. Van een en ander is procesverbaal opgemaakt. Van //Volkstellers" in Twen te ontving de Tu>. Ct. voor en na ettelijke ^ervaringen", welke hieronder tot een tuiltje ziju vereenigd. 1. In een huisgezin, bestaande uit drie gezusters, had men op alle drie de bruine kaarten achter vraag 3 ten antwoord geschreven „Als hoofd." 2. In een ander gezin leefden drie mannen, bij wie een //man" van vier maanden oud, die denzelfden naam Jo hannes droegen. Om ze te onderscheiden, had men, evenals in de spreektaal, in gevuld: Jannes, Jennes en Jennesken. 3. Op eene witte kaart was achter vraag 11b: waar was hij toen? met dui delijke letters geschreven: „In bedde." 5. Een echt brekespel had in elki rubriek een woord geschreven, die samen den volgenden zin uitmaakten gek kan meer vragen dan wiezen kunnen antwoorden; het is mij kleeden van orgeltrapper wat een collega van hem had aangeduid met het woord: windmaker! Algemeen zyn onze berichtgevers van gevoelen, dat de telbaarten voor den boerenstand veel te geleerd (te inge wikkeld) waren ingericht en tot noode- loozen omslag voerden. Met het //bedrijf" en: //hoeveel per sonen zijn onder hem werkzaam?", als mede: „in wiens dienst is hij?" is wat omgehaspeld. Hier werden knechten en meiden alleen als dienstbaren aange merkt, daar ook de kinderen die helpen werken, ja elders zelfs de gansche familie tot de echtgenoote incluis! Rechtszaken. Voor de rechtbank te Zutfen werd Woensdag de zaak behandeld tegen A. D., gewezen beambte aan het post kantoor te Winterswijk, beschuldigd van vervalsebing, verduistering van gelden het stellen van valsche handteeke- uing. Do eisch van het O. M. tegen den beschuldigde, die reeds 8 maanden voorloopige hechtenis heelt doorge bracht, is gevangenisstraf gedurende 3 jaren; 15 getuigen waren door den offi cier gedagvaard. De heer mr. Penninck stond den beschuldigde als verdediger ter zijde. Een zeer talrijk publiek woonde de terechtzitting bij. De behandeling der zaak voor de arrond.-rechtbank te Maastricht tegen F. J. Lamine, oud 23 jaar, kleermaker te Stein, thans in hechtenis, beschuldigd van in den avond van 10 Nov. jl. zeke ren Driessen met voorbedachten rade opzettelijk van het leven te hebben be roofd, is bepaald op Dinsdag 4 Fobr. In deze zaak zullen 27 getuigen worden gehoord. De verdediging zal door mr. Von Gousau worden voorgedragen. KOLONIËN. (Uit de bataviasche bladen van 19 en 20, en de Sumatra, Ct. van 1021 Dec.) BATAVIA, 20 December. Aan eenen brief uit Atjeh in d< Jaoabodegedagteekend 10 Dec., is het volgende ontleend Maakte ik uwe lezers in mijne vorige correspondentie bekend, dat het blokhuis Lamsajoen tot de geschiedenis behoorde, het gevolg hiervan was, dat niets de Atjehers verhinderde op korteren afstand Lambaroe te naderen, ja zelfs op den spoordijk te gaan staan, en van daar ons huune kogels toe te zenden. Dit hield Lambaroe niet lang vol en daarom vroeg het zijn blokhuis al spoedig weder terug. De goeverneur willigde dien eisch in, doch het werd slechts op pl. m. 300 M. afstand van Lambaroe op den spoor dijk geplaatst. Tot zoover waren ook weder de spoorrails gelegd, waardoor de optrekkende wacht van uit Lambaroe per tram naar het blokhuis kon worden gebracht, In de officieele verslagen zult u nu telkens kunnen terugvinden, dat de aflossing van dat blokhuis dagelijks meer of min beschoten werd. Hetzelfde liedje dus als met Lamara (blokhuis) bij Ketapau Doea. Daar het blokhuis te voren in den kraton reeds pasklaar was gemaakt, kostte het opzetten er van slechts een paar dagen. De cholera laat in den laatsten tijd z/Eéngelukkig niets meer van zich hooren, honderddoch de indertijd uitgegeven zooge naamde choleraoraers blijven met de vleesch zonder eenig leedwezen ziet ver minderen. Het gezouten vleesch behoort nu eenmaal niet tot zijn lievelingskostjes. Wat de braziliaansche bemanning be treft, deze munt niet uit door eene streoge discipline. Als bewijs hiervoor diene, dat ongeveer den 3en dag van hun verblijf de bemanning weigerde met het laden van kolen door te gaan, en men genoodzaakt was chineesche koelies in te huren, ten einde geen vertraging in den arbeid te ondervinden. De jantjes hadden er genoeg vau en gingen het dien dag er eens vau nemen. Wat de nachtelijke patrouilles of wel korpsen vrijbuiters betreft, dezen hebben zeer met de zware regens en de onder water staande sawah's te kampen. Een jeheelen nacht tot den buik in het water te mouten staan of loopen, blijft voor velen niet zonder gevolgen, en een groot gedeelte is dan ook wegens koortsen af gelost moeten worden. Bucces hebben zij zooverre dat zij er bij den Atjeher den schrik in hebben gebracht, en deze geen spoorbaan durft te naderen wan neer eene patrouille in de nabijheid is. Een dezer patrouilles is op geruimen ai- stand van Lamreng buiten de linie ge weest bij het oude Tjot Goöo, waar de Atjehers thans eene vrij sterke benting met telephoondraad omgeven hebben aangelegd. Op eeuigen afstand (ongeveer 250 meter) gekomen, ging de comman dant, de le luitenant Van den Ende, slechts door enkele manschappen verge zeld, vooruit tot aan de benting, waar de vlag was neergehaald en de schild wachten in diepe rust verkeerden. Wat het lot van patrouille en commandant zoude zijn geweest bij eventueele ont dekking door den vijand, ligt voor de hand. Zeer te betwijfelen is het dan ook, dat het buiten de linie gaan in de instructiën dier patrouillecommandanten staat. De marine werd op Sint. Nicolaas verrast door een bevel van den goever neur waarbij de blokkade weder wordt uitgebreid. Tot dusver strekte de blok kade zich uit van Batoe Poetih tot Teiok Semawedoch aangezien de meeste vuurwapens door Merdoe werden binnengesmokkeldkreeg de Samarang last om daar te blokkeeren. De blokkade strekt zich thans uit van Oedjong Batoeh Poetih tot Oleh, zoodat hiermede de geheele noordelijke kust geblok keerd is. De aanvulling met deze boot gekomen, groot 540 man, is over de verschillende bataljons en posten verdeeld. Nu nog een paar honderd man, waar onder de helft Amboneozen, en dan ge loof ik wel dat het atjesch leger weder zijn goede sterkte heelt, mits maar tel kens de vertrekkenden per keerende boot worden aangevuld. Kan dit niet, dan hebben wy na eene maand weer aan pl. rn. 500 man gebrek. door de oplettendheid van den gezag voerder eene poging verijdeld om 480 pond buskruit klaudestien naar Atjebjjte verschepen. Het kruit werd verbeurd verklaard en de smokkelaar tot 2000 doll, boete, of zes - maanden [gevangenis straf veroordeeld. Als wij van onzen kant ook het noodige doen, om alle contrabande van de atje8ehe kust te wereD, dan zal het tijdstip spoedig aanbreken, dat in het Kemalakamp gebrek aan oorlogsbehoef ten en aan vechtlust bestaat, 's Vijands munitie-voorraad moet echter, naar het onbekrompen gebruik, dat hij daarvan maakt, nog aanzienlijk wezen, dank zij den onbelemmerden uitvoer van peper en boachproducten van Atjeh naar de Straits-Settlements. Aan het op 8 tot en met 19 November jl. afgenomen eindexamen aan de kweekschool voor inlandsehe onder wijzers te Bandoeng (Preanger Regent schappen) namen twaalf kweekelingen dier inrichting deel, waarvan tien aan de eischen voldeden. De opgravingen te Prambanen, onder leiding van dr. Groneman, heb ben, naar de Loc. verneemt, schitterende resultaten gehad voor de oudheid- en volkenkundige wetenschap. Verscheidene photo's van het opgegravene zijn door dr. G. gezonden naar het Bataviaaseh Genootschap en hebben daar zeer veel belangstelling gewest. Volgens de Loc. gaat dr. Grone man van Djokdja over Ceylon en Britseh- Indië naar Europa. Hij is door de hee- ren mr. N. P. vau den Berg en W. P. Groeneveldt warm aanbevolen aan den goeverneur van Bombay, en heeft van dezen een brief ontvangen met verzeke ring van het noodige hulpbetoon. De Soer. Ct. zegt uit goede bron te vernemen dat de minister van Kolo niën het daarheen zal richten dat de pas in Nederland aangenomen schoolwet, met inachtneming van locale omstandig heden en daaraan verbondenen wijzigin gen, ook in Ned.-Indië ingevoerd zal worden. ten minste veel te geleerd ofToen de meeste gestrengheid gehandhaafd. teller sprak stelde deze van overtreding en boete,Den 30en November kwam hier ter /wieze" wijsneus voor omreede het braziliaansche oorlogsschip het af te maken vooreen lekkeren Almirante Barrozo. kriuteuweggeuj Na de gebruikelijke bezoeken van den 5. Een teller te plattenlande deelt ons j commandant bij den goeverneur en om- mede, dat hij van de 854 kaarten ergekeerd, werd de postenlinie door hen zelf 851 had moeten invullen. Het wa3 j bezocht, benevens verschillende inrich- hem bij vele //jonge" meisjes voorge-tingen, waaronder ook het militaire komen, dat zij zich veel te jong hadden hospitaal, waarbij opnieuw deze inrich- opgegeven. Een van 36 zomers oud, die tiug luide werd geprezen. Van hun ver- er niet om durfde jokken, had hem blijf is tevens door hen gebruik gemaakt vriendelijk verzocht het niet verderom hun mondvoorraad aan te vullen, en te vertellen 6. Iemand schreef achter de vraag of1 Aan een Atjeh-correspondentie van de Sumatra-Ct. dd. 10 dezer, is het vol gende ontleend Den Sen dezer is het oorlogsschip Van SpeycJc ter reede Olehïeh aangeko men en worden de Koning der Neder- landende Merapide Sindorode Batavia en de BenJcoelen alhier verwacht om het noordoostelijk kustgebied te sluiten. Thans is de kuststrook tot Kroeng Raja POLITIEK OVSKZICIir. 't Liep er in den duitschen Rijksdag Donderdag nogal vlot van stapel. Aan de orde was de socialisten-wet. Tot en met paragraaf 10 werd alles vrij vlug afgehamerd, maar bij de drie volgende, ja, „da standen die Ochsen am Berge." Er werd eerst heel wat gepraat over de bepaling van den kleinen 3taat van beleg, die toegepast wordt wanneer socialistische woelingen of andere wanordelijkheden ontstaan, 't Was vooral de pruisische minister Herfurt, die aan 't debat deel nam. Volgens hem was de kleine staat van beleg onmisbaar, evenzoo vond hij het dringend noodzakelijk, dat elke tijds bepaling omtrent den duur der wet weg viel want betoogde hij de ver bonden regeuringen kunnen alleen in eene duurzame wet een afdoend middel tot bestrijding der sociaal-democratie zien. Deze richt zich tegen de bestaande maat schappelijke instellingen en daarom geldt het voor ieder, die er belang bij beeft deze te handhavenTua re3 agitur Het geldt u Op deze zinspreuk van Horatius volgde een luid applaus en de paragraaf kv/am en Merdoe reed gesloten ten spijt van j er met glans en glorie door. Toen kwam de kuststaatje3, wier vorsten tegenover 1 (je gewichtige kwestie omtrent den duur immer eene zeer dubbelzinnige rol J der wet. Daarbij kwamen de troepen der I i l f 1 /"4 lïnKKrtrt A Ir. rl rv .-tl lïI gespeeld hebben. Als de sluiting effectief is, kan de zoozeer gewenschte pacificatie j verwacht worden. Bij dien maatregel is I er waren tegenstanders voor de eerste maal in het vuur, maar alleen om te toonen dat zij Met echt duitschen Gleichmuth door het bestuur het verbod gevoegd toch werd door den afgevaardigde Buhl, aan den Atjeher om zich biunen de linie namens zijne partij, de nation aal-liberale, andere zaken verklaard, dat zij bereid is de tijdsbe- i paling omtrent den duur der wet prijs j te geven maar tevens voegde bij er aan toe dat zij omtrent de uitzetting, tot leedwezen het standpunt der niet kon deelen. In zooverre van levensbehoeften te voorzien, tenzij hij in het bezit is van een pas, welk stuk echter del Atjehers elkander leenen zoodat het ver bod nu en dan illusoir zal blijken. Nu'haar ook op den Atjeher biunen de linie j regeering geenerlei staat te maken is en hij met j was zij met de opvatting der regeering ziJ'n landgenoot daarbuiten heult, wareop dit punt homogeen, dat zij met haar hun is uit de militaire magazijnen voor I het te wenschen, dat Kota-Radja en1 doordrongen is van het gevaar dat de f jruim /6Uv)0 aan eetwaren verstrekt, Olehleh voor lederen Atjeher gesloten z«j,! sociaal-democratie oplevert en zij is vast hij voor eigen rekening de zaken dreefwaaronder eene groote hoeveelheid ge- totaat de pacificatie haar volledig beslag besloten, den staat tegen dat gevaar te Een verzet (hvDOtlieek) van 2oü0 erldJ zouten vleeaeh. tnt errnnt o-nnnpo-or» wn hpVnmon hI, 0 0 Een verzet (hypotheek) van 2500 gld. zouten vleesch, tot groot genoegen vau bekomen heeft. n t v T - - - beschermen, maar ten aanzien van deze 7. In dienst van een kerkgenootschap den soldaat, die op dergerlijko inaoier Aan boord van de Watii, die geregeld zaak moet zij haar standpunt handhaven. had iemand opgegeven het ambt te be- 1 den hier aanwezigen voorraad gezouten tusschen Atjeh en Po. Pinang vaart, is j Nu, op dat punt was de regeering „Hier is hij niet. Moed gehouden, mejuffrouw, wij zullen hem wel spoedig vinden. Nu naar het amerikaansche hospitaal." Ondanks de smartelijke herinneringen aan die inrichting ver bonden, was Espérance gaarne in het amerikaansche hospitaal sedert den dood van baar vader, had zij het dikwijls bezocht, ter wijl zij dan pluksel of verbandlinnen had meegenomenzij was dus verheugd bij de gedachte, dat zij zich daarheen zouden be geven en zij die vriendelijke dames zou weerzienzij hoopte dan ook vurig, dat zij Gaspard daar zou vinden. Deze hoop moedigde haar aan. Maar helaas, zij zag zich spoedig bedrogeD. Het was zeer frisch in de vertrekken, de netjes gekleede amerikaanschen waren juist zooals zij ze zich had voorgesteld, maar Gaspard was onder de lange rijen van gewonden niet te vinden. De namen van verscheidene andere hospitalen werden hun opge noemd en zij vervolgden hun weg, maar nu Espérance zich zoo in hare hoop teleurgesteld zag, scheen de moed haar te ontzinken. Zij begon zeer vermoeid te worden, en toen Lemercier haar doods bleek gelaat zag, nadat zij eene vergeefschen zwerftocht van drie uur lang hadden gemaakt, ontstelde hij. „Mejuffrouw, gij zijt ziek. Ik zal naar een rijtuig uitzien, wan neer ik er tenminste een kan krijgen, hetgeen ik zeer betwijfel, na al het paardenvleeseh, dat wij gegeten hebben. Laat ons terug- keeren en bij daglicht onze nasporingen voortzetten." Hoe vermoeid zij ook was, hiervan wilde Espérance niets hooren. „Neen, mijnheer, waarlijk ik ben niet ziek," antwoordde zij haastig, „laten wij alles doen, wat wij kunnen. Waar moc>ten wij nu heen?" „Naar het Grand-Hotel" hier zijn wij er reeds, blijf nu maar bij den ingang wachten, dan zal ik eens gaan hooren. Espérance was nu zoo afgemat, dat zij wel gedwongen was te blijven wachtenzij zonk op een bank neer en wachtte, ofschoon de hoop, dat zij haar broeder zou vinden, hoe langer hoe zwakker werd. Zij meende reeds meer dan een uur daar gezeten te hebben, toen haar metgezel terugkeerde, en weer moest zij hetzelfde ant woord hooren: „het helpt niets, bij is hier niet." Zij waren nu wel gedwongen naar huis terug te keeren, want Espérance bezat de kracht niet meer om het onderzoek voort te zetten. Toen Lemercier echter een koetsier wilde roepen, scheen zij al haar moed en geestkracht weer bijeen te rapen. Het vurig verlangen om betreffende Gaspard uit die pijnlijke onzekerheid te geraken, overwon hare vermoeienis. //Waarlijk mijnheer, ik zou liever willen loopen," zeide zij met zulk eene beslistheid, dat Lemercier er zich over verwonderde „wij moeten nu zeker naar het Théatre Frar^ais." „Ja, dat is waar ook," zeide Lemercier. „Mejuffrouw gij zijt eene ware heldingen wanneer gij werkelijk nog in staat zijt om te loopen, laat ons dan verder gaan. „„Neen burger,"" zeide hij tot den huurkoetsier, „gedurende het beleg is het maar beter, dat men te voet gaat. Neem mijn raad ter harte en eet uw paard op. nu het u nog toebehoort." De koetsier mompelde iets, maar zij waren reeds zoover van hem verwijderd, dat zij hem niet konden verstaan. Espérance ver wonderde zich zeer over dat op vriendelijk en toon uitgesproken „burger", waarmee Lemercier den koetsier had aangesproken. Zij was nog niet gewend aan de uitingen van een republikeinschen geest, en gedurende de verdere wandeling hield deze onbeduidende gebeurtenis haar geest bezig. Zij was geheel uitgeput, toen zij het Theatre Fran^.ais bereikten, en afgemat naar lichaam en geest wachtte zij in het voorportaal, zonder eenige opmerkzaamheid te schenken aan den komenden en gaanden man half versuft van smart, koude en vermoeienis, terwijl in haar brein verwarde beelden van slagvelden, ambu lances en burger-huurkoetsiers ronddwarrelden. Alvorens Lemercier was teruggekeerd, had zij haar bewustzijn verloren en bleef zij daar in dien donkeren hoek eenigen tijd liggen, door niemand, opgemerkt. Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 2