De heer C. Bloys van Tres- long heeft aan de Zuiderzee-vereeniging een open brief gericht, waarin hij er op aandringt, dat de vereeniging het hare doe, om de Zuiderzee kwestie weer meer populair te maken, en een weg in te slaan, waarop krachtige steun van de regeering kan worden verworven. De central© raad van den Sociaal-democratischen Bond in Neder land heeft bekond gemaakt dat op het congres, den 25en en 26en Dec. 1889 te 's-Hage gehouden, zijn genomen en door het relerendum bekrachtigd de volgende besluiten tot wijziging van bet programma der partij. Punt 60 (le punt 6°) wordt gelezen Verplicht vrij on derwijs, de kosten te dragen door den staat. Onderhoud gedu rende den leertijd, van staats- of ge meentewege der kinderen die daar aan behoef te hebben. Punt 5° (2e punt 5') titans luidende'. Algemeen en ver plicht kosteloos on derwijs van staats wege. Kosteloos on derwijs aan alle in richtingen van on derwijs. Scheiding tussehen kerk en staat. thans luidende'. wordt gelezen'. Verbod van kin- Verbod van kin derarbeid en van derarbeid en rege- vrouwelijken ar- ling van den vrou- beid, die schadelijk wenarbeid in ver voor de gezondheid, band met de eischen opvoeding en zede- der gezondheid, lykheid zijn kan. Men leest in een haagsch blad: De Figaro ziet ons bepaald voor beter aan, dan wij zijn. Als een bi- zonderheid deelt dit blad mede dat bij de opera in Deu Haag, ondanks de beer- schende influenza, geen der artisten den dienst beeft gestaakt, en voegt er bij dat het publiek, „bewogen door zooveel volharding, avond aan avond den schouw burg vult." Men kan zich de Hagenaars voorstellen, hoe ze elkander aansporen „toe, ga nu naar de opera, de artisten zijn wel zoo grootmoedig zich niet ziek te meldenDilt is een heldenoffer, dat waardeering verdientKomt, laat on3 allen hun toonen hoezeer wij het op prijs stellen en een dicht bezette schouw burg hun loon zijn! Bedenkt toch, het publiek is er voor de artisten en niet omgekeerdEn laten wij nu ook geen influenza toonen." Door de rechtbank te's-Hage is rechtsingang met bevel tot gevangen neming verieend tegen een bekend zaak waarnemer aldaar. Doze, die juist ver huisd was, werd door inspecteurs twee van politie aangehouden en is ter beschik king der justitie gesteld. De gevangenneming 13 bevolen ter zake van oplichting. Hij zou namelijk van een jufirouw uit Leiden, die den bij stand van hem had ingeroepen om te geraken tot oen echtscheidingsproces, in weinige weken tijds een som van ƒ2009 hebben weten te verkrijgen voor proces- verrichtingen, die weinig of niets te be duiden hadden. Op die wijze moet reeds menige cliënt tot zijn dupe gemaakt zijn. Om der curiositeilswille i3 't wel de moeite waard eens kennis te nemen van den hoofdzakelijken inhoud van eene volmacht, welke deze thans in hechtenis genomen practizijn A. J. J. van G. zich liet verleenen om iemand te vertegenwoordigen en zijoe rechten cn beiangen waar te nemen bij het openvallen eener nalatenschap. Zoodanige erfgenaam, dio aan den zaakwaarnemer de behartiging zijner be langen opdroeg, moest onderteekenen eene volmacht, welke ia niet minder dan drie bladzijden folio druks zijne rechten en verplichtingen omschreef. In de eerste bepaling, eene doorloo- pende zinsnede van 29 regels in druk, draagt de onderteekenaar aan zijn ge machtigde niet minder dan 23 bandelin- gemeen datgene te doen, wat de gemach tigde nuttig of raadzaam mocht achten of wat mocht worden vereischt, al mocht daartoe naar „scherpheid van rechten" een bizondere volmacht worden gevor derd. En dan komt de slotverklaring, let terlijk aldu3 luidende: Verklarende vervolgens zich te verbinden: lo. Om, aan genoemde gemach tigde op de eerste aanvrage de door dezen gevraagde voorloopige voorschotten ter hand te zullen stellen. 2o. Om, wanneerde bij deze opgenoemden gemachtigde ver leende volmacht mochtwillen in trekken of op welke andere wijze ook buiten efiect mochtwillen stellen, daarvan aangemachtigde te zullen kennis geven, en daareuboven in zoodanig gevalaan dezen op de eerste aanmaning als schadevergoeding te zullen betalen eene som vanon verschillig ofuit do nalatenschap reeds iets mocht hebben ontvangen, dan wel ooit ietsontvangen, onvermin derd de hierna in sub 3o. te melden tien procent van hetgeenzal blij ken te competeeien. So. Om, aan gemachtigde, onver minderd de gedane voorschotten voor salaris te zullen betalen tien procent van hetgeenuit de nalatenschap zal ontvangen, onverschillig hoe groot aandeel ook zal blijken te zijn en onverschillig of de gemachtigde last heeft volbracht dan wel of voor het einde der zaaklast mocht zijn ingetrok ken. Door eenige dames te Utrecht is aan de Nieuwegracht aldaar een "Tehuis voor vrouwen en meisjes" op gericht. Uit Utrecht wordt het over lijden gemeld van do vooral in de studentenwereld algemeen bekende figuur „Bram de Mop", wiens werkelijke naam was Abraham van Yeenendaal. Do or de koninkl. styfselfa- briek te Rozendaal is ongeveer een millioen kg. beschadigde rijst gekocht, afkomstig uit de gezonken Thorbeclce VII. Ruim 60 arbeiders zijn thans voortdurend bezig de natte rijst om te werken en verdienen daarmede een gulden daags. Voor de fabriek zelve zit er eene niet onaardige winst op, daar de rijst, die haar slechts 1 cent per kg. inkoop kost, voor het fabricee- ren van beste stijfsel geschikt is. Brutale dieven bebbenZon dagnacht getracht de katholieke kerk, in het midden der stad Zevenaar staande, te bestelen. De oflerbussen achter in de kerk en een kastje boven het altaar waren onder de breekijzers bezweken. In de eerste bevonden zich slechts eenige centen en in het tweede drie zilveren doosjes, welke als buit zijn medegevoerd, In de sairistie hadden zij alles omver geworpen en tevergeefs hun uiterste krachten beproefd op eene zware eiken deur, waarachter zeer veel sieradeu en kostbaarheden waren geborgen. Twee personen, die verscheiden malen rondom de kerk zijn gezien, worden van dezen kerkdiefstal verdacht. Hun signalement is bekend. Op den weg bij de grens scheiding tussehen Den Dungen en Berlinkum is Zondagavond zekere Van I., uit Middelrode, die vermoedelijk door den storm de stoomtram niet heeft hoo- ren naderen, en zich van achter een beneden aan den dijk staand huisje plot seling op den weg heeft begeven, dooi den laatsten trein, omstreeks 10 uren, overreden en gedood. De ongelukkige, wiens lijk naar het raadhuis te Berli 1889, daarna 1817 in 1881. Het kleinste tal was 246; in 1885. Te Grubbenvorst heeft een man zijnen bijna 80-jarigen vader deer lijk mishandeld en verwond. De politie heeft zich de zaak aangetrokken. t'ULilïËK ülliilZiüii. De duitsche bladen laten zich weinig uit over den val van de socialisten-wet in den Rijksdag en dat is begrijpelijk. Het is een gevaarlijke zaak voor een duitsch blad, om de geheele waarheid te zeggen omtrent aangelegenheden, die de regee ring hebben verhinderd openlijk partij te kiezen en rondweg te verklaren wat zij wilde. Toch moet erkend worden, dat de nationaal-liberale bladen moedig het standpunt hunner partij handhaven ten opzichte van de bepalingen van het regeeringsontwerp, dat zij gevaarlijk voor de publieke vrijheid beschouwde. Van de ander© zijde zal de verklaring, die in den loop van het debat is gedaan door vorst JSchönaich-Carolath, een der groote hecren die in den Rijksdag zit ting hebben, zeer de aandacht hebben getrokken. Deze, die nog wel tot de groep der vrije conservatieven behoort, heeft niet geaarzeld uit naam,, zijner vrienden te verklaren „Wij zijn gereed om met de regeering de sociaal-demo cratie te bestrijden, slechts vragen wij verlof om de middelen te kiezen en niet op dat punt de gevoelens der regeering te deelen. De bevoegdheden die de n euwe wet aan de regeeriog geeft zijn geheel exceptioneel en zoodanig als in geen ander land van Europa bestaat." Deze verklaring van een conservatief heelt, zooals men begrijpt, een des te grooter indruk gemaakt nu men zich midden in de verkiezingsperiode bevindt de geavanceerde partyen niet zullen nalaten om er zich van te bedienen tegen de ministrieele candidaten. Het wordt dus al meer en meer duidelijk dat men eene grove fout heeft begaan door niet te vredon te ziju met hetgeen de Rijks dag aanbood: een wet te verwerpen, die zelfs een conservatief als buitengewoon streng beschouwt, dit staat gelijk met te be kennen, dat men vreeselijk reactionnaire ontwerpen heeft; en gewoonlijk zal men met ontwerpen van dat soort zich den steun zijner kiezers niet verzekeren. De socialisten zelf hebben zich ove rigens gehaast om van de omstandigheid partij te trekken. Zij betoonen zich uiterst bedaard en het wachtwoord is overal ge geven om alle aansporing tot werkstaking uit te stellen tot na de verkiezingen Dat is voor de ministerieele bladen een schoone gelegenheid geweest om uit te roepen: „ziet ge wel dat het de socialis ten waren die de werkstakingen hadden aangestookt?" Ongelukkig is het voor deze bladen, dat, zyn er ook al arbei dersverenigingen geweest die het ge vraagde uitstel hebben aangenomen, er andere zijn, die zich daaraan niet hebben gestoord en verklaren dat zij den lsten Februari het werk zullen staken, zoo voor dezen dyiutn de maatschappijen hunne eischen niet hebben ingewilligd. Dit bewijst dat de socialisten niet geheel en al de baas zijn iu de steenkolen- districten. Zelfs te Bochurn, waar onge twijfeld vertakkingen zijn, weigort een deel der werklieden, die tot een groep christen-socialisten behooren, den cam didaat te erkennen, die door het socia listen verein te Berlijn is aangewezen en die niemand anders is dan Schroder, een der werkliedenafgevaardigden, die bij den keizer werden ontvangen. Schröder zal nu een christelijk-socia- listischen tegencandidaat hebben. Er zit gehuwden om eens den geheelen dag bij gebracht door eene uitvinding, die wei hun vrouwtje te kunnen blijven en de1 dra in een onzer voornaamste sóciëtei- vrygezel om in stille afzondering in zijn ten in toepassing zal komen. Er kamer, zijn hart eens op te halen aan j is sprake van een soort van automati- dezen of genen pas verschenen roman.j schen balans, waarop de leden plaats Nog wordt beweerd, dat het aantal hen- j nemen, na 50 centimes in eene opening gelaars in de omstreken schrikbarend iste hebben geworpen, en waarop zij in toegenomen en dat er zich een harts- telefonische verbinding worden gebracht tochtelijke liefde voor het teekenen en met {alle theaters van Parijs. Het aan- schilderen van natuurtafreelen zoowel trekkelijke daarvan is vooral dat zoo de onder dames als heeren schijnt te open baren. Of dit nu allemaal de schuld van de influenza is, zou ik niet durven be weren, maar dat anderen daarover wel zoo schijnen te denken, zou ik moeten afleiden uit een liedje dat ik gisteren op de boulevards hoorde dus onder dit etiketje althans nog geen kuin is vervoerd, laat een vrouw met 7 anarchisme. kiIdnrevcTe jaren is het getal PAP,riSUUERë CORRESPONDENTIeT landverhuizers uit de provincie Fries- Parijs 24 Januari, land niet zoo groot geweest als in 1889. j Er wordt maar mede gespot, met de Het geheele getal mannen, vrouwen, 1 influenza, die ons hier zoo geducht op 't gen, noodig voor de aanvaarding der1 kinderen en dienstboden was 1973 uit i lijf is komen vallen, ondanks de talrijke nalatenschap, te verrichten op, daaron-j alle gemeenten der provincie, uitgezon-1 sterfgevallen die zij veroorzaakt. De van die minachting hebben zij, de ziekte bespottelijk hebben ge- Het voornaamste ligt hierin, dat de tinië. Het geheele getal landverhuizers maakt, door haar eenvoudig te beschou- praetizijn zijn cliënt liet teekenea om gedurende de laatste tien jaren waswen als een goed voorwendsel om eens den gemachtigde vrij te laten in het al- 8447, waarvan het grootste getal in van alle werkzaamheden af te zijn, jong- der „het aan hem toebedeeld wordende j derd de beide eilanden en het stedeke j schuld to mitvangen en daarvoor te kwiteeren." IJlst. De mcesten gingen naar Argen-1 die „Mes cors me font mal, oh la la! C'est la faute a, l'influenza". Niettemin wordt ook nu weder be wezen dat alle treurige zaken hunne lichtzijde hebben. Naar beweerd wordt zoudeu in verschillende wijken van Parijs apothekers zich uit hunne zaken gaan terugtrekken, daar zij thans fortuin heb ben gemaakt. Onder de handen van deze gelukkige industrieelen zijn de chinine en de antipyrine in stofgoud veranderd. De hemel beware mij dat ik hun daar van een verwijt zou willen maken, maar velen onder hen hebben een aardig prysje voor hunne artikelen ontvangen. En nochthans is de prijs van alle soorten geneesmiddelen veel hooger te Parijs dan in de andere hoofdsteden en is nog toegenomen sedert het tijdstip waarop de volgende samenspraak werd gehouden tussehen een apotheker en zijn bediende „Eugène, loopt dien mijnheer eens gauw achterna, dié veertig sous betaalde. Zijn tweefrancs- stuk is valsch." „Mijnheer, ik kan hem niet meer in halen. Hij is al aan 't ein i van de straat." „Een mooie grapEnfin, ik verdien toch nog twee sous aan hem." Van de geneesheeren moet gezegd worden, dat zij hun grootere verdiensten niet zoo gemakkelijk hebben verkregen. Zij toch hebben zich bij een zware taak, onverschrokken aan 't gevaar blootgesteld door de ziekte te worden aangetast, want ik houd haar voor besmettelijk, ook al moge de geleerde faculteit officieel het tegenovergestelde hebben verklaard. Hoe goed wij ook hier voor den winter zijn ingerichthebben we nog met een gebrek te kampen, waarover ik des tijds te Haarlem hoorde klagen en dat overigens vrij algemeen schijnt te zijn. Onze sclxouwburg!oge8, vooral die aan de zijden, maken de wanhoop uit van hen, die gedoemd zijn achter aan te zit ten. Zooals bij uw schouwburg in 't par terre, ondergaat men hier de wreedste folteringen, aie beginnen met beenver- wringingen, omdat men zijne onderdanen niet behoorlijk kan uitstrekken en deze marteling gaat gepaard met nekverdraai- ingen, telkens wanneer men wil trachten op 't tooneel te zien. Men moet wel tot zulke opofferingen in staat zijn om be hoorlijk de ontwikkeling van het stuk te kunnen volgen, 'tls dan ook geen wonder dat vele heeren dér schepping hunne ega's in den steek laten en zoo lang in de foyer een sigaar gaan roo- ken, terwijl anderen, tot het uiterst ge dreven, eenvoudig het artikel „théatre" van het huishoudelijk budget hebben ge schrapt. Mijns erachten3 zal vooral dit laatste den doorslag geven om de schouwburg- directiën te bewegen om tot de zoo go- wenschte hervorming der zitplaatsen over te gaan, want anders loopen ook de voorstellingen gevaar. Niets noodlottiger voor een stuk dat geen on betwistbare verdiensten heeft dan de kwaadaardige stemming van de toeschou wers, die achter in die loges moeten zit ten. Ge moogü het gelooven of niet maar het wordt verzekerd dat de onrechtvaar dige val van menig stuk aan die onte vredenen is te wijten De voorspoed der schouwburgen schijnt mij toe niet minder in gevaar te zijn passage van het stuk die men door den „theatrophoon" hoort den toehoorder be valt, hij door weder 50 centimes te stor ten, ook het volgende kwartier hcoren mag. Eén ding heeft deze uitvinding echter nog tegen, hoe gemakkelijk het ook is aldus ook thuis in den gezelligen familiekring de fraaiste opera- en andere tooneelscheppingen te kunnen hoorenjoch wil men deze ook wel zien en dat ver mag men met deze vinding nog niet. Van schouwburg voorstellingen gespro ken „Jeanne d'Arc" schijnt sterk op het jeugdige schoone geslacht te werken. Overal op de eerste rij der loges, zoo wel als op de „fauteuils de balcon",ziet men geheele scharen jonge dames, die men er sedert „l'Abbé Constantin" niet heeft gezien. Madame Sarah Bernhardt, die ik in een entr'acte heb geïnterviewd, betoonde zich verrukt door dat maagde lijk publiek, dat haar somtijds schrifte lijk zijne hulde biedt en zij verklaarde mij stellig dat haar in langen lijd niet zulk een eigenaardig succes was ten deel gevallen. XAVIER. Mijn likdoorns steken, oh la lal yt Is de schuld van de influenza. UËMËNGD mms. Ook het zoo gunstig bekende mij daar twee enengelsche geneeskundige tijdschrift The Lancet spreekt nu tegen, dat cholera en griep eenige overeenkomst zouden hebben, zoodat de nu heerschende epidemie waar schijnlijk door cholera zou worden ge volgd. Het blad verwijst naar de mede- deelïng van den gezondheidsraad te Pe tersburg. Deze geneeskundigen verklaar den, dat volgens do laatste ontdekkingen der wetenschap elke besmettelijke ziekte voortgebracht wordt door bizondere kie men, die zich slecbts in één zelfden vorm kunnen verspreiden en dat geen be smetting kan uitbreken op plaatsen waar deze kiemen niet voorat gebracht worden. De waarneming bij vroegere epide mieën opgedaan, dat de griep ook in volle zee haar heerschappij toont, is ook dit maal bevestigd. Lord Delawarr, die met zijn jacht Fothen een zeetocht had onder nomen, is even als de geheele beman ning door de ziekte aangetast, en wel in kevigen graad. Allen waren dagen achtereen buiten machte eenigen arbeid te verrichten. Onlangs deelden wij mede, dat do socialist Burns in den Couniy council van Londen zich verzette tegen een feestelijke ontvangst van Stanley en dezen daarbij een verwijt deed, zoo vele inboorlingen gedood te hebben. Dit ver wijt heeft tegenspraak uitgelokt en er wordt verzekerd, dat Stanley gedurende de laatste drie jaren slechts vier mannen heeft ter dood doen brengen, wegens bewezen misdaden, als oproer, moord en verkoop van wapenen aan de slaven handelaars. Te Teheran heeft zich een pijnlijk incident voorgedaan. De engel sche gezant, Sir Drummond Wolff, over handigde aan den Schah de in het öieuw- perzisck vertaalde Evangeliën. Deze daad bracht de geestelijkheid en het volk in beweging, zoodat vóór het paleis eene vijandelijke manifestatie plaats had, waarbij de troepen moesten tuflschen- beiden komen. De gezant heeft voorloo- is b. v. b. j pig Teheran verlaten en zich naar Tabris begeven. Kapitein T rivier, defran- sche reiziger, die door het te Bordeaux verschijnende blad Gironde naar Afrika gezonden werd, is uir, Zanzibar te Mar seille teruggekeerd. Trivïer is op 20 Augustus 1888 met den heer Wieseen- burger en een paar inlanders van de Westkust dwars door Afrika naar Zan zibar gereisd, waar hij tegelijk met Stan ley aankwam. Naar de meening van dezen reiziger is Tippoo Tib, bij wien hij zich 5 dagen onaangenaamste taal der wereld moest zijn. Weldra reden zij het station binnen, het perron was propvol, de reizigers verdrongen elkaar om hunne bagage te krijgen Gas- pard had weldra een huurrijtuig gevonden, en nu reden zy naar een van de goedkoopste hotels in de nabijheid, aldaar aangekomen begaf Espérance zich dadelijk te bed. Zij ontwaakte den volgenden morgen veel opgewekter. Het was gelukkig mooi weer, zoodat Londen een zeer gunstigen indruk op hen maakte. Het was een vriendelijke morgen. Zij maakten eene wandeling naar Hyde-Park cn naar de Theems en brachten een bezoek aan Westminster Abbey. Eerst in den namiddag begon Gaspard er aan te denken, dat hij noodzakelijk naar goedkoope huisvesting moest uitzien en ging hij onderzoeken in welke wijk van Londen hij die zou kunnen vinden. Pentonville en Islington werden hem aanbevolen; hij liet Es pérance in het hotel achter, terwijl hij zijn geluk ging beproeven. Dit zoeken naar huisvesting ging met vele moeielijkheden gepaard, want zijne kennis van de engelsche taal was niet zeer groot en ofschoon hij telkens wanneer die te kort schoot, een boek met samenspraken raadpleegde, waarvan een der bladzijden gewijd was aan „het huren van kamers," toch kon hij zich dikwijls niet ver staanbaar maken, omdat er op zijne uitspraak eok nog al wat te zeggen viel. Ook het muntstelsel leverde veel bezwaren op. Het was reeds avond geworden, en nog had hij geen kamers gevonden, die hem pastenhij begreep dat Espérance ongerust zou worden over zijne lange afwezigheid en hij stond juist op het punt om zijn onderzoek te eindigen, toen zijn oog viel op een bordje „Gemeubileerde kamer3 te hunr" voor het raam van een bakkerswinkel. Hij trad den winkel binnen, zonder echter te hopen, hier het gewenschte te vinden. De winkel was klein, maar netjes. Een flinke vrouw met een goedhartig uiterlijk stond achter de toonbank, tussehen een stapel verseh brood en do weegschaal, zat eene groote gestreepte kat, die Gaspard met hare groote groene oogen verwonderd aanstaarde. Hij raadpleegde zijn boekje en tot zijn geluk sprak de vrouw langzaam en duidelijk, zoodat hij haar goed kon verstaan. „Zitkamer en twee slaapkamers, mijnheer?" Ja, ik geloof wel, dat wij met elkaar kunnen klaarkomen; dezen weg uit als gij ze zien wilt. Kom Bismarck Gaspard ontstelde; daar de kat echter van de toonbank sprong, begon hij te lachen, terwijl hij vroeg: „Is dat de naam van uw kat?" „Ja, mijnheer, het is wel een zonderlingenaam, maar mijn echt genoot doet veel aan de politiek en nu heeft hij de kat Bismarck genoemd." Dat is een goede naam. Ik zie reeds gelijkenis tussehen de twee naamgenooten," zeide Gaspard glimlachende. Op de tweede verdieping aangekomen, stak de bakkersvrouw het gaslicht aan, en liet zij Gaspard de vertrekken zien, terwijl Bismarck deftig meestapte en nu en dan onder een vroolijk gespin met haar kop langs Gaspards beenen streek. De conditiën waren niet hoog, de hospita zag er vriendelijk en goedhartig uit, terwijl de kat Espérance wat afleiding zou kunnen bezorgenofschoon de kamers klein en karig gemeubileerd waren, zag alles er netjes uit: kortom zij schenen Gaspard wel te bevallen, en na er nog eens goed over gedacht te hebben, eindigde hij, met zo te huren. Espérance was zeer verheugd toen Gaspard haar het bericht van zijn welslagen bracht. De hospita had hem beloofd dat zij alles zoo spoedig mogelijk voor hunne komst zou gereedmaken nadat zij nu gegeten hadden reden zij van het hotel naar hun nieuw verblijf; Espérance in eene opgewekte stemming, Gaspard in somber gepeins. Zijne gedachten waren onwillekeurig afgedwaald naar het oude kasteel de Mabillon en wij zullen hem die sombere gedachten niet euvel duiden, nu hij ze koesterde op het oogenbük, dat hij Espérance naar den bakkerswinkel bracht. Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 2