B1N N E N L A NI). ftUlI'IKK OVERZICHT. GEMENGD NIEUWS. grooto schade, indien het slechts enkele graden vriezende blijft. Treedt de dooi weder spoedig in en volgt er zacht weder, dan kan men een zeer vroegen bloei verwachten, en bestaat er veel kans dat deze 14 dagen eerder zal zijn dan in andere jaren, en wel omstreeks half Maart. bladen slechts in 't kort vermogen mede e deelen, vindt men hier uitvoerig en ;eïllusteerd terug, waardoor men een en ander ook nog weer eens van andere zijde te beschouwen krijgt. Lettoren en Kunst. Voor den wedstrijd naar het subsidie, dat Z. M. de Koning jaarlijks voor jeugdige schilders beschikbaar stelt, ten einde daaruit hunne studiën te kunnen volt 'oien, hebben dit jaar 52 jeugdige schilders proeven van hun talent inge zonden, 53 in het vorig jaar. De meeste inzenders hebben vijf proeven ingezonden, zoodat het aantal stukken gerust op 240 kan worden ge schat. De zangeres Rosa Papier is vrij ernstig ongesteld. De rederijkerskamer „Yan Len- nep" te Franeker heeft besloten op den tweeden Paaschdag, 7 April e. k., bij genoegzame deelneming een wedstrijd in het reciteeren door dames te doen hou den. Alleen dames die van het houden van voordrachten geen beroep maken, denkt het bestuur der kamer tot de mededinging toe te laten. Inhoud Semper virens no 7: Coelogijne speciosa. Musa Enaete, met een afbeelding. Billbergia vexil- laria. Todea superba. Cattleya Dowiana. Salix caprea pendula, als gazonplant. Voor kleine tuinen. Sneeuwklokje. Eetbare bloemen. Het bemesten der planten. Twee op merkingen. Een wet ter bescherinin. der Gentiana's. De internationale ten toonstelling van botanische geographie, microscopie, enz. te Antwerpen. Groote algemeene (internationale) Tuia- bouw-tentoonstelling te Berlijn, 25 April 5 Mei a. s. De vereeniging ter bevordering van Tuin- en Landbouw in het hertogdom Limburg. Winterbij- eenkomst van leden der Ned. Maaisch, voor Tuinb. en Plantk. Weeknieuws. Vraagbord. Correspondentie. Inhoud Ned. 111. Geïllu streerd Nieuws v/d Dag no. (uitgave Van Ditmar, Utrecht.) Koning Willem III (met portret.) Een mijn- ontplofiing (cuet 3 illustraties). Wil liam Gladstone (met portret). Niets nieuws onder de zon. Een duel (met illustratie). De gevangenneming van den prins van Orleans (met illustratie). De 100-jarige van Yeovil (met por tret). Gebalsemde katten (met illu stratie). Het bal masqué te Parijs (met twee illustraties). De Leerdam. en kapitein B. G. Bruinsma (met por tret en afbeelding van het schip). Dr. C. H. D. Buys Ballot (mot portret). Kunst te Parijs (met 2 ilustraties). Reizigsters om de wereld (met 2 portret ten.) Geïllustreerde novellen. Een ijsverhaal (met 3 illustraties)* Ga turnen.... Joh. H. Been. 2e maande- lijksche prijsvraag. Voor dames (met illustratie). Mededeeling. Onze illustratie-premie. Oproep. Hu mor en Satyre. Schaakrubriek. Correspondentie. Advertentiën. Met een dezer dagen zeer toepas selijk hoofdartikel vangt de Nederl. lUusir. hare wekelijksche aflevering aan. „Bij gelegenheid van den 73aten verjaardag van Z. M. Koning Willem III" is het getiteld en een uitmuntend beeld van onzen grijzen vorst gaat de beschrijving vooraf, 's Konings geboorte, jeugd en verder leven worden hier geschetst, de groote verdiensten van het huis van Oranje jegen3 ons volk worden in her innering gebracht zoo 't nog noodig ware en met een der coupletten van Naar wij uit goede bron ver nemen, zijn door den Raad van Minis ters personen voorgedragen om bij ge legenheid van Koninga verjaardag b.«- noemd te worden in de orde van den Nederlandschen Leeuw. Den heer Keu- chenenius is, naar men wil, het Kom mandeurskruis toegedacht. (Fad.) De Tweede Kamer der Sta- ten-Generaul is thans bijeengeroepen tegen Dinsdag 25 Februari aanstte 2 uren. Het D. v. Z. R. meldt: Het bericht, als zou de komst van de beide adjudanten van den president der Fransche Repubiek te 's-Hage in verband hebben gestaan met de grensregeling tusschen Fransck en Nederlandsch Guyana, is ons gebleken onjuist te zijn. De heoren hadden do voorstelling van „Salammbó" te Brussel bijgewoond en maakten van deze gelegenheid gebruik om een uitstapje naar ons land te doen. Te Arnhem overleed op 86-jarigen leeftijd Mr. H. J. Kronen berg, oud- voorzitter der commissie voor het L. O. en ridder van het Metalen Kruis. Arnhem verliest in hem een ver dienstelijk en kundig burger. Het hoofdbestuur der V e r- eeniging van gepensioneerde onderofficie ren en minderen van het nederlandsche ieger" heeft eene circulaire uitgevaar digd, waaruit blijkt, dat er ter gelegen heid van 's Konings verjaardag, op 19 dezer, zal worden uitgekeerd ƒ6500, verdeelt als volgt aan 18 leden en weduwen een drie- maandelijksch onderstand van pl.m. ƒ313.50; aan 243 leden en aan 98 weduwen, de 2e periodieke uitkeering, waarvan het bedrag per hoofd ook nu, gelijk in November 1889, op ƒ12.50 gesteld is; aan 53 leden en 24 weduwen eeae buitengewone gratificatie van 10 per hoofd, en aan 100 oud-strijders, niet-gepensio- neerden, elk het bekende gouden tientje. Daarmede is echter de kas geheel uit geput en heeft het hoofdbestuur weder dringende behoefte tot aanvulling, aan gezien het niet wil kapitaliseeren, ten einde niet de oude behoeftige gepensio neerden, aan wie nu nog slechts ƒ25 per jaar bij hun zeer karig pensioen als bijslag kan worden toegelc groot gebrek te doen lyden. Die onder steuning moet zeker het dubbele kunnen bedragen, doch daartoe dient het hoofd bestuur krachtiger gesteund to worden door menschenvrienden in den lande. Volgens de Ned. Sp o r t z ij de heeren baron Van Tuyll van Seroos- kerken, baron Van Brienen van de Groote Lindt en de heer A. A. Van den Berg uit Haarlem naar Engeland vertrokken, teneinde een hengst aan te koopen voor eene onlangs opgerichte vereeniging. Of schoon deze commissie te Manchester bij de „Stand Stud Company" verscheidene hengsten gezien heeft en zij over een goedgevulde beurs kon beschikken, is het haar toch niet gelukt een hengst te vin den, geheel overeenkomstig met wat zij zich had voorgesteld. Door het van de beg rooting afnemen van den torpedojager is 90,000 aan arbeidsloon minder beschikbaar voor het vak van scheepsbouw aan 's rijks werf te Amsterdam. Om niet te moeten overgaan tot het slechts plaats hebben in onvermijdelijke gevallen de verhooging der bezoldiging van mindere geëmplooieerden, in April 1889 daartoe voorgedragen, om in Januari of Februari 1890 in te gaan, wordt dit jaar niet toegekend. Tengevolge van den slech- ten bouw van eene keet boven het water van den Achterzijdsch Voorburgwal te Amsterdam, is de bodem, terwijl de schipper bezig was het zaud te kruien, en 2 kinderen van den schipper daar aan het spelen waren, ingestort, met het treurige gevolg dat alle drie te water geraakten en alleen de schipper levend werd opgehaald, terwijl de onder het zand bedolven kinderen eenige oogen- blikken later levenloos te voorschijn werden gehaald. Vrijdag zijn te Amsterdam twee personen gearresteerd wegens het verspreiden van opruiende geschriften. (Tijd.) Oscar Carré, die een zweep slag in het oog kreeg, heeft zich sedert eenige dagen onder behandeling gesteld van den beroemden oogarts prof. Snellen te Utrecht. Hoewel de arts de hoop koestert, het oog te zullen behouden, zal de heer Carré nog een half jaar te Utrecht onder behandeling moeten blijven. De Held er e c lie Co u r a nt meldt in een extra-blad, uit „vertrouwbare bron," dat een oproer is uitgebarsten aan boord van de TrompZr. Ms. schroefsteomschip le klasse, te Parama ribo, commandant de heer Stakman Bosse. Enkele zeelieden zouden gekwetst zijn. De idioot, die onlangs te Poeldijk bij een brand in zijne woning zulke hevige brandwonden kree- thans na hevige pijnen gestorven. In zijn kluis vond men, behalve veel brand hout en takken, bijna twee hectoliter zweedsche lucifers, welke hij met voor liefde verzamelde. Zaterdag-ochtend is eon man, die al» remmer dienst deed bij de Oosterspoor, tusschen Zutfen Vorden van den waggon gevallen en overreden. Hij werd opgemerkt door iemand in den passagierstrein, die van Zutfen vertrok. De ongelukkige is woon achtig te Winterswijk, en vader van een talrijk gezin. Jannus Bussin k, oud 26 jaar, geboren te Diepenveen, boerenknecht in de buurtschap Dijkerhoek, werd in Dec, jl., verdacht van het stichten der ver schillende branden, die in de gemeente Bathmen in den laatsten tijd waren voorgekomen, naar het huis van arrest te Zutfen overgebracht. Hij is thans van daar ter verpleging opgenomen in het rijks krankzinnigengesticht te Me- demblik. zoontje van de vrouw dat zij alleen met haar jongste kind had achtergelaten, stichtte den brand, door een stuk papier aan de kachel aan te steken en het vervolgens in het bed van zijn broertje te werpen. (D. C.) Uit Leeuwarden wordt van 14 Februari gemeldNaar aanleiding van het door een aantal veldwachtersin deze provincie tot den commissaris des Konings gericht verzoek, om maatrege len te willen nemen ter bevordering, dat op de eene of andere wijze in hun lot worde voorzien, indien zij op hun ouden dag niet meer in staat zijn hunne betrekking naar behooren waar te ne men, heeft deze daarover eene circulaire verzonden aan de gemeentebesturen ten plattelande, ter aanbeveling van de zaak. De zaak verdient, gelijk de commissaris des Konings schrijft, allezins de belang stelling der gemeentebesturen, niet alleen uit een gevoel van billijkheid jegens de beambten zeiven, wien het hier geldt, maar ook ter wille van het gemeente belang, daar niet zelden een veldwachter, gelijk ook sommige andere beambten en ambtenaren, alléén wegens onzekerheid van zijne toekomt uit een geldelijk oeg- punt, langer in dienst wordt gehouden, dan in het welbegrepen belang der ge meente wenschelijk is te achten, c ons volkslied wordt de beschrijving ge- bedanken van werklieden, is bepaald dat sloten. Een groot aantal gravuren, vi- voor Amsterdam beschikbaar zullen wor- gnetten, verhalen en andere wetens- en den gesteld de arbeidsloonen, dc lezenswaardigheden maken ook deze andere rijkswerven aangewend voor aflevering weer zeer belangrijk. Wat wij met genoegen opmerken is ^at de inhoud van het weekblad zeer aetueel is. Vele zaken toch, die de dag loodswezen, betonning, verlichting, hos pitalen enz., die niet uit arikel 20 der begrooting worden gekweten. Verhooging van het (jaggeld der werklieden mag Te Anjura (gem. Oostdon- geradeel) heeft zich weer een geval van bijgeloof voorgedaan, dat vermakelijk zou mogen heeten, indien het niet zoo diep treurig ware. Eene vrouw, aldaar woonachtig, en ais belleloopster hare ge wone ronde makende, kwam in zekere woning, buiten Anjum gelegen, waar zij in huis werd genoodigd om zich daar alles behalve zacht te hooren beschuldi gen van tsjoenderij (beheksen), een kwade daad, waarvan de kinderen des huizes de gevolgen ondervonden. Het was waarlijk een geluk, dat toevalliger wijze op dat oogenblik sommigen dat hui3 kwamen bezoeken: wie weet wat de bijgeloovïge menschen anders de arme vrouw hadden gedaan, waar reeds eene dreigende houding werd aange nomen. Zaterdagochtend ontdekte eene vrouw, wonendo in eene gang aan de Bergstraat te Deventer bij hare te huiskomst, dat het bed, waarop haar jongste kind, een knaapje van 10 maan den, lag, gedeeltelijk in brand stond. Bijgestaan door de buren, werd het kind, dat reeds ernstige brandwonden aan de beenen bekomen had, uit zijn gevaar lijken toestand verlost, terwijl de brand met eenige emmers water werd ge- bluscht. Het kind werd ter verpleging in het ziekenhuis opgenomen. Het 3jari: VISSCHERii. Nieuwediep, 15 Februari. Heden kwam van de groote visscherij binnen de sloep Presto II, sch. Zwartveld, mtt 40 lev., 40 doode kabelj., 10 lengen, 1 heilbot en 1400 schelv., terwijl door 36 korders en beugers 33 kabelj., 7 tot 25 roggen, enkele tongen, 2 tot 15 mand jes kl. schol en 1 tot 4 manden schar, door trekkers 5 tal haring werden aangevoerd; lev. kabelj. gold ƒ1.90, doode id. ƒ1.10, leng 3.65, heilbot 34, rog ƒ1.40 a 1.50, tong ƒ1.10 per stuk, sehelv. ƒ31 het honderd, kl. schol ƒ2.85 a 3.50 per mandje, schar ƒ1.50 per mand en hairing 6.50 per tal. Wanneer de jonge duitsche keizer denkt, dat hij spoedig aan 't eind zal zijn van de reforiuatiën, die hij zich op verschillend gebied heeft voorgenomen te doen, dan kan hij zich wel eens deerlijk vergissen. Even waar zal het ook wel zijn dat de nog jeugdige monarch wel diep doordrongen zal zijn en worden van het gewicht van de reusachtige taak, die hij zich op dc schouderen heeft geladen. Aanvankelijk heeft hij nogal succes, wat trouwens niet te verwonderen is in een land dat zooals dr. A. Pierson in zijne uitnemende Staathuishoudkunde zegt ons met de meeste sociale her vormingen is voorgegaanvan schaffing van het gildewezen af. Het valt echter niet te ontkennen dat eene steekhoudende hervorming vau de maatschappelijke toestanden, die dc keizer op het oog heeft, inderdaad eene reus achtige en hoogst moeilijke onderneming is, wier slagen vele jaren zal vorderen, daar zij diep zal ingrijpen in het samen stel der maatschappij. Laten wij dit onderwerp voor't oogen blik rusten, totdat ons de tijdingen ge worden van de stappen door keizer Wil helm verder in de ingeslagen richting gedaan, en wenden we 't oog naar een ander onderwerp dat zijne aandacht heeft getrokken. Sedert lang werden er klachten geheven, dat er in het leger bij het exercecren van de recruten velerlei ver keerdheden bestonden en veelvuldig mis handeling voorkwamen. Terwijl er vroe ger, zoodra het een of andere blad het waagde, deze zaken aan te roeren, de strengste vervolging tegen zoodanig blad werd ingesteld, vaardigde keizer Wil helm II eene gestrenge kabinetsorder uit, waarin het feit der mishandelingen erkend wordt, maar tegelijkertijd met grooten nadruk ter kennis van het leger wordt gebracht, dat de keizer zoo iets niet meer dulden wil, want „in mijn vaardige en waardige, en met de wet overeenstemmende behandeling ten deel vallen, daar dit den wezealijksten grond slag vormt voer opgewektheid tot den dienst, toewijding aan h&t beroep, zoo mede voor liefde en vertrouwen." Een even gunstigen indruk maakt eene gelijktijdig openbaar gemaakte tweede kabinetsorder, betreffende de opleiding van jonge officieren. Daarin verklaart de keizer zich tegen onnutte overlading der jongelingen in de militaire inrichtingen met bloote memoriezaken. Niet daarop behoort men zich toe te leggen, maar op vorming van het karakter, opdat de toe komstige officieren geestelijk worden toe gerust om eenmaal in het leger, de groote school dor natie, in zedelijken zin op voedend en onderrichtend te werken. Door het godsdienstig onderwijs zullen de kweekelingen tot gestrengheid tegen over zich zeiven en tot verdraagzaam heid tegenover anderen worden opgevoed. Verder wordt er nadruk op gelegd, dat deor het onderwijs gehechtheid aan het vaderland behoort te worden aangekweekt. Vreemde talen moeten alleen voor prac- tisch gebruik worden aangeleerd. Dit schrijven des keizers heeft ook nog in bizonder hierom beteekenis, om dat reeds sedert jaren in alle kringen van het burgerlijk leven in Duitschland op eene algemeene hervorming van het schoolwezen aangedrongen is. Men staat thans weder aan den voor avond van eene verrassing. De telegraaf brengt de tijding die evenwel nog bevestiging behoeft dat vorst Bis marck op het punt staat zijn ontslag te nemen als president van den pruisischen ministerraad. Nu de Rijkskanselier uit verschillende betrekkingen ontslag neemt, komt voorzeker de vraag op, welke de reden kan zijn van deze beperking zijner werkzaamheden, daar hij er toch de man niet naar is om, znolang zijn gezondheid dit gedoogt, zich minder met de staatszaken te bemor.-ien. Naar men wil moet dit echter daarin zijn oorzaak hebben dat do kan selier al zijne krachten op eeüigo voor name punten gaat vcreenige»het be sturen van die aangelegenheden, waarin de jeugdige keizer nog niet zoo door kneed is, dat hij die geheel alleen voor zijne verantwoording kan nemen onwel hoofdzakelijk de binnenlandscke politiek, waarbij de medewerking van een man als Bismark voor hem natuurlijk van onschatbare waarde is. Er zijn voorloopig nog weinig zaken, dio dreigen de vreedzame toestand van Europa te verstoren, tenzij men ecnig gewicht wil toeschrijven aan de nog altijd niet opgeloste engelsch-portugee- sche kwestie. Of men bij de manifestatiën en buiten sporigheden waaraan het portugeesche volk zich in verschillende plaatsen des lands bij herhaling nog overgeeft, te den ken heeft aan een overlegd plan of dat deze uitingen slechts de oppervlakte raken is nog niet uitgemaakt. Toch heeft het er veel van of men op do hou ding der regeering wil infiuenceeren, maar het ministerie is naar het blijkt krachtig genoeg om dezen storm te door staan. Het trok de aandacht in Spanje, dat de EngeUchen Gibraltar, den sleutel der Middellandsche Zee, in den laatsten tijd in zoo geduehten staat van tegenweer brengen. Wel houdt de spaansche re- eering blijkens de verklaring in de Ka mer het oog op deze aangelegenheid ge richt, maar uit dit onzekere antwoord valt nog niet af te leiden dat zij het doel en de strekking ervan inziet. Dezer dagen heeft 't gemeen tebestuur van Laeken een verslag uitge bracht over den brand van het paleis aldaar, waarin scherpe aanmerkingen worden gemaakt op het gedrag van den kapitein-kommandant der dienstdoende grenadiers, die blijk gegeven zou hebben van gebrek aan tegenwoordigheid van geest en koelbloedigheid. Daarop heeft die officier den burgemeester Bockstael het volgende geschreven: „Mijnheer de burgemeester! Het rapport, dat gij over leg .r moet aan eiken soldaat eene recht-den brand van het paleis te Laeken hebt uitgenoouigd om te blijven eten en Bella was zoo onhandelbaar» dat het portret niet zeer snel vorderde. Het verveelde mevrouw Mortlake zeer spoedig, om altijd bij het schilderen tegenwoordig te zijn, zoodat het nu de taak was van Espérance om het kind bedaard te houden, en deze verheugd van iemand gevonden te hebben, die haar leed zou begrijpen, nam hem al spoedig in haar vertrouwen en zij vond in hem dan ook een dankbaren toe hoorder. Na eenigen tijd kende Claude haar gansche levensgeschiedenis. Zij verwijlde lang bij de gelukkige jaren op het kasteel, zij be schreef hem hare lievelingsplekken tusschen de ruïnen, sprak hem van den weelderigen ouden tuin met zijne terrassen, gesnoeid kreupelhout, slingerpaden en grasvelden, terwijl zij het omrin- ringende landschap met zooveel geestdrift beschreef, dat Claude haar beloofde die streek zelf eens te gaan bezoeken, terwijl hij dan een schilderij van hare geliefde bergen van Auvergue voor haar zou meenemen. Eenige vragen lokten de gansche geschiedenis van het beleg uit, en daar zij haar gemoed niet beter lucht kon geven dan door van haar vader en Gaspard te spreken, over wie zij reeds zoo lang het stilzwijgen had moeten bewaren, vertelde zg hem alles en daardoor alleen zou zij Claude reed3 moeten liefhebben. Hare droevige geschiedenis trof hem werkelijk cn dat hij er belang in stelde moest haar duidelijk blijken. „Woont uw broeder dan in Londen?" vroeg hij, toen zij haar verhaal eindigde door hem hare komst in Rilchester mede te deelen." „Ja, hij woont nog te Pentonville, maar hij heeft tot dusverre nog geen betrekking kunnen vinden. Er schijnen zeer veel uitge wekenen in Londen te wonen, en dat maakt hem het zoeken na tuurlijk niet gemakkelijker. „Ik vrees, dat ik hem niet zal kunnen helpen, maar ik zal het in gedachten houden. Gij moet mij bij bem aanbevelen, en dan zal ik hem kunnen vertellen, hoe gij hier te Rilchester leeft. „O, ik dank u zeer, gij zijt waarlijk te goed," zeide Espérance op dankbaren toon, maar met iets vreesachtigs in haar blik voegde zij er eensklaps bij, „maar hij moet niet kunnen denken, dat ik ongelukkig ben. Gij zult hem toch niets vertellen, dat hem onge rust zou kunnen maken." Claude beloofde, dat hij zich daarvoor zou hoeden, en met veel takt bracht hij een ander onderwerp ter sprake. Eens op eon achternamiddag, in het begin van October, noo- aigde de predikant Espérance uit, om hem op zijne wandeling te vergezellen, hetgeen oen zeer ongewoon gunstbewijs van hem was. Hij was gewoon om iederen dag te wandelen en werd dan ver gezeld door Cornelia, de dochter, van wie hij het meest hield; Cornelia was dien middag echter verhinderd en nu vroeg de pre dikant zelf aan Espérance of zij haar wilde vervangen. Half ver eerd, half ontsteld, vergezelde zij hem, terwijl zij gelijken tred zocht te houden met haar oom, die echter met langzame schreden liep; nu en dan uitte zij kleine opmerkingen, die echter de aan dacht van den predikant niet sehenen te trekken. Eerst toen zij reeds bijna eene halve mijl hadden afgelegd, scheen hij hare stem te hooren en uit een diep gepeins ontwakende, zag hij haar vrien delijk in het gelaat. „Ik ben zoo gewoon geraakt aan mijne stilzwygende metgezel len, dat ik het spreken afgewend ben. Maar ga voort, want ik hoor gaarne het geluid van uwe stem, zij gelijkt op die van de arme Anny." „Is het waar?" zeide Espéraace verrukt. „Ik zon gaarne op mijne moeder willen gelijken. Bestaat er nog sneer overeenkomst Dit onderwerp was niet geschikt voor een langdurig gesprek. Haar oom sehudde met het hoofd en zuchtte diep, toen woer ver zonk hij in diep gepeins. Espérance was teleurgesteld. Zij had gehoopt, iets van hare moeder te zullen hooren, maar ofschoon zij daarna half tot zichzelf, half tot haar oom sprak, kreeg zij geen antwoord van hem. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 2