POUim OVERZICHT
v i s c H E 8 !J.
INGEZONDEN.
En nu zullen, zoo dacht ik verder,
Helder, Alkmaar en Schagen, dankbaar
voor de bevrediging hunner wenschen.
wel in ruime mate toonen, dat ia eene
lang bestaande behoefte is voorzien.
Och, waarde lezer, behalve uw on
derdanige dienaar stapten te Den Helder
in 3 personen, te Schagen waren 6 reizi
gers en te Alkmaar 5. Was het wonder,
dat ik plotseling de gave der profetie
kreeg en voorspeldeNog voor het einde
van den zomerdienst heeft de H. IJ.
S. M. haar besluit ingetrokken, omdat
de zaak niet rendeert.
Maar nog meer verrassingen waren
voor mij weggelegd, 't Was eensklaps
weer winter geworden en als ik, aan
het station Schagen gekomen, mijn ge
laat meer punten van aanraking gaf met
de ijskoude luchtmassa in den ledigen 3e
klassenwaggon en het halfbevroren
raampje uitkeek, las ik op een reusach
tig reclamebord in even reusachtige let
ters: //De nieuwe controle geeft de
beste influenza!" Ik wreef de oogen eens
uit, las kec nog eens en nog eens, maar
de beteekeDis van die woorden was en
bleef duister voor mij. Peinzend over de
oplossing van het raadsel, dook ik we
der weg in den kraag van mijn jas; de
trein rolde voort: elk station gaf mij
telkens weer te zien; //De nieuwe con
trole geeft de beste influenza!" en: //Am
sterdam, allen uitstappen!" klonk het
reeds toen ik nog geenszins tot de op
lossing was gekomen. Maar toen ik ach
ter een dichten drom van reizigers,
die even te voren met een anderen trein
waren aangekomen, minuten lang in de
tunnel moest wachten, totdat mijn kaartje
was gecontroleerd, toen er plotseling een
koude rilling mij langs den rug voer,
toen begreep ik dat de nieuwe controle
een uitstekend middel is om influenza
te kweeken. En toen ik dacht aan al die
beambten te Alkmaar, te Uitgeest en
aan de zaansche stations in tochtige ijs
koude corridors, te Amsterdam, 's liage
Delft en Schiedam, in tunnels als reus
achtige blaasbalgen gedoemd den ge-
heelen dag te staan, toen beaamde ik
het volkomen: //De nieuwe controle
geeft de beste influenza
,/Maar het nu zoo rijke ondersteunings
fonds keert aan die beklagenswaardige
beambten een drievoudig salaris uit in
geval van ziekte 1" klonk het als een
bazuingeschal mij in de ooren en ik
schrikte wakker en voor mijn bed stond
mijne vrouw met een' eierlepel vol van
mijn achtste drankje: //Manlief! inne
men, 't is tijd
H. C. WARDER.
somming der 16 schuiten 46132, dus ge
middeld per schuit 2883.25in het
vorige jaar besomden de 14 schuiten te
zamen ƒ32300 d. i. gemiddeld per schuit
2307.14.
De besommingen der verschillende schui
ten waren als volgt:
Z.V. 11 stuurman Jc. Keesman, besom
ming ƒ3000, Z.V, 9 8tuuirm. C. Koper,bes.
ƒ2700,Z.V. 5 stuurm. H, v. Koningsbrug-
gen, bes. 2500, Z.V. 2 stuurm. Jb. Koper,
bes. ƒ2450, Z.V. 1 stuurm. A. Paap,
bes. ƒ2350, Z.V. 16 stuurm. W. Paap,
bes. ƒ2350, Z.V. 3 stuurm. D.v. Duijn,
bes. ƒ2300, Z.V. 15 stuurm. E. Paap,
bes. ƒ2200, Z.V. 13 stuurm. P. Paap,
bes. ƒ2200, Z.V. 14 stuurm. S. Paap,
bes. ƒ2200, Z.V. 8 stuurm. M. Keesman,
bes. ƒ2100, Z.V. 10 stuurm. A. Koper,
bes. 2050, Z.V. 12 stuurm. T. Zwem
mer, bes. 2000, Z.V. 4 stuurman A.
Paap, bes. ƒ1900.
De gemiddelde prijzen der visch waren
tarbot van 250 ƒ11, kabelj. van
ƒ1 ƒ1.20, schelv. van 15 ct. 95
ct., groote of kooktongen van 80 ct.
1.30, baktoögen van 10 ct. 40 ct
gr. schol van 40 ct. ƒ2.50, rog van
25 ct. 80 ct., alles per stuk, braat
(kl. schol) van ƒ1 1.30 per snees,
bakschol van 80 ct. 6.50, scharen
van 70 ct. ƒ7, vijfvoeten of zeester
ren 40 ct. 90 ct., alles per mand.
De aanvoer van schelv. en kabelj. was
zeer gering.
Thans telt de vloot slechts 13 schuiten.
Het is te wenschen dat de besommin
gen in 1890 gunstiger mogen zijn dan
in 1889.
Lettoren en Kunst.
Inhoud Ned. III. (uitgave van Ditmar,
Utrecht). Geïllustreerd Nieuws v. d.
Dag no. 6Een woelige zitting der
fransche Kamer (met illustratie).
Amadeus, Hertog van Aosta (met por
tret). Dwaze wijheid en wijze dwaas
heid. Pol-de Mont, door T. Pluim
(met portret). De Influenza (met
illustratie). Rijk 1door S. T. Klein
bentink (met vier illustraties). L'hom-
me collis. (met illustratie). In een
oorlog tusschen Duitschland en Frank
rijk. Do reuk. Rijke meisjes en
vrouwen. Een avontuur, door G. A.
G. (met vier illustraties). De moderne
fee. Humor en Satyre (met illustra
ties}. Schaakrubriek. Correspon
dentie.
Inhoud Sempervirens no. 5Tus
schen vier muren (kleine tuinen).
Arnebia cornnta, met een afbeelding.
Een paar Voorloopers. Kalanchoe
carnea. Rozensnoei. Een prakti
sche instelling. De markt van Covent
Garden te Londen. Vroeg voorjaar.
Nederl. Maatschappij voor Tuinb. en
Plantk. Afdeeling Gron. en Omstre
ken. Verschillende mededeelingen.
Ontvangen Prijscouranten. Bladvul
ling. Correspondentie.
De nieuwe minister van koophandel
Pruisen is 47 jaren oud. Door zyne
vroegere studiëu betreffende de siiezische
kolenmijnen is hij van de aangelegenhe
den van het mijnwerkersbedrijf goed op
de hoogte. Hij is de schoonzoon van
een der rijkste en grootste eigenaars van
mynen in Silezië.
De gewezen minister Putkamer is
Vrijdag in verband met de verkiezingen,
opgetreden in het pommersche kiesdis
trict Stolp, waar hij candidaat is in
plaats van den hoofdredacteur der Kreuz-
zeitung baron von Hammerstein, die tot
dusver voor dat district zitting had.
Naar aanleiding van de door zijne tegen
standers gemaakte opmerking dat hij als
//echte duisterling" slechts in een reac
tionair district uls Stolp eene candidatuur
had kunnen vinden, begon Putkamer
met te verklaren, dat hij lang genoeg
minister was geweest om door zulke
aanvallen niet gedeerd te worden. Hij
beschouwt den naam //reactionair" als
een eeretitel. Zijn program uiteenzettende
verklaarde hij dat men bij de algemeene
volksontwikkeling niet verder behoort
te gaan dan het gezond verstand en de
behoeften noodig maken. De godsdienst
moet in de school hoofdzaak blijven.
Van verantwoordelijke rijksministeriën
wil hij niets weten. Op zich zelf reeds
acht hij een rijksministerie een eisch
van unitaristischen aard, strijdig met
het foederatieve stelsel, aan het duitsche
rijk ten grondslag liggende.
Ten aanzien van de socialistenwet was
spreker zeer uitvoerig. Het vaderschap
van die wet komt hem niet toe; maar
hij heeft langen tijd hare toepassing ge
leid. Negen en negentig percent van
allen politieken hekel tegen mij, beweerde
spreker, is het gevolg daarvan dat ik
die wet streng ten uitvoer legde. Hij
wil van verzachting dier wet niets hoo-
ren, en keurt de afwijzende houding,
door de conservatieve partij in den Rijks
dag tegenover de verzachtingen aange
nomen, goed. Zijne hoop is, dat de nieuwe
Rijksdag dat standpunt der conserva
tieven zal innemen, want alle partijen,
van de uiterste linker- tot de uiterste
rechterzijde, staan, zijns inziens, in het
wezen der zaak op nationalen bodem,
en erkennen de tegenwoordige inrich
ting der maatschappij; alleen de sociaal
democratie verloochent en bestrijdt de
het //Kartell", noemde Putkamer
de nationaal-liberale partij eene onzekere
steunpilaar voor de monarchaal-conser-
vatieve regeering.
Bismarck heeft zichvolgens Put
kamer eene onsterfelijke verdienste
verworven door de ontwikkeling wel
ke hij in de laatste jaren aan de
politiek van bescherming heeft gegeveu.
Maar, zeide hij, er kunnen ook tijden
komen, waarin zoodanige politiek niet
meer gewenscht is. Dit is intusschen
voegde hij er bij op het oogen blik
nog niet het geval, en daarom wil hij
voortgaan met de beschermings-politiek
krachtig te ondersteunen, Met de koloni
ale politiek is Putkamer alleen ingeno
men binnen de enge grenzen, daarvoor
door Bismarck gesteld. De wetgeving
ten gunste van den arbeidersstand moet
volgens hem, uit eigen belang, onder
steund worden, ofschoon zij in de ooste
lijke streken des rijks in de kringen van
den landbouw tot vele moeilijkheden
aanleiding geeft, en groote eischen stelt
aan de offervaardigheid van velen.
Naar Putkamers oordeelis het niet
onmogelijk dat de regeering wellicht
Toorloopig niet weer met een voor haar
zoo gunstig gezinden Rijksdag te doen
zal hebben, als de vorige was. Dit zou
kunnen maken, zeide hij, dat wij zonder
socialistenwet moesten leven, en dit zou,
bij het volkomen betrouwbare leger, en
de eveneens volkomen betrouwbare be
ambtenwereld, wel een tijdlang kunnen
gaan, maar hij vreest toch dat dan ten
slotte in plaats van de socialistenwet
wellicht de kanonnen gebruikt zouden
moeten worden.
Putkamers verkiezing is in het district
Stolp verzekerd. Hij zal dus in den
nieuwen Rijksdag gelegenheid hebben op
de conservatieve partij grooten invloed
te verwerven, en misschien wel de eigen
lijke parlementaire leider dier partij te
worden. Uit dat oogpunt ia het niet
zonder gewicht, dat Putkamer zich
rechtstreeks verklaart tegen den vroeger
door Bismarck uitgesproken wensch dat
de drie Kartell-par tijen zouden samen
smelten tot ééne groote onvoorwaarde
lijk met de regeering medegaande partij.
Putkamer zegt: dat gaat te ver; het
kan geen voordeel opleveren, en zelfs de
geniaalste staatsman zou eene dergelijke
samensmelting niet tot stand kunnen
brengen.
In betrouwbare kringen verzekert men
dat Bismarck weinig ingenomen is met
de candidatuur van Von Putkamer.
Z a n d v o o r t, 28 Januari. De zand-
voortsche visschersvloot, die voor 2 jaren geheele bestaande wereldorde, en heeft
nog uit 16 schuiten bestond, telde in het daarom volgens Putkamer geen
jaar 1889 14 schuiten. recht van bestaan in den staat.
In 1888 bedroeg de gezamenlijke be-
Ofschoon voorstander van het behoud
Voor den inhoud dezer rubriek stett de Redactie
zich niet aansprakelijk.)
Mijnheer de Redacteur
Hoogst aangenaam was het mij te
vernemen, dat u bereid waart, om, wan
neer de bestrijding van een stelsel in
uw blad is opgenomen, ook het antwoord
van den inleider te doen plaatsen, het
geen niet anders dan bevorderlijk kan
zijn voor een goed verslag, dat door dui
zenden wordt gelezen, terwijl de voor
dracht slechts door misschien honderd
personen werd bijgewoond. Te meer heeft
mij dit verlof verheugd, omdat de op
merkingen van den heer Sorgdrager tot
mijn grooten spijt wegens het late uur
onbeantwoord bleven en mij nu gelegen
heid wordt gegeven, deze ongewilde on
beleefdheid eenigsziüs goed te maken.
Den heer mr. W. A. 't Hooft heb ik
geantwoord, dat, hoewel ik met Z.Ed.
geloofde, dat het voor velen beter zou
zijn om knecht te blijven in plaats van
baas te worden, deze neig'ng wel altijd
zal bestaan hebben en bezwaarlijk kan
beschouwd worden als de ©orzaak van
de toeneming der faillissementen en van
do veel grootere risico in handel en in
dustrie, die de statistiek aanwijst. Ik heb
als mijn evertuiging te kennen gegeven,
dat de overlading in improductieve be
roepen haar oorzaak vond in het gebrek
aan gelegenheid om in productieve be
roepen, in industrie en handwerk zijn
brood te verdienen.
Dat het pauperisme toeneemt heb ik
bewezen met de toeneming der bedeel
den met de tabellen van Soetbeen en
met het feit, dat bij ieder werkgever el-
ken dag menschen zich aanbieden, die
voor ieder loon willen werken en dit is
te meer opmerkelijk omdat wij nog in
de verste verte niet de productiemid
delen, dio de aarde bevat, gebruiken.
De toenemende philanthropic bewijst
dat er voortdurend meer hulp noodig is,
dat onze maatschappij ziek is.
Bij toenemende welvaart in een stad
krijgt de winkelier enz. toenemende con
currentie, die zijn loon verlaagt, terwijl
de gelukkige bezitter van grond, slapend
rijker wordt en van de toenemende con
currentie om zijn grond, niet anders dan
voordeel trekt.
Landnationalisatie, wel verre van de
energie te dooden, wekt die juist op,
omdat daardoor voor ieder de arbeids-
;enheid en het kapitaal wordt be
schikbaar gesteld om zijn energie, die
nu verspild wordt aan te wenden ten
bate van zichzelf en tevens ten voordeele
van het algemeen.
De heer Sorgdrager verkeert in de
meening, dat de voordeelen eerst lang
zaam zullen komen voor den arbeider.
Waar is het, dat de hervorming ge
leidelijk zou zijn, maar ik acht dit juist
een .voorrecht. Onmiddellijk zal de kapi
talist gedwongen worden zijn grond
open te stellen voor den arbeid, onmid
dellijk begint de rente te verminderen en
stijgen de inkomaten der gemeenschap,
waardoor de arbeidsgelegenheid toeneemt,
bet loon stijgt, schadelijke belastingen
kunnen worden afgeschaft en het kapi
taal wordt gemakkelijk bereikbaar voor
den arbeid.
Juist door het geleidelijk grooter wor
den van die voordeelen worden schokken
vermeden en de maatschappij rijp ge
maakt voor een tijd zonder rente, waarin
alleen arbeidsloon wordt genoten ver
groot met datgene wat aan ieder burger
toekomt van het gemeenschappelijk ar
beidsproduct, de waarde van den grond
(zijn sociaalrecht.)
Voor afkoop van den grond is geen
cent nieuw kapitaal noodig. De eenige
verandering is, dat het tribuutrecht, dat
de tegenwoordige eigenaars uitoefenen
op het arbeidsproduct der massa, dat nu
in den vorm van pacht wordt genoten
dan in den vorm van rente der pand
brieven wordt geïnd. Het verschil is
alleen dat de rente der pandbrieven bij
groot aanbod daalt en dus het tribuut-
recht kleiner wordt, terwijl thans elke
vermeerdering der bevolking en elke
nieuwe vinding en ontdekking het tribuut-
recht doet stijgen. Het aan de grondbe
zitters uitbetaald geld, verandert vraag
en aanbod op de kapitaalmarkt niet. Het
uitbetaald geld wordt of in pandbrieven
geplaatst (fictief kapitaal) of in echt
kapitaal (productiemiddelen).
De heer Sorgdrager heeft over het
hoofd gezien, dat ik wel getoond heb te
weten dat veel kapitaal belegd is in
stoomvaartlijnen, spoorwegen enz. maar
dat het toch in het niet verzinkt, tegen
over de 5 milliarden in grond en de
minstens 7 milliarden in vreemde en
binnenland8che schuld belegd en dat ik
niet heb geschermd met cijfers, maar dat
die allen voor ZEd. te vinden zijn in de
jaarcijfers on in officïeele tabellen ver
zameld door Soetbeer, Leone Levi, Bax
ter enz.
Ik heb aangetoond, dat, wanneer het
loon verdubbelde, de koopkracht ver
dubbelde van 98 pCt. der menschen, dat
er dan dus handen te weinig in plaats
van handen te veel zouden zijn om aan
de enorm gestegen vraag te voldoen en
ik heb in mijn brochure aangetoond dat
het loon wel tot het driedubbele kan
stijgen zonder de producten een cent
duurder te maken, wanneer wij door een
betere inrichting der verdeeling van het
arbeidsproduct zooveel uitsparen op de
kapitaalrente, de kosten van ter markt
wapenen tegen het gevaar, dat al h6*1
land door vreemde kapitalisten werd op-
ge kocht.
De heer Sorgdrager heeft gezegd dat
bij verdubbeling van het loon alle andere
factoren niet gelijk blijven en dit is vol
komen waar. Wanneer het arbeidsloon
verdubbelt, dan vermindert
1. De rente van het kapitaalwant de
productie wordt grooter, de machines
doen meer werk; met hetzelfde kapitaal
wordt dus meer geproduceerd en op ieder
gereed product komt dus minder kapi
taalrente.
2. De risicopremie, omdat overproductie
en werkgebrek ophouden.
3. Het ondernemersloon, omdat, wanneer
de oudernemer het dubbele vervaardigt
en aflevert, bij bij gelijkblijvende winst,,
op ieder afgeleverd product slechts de
helft behoeft te verdienen van thans.
4. De kosten van verkoopomdat hij bij
grooter vraag minder geld behoeft te
besteden voor etaleeren, reizen, advsr-
teoren, reclame maken. Bij verdubbeling
van het arbeidsloon zoude dus zelfs onder
de tegenwoordige omstandigheden, de
artikelen niet alleen geen 16 pCt., maar
zelfs geen cent duurder worden. Tegen
de goedkoope artikelen uit Amerika,
waar het loon het twee- of driedubbele
bedraagt, kunuen wij niet concurreeren,
dit is wel het beste bewijs voor de
stelling, dat verdubbeling van het ar
beidsloon op zichzelf de producten niet
duurder behoeft te maken
Aan den heer Fr. Lieftinck, dien ik bij
dezen nog mijnen oprechten dank be
tuig voor zijne welwillende beoordeeling,
heb ik nog te kennen gegeven, dat ik
wel de effecten van bet kapitaal wilde
vermoorden, maar niet die van het al
gemeen stemrecht, daar ik dit de eenige
voorwaarde heb genoemd, waaronder tot
Landnationalisatie mag worden overge
gaan. Verder heb ik aangemerkt, dat
wanneer in den renteloozen tijd iemand
zijn eigen bespaarde kapitaal verteerde
en op die wijze zichzelf opat, dit toch
nog beter zou zijn, dan dat hij, zooals
nu, krachtens zijn rentegevend kapitaal,
een ander opat, maar dat dit zich-zelf-
opeten kon en zou vermeden worden
door gedurende zijn werktijd een jaar
lij ksche premie te betalen in de staats
levensverzekering, die hem een jaarlijksch
inkomen waarborgt tot zijn dood, of een
vermogen beschikt voor zijn vrouw of
kinderen na zijn dood. In den renteloozen
tijd zal die premie alleen iets hooger
zijn dan thans, hij zal wat meer moeten
sparen dan thans, maar daartoe zal hij
in staat zijn door hooger loon voor zijn
arbeid.
Het is wel mogelijk dat een boer thans
nog niet met vrouw en kinderen van 1 e
bunder land kan leven, maar wat niet
is kan nog wel komen. In Parijs kweekt
iemand op nog geen bunder grond voor
9600 aan gewassen en leeft er met
vrouw en kinderen van met nog drie
knechten en hij wordt zelfs welgesteld
zooals de heer Ponce, een parijsche
groenboer, mij heeft verzekerd, op dien
grond, die 800 per bunder pacht kost,
terwijl de asperges op dien grond ge
kweekt, nergens zoo goedkoop verkocht
worden als te Parijs.
U vriendelijk dankzeggend voor de
plaatsing,
J. STOFFEL.
Mijnheer de Redacteur
Mag ik u een bescheiden plaatsje ver
zoeken in uw blad om eens te wijzen op
ergerlijke toestanden, die in onze gemeente
bestaan zeker wel met niemands goed
vinden, maar tegenover welke men
machteloos schijnt te zijn om iets te
doen ter verbetering.
Mocht ik er met mijne geringe krach
ten langs dezen weg iets toe kunnen
brengen, de handelsrisico en het onder- bijdragen om verandering ten goede te
nemersloon. Het beginsel van landnatio- brengen, dan ook zullen velen u, met mij
nalisatie is reed3 veel eerder doorgedron- i danken voor de opname van dit s.hrijven.
gen ia Amerika en Engeland dan hier j Wat toch is de oorzaak, dat er geene
cn wanneer het wat zonder eenige 1 verandering komt?
schade voor het land mogelijk is in een j Deze men is niet bekend met de
rijk wordt ingevoerd, dan zijn de voor-j ergerlijke feiten op welke ik doel. Was
deelen daarvan zóó in het oogspringend, j men er genoegzaam mede bekend, ik ge„
dat alle andere landen gedwongen wor- loof niet, dat men ze langer zou dulden>
den het voorbeeld te volgen, om zich tel In deze dagen, nu de oogen van iedeP
Gaspard sprak geen woord, maar hij sloeg zijne armen om haar
heen en kuste haar.
Honderden gedachten doorkruisten haar brein. Dat tehuis te
Rilchester zou zij het kunnen aannemen? Zou Gaspard dan
werkelijk van een zwaren last bevrijd zijn. Zou zij zulk eene ver
nedering kunnen ondergaan? Zij had zich bijna reeds bij dit plan
neergelegd, toen zij het zich eensklaps weer herinnerde in welke
bewoordingen de predikant van haar vader had gesproken. Zij
moest nu aan hare gekrenkten trots lucht geven.
//Gaspard, lieveling, dat kan ik niet doen. Naar zijn huis gaan,
bij hem wonen, wanneer lig vader heeft beleedigd en nu zijne
nagedachtenis nog beleedigt. Neen, neen, het is totaal onmogelijk!"
Zij snikte nu hartstochtelijk getroffen door die diepe smart,
waaronder alleen de fijngevoeligste naturen kunnen lijden. Het
was gelukkig voor haar, dat zij het gelaat van Gaspard Diet zag
de hevige strijd tusschen trots es zelfzuchtige eigenliefde, tus
schen vernedering en ware liefde sprak ook uit zijne trekken. Hij
wist dat Espérance hem tenvolle vertrouwde, dat zij zich geheel
bij zijn oordeel en besluit zou neerleggen, maar juist dat bewust
zijn van zijne macht bracht zijn gemoed nu in hevigen tweestrijd.
Als hij aan den aandrang van zijn hart gehoor gaf, dan hield hij
haar bij zich liever alles verliezen, alles te moeten lijdeD, dan
van haar gescheiden te worden. Zijn trots zeide hem, dat hij de
haar aangeboden hulp moest afslaan en de worsteling voort moest
zetten. Maar nog een andere stem sprak er in zijn binnenst e
Door hunne ellende aan de wanhoop ten prooi, had Gaspard hulp
gevraagd, en die hulp werd hem aangeboden. Zijn blik viel op
het snoer kralen, dat Espérance om haar hals droeg het aan
denken van die arme Javotte. De uitdrukking van zijn gelaat
veranderde. Toen hij eindelijk het stilzwijgen verbrak, klonk zijne
stem vast en vriendelijk:
//Lieveling, ik voor mij, houd het er voor, dat gij dit aanbod niet
moogt afslaan, dat de scheiding voor ons beiden beter zal zijn, dan wij
denken. Denk aan hetgeen vader gezegd heeft, kort voor zijn dood."
////Allo dingen werken samen tot het goede,"" herhaalde Es
pérance nog steeds snikkende. //Ik zal trachten het te gelooveD,
Gaspard. Maar zou dan werkelijk al het leed voorbij zijnIk ben
zoo moedeloos geworden door die smartelijke beproevingen en het
schijnt mij toe, of zij nog niet gedaan zijn."
z/Arme kleine!" zeide Gaspard haar liefkoozende, terwijl hij niet
wist, wat hij haar moest antwoorden. //Misschien zullen wij nu
wel gelukkiger dagen beleven. Wij moeten het beste hopen, want
wij kunnen met Lamarfcine zeggen: ////Ons blijft niets dan de hoop
en de vriendschap.""
Zij werden op dat oogenblik in de rede gevallen door Bismarck,
die waarschijnlijk meenende verwaarloosd te worden, onder een
hevig gemiauw op Espérances schouder sprong. Zij kon niet na
laten, door hare tranen heen te glimlachen en op die wijze ein
digde hun gesprek over den brief van den predikant.
Dienzelfden dag nog schreef Gaspard een brief, waarin hij het
aanbod van den predikant voor Espérance aanDam en dezen
verzocht, hem te willen melden, wanneer hij haar kon ontvangen.
Als antwoord daarop kreeg Espérance een brief van Cornelia,
waarin deze een dag in de volgende week voor hare aankomst;
bepaalde. De brief was niet onvriendelijk, maar toch maakte hij
op Espérance geen aanganamen indruk. Zij liet hem Gaspard
lezen.
«Ik had gedacht dat zij n zouden verzoeken, om mij te brengen
maar ik lees er geen enkel woord van."
Zonder haar hierop te antwoorden, las Gaspard den brief, maar
hij scheen zeer teleurgesteld.
wHij is wel wat koel," moest hij bekennen, terwijl hij haar den
brief terruggaf; ffzij heeft toch klaarblijkelijk aan u gedacht en
alles voor uwe komst gereed gemaakt. Zij schrijft, dat zij u aan
het station zal afhalen, dat vind ik vriendelijk van haar."
Wordt vervolgd.)