een dokter slaat haar opmerkzaam gade.
Zij spreekt met veel moeite, plotseling
worden hare trekken verwrongen, hare
oogen breken en de trouwe iiartwig
houdt nog slechts het lijk zijner vrouw
in de armen. Hiermede besluit het stuk.
Er zou van den inhoud van dit stuk
veel te zeggen vallen, maar we meenen
de analyse gcrustelijk aan de lezers, die
onget wij leid onze beoordeelingen van
„Nora" en „Svava" gelezen hebben, te
kunnen overlaten. Veel i3 er in dit drama
wat ontroert en schokt, maar ook veel
wat ons de schouders doet ophalen
niettemin is de gedachtcngang veel ge
zonder dan in het pessimisme uit het
Koorden.
Do rol van Eva werd op aangrijpende
■wijze vertolkt door mevr. RóssingSa-
blairolles. Den lichtzinnigen Elimar gaf
de heer Tartaud goed weder.
Iiartwig bevredigde ons wel, maar
blijkbaar kostte het den heer Van Kuijk
in den aanvang veel inspanning ruw en
rondborstig te zijn. Later, vooral in het
tooneel met zijn vrouw en schoonmoeder
voldeed hij ons beter. Aan mevr uw
Albregt was laatstgenoemde rol opge
dragen, die zoo geheel in haar genre
viel. Ook do bezetting der overige rollen
liet naar 't ons voorkwam, weinig te
wenschen over. De hoeren van Lier
hebben het talrijke publiek Zondagavond
werkelijk weder een genotvollea avond
verschaft.
In den afgeloopen nacht ten 3 ure
werd door een agent van politie brand
ontdekt in een pakhuis aan de Bake-
nessergracht, in gebruik bij den winkelier
H., wonende in de Damstraat. Bij onder
zoek bleek dat een partij struo en em
ballage waarmede de kacbels waren in
gepakt aan het branden was. Door de
politie i3 met haar slangenwagen de
brand geblascht. De oorzaak is voorals
nog onbekend.
Door de politie is aangehouden een
lOjarige knaap, die zich ongeveer 14
dagen geleden door middel van inslui
ping had schuldig gemaakt aan diefstal
van een jongensjas en bonten muls uit eene
particuliere woning. Aan zijne ouders
had hij opgegeven die kleedingstukken
van eene rijke dame te hebben gekre
gen.
i; k S k S l A IK
hunne omgeving hunne aandacht te wil
len wijden en de stappen te doen, die
mochten blijken noodig to zijn tot be
reiking van dit doel.
Het hoofdbestuur heeft voor het Asyl
voor dronkaards ƒ250 beschikbaar gesteld.
Het waarborgkapitaal, groot
ƒ10.000, dat door do //Vereeniging tot
bevordering van het vreemdelingenver
keer" te Arnhem noodig werd geacht
voor het welslagen van de door haar op
het touw gezette schilderijententoonstel
ling, is geheel volteekend. Iatussehen
wacht men nog de beslissing van den
gemeenteraad en het voorstel van B. en
W. om aan de Vereeniging een krediet
van 2000 te verleenen tot dekking van
een eventueel tekort en op een ander
voorstel betreffende de plaatsing van het
tijdelijk gebouw. Indien de raad de plaats,
welke de vereeniging wenscht fop het
Velperplein) niet toestaat, vervalt toch
nog het geheele plan.
De offervaardigheid van onze stadge-
nooten zoo schrijft men ons is
grooter dan zeker velen zullen gedacht
hebben. Bij het kekenen voor het waar
borgfonds is niet verheeld, dat misschien
30 percent zal moeten gestori worden,
indien namelijk een slechte zomer nadee-
lig werkt op het bezoek van elders; en
toch is do ƒ10.000 volteekend!
De vereeniging zelve nam 40 aandee-
len van 25. (N. R. C
Naar het i). u. Z-R. verneemt,
heeft de heer J. Cock, een der bij de
spoorwegramp te liuinerwold zwaarst
gekwetsten, thans van de maatschappij
tod exploitatie van staatsspoorwegen de
som vau 50.000 als schadevergoeding
ontvangen. De heer Cock, voorheen een
krachtig jougmensch, p. m. 25 jaren,
oefende een bloeiendeu stroohandel uit,
welke door zijne langdurige afwezigheid
sterk achteruitgegaan is. De schijnbaar
herstelde beenen moesten tweemaal op
nieuw gebroken worden, omdat ze de
voldoende stevigheid misten.
Uit Plymouth wordt dd. 25
Januari geseind
Het noorsch schip Strumbracht hiel
den kapitein en de bemanning vau den
nederlandschen driemast-schoener Louisa
aan, ^welke op 11 Januari in zinkenden
toestand verlaten werd op 48 graden
Noorderbreedte en 8 graden Wester
lengte.
Hedenmorgen isnabij Cal-
lantsoog gestrand een viermaster, gela
den met salpeter, komende van Enge
land met bestemming naar Antwerpen.
Het schip is geheel uiteen geslagen van
de bemanning zijn slechts 4 man gered.
Zij bestond uit 35 personen.
Naar men verneemt, zal de
stoombootdienst tusschen Kampen
Enhuizen, via Urk, met 1 April a.s.
worden geopend.
Aan het U. B. wordt uit H i 1-
versum van 24 Jan. gemeld: Hedennacht
is bij de weduwe Van B. aan den Vaart-
weg eene poging tot inbraak gedaan.
De dieven, naar gissing twee, werden
evenwel door het geraas, dat zij ver
oorzaakten, door mej. Van B. opgemerkt.
Deze vermaande hen zich te verwijderen,
daar zij anders eenige schoten uit een
revolver zou lossen, waarop de onge-
vveuschte bezoekers antwoordden tfhadt
ge er maar een". Op de bedreiging an
ders den knecht te roepeu, was hec ant
woord: //als ge maar een knecht hadt".
Intusschen vonden zij het toch raadzaam
den aftocht te blazen. Er Ï3 niets ver
mist.
De ontwerpen van wet tot
bekrachtiging der spoorweg-overeen
komsten zijn Zaterdag bij de Tweede
Kamer ingekomen.
De keizer van Rusland
naar verzekerd wordt, door de ne-
derlandsche en fransche regeeringen uit-
genoodigd, de beslechting als arbiter op
zich to nemen van het tusschen haar ge
rezen geschil betreffende de grensregeling
van Suriname on Fransch-Gfuyana.
Het hoofdbestuur van den
//Volksbond", vereeniging tegen drank
misbruik, heeft zich bij circulaire ge
wend tot de besturen der af'deelingeu,
de provinciale en de plaatselijke corres
pondenten en de leden van den Bond,
in wier gemeenten garnizoen ligt, waarbij
zij, ter uitvoering van de door de in
1889 gehouden algemeene vergaderin
verstrekte opdrachtworden verzocht,
het hoofdbestuur te willen inlichten om
trent de regelen, waaraan men zich in
hun garnizoen houdt ter uitvoering van
de reglementsbepalingen op het verlee
nen van avond- en nachtpermissies aan
militairen en aan schepelingen bij de
marine.
Met het oog op de in genoemde al
gemeene vergadering uitgesproken wen-
schelijkhöid, dat afdeelingen en corres
pondenten zullen bevorderen dat de be
voegde macht verkoop van sterken drank
in het klein des morgens niet vroeger Het programma is verschenen voor de
toesta, dau ten minste een halfuur na tentoonstelling tot bevordering van vei-
den aanvang van den arbeid, met in
achtneming intusschen van plaatselijke
omstandigheden, wat betreft den tijd,
eere-leden zijn: mr. J. Heemskerk Az.,
minister van Staat, jhr. mr. G. M. L.
H. Ruijs van Beerenbroek, minister van
Justitie, jhr. mr. J. W. M. Schorer,
Commissaris des Konings in de provincie
Noord-Holland.
De tentoonstelling, welke in het //Pa
leis voor Volksvlijt" te Amsterdam zal
gehouden worden, en waarvan de ope
ning op 16 Juni a. s. is bepaald, zal de
volgende groepen bevatten:
Groep I. Motoren, werktuigen in bewe
ging, veiligheids middelen aan drijfwerlcen,
uitzettersrem- en smeer inrichting en
Inrichtingen om ongevallen te voor
komen bij stoom-, gas-, water- en andere
motoren, zooalsomheiningen voor vlieg
wielen, krukken, regulateurs, doorgaande
zuigerstaogeu, enz.
Inrichtingen om vliegwielen uit de
hand te draaien en vast te zetten.
Inrichtingen om gevaarlijke punten
veilig te smeren.
Inrichtingen om krachtswerktuigen,
hetzij van nabij of van een verwijderd
punt plotseling stil te zetten; signaal-
toestellen, enz.
Drijfwerk. Doelmatige omheiningen en
bedekkingen voor assen, riemschijven,
riemen, snaren, tandraderen, spiekoppen,
uitstekende deeleu van koppelbossen,
stelringen, biuten, enz.
Doelmatige en veilige koppelbossen,
stelringen, uitzetters, enz.
Inrichtingen om drijfwerk of gedeelten
daarvan snel to kunnen stoppen, zooals:
klauwkoppelingenverschillende wrij
vingskoppel ngou, enz.
Inricatiagen ooi zoo veilig mogelijk te
smeren, zooals: zelf smerende blokken,
zelfsmerende metalen, zelfwerkende smeer-
inriehtingen, verbeterde oliekannen, voorts
veilige drijfwerkladders, galerijen en
bordessen voor smeren van drijfwerken.
Inrichtingen om zoo veilig mogelijk
drijfwerk te kunnen reinigen.
Doelmatige plaatsing en bevestiging
van losse schijven.
Doelmatige inrichtingen om riemen met
weinig gevaar te kunnen opbrengen, zoo-
als riemopleggers, haakstaagen, voorts
riemdragers, veilige riem verbindingen, enz.
Groep II. Rijséh- en heftoestellen, lifts,
kranen.
Hef toestellen. Kranen. Veilige inrich
ting van het windwerk, in- en uitzet-
we;k, kettingen eu draad touwen. Doel
matige omheiningen der hijaehopeningen.
Inrichtingen van hijschbakken, kamers,
vastzetten daarvan en doelmatige leidia
gen. Vanginrichtingen bij het breken van
ketting of touw; automatische sluitingen
der toegangsdeuren. Inrichtingen die bij
personenliften bij het breken der hijsch-
kettingen, en hoc dalen van den hijsch-
bak ongelukken voorkomen.
Veiligheidsinrichtingen bij kranen
dommekrachten, zooals doelmatige of
automatische vanginrichtingen, dubbele
overbrenging, veiligheidskrukken.
Groep IIL Technische industrie en land
bouw.
Veiligheidsinrichtingen bij werktuigen
voor hout- en metaalbewerking, textiele
nijverheid, drukkerijen, molens, dynamos
enz. enz., zooals: veiligheidsinrichtingen
bij cirkel-, liut- en stoomzagen, 'schaaf-
en fraismachines, steekbanken, draaiban
ken, boorbanken, stoomhamers, enz.; bij
slag machines, kaart- en spoelmachines,
kammachines voor spinnerijen, selfacto-
ren, spinmachines, weefgetouwen, b. v.
spoelvangcrs, enz.
Voorts doelmatige voorzieningen bij
katoendrukmachines, kalanders, centrifu
ges sterkmachines (droogtrommels)
8cheurmachines,8troosnijmachines, papier
machines, aorschwerktuigen, harken, ha-
verkneuzers, boonenbrekers; slijpsteoncn,
Veiligheidsmiddelen voor droogcylinders. Rijksdag verdere maatregelen nemen
Draadkorven voor vaatwerk en fles-1 zai tot verbetering van het lot der
schen,_ waarin vloeistoffen onder hooge arbeidende klasse langs vreedzamen en
drukking.
Groep V. Beddings- en voorzorgsmaat
regelen bij en tegen brandgevaar.
Modellen betreffende den bouw der
fabriek en de inrichting der zalen. Ma
terialen voor den bouw gebezigd. Be
scherming der verlichtingstoestellen; wijze
van verwarming. Behandeling der ver-
hittingstoe8tellen.
Vuurvaste bouwconstructiën, vuurdeu-
ren, vuurvaste gordijnen, materialen, enz.
Voorzorgsmaatregelen bij het koken
van oliën, lakken, vernissen, enz.
Veiligheidsmaatregelen om poetskatosn
of andere zelfontbrandbare stoffen te
bewaren.
Vonkenvaugers.
Bliksemafleiders.
Inrichtingen die eeno te hooge tem
peratuur, b. v. in drooglokalen,
klikken.
Inrichtingen voor eerste hulp bij brand,
voor fabrieken en werkplaatsen geschikt.
Reddingsmiddelen bij brand, vaste trap
pen met bordessen buiten de gebouwen
(fire escape leadings), reddingszakken, red-
dingslijnen, springlakens, enz.
wettigen weg.
POLliiliK tUËRZICHT.
gezondheid in fabrieken en werkplaatsen.
aan
onder
I.
waarop de werkplaatsen worden geopend,
zijn de afdeelingen en correspondenten
tevens uitgenoodigd om, voor zooveel dit
amarilsteenen, enz. enz.
Groep IV.
stoomketels en andere toestellen
drukking.
Stoomketels, die de meeste waarborgen
voor de veiligheid opleveren.
Veiligheidsappendages van stoomketel,
ligheid en gezondheid in fabrieken en reduceerkleppen, enz.
werkplaatsen, die te Amsterdam zalInrichtingen die bij het breken van
plaats hebben en ontworpen is door de peilglazen ongevallen verhoeden.
Vereeniging van fabrieks- en handwerks- j Inrichtingen om bij batterijen van ke-
nijverheid in Nederland. tels, een of meer daarvan veilig te kuu-
Eere-voorzitter is: mr. G. van Tien- nen reinigen.
jet is geschied, aan dit onderwerp in hoven, burgemeester van Amsterdam, en Veilige kooktoestellen.
Zaterdag, bij de derde lezing der so
cialistenwet in den Rijksdag, heeft prins
Carolath, lid der vrije conservatieve
partij zoo krachtig tegen het artikel
betreffende de verbanning en eenige an
dere artikelen gesproken, dat hij door
de radicale linkerzijde en de socialisten
met levendige toejuiching werd begroet.
De socialist Liebknecht verklaarde,
dat de socialisten ten krachtigste den
inynwerkers in Westfalen alle nieuwe
bedreiging van werkstaking zullen af
raden.
Ook de conservatieven verhieven thans
hun stem tegen de wet en het einde
van de beraadslaging was, dat zij met
169 tegen 98 stemmen werd verwor
pen.
Het socialistische berlijnsche Volksblatt
bevat do volgende verklaring, die schijnt
uit te gaan van de socialistische partij
in den Rijksdag. //Ongetwijfeld heerscht
in de duitsche steenkooldistricten eene
sterke beweging, maar aan de mogelijk
heid van werkstakingen met succè3 valt
toch niet te denken. De duitsche mijn
werkers bezitten geene fondsen om het
zelfs slechts eenige weken uit te houden.
Eenigszins voldoende ondersteuning van
duitsche werklieden uit andere takken
van bedrijf, kan er ook al niet worden
verwacht, omdat deze werklieden zeiven
te veel te doen hebben met strijd over loon
en met den verkiezingstrijd. Uit het bui
tenland kan men volstrekt niets te gemoet
zien. De belgi3che en frausche werklieden
zijn nog armer dan do duitsche, terwijl
de engelsche werklieden hunne gevulde
kassen voor zich zeiven noodig hebben.
De eigenaars van steenkolenmijnen en de
regeering verlangen naar werkstaking,
de eerstgenoemden als een middel om
de nog altoos zwakke onderlinge samen
werking der mijnwerkers te breken, de
laatstgenoemde om redenen ter zake der
verkiezingen. Daarom zullen de soci
alistische afgevaardigden thans in de
mijndistrïcten al het onuitvoerbare
tegenwerken."
In de rede, waarmede de keizer Zater
dag de zitting van den Rijksdag heeft
gesloten, wordt herinnerd aan de uit
komsten der gemeenschappelijke werk
zaamheid van de bondsregeeriogen en
den R-jksdag. De keizer betuigt zijn
dank aan de volksvertegenwoordigers,
die medegewerkt hebben, dat de veran
deringen welke uit het overlijden
van de keizers Wilhelm en Friedrich
voortvloeiden, in vrede haar beslag kre
gen, en dat de weerkracht van het Rijk
en zijne stelling in de wereld, in het
belang vau den vrede en de beschaving
werden gewaarborgd. Voorts maakt de
keizer melding van het totstand komen
der oeconomische maatregelen ter ver
wezenlijking van de iu de keizerlijke
boodschap van 1881 uitgesproken ge
dachten. Hij hootp, dat de volgende
KOLONIËN.
(Uit de bataviasche bladen van 21
28, en de Deli Ct. van den 28 Dec.)
BATAVIA, 28 December.
De Goeverneur van Atjeh heeft, met
ingang van 16 dezer, allen in- en uit
voer ter Noordkust van Atjeh van den
rechteroever der Kwala Atjeh tot d
westelijke grens van Telok Semawé ver
boden.
Wat de maatregelen tot tegengang
van den invoer van vuurwapenen betee-
kenen, treedt weder in het licht dc-or
de volgende mededeeling iu het verslag
van den Goeverneur vau Atjeh, loopende
tot 9 Dec.
//Volgen3 ingekomen berichten zouden
door zeker berucht smokkelaar Lant-
janggé te Birim (in het Perlaksche) zes
honderd geweren, twintig picols bus
kruit en tien staven lood zijn ingevoerd."
Verder zijn daaraan de volgende be
richten ontleend.
In den avond van 30 November werd
over geheel Atjeh eeno vrij sterke hori
zontale aardbeving waargenomen. In de
muren van enkele steenen gebouwen te
Kotta Radja kwamen barsten, de mesdjid
bleef onbeschadigd.
De gezondheidstoestand was weder
minder gunstig. Het gemiddeld aantal
lijders in het militair hospitaal te Pantei
Perak bedroeg per dag 25.4 tegen 23.7
gedurende den vorigen verslagtijd.
Zooals indertijd in dit blad werd
gemeld, vond men na het gevecht bij
Kota Pohama op 26 Juli jl. ia de ge
nomen benting beaumontputronen van
het jaartal 1888 voorzien. Men geloofde
algemeen dat deze uit PenaDg waren
ingevoerd. Thans i9 echter gebleken dat
een deel der manschappen van het 3de
bataljon op 26 Juli van de bedoelde pa
tronen is voorzien geweest en ze reeds
eenigen tijd in zijn bezit hadnatuurlijk
waren zij ook al in het garnizoens-wa-
penmagazijn. Men heeft daarom een streng
geheim onderzoek ingesteld naar de
wijze, waarop de patronen in het bezit
van den vijand zijn gekomen.
(Lava-Bode.)
Men meldt ons van Atjeh, dat de
radja van Gighen eenigen tijd geleden
na lang dralen zijne opwachting weder
eens bij den goeverneur te Kota-Radja
heeft gemaakt.
Heel veel gevolg heeft men evenwel
van deze toenadering niet gehad, want
de bezetting van onze op de grenzen
van zijn gebied gelegen versterking te
Segli wordt nog onverpoosd beschoten.
(Bat. Ml.)
In verband met de plaats hebbende
uitbreiding vau de verboden kringen voor
den invoer, het bezit, het vervoer cm
den verkoop van opium, zijn met het
opsporen van overtredingen van de wet
telijke bepalingen betrekkelijk de opium
pacht en de verboden kringen voor den
invoer, het bezit, het vervoer en den
verkoop van opium mede belast binnen
hefr gewest waarin zij zijn geplaatst: de
controleurs van het binnenlandsch bestuur
en de ambtenaren tot tegengang van den
sluikhandel in opium.
De resident der Preanger Regent
schappen heeft den ia zijn gewest ge
plaatsten controleur 2e klasse R. J. Maas
belast met de controle der afdeeli.ng
Tjipoetrie.
Door den directeur van het bin-
nenlandsch bestuur wordt der regeering
het voorstel gedaan, om beperking en
wijziging der formatie van de irrigatie-
werken der Serayoe-rivier in de resï-
dentiën Banjoemaa en Bagelen.
Bij besluit van 16 Dec. is bepaald,
dat de marine-magazijnen te Batavia,
met ingang van 1 januari 1890, worden
opgeheven.
De JDeli Üt. verneemt uit goede
bron, dat de indische regeering waar
schijnlijk reeds spoedig aan de hoofdea
van gewestelijk bestuur op de buiten
bezittingen de bevoegdheid geven zal
om, in zake aanvragen tot het bekomen
van gronden, zelfstandig te beslissen, en
ru9tig te zijn.
Men schreef nu den 17den Maarter waren dus reeds zeven we
ken verloopen, sedert Parijs zich had overgegeven. Men kon nu
zonder bezwaar de stad verlaten; toen Espérance dan ook aan hare
eigen gedachten overgelaten, Gaspard's terugkomst zat af te wach
ten, begon zij aan het laatste bevel van haar vader te denken,
namelijk, dat zijne kinderen zoo spoedig mogelijk Parijs moesten
verlaten.
Zou Gaspard dat vergeten hebben? vroeg zij zich verwonderd
af. In ieder geval moest zij zijn geheugen wakker schudden, dien
zelfden avond nog. Het was dus gelukkig voor haar, dat haar
broeder alleen kwam, terwijl hij zeer opgeruimd scheen.
//Zoo, zijt gij alleen, liefste; het is dus maar goed, dat ik
teruggekomen ben. Waar is mevrouw?"
//Zij is een barer kennissen gaan bezoeken. Ik ben blij, dat
gij teruggekomen zijt, Gaspard, want ik moet u spreken. Ik zie
u tegenwoordig zoo zelden."
z/Dat is waar, lieveling, maar wat zoudt gij anders in deze
dagen van mij kunnen verwachten? De gansehe stad is in op
stand, het volk is woedend, wij kunnen iederen dag eene tweede
omwenteling wachten, en ditmaal zullen de Communisten het win
nen, naar ik vermoed. Ik moet in de eerste plaats aan het va
derland denken, dat zult gy wel begrijpeD, en gij zult wel be
grijpen, dat ik er u niet minder om liefheb.
Deze woorden deden Espérance ontstellen. Bekeek Gaspard de
zaken van uit een ander standpunt? Was het mogelijk, dat hij
communist was geworden? dat zijne vaderlandsliefde hem tot zoo
iets had gebracht
Het was nu voor het eerst, dat zij met hem van meening ver
schilde zij zeide dan ook op scherpen toon
//Gij hebt dus mijnbeer Lemerciers beginselen overgenomen
Wat zou vader wel van zulk eene verandering gezegd hebben?"
Gaspard keek eerst verwonderd op en werd toen toornig.
z/Wees zoo goed en praat niet over politiek, Espérance, ik hoop
dat mijne zuster geen blauwkous zal worden."
Zij klemde hare lippen vast opeen; zij gevoelde zich diep ge
griefd, juist niet door zijne onvriendelijke woorden, maar omdat
zij wist, dat Gaspard geheel veranderd was; hij had nog nooit
zoo onhartelijk tot haar gesproken.
Zij antwoordde niet toornig, maar op langzamen toon
//Zooals gij wilt; maar zijt gij vergeten, wat gij uw vader be
loofd hebt?"
z/Wat of ik beloofd heb?"
«Om Frankrijk zoo spoedig mogelijk te verlaten en naar En
geland over te steken.
//Engeland?" Gaspards gelaat betrok; hij was het werkelijk
vergeten!
Hij was zoo teleurgesteld en de gedachte, dat hij Frankrijk zou
moeten verlaten, joeg hem zulk een schrik aan, dat Espérance
hunnen twist vergat en hem zocht te troosten. Maar helaas, met
alles, wat zij zeide, kon zij de zaken eerder erger dan beter maken.
In somber gepeins verzonken ontving Gaspard hare lief koozingen,
en eindelijk stond hij op met eon uitroep van toorn, greep zijn
hoed, en verliet het vertrek, zonder een enkel woord van vaarwel.
Het is moeilijk om te zeggen, wie van beiden de ongelukkig
ste was; Espérance had ongetwijfeld geen reden tot zelfverwijt,
maar toch waren hare overpeinzingen droevig, terwijl zij uren
lang Gsspards terugkomst zat af te wachten. Zy luisterde en
wachtte tevergeefs, want hij bleef den ganschen nacht buitens
huis. De woorden vau Espérance klonken hem voortdurend in de
ooren, zij kwelden en pijnigden hem. Moest bij werkelijk Frankrijk
verlaten, en dat wel in deze dagen van woelingen? Zou zijn va
der die belofte van hem geëiseht hebben, wanneer hij had kun
nen voorzien, wat er zou gebeuren?
(Wordt vervolgd