De heer C. Bloys van Tres-
long heeft aan de Zuiderzee-vereeniging
een open brief gericht, waarin hij er op
aandringt, dat de vereeniging het hare
doe, om de Zuiderzee kwestie weer meer
populair te maken, en een weg in te
slaan, waarop krachtige steun van de
regeering kan worden verworven.
De central© raad van den
Sociaal-democratischen Bond in Neder
land heeft bekond gemaakt dat op het
congres, den 25en en 26en Dec. 1889
te 's-Hage gehouden, zijn genomen en
door het relerendum bekrachtigd de
volgende besluiten tot wijziging van bet
programma der partij.
Punt 60 (le punt 6°)
wordt gelezen
Verplicht vrij on
derwijs, de kosten
te dragen door den
staat.
Onderhoud gedu
rende den leertijd,
van staats- of ge
meentewege der
kinderen die daar
aan behoef te hebben.
Punt 5° (2e punt 5')
titans luidende'.
Algemeen en ver
plicht kosteloos on
derwijs van staats
wege. Kosteloos on
derwijs aan alle in
richtingen van on
derwijs.
Scheiding tussehen
kerk en staat.
thans luidende'. wordt gelezen'.
Verbod van kin- Verbod van kin
derarbeid en van derarbeid en rege-
vrouwelijken ar- ling van den vrou-
beid, die schadelijk wenarbeid in ver
voor de gezondheid, band met de eischen
opvoeding en zede- der gezondheid,
lykheid zijn kan.
Men leest in een haagsch blad:
De Figaro ziet ons bepaald voor
beter aan, dan wij zijn. Als een bi-
zonderheid deelt dit blad mede dat bij
de opera in Deu Haag, ondanks de beer-
schende influenza, geen der artisten den
dienst beeft gestaakt, en voegt er bij
dat het publiek, „bewogen door zooveel
volharding, avond aan avond den schouw
burg vult." Men kan zich de Hagenaars
voorstellen, hoe ze elkander aansporen
„toe, ga nu naar de opera, de artisten
zijn wel zoo grootmoedig zich niet ziek
te meldenDilt is een heldenoffer, dat
waardeering verdientKomt, laat on3
allen hun toonen hoezeer wij het op
prijs stellen en een dicht bezette schouw
burg hun loon zijn! Bedenkt toch, het
publiek is er voor de artisten en niet
omgekeerdEn laten wij nu ook geen
influenza toonen."
Door de rechtbank te's-Hage
is rechtsingang met bevel tot gevangen
neming verieend tegen een bekend zaak
waarnemer aldaar. Doze, die juist ver
huisd was, werd door inspecteurs twee
van politie aangehouden en is ter beschik
king der justitie gesteld.
De gevangenneming 13 bevolen ter
zake van oplichting. Hij zou namelijk
van een jufirouw uit Leiden, die den bij
stand van hem had ingeroepen om te
geraken tot oen echtscheidingsproces, in
weinige weken tijds een som van ƒ2009
hebben weten te verkrijgen voor proces-
verrichtingen, die weinig of niets te be
duiden hadden.
Op die wijze moet reeds menige cliënt
tot zijn dupe gemaakt zijn.
Om der curiositeilswille i3 't
wel de moeite waard eens kennis te
nemen van den hoofdzakelijken inhoud
van eene volmacht, welke deze thans
in hechtenis genomen practizijn A. J. J.
van G. zich liet verleenen om iemand
te vertegenwoordigen en zijoe rechten
cn beiangen waar te nemen bij het
openvallen eener nalatenschap.
Zoodanige erfgenaam, dio aan den
zaakwaarnemer de behartiging zijner be
langen opdroeg, moest onderteekenen
eene volmacht, welke ia niet minder
dan drie bladzijden folio druks zijne
rechten en verplichtingen omschreef.
In de eerste bepaling, eene doorloo-
pende zinsnede van 29 regels in druk,
draagt de onderteekenaar aan zijn ge
machtigde niet minder dan 23 bandelin-
gemeen datgene te doen, wat de gemach
tigde nuttig of raadzaam mocht achten
of wat mocht worden vereischt, al mocht
daartoe naar „scherpheid van rechten"
een bizondere volmacht worden gevor
derd.
En dan komt de slotverklaring, let
terlijk aldu3 luidende:
Verklarende vervolgens zich
te verbinden:
lo. Om, aan genoemde gemach
tigde op de eerste aanvrage de door dezen
gevraagde voorloopige voorschotten ter
hand te zullen stellen.
2o. Om, wanneerde bij deze
opgenoemden gemachtigde ver
leende volmacht mochtwillen in
trekken of op welke andere wijze ook
buiten efiect mochtwillen stellen,
daarvan aangemachtigde te
zullen kennis geven, en daareuboven in
zoodanig gevalaan dezen op de
eerste aanmaning als schadevergoeding
te zullen betalen eene som vanon
verschillig ofuit do nalatenschap
reeds iets mocht hebben ontvangen, dan
wel ooit ietsontvangen, onvermin
derd de hierna in sub 3o. te melden
tien procent van hetgeenzal blij
ken te competeeien.
So. Om, aan gemachtigde, onver
minderd de gedane voorschotten voor
salaris te zullen betalen tien procent
van hetgeenuit de nalatenschap
zal ontvangen, onverschillig hoe groot
aandeel ook zal blijken te zijn en
onverschillig of de gemachtigde last
heeft volbracht dan wel of voor het einde
der zaaklast mocht zijn ingetrok
ken.
Door eenige dames te Utrecht
is aan de Nieuwegracht aldaar een
"Tehuis voor vrouwen en meisjes" op
gericht.
Uit Utrecht wordt het over
lijden gemeld van do vooral in de
studentenwereld algemeen bekende figuur
„Bram de Mop", wiens werkelijke naam
was Abraham van Yeenendaal.
Do or de koninkl. styfselfa-
briek te Rozendaal is ongeveer een
millioen kg. beschadigde rijst gekocht,
afkomstig uit de gezonken Thorbeclce
VII. Ruim 60 arbeiders zijn thans
voortdurend bezig de natte rijst om te
werken en verdienen daarmede een
gulden daags. Voor de fabriek zelve
zit er eene niet onaardige winst op,
daar de rijst, die haar slechts 1 cent
per kg. inkoop kost, voor het fabricee-
ren van beste stijfsel geschikt is.
Brutale dieven bebbenZon
dagnacht getracht de katholieke kerk, in
het midden der stad Zevenaar staande,
te bestelen. De oflerbussen achter in de
kerk en een kastje boven het altaar
waren onder de breekijzers bezweken.
In de eerste bevonden zich slechts eenige
centen en in het tweede drie zilveren
doosjes, welke als buit zijn medegevoerd,
In de sairistie hadden zij alles omver
geworpen en tevergeefs hun uiterste
krachten beproefd op eene zware eiken
deur, waarachter zeer veel sieradeu en
kostbaarheden waren geborgen. Twee
personen, die verscheiden malen rondom
de kerk zijn gezien, worden van dezen
kerkdiefstal verdacht. Hun signalement
is bekend.
Op den weg bij de grens
scheiding tussehen Den Dungen en
Berlinkum is Zondagavond zekere Van
I., uit Middelrode, die vermoedelijk door
den storm de stoomtram niet heeft hoo-
ren naderen, en zich van achter een
beneden aan den dijk staand huisje plot
seling op den weg heeft begeven, dooi
den laatsten trein, omstreeks 10 uren,
overreden en gedood. De ongelukkige,
wiens lijk naar het raadhuis te Berli
1889, daarna 1817 in 1881. Het kleinste
tal was 246; in 1885.
Te Grubbenvorst heeft een
man zijnen bijna 80-jarigen vader deer
lijk mishandeld en verwond. De politie
heeft zich de zaak aangetrokken.
t'ULilïËK ülliilZiüii.
De duitsche bladen laten zich weinig
uit over den val van de socialisten-wet
in den Rijksdag en dat is begrijpelijk.
Het is een gevaarlijke zaak voor een duitsch
blad, om de geheele waarheid te zeggen
omtrent aangelegenheden, die de regee
ring hebben verhinderd openlijk partij
te kiezen en rondweg te verklaren wat
zij wilde. Toch moet erkend worden,
dat de nationaal-liberale bladen moedig
het standpunt hunner partij handhaven
ten opzichte van de bepalingen van het
regeeringsontwerp, dat zij gevaarlijk
voor de publieke vrijheid beschouwde.
Van de ander© zijde zal de verklaring,
die in den loop van het debat is gedaan
door vorst JSchönaich-Carolath, een der
groote hecren die in den Rijksdag zit
ting hebben, zeer de aandacht hebben
getrokken. Deze, die nog wel tot de
groep der vrije conservatieven behoort,
heeft niet geaarzeld uit naam,, zijner
vrienden te verklaren „Wij zijn gereed
om met de regeering de sociaal-demo
cratie te bestrijden, slechts vragen wij
verlof om de middelen te kiezen en niet
op dat punt de gevoelens der regeering
te deelen. De bevoegdheden die de
n euwe wet aan de regeeriog geeft zijn
geheel exceptioneel en zoodanig als in
geen ander land van Europa bestaat."
Deze verklaring van een conservatief
heelt, zooals men begrijpt, een des te
grooter indruk gemaakt nu men zich
midden in de verkiezingsperiode bevindt
de geavanceerde partyen niet zullen
nalaten om er zich van te bedienen
tegen de ministrieele candidaten.
Het wordt dus al meer en meer duidelijk
dat men eene grove fout heeft begaan door
niet te vredon te ziju met hetgeen de Rijks
dag aanbood: een wet te verwerpen, die zelfs
een conservatief als buitengewoon streng
beschouwt, dit staat gelijk met te be
kennen, dat men vreeselijk reactionnaire
ontwerpen heeft; en gewoonlijk zal men
met ontwerpen van dat soort zich den
steun zijner kiezers niet verzekeren.
De socialisten zelf hebben zich ove
rigens gehaast om van de omstandigheid
partij te trekken. Zij betoonen zich uiterst
bedaard en het wachtwoord is overal ge
geven om alle aansporing tot werkstaking
uit te stellen tot na de verkiezingen
Dat is voor de ministerieele bladen een
schoone gelegenheid geweest om uit te
roepen: „ziet ge wel dat het de socialis
ten waren die de werkstakingen hadden
aangestookt?" Ongelukkig is het voor
deze bladen, dat, zyn er ook al arbei
dersverenigingen geweest die het ge
vraagde uitstel hebben aangenomen, er
andere zijn, die zich daaraan niet hebben
gestoord en verklaren dat zij den lsten
Februari het werk zullen staken, zoo
voor dezen dyiutn de maatschappijen
hunne eischen niet hebben ingewilligd.
Dit bewijst dat de socialisten niet geheel
en al de baas zijn iu de steenkolen-
districten. Zelfs te Bochurn, waar onge
twijfeld vertakkingen zijn, weigort een
deel der werklieden, die tot een groep
christen-socialisten behooren, den cam
didaat te erkennen, die door het socia
listen verein te Berlijn is aangewezen en
die niemand anders is dan Schroder, een
der werkliedenafgevaardigden, die bij
den keizer werden ontvangen.
Schröder zal nu een christelijk-socia-
listischen tegencandidaat hebben. Er zit
gehuwden om eens den geheelen dag bij gebracht door eene uitvinding, die wei
hun vrouwtje te kunnen blijven en de1 dra in een onzer voornaamste sóciëtei-
vrygezel om in stille afzondering in zijn ten in toepassing zal komen. Er
kamer, zijn hart eens op te halen aan j is sprake van een soort van automati-
dezen of genen pas verschenen roman.j schen balans, waarop de leden plaats
Nog wordt beweerd, dat het aantal hen- j nemen, na 50 centimes in eene opening
gelaars in de omstreken schrikbarend iste hebben geworpen, en waarop zij in
toegenomen en dat er zich een harts- telefonische verbinding worden gebracht
tochtelijke liefde voor het teekenen en met {alle theaters van Parijs. Het aan-
schilderen van natuurtafreelen zoowel trekkelijke daarvan is vooral dat zoo de
onder dames als heeren schijnt te open
baren. Of dit nu allemaal de schuld van
de influenza is, zou ik niet durven be
weren, maar dat anderen daarover wel
zoo schijnen te denken, zou ik moeten
afleiden uit een liedje dat ik gisteren op
de boulevards hoorde
dus onder dit etiketje althans nog geen
kuin is vervoerd, laat een vrouw met 7 anarchisme.
kiIdnrevcTe jaren is het getal PAP,riSUUERë CORRESPONDENTIeT
landverhuizers uit de provincie Fries- Parijs 24 Januari,
land niet zoo groot geweest als in 1889. j Er wordt maar mede gespot, met de
Het geheele getal mannen, vrouwen, 1 influenza, die ons hier zoo geducht op 't
gen, noodig voor de aanvaarding der1 kinderen en dienstboden was 1973 uit i lijf is komen vallen, ondanks de talrijke
nalatenschap, te verrichten op, daaron-j alle gemeenten der provincie, uitgezon-1 sterfgevallen die zij veroorzaakt. De
van die minachting hebben zij,
de ziekte bespottelijk hebben ge-
Het voornaamste ligt hierin, dat de tinië. Het geheele getal landverhuizers maakt, door haar eenvoudig te beschou-
praetizijn zijn cliënt liet teekenea om gedurende de laatste tien jaren waswen als een goed voorwendsel om eens
den gemachtigde vrij te laten in het al- 8447, waarvan het grootste getal in van alle werkzaamheden af te zijn, jong-
der „het aan hem toebedeeld wordende j derd de beide eilanden en het stedeke j schuld
to mitvangen en daarvoor te kwiteeren." IJlst. De mcesten gingen naar Argen-1 die
„Mes cors me font mal, oh la la!
C'est la faute a, l'influenza".
Niettemin wordt ook nu weder be
wezen dat alle treurige zaken hunne
lichtzijde hebben. Naar beweerd wordt
zoudeu in verschillende wijken van Parijs
apothekers zich uit hunne zaken gaan
terugtrekken, daar zij thans fortuin heb
ben gemaakt. Onder de handen van deze
gelukkige industrieelen zijn de chinine
en de antipyrine in stofgoud veranderd.
De hemel beware mij dat ik hun daar
van een verwijt zou willen maken, maar
velen onder hen hebben een aardig prysje
voor hunne artikelen ontvangen.
En nochthans is de prijs van alle
soorten geneesmiddelen veel hooger te
Parijs dan in de andere hoofdsteden en
is nog toegenomen sedert het tijdstip
waarop de volgende samenspraak werd
gehouden tussehen een apotheker en zijn
bediende
„Eugène, loopt dien mijnheer eens
gauw achterna, dié
veertig sous betaalde. Zijn tweefrancs-
stuk is valsch."
„Mijnheer, ik kan hem niet meer in
halen. Hij is al aan 't ein i van de
straat."
„Een mooie grapEnfin, ik verdien
toch nog twee sous aan hem."
Van de geneesheeren moet gezegd
worden, dat zij hun grootere verdiensten
niet zoo gemakkelijk hebben verkregen.
Zij toch hebben zich bij een zware taak,
onverschrokken aan 't gevaar blootgesteld
door de ziekte te worden aangetast, want
ik houd haar voor besmettelijk, ook al
moge de geleerde faculteit officieel het
tegenovergestelde hebben verklaard.
Hoe goed wij ook hier voor den winter
zijn ingerichthebben we nog met
een gebrek te kampen, waarover ik des
tijds te Haarlem hoorde klagen en dat
overigens vrij algemeen schijnt te zijn.
Onze sclxouwburg!oge8, vooral die aan
de zijden, maken de wanhoop uit van
hen, die gedoemd zijn achter aan te zit
ten. Zooals bij uw schouwburg in 't par
terre, ondergaat men hier de wreedste
folteringen, aie beginnen met beenver-
wringingen, omdat men zijne onderdanen
niet behoorlijk kan uitstrekken en deze
marteling gaat gepaard met nekverdraai-
ingen, telkens wanneer men wil trachten
op 't tooneel te zien. Men moet wel tot
zulke opofferingen in staat zijn om be
hoorlijk de ontwikkeling van het stuk
te kunnen volgen, 'tls dan ook geen
wonder dat vele heeren dér schepping
hunne ega's in den steek laten en zoo
lang in de foyer een sigaar gaan roo-
ken, terwijl anderen, tot het uiterst ge
dreven, eenvoudig het artikel „théatre"
van het huishoudelijk budget hebben ge
schrapt.
Mijns erachten3 zal vooral dit laatste
den doorslag geven om de schouwburg-
directiën te bewegen om tot de zoo go-
wenschte hervorming der zitplaatsen over
te gaan, want anders loopen ook de
voorstellingen gevaar. Niets
noodlottiger voor een stuk dat geen on
betwistbare verdiensten heeft dan de
kwaadaardige stemming van de toeschou
wers, die achter in die loges moeten zit
ten. Ge moogü het gelooven of niet maar
het wordt verzekerd dat de onrechtvaar
dige val van menig stuk aan die onte
vredenen is te wijten
De voorspoed der schouwburgen schijnt
mij toe niet minder in gevaar te zijn
passage van het stuk die men door den
„theatrophoon" hoort den toehoorder be
valt, hij door weder 50 centimes te stor
ten, ook het volgende kwartier hcoren
mag. Eén ding heeft deze uitvinding
echter nog tegen, hoe gemakkelijk het
ook is aldus ook thuis in den gezelligen
familiekring de fraaiste opera- en andere
tooneelscheppingen te kunnen hoorenjoch
wil men deze ook wel zien en dat ver
mag men met deze vinding nog niet.
Van schouwburg voorstellingen gespro
ken „Jeanne d'Arc" schijnt sterk op het
jeugdige schoone geslacht te werken.
Overal op de eerste rij der loges, zoo
wel als op de „fauteuils de balcon",ziet
men geheele scharen jonge dames, die
men er sedert „l'Abbé Constantin" niet
heeft gezien. Madame Sarah Bernhardt,
die ik in een entr'acte heb geïnterviewd,
betoonde zich verrukt door dat maagde
lijk publiek, dat haar somtijds schrifte
lijk zijne hulde biedt en zij verklaarde
mij stellig dat haar in langen lijd niet
zulk een eigenaardig succes was ten deel
gevallen.
XAVIER.
Mijn likdoorns steken, oh la lal
yt Is de schuld van de influenza.
UËMËNGD mms.
Ook het zoo gunstig bekende
mij daar twee enengelsche geneeskundige tijdschrift The
Lancet spreekt nu tegen, dat cholera en
griep eenige overeenkomst zouden hebben,
zoodat de nu heerschende epidemie waar
schijnlijk door cholera zou worden ge
volgd. Het blad verwijst naar de mede-
deelïng van den gezondheidsraad te Pe
tersburg. Deze geneeskundigen verklaar
den, dat volgens do laatste ontdekkingen
der wetenschap elke besmettelijke ziekte
voortgebracht wordt door bizondere kie
men, die zich slecbts in één zelfden vorm
kunnen verspreiden en dat geen be
smetting kan uitbreken op plaatsen waar
deze kiemen niet voorat gebracht worden.
De waarneming bij vroegere epide
mieën opgedaan, dat de griep ook in volle
zee haar heerschappij toont, is ook dit
maal bevestigd. Lord Delawarr, die met
zijn jacht Fothen een zeetocht had onder
nomen, is even als de geheele beman
ning door de ziekte aangetast, en wel
in kevigen graad. Allen waren dagen
achtereen buiten machte eenigen arbeid
te verrichten.
Onlangs deelden wij mede,
dat do socialist Burns in den Couniy
council van Londen zich verzette tegen
een feestelijke ontvangst van Stanley en
dezen daarbij een verwijt deed, zoo vele
inboorlingen gedood te hebben. Dit ver
wijt heeft tegenspraak uitgelokt en er
wordt verzekerd, dat Stanley gedurende
de laatste drie jaren slechts vier mannen
heeft ter dood doen brengen, wegens
bewezen misdaden, als oproer, moord en
verkoop van wapenen aan de slaven
handelaars.
Te Teheran heeft zich een
pijnlijk incident voorgedaan. De engel
sche gezant, Sir Drummond Wolff, over
handigde aan den Schah de in het öieuw-
perzisck vertaalde Evangeliën. Deze
daad bracht de geestelijkheid en het
volk in beweging, zoodat vóór het paleis
eene vijandelijke manifestatie plaats had,
waarbij de troepen moesten tuflschen-
beiden komen. De gezant heeft voorloo-
is b. v. b. j pig Teheran verlaten en zich naar
Tabris begeven.
Kapitein T rivier, defran-
sche reiziger, die door het te Bordeaux
verschijnende blad Gironde naar Afrika
gezonden werd, is uir, Zanzibar te Mar
seille teruggekeerd. Trivïer is op 20
Augustus 1888 met den heer Wieseen-
burger en een paar inlanders van de
Westkust dwars door Afrika naar Zan
zibar gereisd, waar hij tegelijk met Stan
ley aankwam.
Naar de meening van dezen reiziger
is Tippoo Tib, bij wien hij zich 5 dagen
onaangenaamste taal der wereld moest zijn.
Weldra reden zij het station binnen, het perron was propvol,
de reizigers verdrongen elkaar om hunne bagage te krijgen Gas-
pard had weldra een huurrijtuig gevonden, en nu reden zy naar
een van de goedkoopste hotels in de nabijheid, aldaar aangekomen
begaf Espérance zich dadelijk te bed.
Zij ontwaakte den volgenden morgen veel opgewekter. Het was
gelukkig mooi weer, zoodat Londen een zeer gunstigen indruk op
hen maakte. Het was een vriendelijke morgen. Zij maakten eene
wandeling naar Hyde-Park cn naar de Theems en brachten een
bezoek aan Westminster Abbey. Eerst in den namiddag begon
Gaspard er aan te denken, dat hij noodzakelijk naar goedkoope
huisvesting moest uitzien en ging hij onderzoeken in welke wijk
van Londen hij die zou kunnen vinden.
Pentonville en Islington werden hem aanbevolen; hij liet Es
pérance in het hotel achter, terwijl hij zijn geluk ging beproeven.
Dit zoeken naar huisvesting ging met vele moeielijkheden gepaard,
want zijne kennis van de engelsche taal was niet zeer groot en
ofschoon hij telkens wanneer die te kort schoot, een boek met
samenspraken raadpleegde, waarvan een der bladzijden gewijd was
aan „het huren van kamers," toch kon hij zich dikwijls niet ver
staanbaar maken, omdat er op zijne uitspraak eok nog al wat te
zeggen viel. Ook het muntstelsel leverde veel bezwaren op.
Het was reeds avond geworden, en nog had hij geen kamers
gevonden, die hem pastenhij begreep dat Espérance ongerust
zou worden over zijne lange afwezigheid en hij stond juist op het
punt om zijn onderzoek te eindigen, toen zijn oog viel op een
bordje „Gemeubileerde kamer3 te hunr" voor het raam van een
bakkerswinkel. Hij trad den winkel binnen, zonder echter te hopen,
hier het gewenschte te vinden. De winkel was klein, maar netjes.
Een flinke vrouw met een goedhartig uiterlijk stond achter de
toonbank, tussehen een stapel verseh brood en do weegschaal, zat
eene groote gestreepte kat, die Gaspard met hare groote groene
oogen verwonderd aanstaarde.
Hij raadpleegde zijn boekje en tot zijn geluk sprak de vrouw
langzaam en duidelijk, zoodat hij haar goed kon verstaan.
„Zitkamer en twee slaapkamers, mijnheer?" Ja, ik geloof wel,
dat wij met elkaar kunnen klaarkomen; dezen weg uit als gij ze
zien wilt. Kom Bismarck
Gaspard ontstelde; daar de kat echter van de toonbank sprong,
begon hij te lachen, terwijl hij vroeg: „Is dat de naam van uw kat?"
„Ja, mijnheer, het is wel een zonderlingenaam, maar mijn echt
genoot doet veel aan de politiek en nu heeft hij de kat Bismarck
genoemd."
Dat is een goede naam. Ik zie reeds gelijkenis tussehen de
twee naamgenooten," zeide Gaspard glimlachende.
Op de tweede verdieping aangekomen, stak de bakkersvrouw
het gaslicht aan, en liet zij Gaspard de vertrekken zien, terwijl
Bismarck deftig meestapte en nu en dan onder een vroolijk gespin
met haar kop langs Gaspards beenen streek. De conditiën waren
niet hoog, de hospita zag er vriendelijk en goedhartig uit, terwijl
de kat Espérance wat afleiding zou kunnen bezorgenofschoon de
kamers klein en karig gemeubileerd waren, zag alles er netjes
uit: kortom zij schenen Gaspard wel te bevallen, en na er nog
eens goed over gedacht te hebben, eindigde hij, met zo te huren.
Espérance was zeer verheugd toen Gaspard haar het bericht
van zijn welslagen bracht. De hospita had hem beloofd dat zij
alles zoo spoedig mogelijk voor hunne komst zou gereedmaken
nadat zij nu gegeten hadden reden zij van het hotel naar hun
nieuw verblijf; Espérance in eene opgewekte stemming, Gaspard
in somber gepeins. Zijne gedachten waren onwillekeurig afgedwaald
naar het oude kasteel de Mabillon en wij zullen hem die sombere
gedachten niet euvel duiden, nu hij ze koesterde op het oogenbük,
dat hij Espérance naar den bakkerswinkel bracht.
Wordt vervolgd